ik trok je naar ons paradijs dan zwierf ik met je langs de zee
Hoi dichter Hierbij weer een nieuw verhaal dat bij de maandag past. Hierbij mijn gedicht Speelgoedpaardje. Liefs Karin
Speelgoedpaardje
Sprookjesdier speelgoedpaardje slaapt op rommelzolder velletje oud oogjes zo wijs van vroeger ben je weet je nog..
ik trok je aan je ivoorgekleurde oortje ik trok je naar ons paradijs dan zwierf ik met je langs de zee geduldig leerde ik je baden totdat je wit en schoon en nobel was de koningin te rijk kamde ik je manen en zon toverde bezieling in je oog van glas
je bent veranderd in een zebra wat heeft de tijd met ons gedaan die rusteloze wezel haat kinderlijk duimendraaien aan het raam het dromerig gekwezel en ik heb ook niet goed op je gepast
laat me het stof afnemen van mijn dom verzuim je krijgt je paardenkracht terug in elke vezel ik streel je levend tot op het allerlaatste puntje van je kruin.
ik vrees vandaag met grote vrezen ik vrees er niet uit te komen – kies ik voor de poëzie of voor het meisje? dat de heren geen schijn van kans maakten in deze door gevoel en emotie beheerste(?) versie van de zondagochtendwedstrijd zoveel werd mij wel duidelijk. de rationele verwoording van het thema legt het af tegen de meer lichamelijke gevoelde en beschreven sensaties van de vrouwen. het dichtst bij janis joplin kwam vera naar mijn gevoel. GOUD! dank aan mijn vier helden van vandaag – zij durfden.
Goenavond A,dam, hier Eindehoven Ga nu geen regeltjes tellen, want ik heb me al zo ingehouden, ik heb een blues van wel 1001 regeltjes vandaag
In mijn nieuwe blauwe bloes
hier ik, only the lonely halve zool luisterend naar de radio, jank liedjes weg over l love you, denk Janis, you think he will do? hier trappel ik, like her, van ongeduld c’mon baby, babe wat ga je doen zijn daar zon, maan en sterren uitgeblust IK laat ze stralen voor je, met één kus pak je juwelen uit die stoffige doos draag ze als de jongeling van toen jouw rozen ruiken not anymore lief, IK scherp al je zintuigen weer ik weet de weg naar arcadia mijn eeuwige enige only zeg ja de nacht vertrekt met al mijn liefde nog voor het licht wordt, without you kom snel, de morgenstond heeft zich verslapen en ik, ik kan je niet eens verlaten, cry baby baby, omdat je er niet bent Ohhhh..
Vera van der Horst
–> de zon de maan en ook de sterren laat ze stralen voor de geliefde – nou dat is best veel toch? de opdracht was: ‘voor wie gaat/ging de dichter helemaal maar dan ook helemaal uit zijn/haar dak.’ aan die opdracht heeft vera voldaan. ze gooit zich zelf daarbij in de strijd. maar de geliefde lijkt niet meer vooruit te branden. met niets niet, met gloeiende hemellichamen niet, zelfs met vera niet. gelukkig hebben we de blues nog om mee uit te huilen. iets van de genadeloze ontvlambare heftigheid van de 50jaar geleden overleden en de toch nog eeuwig jonge en sprankelende janis joplin weet vera op te roepen. zo weet vera met haar woorden het zenuwgestel van de lezer te raken.
Vera van der Horst – ik jank liedjes weg over l love you
Rik van Boeckel – huil dame versmelt met de traan
Petra Maria – om wat wij misschien misschien altijd
Cartouche – leven, liefde zon en regen , mijn eiland, alleen jij
https://youtu.be/N36rnowF1og
deze maand 50 jaar geleden overleden janis joplin – dit wordt het zondagochtendwedstrijd thema – dat kan niet meer missen – wie wint de enige echte virtuele JIJ ja JIJ bent de BLUES trofee op pomgedichten punt nl – dat we van de blues mogen lezen – de dichters blues – en dan graag met dezelfde absoluutheid van een janis joplin – voor wie gaat/ging de dichter helemaal maar dan ook helemaal uit zijn/haar dak. u kent de regels: de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
schrijf me een brief noem mijn naam zeg me wanneer je komt
dat de covid ons niet deren zal waar we lopen zingen we liggen we
en zingen we mercedes benz zingen we bobby mcgee
o lord janis was the blues en jij jij de mijne
pom wolff
Stil in de stad blues
Het is stil in de stad de ramen zijn gesloten een handkus roept een dame meer is er niet te halen
Janis zal zo zingen het virus loert op ons oh maandenlange dalen oh Me and Corona blues
het is vreemd in de stad geef ‘t virus nu de bons het is tijd om te leven langs ‘t venijn niet stil of eenzaam te zijn
positief of negatief dat is vraag
ademsnaren strelen de lucht huil dame versmelt met de traan ze geeft de juiste toon in de blues aan.
Rik van Boeckel 16 oktober 2020
–> Rik schetst het eindpunt en hoe de blues dan huilend door de kamers van het hart raast – krast. zoals janis summertime zong. erger bestaat niet wist de argeloze toehoorder. rik legt het ons in woorden nog een keer voor. een stille blues in een vreemde stad. de ramen dicht – binnen zijn verstilde blues buiten de genadeloze corona.
CRY CRY CRY
als ze zingt zijn wij ook even Janis Joplin
we kruipen schril en hees in onze armen jou kan ik vasthebben
en daarna als het stil is dan janken we zoete tranen
baby cry baby blijf nou maar thuis morgen
op het zebrapad kan het ook zomaar voorbij zijn
cry baby cry om wat wij misschien misschien altijd
om wat we kwijt zijn wat we zijn
petra maria
–> petra maria eindigt nu al weken lang haar gedichten hier op een zeldzaam hoog vasalis niveau.
het zijn steeds de laatste strofen die verstild/versteld doen staan. hadden we vorige week:
misschien als we hier blijven geen eiland is immers ver genoeg geen herfstdag stiller
misschien dan weet je pas weet ik nog wat liefde is
petra maria
deze week het ontstellend mooie:
cry baby cry om wat wij misschien misschien altijd
om wat we kwijt zijn wat we zijn
petra maria
als je die twee combineert huilt ook mijn romantisch hart:
misschien als we hier blijven geen eiland is immers ver genoeg geen herfstdag stiller
misschien dan weet je pas weet ik nog wat liefde is
om wat wij misschien misschien altijd
petra maria
Ja jij, jij alleen
slinger , schreeuw me rauw en nauw je lach in het gezicht, leer me weer te dromen met een enkele aanraking verdwaal ik in deze vloed, geef me jouw ster die deze nacht verlicht en ik zal je mijn groeve geven
het groen – van je ogen maak je dat mijn lucht dat eender blauw wordt gekleurde stippen mijn ochtenden ik zeil tussen de golven van je stem en jij, en jij, en jij, alleen jij maakt mijn ziel wakker met jouw licht
laat jouw wonden zien en het zal helen, laat de hele wereld weten dat jouw stem een geheim verbergt noem jouw naam niet, laat ze in de hemel sterven van jaloezie je ogen zijn glinsteringen
je keel een mysterie – leven, liefde zon en regen , mijn eiland, alleen jij, Carolina, mí querida corazón
solamente tú
https://youtu.be/JlOzdWbRb48
16-10-2020 Cartumetouches
–> carolina ook al – net als vera – in het hemelsblauw gekleed. en dat zij het voor hem is is wel duidelijk geworden hoor – hier – lieve cartouche – geen dak te hoog of cartouche weet de woorden voor deze geliefde er wel doorheen te knallen. die stem die hem van top tot teen beroert. net als bij vera gaat het dak eraf. maar waar cartouche de rauwheid benoemt kruipt deze bij vera onder de woorden het zenuwgestel in van elke lezer.
Met het leven is het net zoals met een maaltijd. We geloven steeds dat het beste nog moet komen. Jammer genoeg weten we bij het leven nooit hoeveel gangen we nog hebben te gaan, maar bij een maaltijd wel.
Op een bepaald moment roept de zoetheid van het dessert in herinnering, dat ondanks het bestand van koffie en likeur, straks de rekening betaald moet worden en je alleen naar buiten moet, met de kraag van je jas omhoog tegen de kou, de regenachtige straat op om door de duisternis te worden verslonden.
Zijn zoetheid was haar dessert, het kondigde het einde aan, een laatste keer gevoel los tegen beter weten in, kleine hapjes nemen om zo lang mogelijk te genieten terwijl het steeds terugkerende getik van de klok tijd versnelde, dichter bij bracht en gelijkertijd verder weg, de rekening onverwacht langzaam in het vizier komend, de herinnering van zijn strelende zoetheid over haar tong vanuit pulserende hartstocht gecreëerd, vurig dessert met verrassende zachtheid.
En terwijl de wijzers doordraaien en de jas achter in de garderobe klaar hangt, hoopt ze dat de rekening nog even uitblijft, dat het een langzaam geserveerd grand dessert is waarvan de tussenpozen alleen het gevoel en de smaak versterken. Als ze nu naar buiten gaat, kraag omhoog tegen de kou en de regen is op dit punt het einde nabij en ligt de duisternis op de loer, dus blijft ze liever even wachten, misschien wat angstig en onzeker, maar grand dessert of niet, wanneer de duisternis haar eindelijk verslindt, zal zij hem nog steeds in elke vezel voelen en proeven.
met die prachtige onbeschrijflijke mysterieuze majestueuze zo monumentale rood stralende avondlucht – o rode zon
Prijsuitreiking Schrijfwedstrijd Het thema van de schrijfwedstrijd, die jaarlijks wordt georganiseerd door deze vereniging, https://www.kunstgroepbuitenveldert.nl/ is dit jaar Puur Natuur. De exposities die wij in het najaar organiseren in de Vreugdehof (De Klencke 111, Amsterdam) en in het Huis van de Wijk Buitenvelder t hebben hetzelfde thema. Het is altijd boeiend om te zien hoe gedichten en beeldende kunst elkaar kunnen versterken. Helaas zijn de kunstcafé’s dit jaar niet doorgegaan zodat ook de twee prijsuitreikingen van de schrijfwedstrijd op alternatieve wijze hebben plaatsgevonden. De hoofdprijs is gewonnen door Willa Wierckx, zij ontving uit de handen van de jury een speciaal bij haar gedicht door Gerdi Wind vervaardigde ets/aquatint, waar zij erg blij mee was. Bij deze kleine feestelijke gelegenheid ontving jurylid Pom Wolff uit waardering voor zijn professionele beoordeling èn het kundig verwoorden in het juryrapport een ets van dezelfde kunstenaar. De tweede prijs, op een andere tijd en een andere locatie, werd gewonnen door Anton Meester, die een door Ienke Damsté gemaakte linoprint in ontvangst mocht nemen, ook hij was zeer blij met de gewonnen prijs. De jury bestond naast Pom Wolff uit Gerdi Wind (voorzitter van Kunstgroep Buitenveldert). Zij heeft zich met veel plezier over inzendingen uit de wijk, maar ook uit Friesland en zelfs België gebogen en kwam tot een unanieme beslissing. Zie ook de website van Pom Wolff: www.pomgedichten punt nl
–>Thema: PUUR NATUUR Juryverslag – de schrijfwedstrijd 2020 uitgeschreven door de Kunstgroep Buitenveldert met het thema PUUR NATUUR
De schrijfwedstrijd 2020 uitgeschreven door de Kunstgroep Buitenveldert met het thema PUUR NATUUR voor dichters uit Buitenveldert en omgeving heeft een twintigtal dichters geinspireerd tot het inzenden van gedichten. Het woord ‘omgeving’ is door een aantal inzenders breed geïnterpreteerd – zelfs inzendingen uit Belgie werden ontvangen. Enschede, Friesland, Maarssen, Almere, ja zelfs Lent lieten zich niet onbetuigd. De jury bedankt de dichters, alle dichters voor hun inzendingen heel hartelijk. Toch dient de omschrijving ‘Buitenveldert en omgeving’ meer in beperkte geografische zin opgevat: ‘Buitenveldert en omgeving’ mag Amsterdam en omgeving zijn, Amstelveen ook nog goed – maar Belgie gaat echt te ver. Kunstgroep Buitenveldert – https://www.kunstgroepbuitenveldert.nl/ – is nu eenmaal een lokaal gebeuren. Op een warme donderdagochtend in het vroege ochtendlicht waarin de nacht was opgegaan, in augustus van het jaar 2020 kwam de jury bijeen – Gerdi Wind en Pom Wolff – zij lazen de door de 020 dichters ingezonden gedichten hardop aan elkaar voor in een met zon overgoten natuurtuin – in Buitenveldert – nog geen wijn op tafel – puur natuur dus – onder het genot van een kopje koffie – kortom nog volledig bij zinnen. Bij de inzending van Niels Root schreef de jury:
Niels Root een alleraardigst gedicht. lieflijk ook. de lentezon centraal in het hoofd van een rijmende hoofdpersoon. toch ontkomt de dichter niet aan clichés: bijtjes die zoemen, vogeltjes die fluiten. we missen, hoewel de dichter de zon zo graag ziet stralen, die magistrale stralende zon van een johnnie van doorn – l poëzie met een beetje lef, woorden die een beetje buiten de geëffende paden trachten, een regel die de lezer op het verkeerde been zet, een gedicht met onweer.
Bij Norma Bouterse: dichteres is blij. heel erg blij. een gedicht vol blijdschap. ‘wij zijn twee bloemen van een plant’ – een mooie regel. maar toch: het schrijven over blijdschap alleen is niet genoeg voor een winnend gedicht.
Bij Merik van der Torren: ‘het aroma van slakkenstront’ is de jury onbekend. weer wat geleerd. een gedicht met aardige aansprekende regels over bossen munt van vroeger, de ganzenveren deken, de wijde rokken. en toch op de een of andere manier lezen we liever niet over slakkenstront. in een kort gedicht telt elke regel dubbel – ook de regels die je liever niet leest. Bij Miyuki Hoogeveen: Miyuki kent wel heel veel ‘intensiteit’! wel drie keer in één gedicht. wat de jury betreft teveel intensiteit. als de jury heel precies zou lezen dan gaat het in de eerste twee regels al mis. als de geur van koffie de grote motivatie is om op te staan dan heeft iemand anders die koffie gezet – niet Miyuki zelf – en dan ben je dus ook niet ‘alleen’ zoals we later in het gedicht lezen. of deed de timer zijn werk of was het de geur bij de buren. hoe dan ook: de echte jury kritiek richt zich op iets anders – vooral op de grote woorden (motivatie, intentensiteit, promoveren) die in ‘het gedicht’ worden gebruikt en die je nou net niet in een gedicht moet gebruiken. het gedicht is meer een stuk proza met soms aardige redeneringen. Bij Méland Langeveld: dichters moeten niet te veel hun best doen – dan geloof je ze niet meer – je kunt ook zeggen dan zijn ze met zichzelf bezig en niet met de lezer – voor wie ze toch in wezen schrijven – zeker in een wedstrijd: de jury bedoelt ‘wijsheid die rijpt’, ‘korzelig kraken’, ‘blaadjes die week klapperend hangen in de frisvroege wind’ en dan wordt er ook nog ‘ontpopt”. nee dit gaat allemaal te ver en is te ver gezocht om nog geloofwaardig te zijn. deze dichter kan natuurlijk wel goed schrijven, maar svp minder constructie en meer hart. én daarmee geloofwaardigheid.
Bij Florian de Vries: hoewel dichter natuurlijk een geëigende poëzievorm heeft gekozen – voor die gedachte hulde – bij het gegeven thema PUUR NATUUR – toch hebben de leden van de jury weinig op met de haiku: met de geconstrueerde regels met zus of zoveel voorgeschreven lettergrepen.
Bij Arie Lalleman: niet dat de jury arie helemaal volgt in zijn iets te chaotisch opgezet gedicht – de dichter wisselt daarvoor net teveel van perspectief – maar dat hij vissen laat verdrinken is werkelijk briljant. dat zie je niet vaak! arie schreef iets te veel anekdote voor de winst.
Komt de jury bij de drie meest eervolle vermeldingen – de volgende drie topgedichten waaruit de winnaar van deze wedstrijd werd gekozen: Puur natuur van Willa Wierckx, de Knuffel van Imad Abbas en Puur Natuur van Anton Meester.
We lazen hartverwarmende woorden van Imad Abbas. “het mooiste dat kan gebeuren is de Knuffel..” een dapper handschrift gedicht, waarin hij een zeer sprekend gevoel weet over te brengen hoewel de Nederlandse taal hem te zwaar valt en hoewel hij in het gedicht woorden moet gebruiken uit een taal die niet de zijne is. De jury vermoedt dat als deze dichter in zijn eigen taal zou schrijven en als de jury die taal machtig zou zijn dat we zouden omvallen van bewondering.
Zeker ook een meer dan eervolle vermelding voor Anton Meester en zijn gedicht. Een indringende herhaling van woorden: ‘Wat opvalt is de stilte buiten,..’ waarna de dichter met overtuiging en poëtische kracht de verworvenheden die deze (corona) stilte biedt invult met eigen geluiden en waarnemingen.
Willa Wierckx schreef een natuurverheerlijking – in tijden van Corona – in deze nieuwe werkelijkheid zoals zij deze tijd benoemt – gaat dichteres op zoek naar iets van puurheid, iets van echte natuur. weg uit de benauwenis van die benauwende coronatijd – zo gaat zij – op zoek aan de randen van de stad binnen de randen van de ontstane mogelijkheden – én dichteres vindt uiteindelijk een weg uit al die benauwenis – in de natuur – in poëzie beschreven, een natuurlijke weg. een formidabel gedicht. een bevrijdend gedicht. voor de dichteres zelf en voor de lezers. In de laatste regel van de voorlaatste strofe las de jury de woorden ‘rode rok’ waar de jury vanwege het rijm ‘rode dijen’ verwachtte. zo zet deze dichteres in dit winnende gedicht de jury op het verkeerde been. Van Harte gefeliciteerd Willa – mede namens de juryleden Pom Wolff en Gerdi Wind.
Puur natuur
Ik liep in de Corona stad, slalommend in de nieuwe werkelijkheid Tussen vol, lawaaiig en obscuur, ontwaakte de drang naar de natuur.
Ik liep langs straten en langs pleinen, zag gazon en perk en grind Ik dacht, hoe lang moet ik dwalen, voordat ik iets natuurlijks vind?
Aan de randen van de stad gekomen, zag ik een weiland, met alleen maar gras De zon scheen ongenadig op de koeien, omdat er geen boom met schaduw was.
Ik schudde mijn hoofd en een beetje somber, tuurde ik halsreikend naar gewas Misschien dat daar, rond dat verre bochtje, nog iets natuurlijks te vinden was?
Ik vond een weggetje, het leidde naar een slootje. De bermen vol met klaver en met boterbloem. Daar groeide klaproos en kamille en overal klonk het gezoem,
van hommels en van honingbijen Ik kon me tussen struiken, gras en bloemen vleien, Zacht en geurend was mijn plekje, een vlinder landde op mijn rode rok.
Over het water zweefde een waterjuffer en daalde sierlijk tussen het bloeiend riet Het zwoele briesje rook naar puur natuur, toen ik daar neerlag in het middaguur.
Er zijn meer culturen naar de sodemieter gegaan door decadentie, maar deze keer kost het waarschijnlijk de aarde.
Pervers is het nieuwe normaal
“Ik wil zo veel geld hebben dat ik deze kamer kan vullen. Ik wil het geld allemaal uitgeven en het kussen”, zegt de zesjarige schoonheidswedstrijdwinnares en reality-ster Eden Wood, toen ze werd geïnterviewd door fotografe en documentairemaakster Lauren Greenfield in haar documentaire : Generation Wealth.
Ach, dacht ik, ze leest de Donal Duck en vind Dagobert leuk, zwemmend in zijn pakhuis vol geld. Hoewel die was niet zo van het uitgeven daarvan. Nee, natuurlijk dacht ik dat niet, ik had graag gewild dat dit waar was.
Ik herinnerde me deze uitspraak toen ik in de media overal berichten tegenkwam over de tas van 10.000 dollar, die North, de zesjarige dochter van Kim Karadashian aan haar prille armpje had hangen. Die tas was eigenlijk nog niets vergeleken bij het kerscadeau dat ze eerder kreeg: een door Michel Jackson gedragen jasje dat voor 65.000 dollar werd geveild, omdat de zesjarige spruit zo’n grote fan van hem was. North zal geen dromen hebben over een kamer vol geld, die heeft ze namelijk al. Waar zou zij over dromen?
Wereldwijd droomt het gros van de jeugd over rijk en beroemd worden. Greenfield: “Het is verworden van een cultuur waarin hard werken en discipline werd gewaardeerd tot een droom die bestaat uit geld, beroemdheid en narcisme. We vergelijken onszelf niet meer met de buren, maar met de Kardashians en met goud omhangen over geld rappende rappers. Dromen van rijkdom is een perverse verslaving, gegroeid onder invloed van globalisering, vercommercialisering, media zoals MTV en internet.”
Ik ben een kind uit de Flower Power generatie: wij verzetten ons tegen de materialistische en kapitalistische wereld, we waarschuwden tegen de vervuiling van de aarde door de nieuwe technologieën, droomden over gelijkheid, vrijheid, duurzaamheid, kunst, schoonheid, gingen de straat op om tegen de vietnam oorlog te demonstreren: make love, not war, scandeerden we, lazen boeken, filosofeerden eindeloos. We waren uiteindelijk met te weinig om de door ons gewenste maatschappij te realiseren. Dit is denk ik de grootste desillusie in mijn leven.
Ook nu zijn er mensen die zich verzetten tegen een maatschappij waar welvaart hoger in het vaandel staat dan welzijn, maar ook nu zullen het er te weinig zijn. Het gros vergaapt zich aan de kunstmatige kont van Kim Kardashian, lijkt zich niet te bekommeren om perverse prikkels bij banken, bedrijven, de zorg enz. waardoor het niet meer gaat over het publiek dienen, maar alleen zichzelf verrijken. Ze stemmen weer lustig op een Trump of een Rutte. Nee, ze gaan alleen nog de straat op om te protesteren tegen het verdwijnen van zwarte piet. Er zijn meer culturen naar de sodemieter gegaan door decadentie, maar deze keer kost het waarschijnlijk de aarde.
Zo, na deze niet zo vrolijke gedachtengang, ga ik mezelf maar troosten met de aanschaf van een nog grotere tv, kan ik al die de ellende beter bekijken, maar vooral Netflix serries. Je moet toch wat.
Hoi Pom, Ik begon vanmorgen te schrijven over ons kabinet, maar de tekst werd een herinnering aan Julius Vischjager, die begin vorige week overleed. Voor pomgedichten. In de bijlage, groet, Merik
Die jou als vriend aansprak in hilarisch optimisme met een mopje als kleine vlag wapperend in een wolkeloos universum.
Die man met muziek van alle romantici, gebracht naar Alida, laatste geschenk van een oud en rijk leven. Je vroeg en hij kwam met humor en mooie noten.
Zie, het regent niet, de dag begint, bomen wuiven als handen
ik ben beslist geen open oase vader dat weet je zelf ook.
Ha die Pom Wederom weer een gedicht voor de maandag. Geniet. Liefs Karin
Oase
Stofplaats op schaapscheerdersgrond waar een keutel makkelijk maansteen wordt ik ons voor de grap uit de linkerdroomduim zuig lam ben van klappen in mijn handen nu de kudde stuift een losse steen doet taal verzinnen.
Ik kan je wegkrabben uit alfabedden hier ook blijven tot wind is aangewakkerd iets van a naar b verzetten en als ik regen vang een waterplaats openen.
Vergelijk me daar hoe de dijk mij nietiger en kleiner maakt het maakt in leegte niet langer uit ik ben beslist geen open oase vader dat weet je zelf ook.
ik kan vandaag niet om onze CARTOUCHE heen – de titel al zo ontstellend over de top en dan dat einde van het gedicht ook nog eens daar helemaal overheen
om zo voor altijd een – onderkomen grootser dan de kathedraal van Palma hoogstaander en – zomerser dan een Spaanse zon, een Mallorcaanse
aan jou alleen,cariño, mi amor
ja dat moet dan wel een lieverd zijn geweest – ze zijn nogal hoog die kathedralen – als ze niet affikken en zonniger dan de spaanse zon lijkt me zeker ook behoorlijk zonnig -deze overdrijving heeft natuurlijk niets met de gevraagde eenvoud te maken maar Cartouche weet als geen andere dichter waaraan gestorven kan worden – en dan wordt er ook gestorven!
‘Nu weet ik waaraan te sterven’ de titel en op de een of andere manier neem ik Cartouche vandaag niet kwalijk wat ik andere dichters wel kwalijk nam. een titel of een beginstrofe die alles al weggeeft én regels die ver buiten de eenvoud reiken. de poes van Roop geeft een instemmend likje. dan zal de inconsequentie mij wel worden vergeven. Cartouche van harte – dank aan alle dichters voor het insturen – voor jullie mooie liefdes op een zondagochtend in oktober.
Terug van een verbazend verblijf in mallorcaanse zon wil ik me nu uit een ‘zeer aangeraden’ quarantaine bevrijden door middel van dit samen schrijven
u weer onder ogen te komen en op te gaan in onze dromen
Cartouche
Nu weet ik waaraan te sterven
Elkaar blijvend in de ogen kijken- één hand op je slaap, een vinger op je lippen de andere op je heup, een schap hoe tastbaar warm een land zonder vulkaan erbij kan liggen, hoe hemelblauw een laken iemand plooien kan een zee woordenloos zacht en kalm als middelland houvast te geven weet
aan een tweetal dat elkaar alleen beweegt als een kader door stil te blijven, verluchtigd liggen zonder preroga- of preservatief gewoon neoklassiek – conservatief om zo voor altijd een – onderkomen grootser dan de kathedraal van Palma hoogstaander en – zomerser dan een Spaanse zon, een Mallorcaanse
aan jou alleen, cariño, mi amor
10-10-2020 Cartouche
–> ja deze droom is ook onze droom – de titel meteen al heerlijk over de top – lees ik nou schap of lees ik nou schaap in de derde regel – hoe dan ook – Cartouche weer terug op het oude honk. en we zullen het weten ook. meneer de dichter is er even tussenuit geweest – corona en soa proof zijn dromen – als ik al die wilde toestanden hier in zijn gedicht goed heb begrepen. laat ik zeggen voor die titel alleen al val ik als een blok.
Anne Borsboom in het huis waar ze graag is
Rik van Boeckel langs een golvend zingende gracht
Petra Maria over wat liefde is
Babak Er zijn mensen die de liefde begrijpen.
Jacob de Bruin – zeg maar niets droom of vergeet
Vera van der Horst – hier zijn we als de aarde wegdraait van de zon
Frans Terken tegen het ongewisse van de nacht
Ien Verrips knipoogt naar haar poes
Jako Fennek aan de gloed van haar wezen
Cartouche grootser dan de kathedraal van Palma … mi amor
Anke Labrie – hij brengt haar aan zijn arm weer terug
wie wint de enige echte virtuele – in jouw warmte wil ik heel graag wonen – trofee op pomgedichten? de weekendwedstrijd op de pom houden we van de eenvoudige eenvoud. gewoon iets moois tussen twee mensen. en van dat mooie willen we heel graag weten en lezen in deze barre tijden. u kent de regels: de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
wat is het toch dat deze stem ongeacht welk woord van elk woord weer warmte maakt
echt mooi hoeft niet beschreven is in zich mooi geweten en gekend
pom wolff
het huis waar ik graag ben het huis waar beesten het hek horen want dacht u dat ik een andere kant kies als ik bij mijn beesten wil zijn?
Anne Borsboom –> het huis waar ze graag woont waar ze zo graag verblijft. die mooie tweede regel. daar dus. een bijzondere benadering van het thema – bij de beesten – een mooie opening van de weekendwedstrijd op pomgedichten – deze week met een keur aan gedichten – we willen van de warmte lezen, we willen van de eenvoud lezen en we willen van het mooie heel veel deze week.
Goedemorgen Pom, vanuit mijn huis aan de Oude Rijn in Leiden mijn bijdrage. Groeten Rik
Het huis van ritmes
Warm tussen de snaren mooi boven de vellen dromend onder melodieën
in het huis van ritmes wandel jij door de kamer zo jij mijn hart behaagt
de dag begint met de wind langs ramen van zoete gedachten langs een golvend zingende gracht.
Rik van Boeckel 10 oktober 2029
–> een mooie beschrijving een mooie gracht en zoals de tweede persoon hier door de kamer wandelt zo wandelen er weinig – ik vind die derde strofe ver boven de andere uitgaan – die golvend zingende gracht verovert mijn hart – drie heerlijke regels in die laatste strofe – de eerste twee strofen halen dat beeldende nivo niet.
er blijft nog wat tussen ons onbesproken
net als ik besef wat jouw ogen ooit beloofden
misschien als we hier blijven geen eiland is immers ver genoeg geen herfstdag stiller
misschien dan weet je pas weet ik nog wat liefde is
petra maria
–> ja de parlandostijl bevalt mij zeker wel maar ook hier – net als bij rik – is de kracht van de ene strofe veel krachtiger dan de andere. de voorlaatste met die herfstdag met dat eiland – die strofe mag blijven. de andere vallen dan toch een beetje weg. (in het niet) – met name de eerste twee.
Er zijn mensen die de bossen begrijpen. Ik heb er achttien jaar over een tuintje gedaan. Ik kwam niet verder dan de jasmijnen. Zelfs de olijvenboom leek een bijzaak.
Er zijn mensen die de bergen begrijpen. Ik was acht jaar lang met één en dezelfde berg bezig. Elke dag ontdekte ik iets nieuws: een onverwacht paadje.
Er zijn mensen die de zeeën begrijpen. Ik voel enkel angst bij het zand dat een voorbode is van een waanzinnige, onvoorspelbare, bewegende grootheid.
Er zijn mensen die de steden begrijpen. Ik ben, drieëndertig jaar, blijven hangen in een bevrijdend zomerbriesje op een pleintje in een buitenwijk van een stad die niet meer bestaat.
Er zijn mensen die de rivieren begrijpen. Ik ben niet verder gekomen dan een plasje smeltwater in het noorden van een stad, in het zuiden van een berg, twee uur rijden van een tuintje, honderden kilometers verwijderd van welke zee dan ook.
Er zijn mensen die de liefde begrijpen. Ik ben niet verder gekomen dan hoe je naar me keek. Hoe ik jou in mijn ogen ving.
Babak
–> een heel verhaal – de verkleinwoorden storen mij – ‘paadje, briesje – plasje’ – die hoeven niet. wat mij betreft – maar de prachtige opbouw in dit proza gedicht is van grote klasse om die laatste regel van de ultieme eenvoud glans te geven: ‘Er zijn mensen die de liefde begrijpen. Ik ben niet verder gekomen dan hoe je naar me keek.’ ja dat is prachtig, prachtige eenvoud krachtiger dan alle bijeen geschreven bossen en bergen, rivieren en zeeën bij elkaar. ik heb het natuurlijk hier wel over een geschreven versie van het gedicht – ik kan me voorstellen dat in een mondelinge performance de herhalingen met – er zijn…- een prima uitwerking op een luisterend publiek hebben/ kennen. en zeer krachtig overkomen. dit als toevoeging.
doe maar niet zeg het niet of je het weet weet ik niet je weet het niet hè
zeven letters lang weet je tussen spaties weet je niks dat wist je toch
doe het niet zeg maar niets droom of vergeet simpelweg weet heel even zeven letters die
— jacob de bruin, 2020/10/10
–> het lijkt me toch een particulier gesprek waar wij op de vroege zondagochtend in verzeild zijn geraakt. ik moet aan Roop denken die hier op de pom ook wel recensies schreef bij de ingezonden werken. soms liet ie zijn kat op draven en dan liet ie vervolgens die kat een paar regels miauwen. dit is een gedicht voor die poes. voor die texelse poes.
Vanzelfsprekend
Er was in mij een plaats het denken voorbij nog voor het voelen door niemand ooit ontdekt en ineens liep jij daar rond
Dit is onze ziel, bezwoer je me hier zijn we als de aarde wegdraait van de zon daar maken we van woestijnzand water
Vera van der Horst
–> heel mooi heel gevoelig ook – maar van de eenvoud is hij niet met zijn bezweringen – hij lijkt me wél liefdevol. hij kan ook mooi spreken door de hand van dichteres die hem wellicht mooier van taal laat zijn dan ie in werkelijkheid is en/of later bleek. maar dat hij daar heeft rondgelopen in alle warmte van vera’s beminnelijkheid zoveel is wel zeker – weten we als lezers nu.
Dichter bij de nacht
Als ik op weg naar slaap afgemat wegzak dicht jij het zwarte gat
twee warme handen achter me die me stilzwijgend vasthouden een stevige steun in de rug
–> met frans in een kort gedicht de nacht in. het mooie ongewisse van de nacht verdient eigenlijk nog een paar mooie regels extra om bij weg te dromen – wat mij betreft mag het gedicht beginnen bij de laatste strofe.
tegen bodemloos vallen het ongewisse van de nacht twee warme handen achter me die me stilzwijgend vasthouden
en dan door – dat we het nog niet weten – dat die handen ons ook aanraken als lezer – in het gedicht is de oplossing te snel – meteen al – door de dichter gegeven.
als Penelope omringd door hunkering aanbidders, minnaars, vrijers druipen af alsof ze wacht
als Maria liefdevol haar man en kinderen gevoed en grootgebracht dan is het op
als Eva in het paradijs een tuin van list en lust ze knipoogt naar haar poes
als Zij hem binnenlaat denkt ze te weten wat ze doet ze lacht
Ien Verrips
–> wat is dat toch vandaag dat ik liever alleen de laatste strofen lees in de toegezonden dichtwerken. geldt ook voor Ien. als – als- als – het is TE gezocht allemaal (én te voorspelbaar) – en natuurlijk dichteres weet het gezochte best te vinden. maar we willen als lezer verrast worden:
als Zij hem binnenlaat denkt ze te weten wat ze doet ze lacht
dit is een heerlijk mysterieus begin van een gedicht. ik heb het natuurlijk hier wel over een geschreven versie van het gedicht – ik kan me voorstellen dat in een mondelinge performance de herhalingen met als-als-als een prima uitwerking op een luisterend publiek hebben/ kennen. dit als toevoeging.
Dag Pom, Vandaag op tijd en niet de laatste. Miracle! Warmte, mooi thema in een tijd dat het menselijke egoïsme grenzeloze proporties aanneemt. Heb het goed en een fijn weekend nog. Groet van Jako
gloed
je keerde terug in tijden van lange nachten en korte dagen legde de weg af langs kim en heuvelrug we draaiden om je heen als een verlegen kind om moeders rokken
als de bolster om een vrucht sloeg je in de zoelte van de zomer je armen om mijn lijf liet me verkwikken aan de gloed van je wezen
jako fennek –> zo dat is me wat. het woord zoelte opgezocht .. en…. het …. bestaat! (vrij naar – en hij staat!) – heel leuk gedicht – maar mij net te hoogdravend om mij helemaal te veroveren (‘kim en heuvelrug/ gloed van je wezen/ bolster vrucht’) – de eenvoud verlangt ietsje minder jako – maar jou gun ik wel de gloed van haar hele wezen hoor- doe ik haar haar hele hebben en houden er nog bij. heb een fijne zondag!
waarom zo weinig opgeslagen geen zonnestraal of stukje blauw alleen maar mist en schemering
ze schuilen samen voor een regenbui hij wrijft haar warm wanneer ze huivert en brengt haar aan zijn arm weer terug
ze lust wel thee met melk en suiker de thermostaat zet hij wat hoger voordat hij haar voor gaat lezen
na het eten wil ze graag meteen naar bed hij stopt haar in en blijft totdat ze slaapt en bij zijn vertrek laat hij alle lichten aan
anke labrie
–> ja van de eenvoud is het gedicht wel maar je moet wel voor deze eenvoud in de stemming zijn – en ik ben het vannacht niet. er gebeurt hier niets. als de corona nog tien jaar huishoudt dan geldt dit gedicht ons allemaal.
het regent, we drinken thee, we eten wat, zij gaat naar bed en hij de regen weer in. dat is het wel zo’n beetje.’ ik zie de poes van Roop instemmend knikken. het gedicht kent een hoog herman finkers gehalte hoor ik haar miauwen: „Een stoplicht springt op rood, een ander weer op groen. In Almelo is altijd wat te doen.”