in plaats van de column – de groeten uit berlijn von VON

Share This:

Merik van der Torren zingt ‘I did it my way…’


Hoi Pom,
 Bezoek aan de kapper inspireerde me tot dit tekstje, groet, Merik



Wat de kapper deed

Uit zo’n langharig tiep,
hasjroker,
zeker een kunstenaar
 
toverde zij het model voor
een herenmagazine,
 
makelaar in effecten,
fabrikant van euronen,
 
goud-blonde krullenbol,
coupe soleil.
 
Zo kon ik de markt goed op,
boeken verkopen,
eigen werk,
pardon: gesigneerd;
 
zingen: I did it my way


Merik van der Torren

Share This:

Anne van Walraven aarzelt, ervaart, ontkent

Voor morgen.

luister naar de angst
tussen mijn woorden
laat je handen rusten 
op mijn aarzeling
en ervaar
de ontkenning


Anne van Walraven
Instagram: @annexwalraven

Share This:

Peter Posthumus met een nachtelijke oprisping…

Hoi Pom, Bedankt nog voor het goud op zondag.
Los hiervan had ik een nachtelijke oprisping


Ik was rustig
in de tuin aan ’t werken
niets aan de hand
niets op aan te merken
maar tussen de heesters
aan de zijkant
zag ik opeens
een dodelijk virus
het had iets heel gemeens
gillend ben ik in poep en zucht
naar Amsterdam gevlucht


Infecteren ? Infecteren ?
opa moet gewoon manieren leren
eindelijk ging ie dan wat doen
die oude fluim
eindelijk aan ’t werk
en nog wel in de tuin
ik lachte me dood
hij snoeide heesters
loot na loot
Infecteren ? Infecteren ?
gelul natuurlijk, die ouwe moest
zo nodig weer eens demonstreren


Ik ben zelf maar eens gaan zien
en ja hoor, tussen de heesters
trof ik een virus: covid 16
het virus was verbaasd
dat hij tussen de heesters
opa tegenkwam
opa, die hij ’s middags
infecteren moest
op de Dam

Peter Posthumus

Share This:

Karin Beumkes – Even wat luchtigs. Als je hier niet om kunt lachen dan ken je mij niet. Toedeledokie

Lieve Pom
Even wat luchtigs. Ja, en we kunnen hier nog steeds lachen. Als je hier niet om kunt lachen dan ken je mij niet. 
Toedeledokie
Karin


Antidepressivum

Jij moet niet zoveel roken zei ze
en jij moet niet zoveel pindakaas vreten schreeuwde ik
morgen komt de schoonmaakbus en rijdt je doodeenvoudig dood
daar lig je dan met je zwabber op je kop en je handen op een zeem
maar je bent dan tenminste al wel afgelegd.

Jij moet niet zoveel zeuren schreeuwde ik
en jij moet eens leren pinnen. Je kunt godverdomme wel puzzelen
en voor de rest heb je een heel slavenleger voor je
maaien, spitten, spitten, maaien

Jij moet eens leren mij dit niet aan te doen zei ze
Ik blaas als een kat. Foeilelijk ben je eigenlijk zeg ik
Ik ga jou de rest van die Depakine maar geven.


Muziek: ’t Schaep in Mokum – Triller https://youtu.be/8jOmdWLNltQ

Share This:

Peter Posthumus wint de enige echte virtuele – ja ook de dingen worden ouder – trofee op pomgedichten – Petra Maria en Erika de Stercke zilver – Max Lerou brons


 
tsja hoe het eremetaal te verdelen bij deze stortvloed aan poëzie. of doen we een femke halsemaatje en doen we niks. je ken er wel burgemeester mee worden meneer wolluf krijst bettie aan mijn bed hier op de 8ste verdieping van de IC in de VU. nee bettie we doen niet niks. verdelen de eremetalen zoals dat bij deze wedstrijd hoort – en de kanshebbers zijn:
·  Antony Oomen: ‘Iets joeg mij voort in ‘t koortsachtig jachtige pad’
·  Elbert Gonggrijp: ‘Had het een stem, had jij een reden, bestond je’
·  Cartouche: ja, ook de dingen worden ouder en wij nietwaar schat?
·  Max Lerou: waar zilver schittert door versleten tijd
·  Erika De Stercke: hoe de tijd een stem verandert
·  Peter Posthumus: net als m’n schoenen schoenen voor altijd
 
nou dan doet u toch 6x goud krijst bettie nogmaals luid in het rond. maar meneer posthumus moet wel zijn schoenen uitdoen hoor.  
u begrijpt het lieve lezer – ik kom er vandaag niet uit.

de dichters wil ik bedanken voor de ingestuurde gedichten en de winnaars van harte feliciteren met de internationale waardering.

maar wat een geluk – we hebben berlijn op bezoek en ik heb de gedichten aan dochter berlijn voorgelegd en haar gevraagd naar een waardering.  antony oomen zei ze – teveel corona geen zin in en dat gezoem ook geen zin in. elbert gonggrijp zei ze – wel mooi hoor elbert gonggrijp maar het is alsof ik al die regels al een keer eerder gelezen heb. frans terken ook mooi maar de woorden pontificaal en de perken moeten buiten het gedicht gehouden worden. cartouche eerste strofe moet weg – gewoon niet mooi. van boeckel nee vandaag niet. petra maria een verademing – heel mooi – zilver!!! lerou prachtig – op twee passages na – vingeren en smoelwerk moeten eruit. brons voor max!!!
 
en verder kind wie mag winnen vandaag? erika de stercke krijgt ook zilver!!! mooi gedaan. niet de woorden maar de opgeroepen sfeer bevalt me zeer. en goud is er wat mij betreft voor peter posthumus. geen enkele regel stoort en je kunt er zelf van alles in zien en denken en voelen. GOUD!!!

ergens in een kast heb ik nog wat
verschrompeld ijzer
gered uit dat gedoofde vuur

en kleren die ik niet meer
op zal slijten
net als m’n schoenen
schoenen voor altijd

ik kan nog wel op zoek
maar vind vooral
voorbije tijden
en herinnering

bij het ontduiken van de moeite
wacht ik wat af
je kan niet weten
en wat je weet
je weet het nooit

Peter Posthumus

–>
mooi mooi mooi – de ene na de andere dichter raakt heel lichtvoetig  zware zaken aan. nog een keer op zoek – en je weet nooit waar de liefde nog te vinden is – maarten van roozendaal zong het zo mooi – nog een keer die bedwelming van de liefde ondergaan. mooier is er niet. dat verlangen leeft als nooit tevoren in een iedereen – peter beschrijft dat gevoel in de laatste drie regels:
 
je kan niet weten
en wat je weet
je weet het nooit

  • Antony Oomen: ‘Iets joeg mij voort in ‘t koortsachtig jachtige pad’
  • Elbert Gonggrijp: ‘Had het een stem, had jij een reden, bestond je’
  • Frans Terken over ‘de bloem van toen’
  • Cartouche: ja, ook de dingen worden ouder en wij nietwaar schat?
  • Rik van Boeckel: neem Corona niet mee naar opa oma nee nee
  • Petra Maria: daar ben je dan
  • Max Lerou: waar zilver schittert door versleten tijd
  • Anne Borsboom: nu de kist komt als bouwpakket.
  • Erika De Stercke: hoe de tijd een stem verandert
  • Ien Verrips: kraak werd huur werd hypotheek
  • Peter Posthumus: net als m’n schoenen schoenen voor altijd
  • Anke Labrie: herinneringen in het weefsel van de tijd



wie wint de enige echte virtuele – ja ook de dingen worden ouder – trofee op pomgedichten?
 
een eenvoudig thema deze week op pomgedichten punt nl – gelukkig reist alles mee in de tijd – wordt niets of niemand jonger terwijl wij ons leven aan de jaren geven. – een gedichtje vergankelijkheid meneer wolluf? ach nee kind neem het niet zo zwaar – maar dat we ouder worden dat is waar. over die dingen dus – met de jaren – lezen we de dichters graag deze week. wie kent de regels – u kent de regels:
de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.


over
 
over de tijd is veel geschreven
over wat overgaat en waarin
over wat meegenomen wordt
en dat zij nooit te laat is
 
en wat nog over de liefde?
zij komt zoals ze komt
 
soms moet je ergens vanaf blijven
om het mooi te laten zijn
of alleen maar zeggen
jij zit waar ik zit
 
 
pom wolff

Het Park

 
Met haast en spoed vertrok ik naar het park
 
Onzalig uur waarop ik niets te zoeken had
Iets joeg mij voort in ‘t koortsachtig jachtige pad
dat ik lang geleden schoorvoetend prat betrad
 
Toegegeven, ik had behoefte aan natuur
 
Natuur, maar wel op loopafstand
Stadsnatuur met mogelijk een weiland
bloeiende bomen en struiken – aanplant
 
Geen wildernis, maar door de mens bedacht
 
landschappelijk ontwerp, aangelegd kunstwerk
van plant en dier geknecht door paal en perk
Hollandse olm, haagbeuk, gladde iep en berk
 
Zo fraai staan ze daar ruwweg in gelid
 
op de hun toegemeten plek
langs ‘t water, met het oeverloze gekwek
van eenden – en mijn eeuwig zelfgesprek
 
In de bosschages echter waarden schimmen rond
 
Daar werd geen anderhalve meter meer betracht
maar hé wat had je dan verwacht:
in het struweel immers zijn natuurwetten van kracht
 
Maar wat zegt u nou toch weer Frau Doktor?
 
Waarom ze hét niet doen met Zoom?
Zoem welzeker maar dan het soort gezoem
dat je aantreft bij bij en bloem
 
Ik wil worden gestreeld zoemen de mannen
 
Ik wil bandeloos worden vermaakt
Zoenen, strelen, naakt worden aangeraakt
Opdat mijn liefde weer naar wilde bijslaap smaakt
 
 
Antony Oomen
04.VI/2020
Amsterdam

–>
goede morgen nederland, goede morgen amsterdam, antony oomen zet even een tijdsbeeld neer – in een gedrevenheid zonder weerga – schrijf je weerga zo? we lezen – dat IETS hem voortjoeg op het pad dat hij heel lang geleden al  betrad. goed zo! zou de ouwe aachenende zeggen.  het thema tijd aangeraakt en verder in dit gedicht de dingen en vooral de mensen  zoals de natuur het heeft bepaald. een heerlijk door de tijd niet geremd gedicht. mag ik het zo formuleren. de schimmen in het licht. mooiste regels toch wat mij betreft:

de dichter op pad: ‘langs ‘t water, met het oeverloze gekwek van eenden – en mijn eeuwig zelfgesprek…’ – de eeuwigheid in een mens als gegeven.


Nat gras
 

Thuis ruikt naar oude mensen, naar lauwe thee,
naar een voormalig voorheen. Buiten geurt het
naar vers gemaaid gras, naar pas gevallen regen,
naar hoop, naar bloesem, naar jou, naar liefde.

Ik wist niet hoe eenvoudig dit alles was, maar jij
oogt zelfs mooi met jouw tranen – verdriet naast
vreugde. Had het een stem, had jij een reden,
bestond je – een methode tegen het vergeten –

een uitroepteken tegen het versterven van de dag.
In hoeverre was het duidelijk dat jij nu volstrekt
gelukkig was ongeacht zonneschijn of regen,
het natte gras, dat ik naar je luisterde? –
 
Elbert Gonggrijp,
Egmond aan den Hoef,
vrijdag 5 juni 2020

–>
ook met elbert gaan we de natuur in. de regels zijn wel nog een beetje hapsnap bij elkaar gezet – dat gevoel krijg ik. maar op de een of andere manier verbindt de liefde deze regels tot een in regendruppels gedrenkt glanzend geheel. de eerste regel doet me denken aan de regel – het ruikt hier wel maar niet naar rozen – van henny vrienten. elberts eerste regel verdient een klassieke status.

Thuis ruikt naar oude mensen, naar lauwe thee,

ja zo doen dichters dat. dat we weten wat we moeten weten en dat iets van onomkeerbaarheid niet meer tot de mogelijkheden behoort. zelf heb ik dat met de HEMA – de hema moet wel liefde zijn – zo dat is dan duidelijk. toch verdient elberts gedicht nog net meer tijd om boven zich zelf uit te stijgen. het is al mooi maar er zit nog mooier in. dat voel ik. met deze onvergankelijke regels:
 
Thuis ruikt naar oude mensen, naar lauwe thee,
naar een voormalig voorheen. Buiten geurt het
naar vers gemaaid gras, naar pas gevallen regen,

Ik wist niet hoe eenvoudig dit alles was,

Had het een stem, had jij een reden,


wat mij betreft is wat we hier lezen al mooi genoeg. 5 regels van bedwelmende schoonheid.



 
Dichter bij de dingen

Noem het bij naam
al raken we soms woorden kwijt
we weten nog hoe en waar het begon

dat je van het station gehaald
bij mij achterop een oude fiets
die vlot ingeruild voor een vierwieler
zo liepen we op de dingen vooruit

pontificaal het bruidsboeket
daarboven een verwachtingsvolle blik
om te zien wat er van ons werd
de bloem van toen nimmer verwelkt

nog gaan we de perken te buiten
maar dat slijten onderhuids kruipt
en knaagt aan de gewrichten
daar valt niet tegenop te dansen

dingen we naar tijd die wonden heelt
dag na dag een nieuwe kans


© FT 05.06.2020

–>
frans lijkt bezig met een serie – dichter bij……. in dit geval dichter bij het leven zoals het zich in een zekere wetmatigheid uitrolt. mooie beelden, dat stationnetje, de fiets tot aan dat slijten onderhuids – prachtig gezegd – het einde positief geformuleerd zoals het gaat tussen de geliefden als het goed is. over goed zijn en goed blijven –  met elkaar in  dit gedicht door de tijd heen en elke dag een nieuw begin. (het slopende corona einde even voor wat het is gelaten en gelukkig niet benoemd).


Van die dingen, ja

Toen orde, net- en reinheid
zich nog in vlijtschort hulden en later
vermaledijde nuttige handwerken
samen de zorg droegen voor
warmte binnenshuis
 
gingen wij- weet je nog – ons te buiten
aan de roes van vrij-blijvende liefde
stapten uit de strakheid van ons pak
het keurslijf van de rok en zochten we
ommekeer, ontplooing en ontzorging
van onszelf vooral tot nieuwe steken
in los geweven garen – onbehagen
 
als een worm begon te knagen aan
open staande deuren, het vaag ging dagen
dat minderen meer is dan een vorm, een soort
vlinderen in tegenlicht waarin alles zichtbaar
maar ongrijpbaar is – zoals de val van blad
 
ja, ook de dingen worden ouder en wij
– nietwaar schat?- nooit goed wijs
 
05062020
Cartouche

–>
het gedicht naar een waarlijk hoogtepunt toe geschreven – met elementen die we ook in andere gedichten tegenkomen- we lezen over  – de los geweven garen –  we lezen hoe het in een leven kan vergaan – hij is vandaag wel in vorm onze Cartouche – het mag en het moet gezegd op deze zondagochtend – mijn god waarom heeft u de dichters verlaten maar Cartouche weer eens niet??? waarom krijgt meneer altijd een voorkeurbehandeling van uwes???
 
wie zo kan schrijven verdient eremetaal:
 
als een worm begon te knagen aan
open staande deuren, het vaag ging dagen
dat minderen meer is dan een vorm, een soort
vlinderen in tegenlicht waarin alles zichtbaar
maar ongrijpbaar is – zoals de val van blad
 
ja, ook de dingen worden ouder en wij
– nietwaar schat?



Achilleshiel

Laat de natuur bloeien
laat de ouderen met rust
het evenwicht verstoord
neem Corona niet mee
naar opa oma nee nee

zij sterven alleen of samen
doch ook jongeren kunnen gaan
oud en kwetsbaar zo fragiel
ouderdom als achilleshiel.

Rik van Boeckel

–>
rik houdt het deze week bij een eenvoudige vaststelling – gezet op het ritme van de taal.
no no nononono
no no
ik zie het hem met een serieuze maar vrolijke blik uitdragen.

daar ligt de waarheid
zo lang gezocht
dat ik dacht
dat je niet bestond

waar was je eigenlijk
in de schoolbanken
onder de dekens
van gemak

de jaren zijn nog niet
vergrijst
de zon is nog niet
het laatst ondergegaan

daar ben je dan
en het is doordrenkt
van ongekende
schoonheid

petra maria

–>
hoe zong die limburgse zanger dat ook al weer – de jaren te zien als weggegooid geluk – petra pakt de tijd op waar het nog/weer kan – en geniet – zo is het leven ook te benaderen. de dichter kan niet om het verleden heen, voor de mens geldt het heden en de toekomst in ongekende mooie kleuren. mooi gedaan. zonnetje erbij en leven maar!

de weerbarstige man

of het weer nu in zijn kop
of in het glas
hij zoekt slechts rust
in een bescheiden spiegel

waar zilver schittert
door versleten tijd
die hem niet langer
zijn smoelwerk benijdt

het kanteldoel een holle
spiegel vormt hem om
reusachtig in zijn nietig heelal

van lege beelden vol bevingert hij
het glas waar hij braille leest
in het sediment van zijn jeugd

ml

–>
het wordt juryvoorzitter vandaag niet echt makkelijk gemaakt. het ene na het andere prachtige gedicht viel op het postmatje. zo ook deze enige echte onvervalste max lerou. en gelaagd gedicht. prachtige beelden met zilverschittering erin door de versleten tijd. even dacht ik dat de hij-persoon in dit gedicht  in zijn eigen wijnglas de waarheid en het leven vervormd voor zich zag. het gedicht neemt al snel universele vormen aan waarbinnen de vergankelijkheid een gegeven is en de opgebouwde lagen weliswaar nog tastbaar aanwezig zijn maar toch  langzaam maar zeker uit het zicht geraken.

Ik wil wel ouder worden
nu de kist komt als bouwpakket.
Mijn graf, nog net beschikbaar,
mij welkom wil.

Met alle lieve doden daar.
Ik wil wel ouder worden nu ik
het gedoe uit hun hand nam.
Rust in de tent, over tot de
orde van deze dag.

Anne Borsboom

–>
anne doet altijd een beetje mee op FB met de zondagochtendwedstrijd – en dan val ik toch weer voor de gezegdes: een kist als bouwpakket – alle lieve doden die kunnen worden bezocht na het heengaan in het vrolijk beschreven kistje. ja zo zou je nog  graag je graf in willen. dichters kunnen het mooi zeggen. de werkelijkheid ziet er anders uit. anne geeft troost. ach waarom ook niet. maar ik houd haar wel aan haar belofte. dat ze me dan – tegen die tijd –  komt opzoeken.

Dag Pom
groeten vanuit een drukker geworden Gent
Erika 


Vroeger en nu

Tegen de muur van mijn jeugd 
leun ik
het metselwerk zit los

een molshoop in de tuin
ik groef als olijke tiener    
in de gangen mee

hoe de tijd een stem verandert
naar haltes waar 
rimpels zonder kaartjes komen 

de stenen zijn koortsig

afscheid nemen 
van wat niet in dozen kan

ik, kind van de stad 
met aangepaste manieren 
vind vergeten beelden 

in de kamers van stilstand.

Erika De Stercke

–>
zonder meer ontroerend. deze waarnemingen in de tijd. je denkt bij erika altijd – welke man legt nu weer het loodje en hoe vreselijk komt ie nu weer aan zijn eind. hier hebben we de echte erika te pakken in contemplatie en mooie beelden – hier wordt afscheid genomen van wat in dozen kan – prachtig!!! en hoe de tijd een stem verandert – evenzo prachtig!! de ware dichteres aan het woord. in erika’s poëzie hoeven geen mannen te sterven – de dichteres wordt hier mooier gehoord. (maar ik zal in het volgende gedicht wel gekilld – vermoed ik zo. want aan de mannen van Erika kom je niet – zoveel is zeker)
 

toen het u-woord viel
plukte ik de bloemen uit mijn haar
en liet mijn onsterfelijkheid
achter op de dansvloer
 
kraak werd huur werd hypotheek
vrijheid maakte plaats voor vrije tijd
van love & peace naar liefde exclusief
zolang het duurt bestendig
 
weifelende herinneringen komen en gaan
het brokkelig geheel vervaagt
geslonken verwachtingen gevat in
gegarandeerd vooruitzicht
 
 Ien Verrips

–>
eigenlijk heel zakelijk het leven belicht in 12 regels. en zo waar ook. deze dichter zal niet in of uit emo uiteen vallen. onze Ien is als dichter zoals dichters moeten zijn – een journalist van eigen ervaringen maar dan wel een poëtisch journalist. met brokkelige gehelen en onsterfelijkheden die op de dansvloer achtergelaten zijn – (mooi hoor!!)  ja zo hoor je journalisten niet spreken. wanneer gaan we dansen IEN? iets van die onsterfelijkheid wil ik nog een keer zien. Ien zien dansen en dan sterven – was zo het gezegde  niet?
 
zoals de schering en de inslag
nu te zien is onder het patroon 
van de ranken die vervaagden
in de loop der jaren
en de kleuren ook verschoten
van de eens zo zachte bloemen  
waarop wij de liefde
 
zo slijten ook herinneringen
in het weefsel van de tijd
 
anke labrie
–>
de tijd bijna 17e eeuws beschreven in termen van patronen en ranken. huygens en hooft schreven zo ook – dat leerde de heer paasman mij tenminste bij neerlandistiek – nou ja leren je kon het zelf allemaal uitzoeken in die ouwe teksten van hem. fijn dat anke het kort gehouden heeft – de mooie dingen heeft geëtaleerd – bijna in elke regel wel een mooi 17eeuws beeld. voortaan scharen we anke in het volgende rijtje: huygens, hooft, vondel en labrie.

Share This:

VON SOLO op stap in ZWOLLE – bij Jonnie en Therèse



Elk jaar gaan we met een viertal uit eten in een Michelinsterren-restaurant. We zijn oud-collega’s met een passie voor lekker eten. Voor het gemak te noemen de Ouwe, de Lange en de Baard. De Kleine, dat ben ik uiteraard. We hebben in Nederland de meeste toppers wel gehad. Oud Sluis, Inter Scaldes, Beluga en Parkheuvel om er maar een paar te noemen. Vorig jaar waren we naar The Jane in Antwerpen geweest en dat was absoluut de top. Er was echter één restaurant in Nederland dat we al jaren meden als de pest. De Librije in Zwolle…
De reden was dat één van de tafelgenoten Jonnie Boer maar een rare kwast vond. Maar na The Jane waren de opties een beetje opgedroogd. Uiteindelijk viel het besluit dus toch op de Librije. Het bleek een jaar tevoren niet mogelijk om de vrijdag voor Kerst te reserveren. Het gehele jaar zat al stampvol toen we tien januari probeerden te reserveren. Achttien januari van dit jaar kon echter nog wel. Dat was de keuze.

De dag van het diner vertrok ik voor de troepen uit met de trein naar Zwolle. Dat is een soort mentale voorbereiding die een dergelijk diner vereist. Even helemaal weg uit het dagelijks tumult. Inkwartieren in een luxehotel en een kilometer of tien hardlopen. Toen ik na mijn rondje door het bos terug kwam zag ik, dat mijn disgenoten met de auto ook gearriveerd waren en met bier aan de bar zaten. Nog zwetend in mijn sportkleding begroette ik ze en bestelde een halve liter mineraalwater. Terwijl ik de smalende opmerkingen in ontvangst nam, over mijn uitdossing, liet ik me het water smaken en bracht mijn ademhaling weer terug naar een beschaafde zes keer per uur en mijn hartslag naar een aangename vijftig slagen per minuut. We hadden immers nog de hele avond voor ons.

Na opgefrist te hebben wandelden we gevieren naar het centrum van Zwolle. Voor de deur van de Librije troffen we Maserati’s en Ferrari’s aan met Belgische kentekens. We werden onthaald door een vriendelijke dienster, die onze jassen in ontvangst nam. In mijn nieuwe Lacoste trainingsjack betrad ik de borrelruimte die gevuld was met dure vrouwen en vrijetijdspakken. De champagne smaakte heerlijk en de hapjes voldeden aan de hoge verwachtingen. Vervolgens werden we gevraagd de eetzaal te betreden. Een overdekte binnenplaats met bomen eilanden van tapijt. Heerlijke banken langs de muren en een prachtig vlammend zwaard voor de ingang van de keuken. Vervolgens werd ons mede gedeeld dat Jonnie en Therèse helaas nog op Bonaire zaten voor de opstart van hun nieuwe concept en we het dus maar met de groeten van de vervangend chef moesten doen.

De eerste gerechten maakten geen goede en geen slechte indruk. Bijzonder ambachtelijke werkstukjes van streekproducten met vooral heel mooie verhalen. De wijnen bouwden langzaam op. Uit voorzorg had ik een ‘BOB’-arrangement genomen. Ik wilde me de volgende dag ook nog herinneren wat ik zou eten deze avond. Bij het derde gerecht werd mijn gevoelige snaar geraakt. Krab vormgegeven als foie gras en omgekeerd. De lever smolt in mijn mond en bepaalde zenuwuiteinden in mijn hersenen zonden elkaar signalen, die enkel op zo’n moment tot stand kunnen komen. De hemel daalde langzaam neder.

Voor het volgende gerecht werden we naar de keuken gebracht, alwaar in een antichambre een barbecue stond opgesteld waar gelakte IJsselmeerpaling werd geroosterd. Daarnaast stond een installatie die het laboratorium van een alchemist waardig zou zijn, waarin een infusie werd bereid met een keur aan kruiden en specerijen en gin. Hierop werd ons een broodje paling van grill en een tovercocktail aangeboden. Op zo’n moment weet je dat je voor de gek gehouden wordt. Maar dat is niet erg. Het is het gevoel dat een oude man met een jonge minnares moet hebben.
We zweefden. Het kon niet meer stuk. Terug aan tafel werd een groene curry met langoustine geserveerd. Alle ingrediënten waren te herleiden en vormden een explosie van smaak. De weg naar boven was onmiskenbaar. Het gevoel dat je in een achtbaan bent beland en je enkel nog over kunt geven aan de zwaartekracht die je de chicanes en loopings doorvoert. Hierna volgde nog mooi aan tafel klaargemaakte snoekbaars en daarna heerlijk zware vette zwezerik met ananas en pindasaus. De smaken en het gevoel van voldoening palmden me in en ik wist dat dit de top was. De ontdekking na de klim, het uitzicht van de berg Parnassus. Het enige pad verder vanaf hier leidde langzaam naar het dal. Maar dat was een reis die op dat moment te aanvaarden leek.

Er volgde nog haas, kaas en een parade van drie zoete nagerechten. Bij het laatste daarvan werd koffie geserveerd. Gewoontegetrouw en tegen beter weten in knikte ik bevestigend. De koffie klopte me meteen wakker. Pittig, krachtig en smakelijk. Iedereen leek te ontwaken uit een droomtoestand. Een digestief liet ik aan me voorbijgaan. In plaats daarvan liet ik me een gemberdrankje met citroengras bereiden. Zonder twijfel de lekkerste thee die ik ooit op heb.
Het middernachtelijk uur had al geslagen en de eetzaal was intussen bijna leeg. Het was tijd om langzaam op te stappen. Nadat de Lange nog even naar het toilet was gelopen, keek ik naar de Ouwe. Die zat met zijn hoofd in zijn handen. Even keek ik de baard aan en die keek licht ongerust terug. De Ouwe wiegde met zijn hoofd en ik vroeg hem of het goed ging. Hij schudde voorzichtig van niet en prevelde wat onverstaanbaars. Ik stond op en liep om de tafel heen. Ook Baard stond op. Ineens verhief de Ouwe zich van zijn fauteuil en stortte nog voor de Baard hem op kon vangen prompt in elkaar.

Het reageerde niet meer en het volgende ogenblik zag ik hem stuiptrekken en kotste hij een halve vierkante meter tapijt onder. Baard en ik knielden neer en voelden de pols. Baard legde Ouwe in de stabiele zijligging. De lucht was het best te omschrijven als zoet, zwaar, chocolade, zware witte dessertwijn en dan dat alles verzuurd. Het personeel kwam bezorgd aangelopen en in legde ze uit wat er gebeurd was en verzocht om 112 te bellen. De Lange kwam van het toilet terug en sloeg het schouwspel een moment gade en bestelde terstond nog een glas cognac. Hoe lang het duurde tot de ambulance kwam, de test werden afgenomen, de Ouwe na twee meter strompelen ook de rest van zijn maaginhoud eruit braakte, hij met gekleurde draden op zijn borst afgevoerd werd in de ambulance, ik zou het niet meer weten.

Wel dat we aankwamen met de taxi in het ziekenhuis. Als een lazarus zat de Ouwe weer rechtop in bed met zijn eeuwige, felle arendsblik. Hij was nog steeds volgeplakt met stickers, draden en infuus. ‘Dit heb ik twintig jaar geleden ook weleens gehad. Nou heb ik gewoon zin in een biertje…’ Na een uurtje observatie en wat bloedtests vertelde de dokter, dat er niets aan de hand was. Schommeling in de suikerspiegel door het vele eten, de vermoeidheid en de drank. Perplex verlieten we wandelend gevieren het ziekenhuis. Tot onze grote vreugde bleek het ziekenhuis aan de overkant van de weg bij ons hotel te liggen.
Bij de receptie vroeg ik de nachtwaker of hij de bar nog even wilde openmaken. Gezien er verder niets te doen was rond een uur of drie in een hotel in Zwolle, stemde hij toe. Een biertje voor de Ouwe, een Affligem voor de Baard, een gin-tonic voor de lange en ik trakteerde me dan toch eindelijk op een Glenmorangie. Na nog een rondje drank, bedenkingen, branie en luchtige contemplatie gingen we ter ruste.

De volgende ochtend werd ik op een net te warme kamer na net te weinig slaap wakker rond acht uur in de wetenschap dat ik die afsluitende Smirnoff niet had moeten nemen. De Lange was ook wakker en al aangekleed en zei dat hij ging ontbijten. Ik draaide me nog om met de mededeling dat ik tot he limit zou blijven liggen, op de valreep zou douchen en dan het laatste half uurtje ontbijt zou meepikken. Aan de ontbijttafel zat de Ouwe er weer bij als de koning van Rotterdam. De Lange wat bedremmeld in een boek te lezen. Ik plunderde in vier rondes de restjes van het ontbijtbuffet en voelde me overeten, maar tevreden. Even later stapten we met zijn vieren in de Mercedes van de Ouwe en gooiden de wagen op de baan naar Rotterdam.

Bij Strand Nulde vroeg de Lange of de wagen even aan de kant mocht. Baard en ik die achterin zaten gniffelden. Daar gaat er wéér één. Maar de Lange hield het binnen. Intussen piepte mijn telefoon. Mevrouw Solo vroeg zich af waar ik bleef. Ik pingde terug dat ik onderweg was. De Lange stapte weer in. Toen we de ring Utrecht op reden ging het echter al weer fout. De weg af. Lange weer de wagen uit. IJsberen en na een klein half uurtje weer de wagen in. Hij zag wat bleekjes. En weer de baan op. Maar voordat we De Meern bereikten, was het foute boel. De Lange vroeg of we 112 wilden bellen en de wagen langs de kant zetten. Het ging niet goed met zijn hartritme.
We reden de parking bij de Burger King op en stapten uit. Het ritueel herhaalde zich. De Lange ijsbeerde, maar ging steeds bleker zien en begon onsamenhangend te praten. Ik belde nogmaals 112 om te melden dat de toestand verslechterde. Er werd geadviseerd hem neer te leggen en bij hem te blijven. Even later kwam de ambulance. De Ouwe moest kostelijk lachen toen de Lange al dezelfde plakkers en draden op kreeg als hij de avond ervoor had ontvangen. Na een serie controles, een hartfilmpje en een diagnostisch interview, velde de ambulancier zijn oordeel.
Meneer, het is oververmoeidheid van het slaapgebrek, gecombineerd met overmatig drankgebruik. Daar raakt de suikerspiegel van in de war en de geest gaat u voor de gek houden. Doordat het lichaam de alcohol in hoog tempo probeert te metaboliseren, ontstaat er een soort overgevoeligheid, waardoor je je normale hartritme wat beter voelt, waardoor het lijkt of het overslaat. Dan volgt de paniek en raak je in een spiraal. Het enige dat dan helpt is beweging…of een dikke joint. Besmuikt keek de lange naar de verpleger die de draden weer verwijderde. Hij sputterde nog dat dat de verklaring niet kon zijn. De ambulance medewerker antwoordde slechts met een blik van ‘dan geloof je het toch lekker niet’. Hij had dit duidelijk vaker meegemaakt.
Zonder noemenswaardige verdere bijzonderheden kwamen we thuis. Ik werd voor de deur afgezet door de Ouwe. Toen ik binnenkwam vroeg mevrouw Solo geïrriteerd, waar ik zo lang bleef. Ik nam de tijd om adem te halen. Mijn beste glimlach op te zetten en te wachten op het perfecte moment van stilte om te zeggen: ‘Ga even zitten, ik heb je wat te vertellen.’

Afgelopen weekend was ik uitgenodigd bij de Baard om met de Lange en de Ouwe een groot stuk koe te komen eten van de barbecue. De dag voor het feest appte de Baard, dat hij liep te hoesten, maar dat het geen Corona was. Ik bedankte voor de uitnodiging. De Ouwe en de Lange zijn uiteraard wel gegaan. Sindsdien heb ik niets meer van hen vernomen

Share This:

Merik van der Torren droomt


Droom 9

De dichter, actief in de psychiatrische zorg,
die regelmatig poëziepodia presenteerde voor patiënten,
 
had zijn uitkering stopgezet en
zich aangemeld voor een eenmalige klus op
het Centraal Station;
 
hoerenjongens van de baan afhalen,
hen op positieve gedachten brengen,
een regelmatig leven onderhouden.
 
Hij was naar de kapper geweest en geschoren.
 
Zijn appartement op de begane grond in
het centrum van de stad stond op
antieke klinkers, was schoon en opgeruimd.
 
Alleen werd er niet bediend, al was
de toegang vrij naar het café.
 
Daar zag ik Thea in haar roze jurk.
 
Gelukkig !

Merik van der Torren

Share This:

Peter Posthumus staat stil bij de actuele situatie van dit land

Laat die woorden
dat is drijfzand
dat is een stolp
dat is een wereld zonder mij
dat is de dood als drijfveer


laat die woorden
laat dat gedoe
dat wegebt
met de golven
terug in zee


laat ook die verhalen
want een verhaal
dat maak ik zelf wel


Peter Posthumus

Share This:

Anne van Walraven over verlangen

jij beveelt,
ik schreeuw

maar het geluid
besluit
te zwijgen

zodat het verlangen
in mijn lichaam
kan blijven


Anne van Walraven
Instagram: @annexwalraven

Share This: