tis liefde weer, dat is het we leven in een permanente staat van oorlog het is niet anders je bent niet hard je taal is teder houd jij je diepte-interview schop ik de katten naar de keuken
de zon schroeit alle gaten dicht van het exceem de katten vreten hergohart we drinken goede doelen zo is het pais zo is het vree én wachten we
en wachten we op welk gezicht ons nu weer roept ik gaf je een hand het was de laatste hand die je leven voelde wat kan het ademen als het woedt
ik mocht van jou niet blijven daarom ben ik gaan schrijven om mijzelf maar af te leiden van het feit dat ik alleen maar schrijf over jou
Anne van Walraven Instagram: @annexwalraven
Een brief aan jou is een ode aan de liefde. Sterker nog, een ode aan liefdesverdriet. Iedereen kent het wel. Je bent verliefd. Je bent gekozen en dat voel je in elk deeltje van je lichaam. Maar wat nou als de liefde steeds een beetje uit je vingers lijkt te ontsnappen? Anne van Walraven probeert in woorden te grijpen hoe het voelt als de liefde en de lust plaatsmaken voor onzekerheid, verwarring en angst. In openhartige brieven schrijft zij over haar gedachtes en gevoelens die voor iedereen herkenbaar zullen zijn. In de romantische en melancholische gedichten zal je even kunnen verdwalen. Tastend in het donker, maar niet alleen, nooit alleen.
laten we eerlijk zijn – in de lijst van cruciale beroepen staan ze niet vermeld. en terecht natuurlijk. https://www.rijksoverheid.nl/…/kinderopva…/cruciale-beroepen ze helpen je echt niet van je corona af. ook wel terecht. je moet er niet aan denken een dichter aan je bed. voor je het weet heb je ze in je bed. en krijg je de corona er gratis bij. aan zelfkritiek deden ze toch al niet en zelfoverschatting is ze op het lijf geschreven: ze blijven maar doorgaan die gasten
hoe ze allemaal uiteindelijk toch wanhopig hopen op iets van eeuwigheid om te ontstijgen aan die omhulde stank van een bedorven zijn
en steeds maar weer moeten we wéér wat van ze je blijft bezig met die gasten wat heb ik toch een hekel aan dichters
wie wint de enige echte virtuele – ‘en dan valt opeens de dood in huis’ – trofee op pomgedichten punt nl? de keuze deze week wel heel moeilijk. eigenlijk was het ook geen thema om prijzen uit te reiken. dat komt goed uit – wij van hier reiken geen prijzen uit. wel elke week een dankjewel aan alle dichters die insturen en een eerbetoon aan de dichters die ‘binnenkwamen’. Frans Terken, Ditmar Bakker en Anke Labrie verdelen het eremetaal. goud voor Frans, zilver voor Ditmar en brons voor Anke. van harte!
Druppel
Hoe de emmer plots vol loopt
bovenop de spiegel een uitdovende blik zoekend naar troost
nog een keer de vermoeide stem voordat ze wegdrijft
stilte op de cirkel tekent de noten van het laatste lied
–> we zijn op zoek naar de overrompeling – naar de variant die plotseling daar is. die variant die een afscheid niet toestond. omdat een beetje dood nu eenmaal niet bestaat – in een beetje dood zit het leven nog – de genadeloze is van een andere orde – ontdaan van het leven. een dichter kan er in wezen ook niets mee en zoekt er beelden bij. zo ook frans. de emmer vol – de stem die wegdrijft – een laatste lied. de wedstrijd werd ingezet voor het bekend worden van het heengaan van de zangeres – hoe ze in het interview met pauw cees nooteboom ontluisterend tekende. als een huistiran die jarenlang zijn handen niet thuis hield. 1933 het geboortejaar van deze schrijver nooteboom. je moet blijkbaar heel wat verzinnen om de werkelijkheid te verbloemen. terug naar frans. 12 korte regels voor een groot thema. wegdrijven een mooi beeld. dichters hebben geen boeken vol nodig – dichters verhullen niet – dichters horen een vermoeide stem. horen de ander nog. en het zware ademen.
FRANS TERKEN – de vermoeide stem voordat ze wegdrijft
RIK VAN BOECKEL – op zijn laatste adem
CARTOUCHE – die duizend en de dood in één klap
PETRA MARIA – omdat ik je in mijn armen hield
ERIKA DE STERCKE – Verdwijn, monster van ongeluk
ELBERT GONGGRIJP – Een dood vogeltje
IEN VERRIPS – je bent een rare gast
DITMAR BAKKER – De borders bloeien geurig.
ANKE LABRIE – papieren en steeds meer papieren
https://youtu.be/ZN2SdyT8gPg
wie wint de enige echte virtuele – ‘en dan valt opeens de dood in huis’ – trofee op pomgedichten?
het door zo velen door de eeuwen heen – het door madonna tot aan professor scherder toe gevreesde maar ook het door dichters zo gevreesde – het meest genadeloze – denkbare thema in de enige echte virtuele zondagochtendwedstrijd op pomgedichten. DE DOOD. maar dan in de variant die plotseling daar is. die variant die een afscheid niet toestond, de variant met die toch weer alles en een ieder overrompelende uitkomst. wie wint de enige echte virtuele – en dan valt opeens de dood in huis – trofee op pomgedichten? het zijn barre tijden dichters maar het kan altijd erger nog. wij weten het en schrijven. u kent de regels. u kent ook de regels voor deze wedstrijd: de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
had
en dan valt opeens de dood in huis goede morgen
zelfs de koffie dronk ze zoals jij je had hetzelfde leren jasje kunnen dragen
ik had op haar verliefd kunnen worden op haar had ik verliefd kunnen zijn
– Pom Wolff
Pom, de dood is slechts een schim die ons nadert. Ook virtueel. Hou je taai. Rik
Een schim
Hij gedijt niet meer op zijn laatste adem hij zucht dieper zijn keel is zieker
de appel valt dichtbij de boom hij verwacht nog een gedachte de dag van vervulling is verder weg dan nooit
het is stil van binnen er komen geen woorden voor in zijn uitgestrekt heelal sterren fonkelen slechts
hij ligt thuis in zijn eigen bubbel het zonlicht de enige vreugde dood is slechts een schim van de gedachte die hem overvalt.
Rik van Boeckel 27 maart 2020
–> wat rik de lezer duidelijk tracht te maken ik weet het niet. de dood een schim (van de gedachte die hem overvalt). het lijkt op een ontkenning – de gedachtesprong op dit schaakbord van het leven is mij net te verrassend. de dood vanuit het leven beschreven, als een soort dagboekaantekening in strofen weergegeven. rik blijft net te ver van de essentie vandaan zoals het in een mensenleven meestal ook is. en zie daar – daar heb je proza voor – door rik hier ingezet. In heel zuid en noord
alleen de droom kent nog het rond rafelig het sleep-touw waarmee het daagse is omwonden die duizend en de dood in één klap, zoveel, zo vaak een long die hapert, ademnood
til haar over de dorpel, weeg ons op tegen de evenaar, breek de ketting, laat de deurpost los hoeken en holle lijnen vlakken want onverholen willen we leven met wind in het gezicht
roeien met eigen riemen een eind aan alle heen en weer zodat beide kanten kunnen eten van één wal en het schip geëvenaard zo dadelijk weer kan keren in het wiegend ritme van het kind
27-03-2020 Cartouche
–> in een adembenemende vaart laat de cartouche de dichter in hem los op het thema. de lezer zal het weten. de dood hier met het leven bestreden nog in een stormvloed aan woorden – ja zo kan het ook natuurlijk. en alles om die ene haperende long heen beschreven. rik van boeckel zocht het in proza, cartouche in de poëzie. alsof je de dood kunt keren door poëtische levenslust. helaas, door het leven en de lust heen slaat de genadeloze soms toch overrompelend toe.
lieve vriend
in jouw ogen zag ik ooit de glimlach van de dood versterven alleen omdat ik je in mijn armen hield
ook wanneer je eigenlijk wilt blijven moet je gaan en terugkomen
op onze berg cirkelen vandaag de gieren
Petra Maria
–> niet mijn gevoel maar mijn hersens haken af bij de geladen woorden. blijven – gaan en terugkomen – het is navoelbaar – invoelbaar – maar de dood – in welke vorm ook – keert niet weerom. het gebruikte woord ‘alleen’ in de eerste strofe is ook verwarrend. net als de titel tegen de gieren afgezet in de laatste regel. petra maria laat deze lieve vriend niet de lieve vriend van de lezer zijn. poëzie is er ook voor de lezer. de groeten vanuit een uiterst kalm gent – alles ligt plat – het beste voor jou en familie Indringer
Ik verafschuw je Jij die komt als een dief Zich nestelt op vitale plaatsen
Niet gedacht dat een angst van weken De wereld verlamt, nu de narcissen Hun kelken ontbloten
Verdwijn, monster van ongeluk Loze woorden in vreemde tijden Het stuk zeep wacht op handen
Erika De Stercke
–> verdwijn monster van ongeluk – de hartenkreet van Erika – corona – de vijand die dood en verderf zaait te midden van de krokussen en de lente narcissen. ja zo is het – het gedicht als vaccin ingezet. werkzaam nee. helaas. de poëzie legt het tegen een virus af.
Rigor mortis
Een dood vogeltje, maar wat wist je daarvan. Hoe het kroop en zich verschool in het struikgewas, zijn laatste adem uitblies.
Wat wist je ervan.
Hij had deze dood zelf verkozen, heel anoniem, heel afwezig, zonder bombarie, zonder afscheidslied.
Sterven kon hij zelf wel.
( De veertjes nog geschikt, de oogjes nog wijd open. )
Elbert Gonggrijp, uit de dichtbundel “Ontvreemd domein “ ( 2004 )
–> tsja. een dood vogeltje. op je pad – ik vind het verschrikkelijk. als op je pad plotseling een dood wezen dood ligt te liggen. dat er verschillend met de dood kan worden omgegaan bewijst elbert. een liefde vol beschreven dood vogeltje zijn gedicht ingedragen. ik ken nog een andere dichter – een met een vreemde hobby:
kapotte vogeltjes
3 vogeltjes zonder linkerpoot, linkeroog eruit 1 vogeltje gebroken zonder rechterpoot, rechteroog eruit 1 vogeltje geheel zonder poten, ogen er nog in 1 met beide ogen eruit 1 half vogeltje (andere helft nergens te vinden) 2 vogeltjes totaal geplet 2 losse linkerogen, 2 losse rechter – hoe houd je ze uit elkaar gvd 4 losse linkerpoten, een halve rechterpoot en nog een halve, jezus en nog 2 halve
pomwolff je bent een rare gast de niemandsvriend die doodleuk verschijnt vrijwel altijd ongenood meestal ongewenst bij tijd en wijle aangezegd en af en toe aan het eind van ons latijn begeerd maar dat brutaalweg binnenvallen daar is geen wennen aan
Ien Verrips m maart 2020
–> ik ga voor IEN als filosofe des vaderlands. zij weet in enkele woorden samen te vatten waar anderen gedichtenbundels, romans of andere boeken vol over schrijven. het is die noordhollandse nuchterheid die elk thema en deze week dit beladen thema terugbrengt tot behapbare brokken van ‘ja zo bez(ien) is het zo’. IEN maakt hier van poëzie – net als de dood trouwens – een kwestie van gelijk krijgen en gelijk hebben. maar dat is nou net de kwestie in de poëzie IEN. de poëzie krijgt nooit gelijk. DE TUINMAN INDACHTIG DE DOOD
De borders bloeien geurig. Ik ga stuk, laat haren los en schilfer brokken cellen; mijn kraaienpoten zijn niet meer te tellen, verwilderend als slaapkamergeluk.
Natuurlijk kan de tuinman dat herstellen, maar zo ik zevenblad de grond uit ruk merk ik dat lichte steken als ik buk de voortgang van verval ook al voorspellen.
Twee planten zijn te kruisen met elkaar, zo expliceerde men de wet van Mendel, aldus ontstaat een sterker exemplaar.
De dood huist in mijn handen. Wat een zwendel, alsof er somtijds, lukraak hier en daar gewied wordt: straatgras eender als lavendel.
[D.B.]
–> tot aan de laatste strofe ga ik met de dichter mee – in een volkomen bewondering – tot en met de wetten van mendel zeg maar – daarna geurt de lavendel mij net te sterk naar dichtkunst in de laatste strofe. o dat mooie stukgaan en die prachtige schilferende cellen en ook het lichte steken als ik buk die ‘de voortgang van verval ook al voorspellen..’ – ja zo op deze woorden mag een dichter mij de dood in dragen – hoe onwelriekend het rijm mijn droom even later ook verstoort. een sonnet met net drie regels teveel. die bestaan ook.
dodenrit
toen hij haar die morgen riep had zijn stem een vreemde klank ze zag zijn krachteloze arm
een snelle rit per ambulance een eindeloze gang artsen die hun pas versnelden
papieren en steeds meer papieren hoewel zij ze niet echt begreep tekende zij voor het leven
opnieuw een ambulance nu nog sneller met sirene aan weer een eindeloze gang
hier geen papieren meer ze kreeg een klapstoel en een koffie uit de automaat
na uren of het leken uren hoorde ze zacht een deur dichtgaan twee artsen met een trage pas
anke labrie
–> ik begrijp het uitgeschreven verhaal – ook hier in modern beeldend proza – de dubbele betekenis van ‘de eindeloze gang’ en ‘de papieren en steeds meer papieren’ bijna realistisch beschreven. De poëzie komt echt op gang in de laatste 5 regels van het gedicht – (op de gang met het klapstoeltje) – beklemmend ook – geraas leidt af: toen hij haar die morgen riep had zijn stem een vreemde klank ze kreeg een klapstoel en een koffie uit de automaat na uren of het leken uren hoorde ze zacht een deur dichtgaan twee artsen met een trage pas anke labrie
Achter een computerscherm eet ik drie boterhammen met pindakaas uit mijn broodtrommel. Daarna een bakje koffie uit de automaat. Een goede anderhalf uur later fiets ik naar Rotterdam Centraal. De trein naar Zeeland vertrekt rond halfdrie in de middag. Hij zal er iets meer dan een uur over doen om Kruiningen-Yerseke te bereiken. Een stationnetje dat zich bevindt in het niemandsland tussen de dorpen, waar het naar genoemd is. Het is daar sinds mijn jeugd langzaam veranderd in een wat verspreid industrieterrein.
Tegen vieren houdt de trein stil op het troosteloze grijze station. Er stappen hoofdzakelijk oude tieners en jonge twintigers uit met grote tassen, die wasgoed bevatten. Wat instapt zijn werkers in overalls. Schoonmakers en ander volk van de frietfabriek van Meijer. Lamb-Weston heet dat tegenwoordig. Zeeuwse klei, Zeeuwse aardappels, ook dat is intussen Amerikaans geworden. De lucht is echter als vanouds voor dit seizoen. Alle kleuren grijs die je kan verzinnen. Ik ga op zoek naar de ov-fietsenstalling.
Na wat zoekwerk kan ik concluderen dat die er niet is in Kruiningen-Yerseke. Dat houdt in dat ik dus zal moeten lopen naar Yerseke. Een kilometer of vier over vlak terrein. Een klein uurtje. Vanuit de grijze hemel begint het langzaam te regenen. Mijn waterdichte laarzen heb ik standaard aan en uit mijn tas tover ik een regenbroek. Met rugzak op en geheel gehuld in regenkleding sjok ik gestaag onderlangs de Molendijk, over het modderige asfalt, richting de mosselhoofdstad van de Benelux. Ik denk aan de roadie van de metalband Gorefest, die zich hier net als zovelen te pletter heeft gereden ooit. Bomen, dijken en doorgaan.
Na een uur loop ik Yerseke binnen. De dijk op klauterend, zie ik in de verte de oesterputten al liggen. De oude, wrakkige, bakstenen sorteerhuisjes met de bassins van gewapend beton, waar het betonrot rustig oprukt. Sommige zijn herbouwd met paviljoens er bovenop, waar Belgische toeristen oesters en kreeften komen eten. Druipend van de regen met mijn capuchon nog op, struin ik de bijna lege Oesterij binnen. Nadat ik me van mijn broek heb ontdaan, mijn rugzak neergezet heb en ga zitten, komt er een serveerster naar mijn campingtafel.
Ze kijkt me schuchter en schattend aan. Een jonge Zeeuwse meid. De bouw van een pony die haar spieren nodig heeft om een klein ploegje door de vruchtbare klei te trekken. Ze vraagt me wat ik wil. Met een Zeeuws accent vraag ik of ze champagne hebben. Er trekt bij het horen van mijn stem een glimlach van onbewuste herkenning over haar gezicht en ze schudt ‘ja’. ‘Doe dan maar champagne en twee van elk soort creuses, die je op dit moment hebt’. Het is aangenaam achter de plastic ramen die, tussen de druppels door uitzicht bieden over de oesterputten in de invallende duisternis.
Vierentwintig oesters en een paar glazen champagne later, betaal ik de rekening. Ik stap naar buiten, de regen in, alwaar de auto van mijn vader precies op tijd komt aanrijden. Hij ziet me, stopt en opent van binnenuit de deur. ‘Je moeder is visjes aan het bakken.’
Het lijkt allemaal zo triviaal. Maar dat is het niet. Het is alleen zo verdomd lastig om dat te zien soms.
VON SOLO DICHTER, PERFORMER, COLUMNIST EN CINEAST www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl En volg VON SOLO ook op Facebook, Twitter en LinkedIn!!!
nachtzuster ik heb niks, alleen maar een beetje guigelton, ja hier en hier ook ja en hier nog een beetje en kunt u daar ook nog – oja ojaaaa ojaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaa!
nachtzuster IBUNDA laat via FB weten Ik zal met alle liefde een thermometertje bij u hanteren….rectaal maar doen dan? 😘
nachtzuster IBUNDA dicht in haar spaarzame vrije tijd:
Zou het dan toch (Nachtzuster)
Ach zuster uw handen, ze zijn zacht en koud tegelijk uw lippen vochtig en rozerood
Ik heb niet veel zuster enkel wat pijntjes hier en daar waar u zojuist de thermometer hanteerde
Zou het dan toch… geen Corona maar die vermaledijde guigelton of is het toch uw lieve stem die zachtjes lispelt
“Trekt u de broek maar weer aan en gebruikt u een volgende keer graag de natte billendoekjes”!
heerlijk de woensdag op pomgedichten punt nl is merikdag – merik sjokt al jaren door amsterdam en waar hij komt is poëzie – soms samen met mirjam al soms is merik met merik. en alles wat in de stad waarneembaar is loopt het gevaar poëzie te worden. alles!
Hoi Pom, Deze tekst of dagboekaantekening, “alsof er niets aan de hand is”, voor pomgedichten, groet, Merik
Euforie 2020
De zon schijnt in de heldere blauwe lucht.
We missen de wolkenvegen van Schiphol als kiespijn.
Uit paars blad breekt roze kersenbloesem los en schattige witte prunus.
De wijn antichambreert in de zilveren koeler.
En ik kan het woord “LUL” plaatsen op het scrabblebord.
de dichter peter posthumus schrijft op pomgedichten punt nl – elke veertien dagen een persoonlijk bericht maar dan in de vorm van een gedicht. de werken posthumus zijn zo bijzonder – van een bijzonderheid die je in wezen pas waardeert als je ze niet meer kan lezen – dan denk je – ach die posthumus ja inderdaad hadden we die posthumus nog maar – MAAR wij hebben die posthumus!!! nu voor U!!!
Hoi pom,
onder een open hemel in helder sterrenlicht sloeg ik weer aan ’t verhuizen de chaos groot, het noodlot redelijk totaal
aan woorden geen gebrek dozen vol alles maakt me gek m’n pen is terug maar helaas nog geen papier
ik weet niet hoe ik moet beginnen zelfs het einde is nu zoek
nog even en ik ben er weer verder alles ok hou de naam nog even aan: