pom wolff – en toen was er een lied over zwijgen


die zin
 
en toen was er een lied over zwijgen
en over alleen zijn
ik houd ook niet van alleen zijn
 
het was toch mooi dat hij je zag
muziek opzette met je danste
en je geluk kon happen tot het pijn deed
 
en dat het je weer kan overkomen
nu je zijn zwijgen niet meer hoort
we zijn niet uit te leggen – gelukkig maar
 
oja over die zin
die nooit iemand tegen je zei
wil ik wel wat zeggen en dan weer zwijgen
 
 
pw

Share This:

PETER BERGER – ontzet in Leiden – Heel Leiden danst dit jaar met meneer van Buuren. Op afstand. Dat wel…


Het centrum gaat compleet op slot. Voorbereidingen zijn in volle gang. Even nog. Drie oktober. Leidens ontzet. Feest in de stad. Alles gaat de plaat uit. Om te vieren dat we ergens in vijftienhonderd van het Spaanse juk werden verlost. Het Koninklijke juk. Holland werd Republiek der Nederlanden. De belegering beëindigd. Dus eten alle Leidenaren dan haring met wittebrood. Op drie oktober. En hutspot natuurlijk. En drinken we bier tot we erbij neervallen. 

Nou kent Leiden wel meer bacchanalen. Peurbakken. Lakenfeesten. Festivals. Noem maar op. En tegenwoordig ook een heuse Pride. Opties te over om je periodiek naar de gallemiezen te zuipen. Maar drie oktober spant de kroon. Wie dan bij het ochtendgloren nog ergens de stad door wankelt weet het zeker. Morgen weet ik er niets meer van. Van gisteren niet. Eergisteren ook niet. Van vorig jaar niet. En alles daarvoor.

Ik heb er flink wat vergeten voetstappen liggen. Op Leidens ontzet. De kermis. In de kroegen. Op de brug bij het knallen van het vuurwerk. Kneiterhard. Vergeten. Maar ik weet nog wel wie ik er meestal tegen het lijf loop. Op drie oktober. Een bekend gezicht is er nooit ver weg. In het dorpse feestgedruis. Doelloos gedrom. Geen muziek maar lawaai. Podia met coverbands. Een hoop folklore. Allerhande narrigheid. En alles altijd in een onnavolgbare sfeer. Met passie. En met Armin natuurlijk. Dit jaar.

Heel Leiden danst dit jaar met meneer van Buuren. Op afstand. Dat wel. Want Armin zelf staat ergens op een geheime locatie in het centrum van Leiden. Daar kan geen publiek bij. Om de veiligheid van de bezoekers te waarborgen. Gekker moet het natuurlijk niet worden. Ik geef mij alvast maar over aan vergetelheid. Vanavond nog. Geef ik mij over. Ooit zal ik wel weer wakker worden. In Frankrijk zeker.


PETER BERGER

Share This:

bij het maanlandschap van Anke Labrie


bij Maanlandschap van Anke Labrie
 
en toen was er een maanlandschap
onaantastbaar tastbaar
maar onaangeroerd
 
hoe zij ligt
onder de lakens van de maan
zoals ze altijd al en voorgoed
 
in een vlaag van menselijkheid
neergelegd zonder woorden
de wanhoop voorbij
 
pom wolff

Share This:

pom wolff – wonderlijk kind


wonderlijk kind
 
en toen was er een boek
over een kraai die naar ik vermoed
de dood zal opeten
 
tot het over is – totdat er niets meer van over is
zoals wij dat ook deden met elkaar
totdat er niets meer van ons over was – lang geleden
 
ja inderdaad we hebben lang geleden
en had ik je al bedankt voor de witte wijn
waar ik nu nog een beetje in drijf
 
voor zoals je opstond en je durfde te tonen
ik aan de jaren dacht die over ons heen gingen
maar toch ons niet versleten


pom wolff

Share This:

Gedicht van de week: Max Lerou met een spookhuis in Marken



spookhuis

je vraagt me ritme
als in de eerste
maten van de vijfde

en of ik dan ook iets
spelen wil voor ome leep
later op de avond

niet te ingewikkeld
iets met pom pom pom
zoals toen – we speelden

pim-pam-pet in marken binnen
het was een vochtig huis
gedragen door mysterie

waar de honden staren
om het koekje te hypnotiseren

max lerou



max brengt ons in een heerlijk gedicht naar marken binnen, te midden van kleder drachtige dames vermoed ik – waar de honden stil van worden – hahaha – max lerou in de weer. mag het gedicht zo samengevat:  max lerou strategisch bewegend in marken binnen? het beeld zorgt ervoor dat ik schaterlachend nog maar net verder kan tiepen.
Dit gedicht behoort in ieder geval niet tot het genre waar Ingmar Heytze, neerlands eigen vrolijke frans, zijn gemiddelde collega mee ooit wegzette  in het parool: “…want het gemiddelde Nederlandse gedicht is nog altijd een betrekkelijk humorloze klont verbale mist met wit er omheen.’ Nee –  deze max lerou past in ieder geval niet in de quasi wetenschappelijke indelingen van de immer vrolijke Heytze – een uitgelaten dichter moet ook niet de wetenschapper gaan uithangen. zijn driejarige ulo leverde Heytze geen academische titel op. zoveel is duidelijk. hoe dan ook Max Lerou zet een wondertje neer in de taal en in Marken binnen! hahaha.

Share This:

pom wolff – hoe het is om…

foto: Ben Kleyn

hoe het is om
 
ik denk je nog wel eens
hoe je zittend op een steen wellicht
je ogen sluit om niet afgeleid

om wat alleen te voelen is te laten zijn
en jij meer nog dan je was ooit
van je zelf bent

een toevluchtsoord dat
verder brengt en groter is
dan alleen en aan jezelf voorbij

pw
 

Share This:

Karlijn groet de vrijdag – ‘je vindt altijd…’


je vindt altijd

dat je het gewend bent
maakt het niet normaal 
wij zijn neutraal maar
reactief, gooi er 
een muntje in, zoiets

we snappen zelden 
iets van iets, maar dit 
is op één hart te tellen:
je was altijd eenlaagjesmens en 
vindt weer iets 
om ertussen te zetten

alles, alles 
-echt of toegeschreven-alles tussen ons 
om weer als 
vreemden te leven


KARLIJN GROET

Share This:

pom wolff – en toch een dag als alle andere was het niet…


zo’n dag
 
het was een dag als alle andere
er lagen dingen op de grond
het was warm de deuren open
je hoorde stemmen

een poes sloop door de tuin
op weg naar wat zich voor zou doen
donkere wolken in de verte
een hoge vrouwenstem

en gerinkel
je zou zeggen het hoort erbij
en toch een dag als alle andere
was het niet
je had een dichter met van die trillende lippen
na de laatste regel
 
pom wolff

Share This:

VON SOLO – vluchten kan niet meer…


Er was vroeger een liedje van Ramses Shaffy en Liesbeth Liszt, waarin gezongen werd, dat er geen mogelijkheid meer was om te vluchten. Je kon nog wel schuilen. Heel dicht bij elkaar. Dat liedje legden mijn ouders uit in de context van de Koude Oorlog. Dat de bom overal kon vallen en dat je dan enkel nog voor wat laatste momenten bij elkaar kon kruipen. Een beetje wat Claudia de Brij ook zong, over als de nazi’s komen en de treinen rijden, mag ik dan bij jou? Het zijn liedjes, die onmiskenbaar geloven in het noodlot. Vandaar dat ze bij een breed publiek geliefd zijn. Ze raken een bepaalde emotionele snaar, die veel mensen schijnbaar hebben. Gelukkig is het ook zo, dat je als zo’n liedje afgelopen is, je weer gewoon door kan met de dagelijkse rattenrace. 

Het grappige is echter wel, dat over de dingen, die zorgen dat je niet meer kan vluchten, eigenlijk heel weinige populaire liedjes zijn geschreven. Als je de antisemitische liedjes uit het Duitschland van de jaren dertig dan tenminste niet meetelt. Er zijn heel weinig liedjes die de oorlog in Gaza bijvoorbeeld verheerlijken. Dat geldt in het algemeen voor oorlogen lijkt het. Er zijn ook heel weinig liedjes die armoede voor het klootjesvolk als sociale oplossing propageren. Of popsongs die moslimterrorisme aanprijzen als een gewild consumptieartikel. Of geo-engineering als iets dat je zou moeten willen. 

Het lijkt erop, dat sympathie voor slachtoffers het goed doet in de muziek. Maar daar waar het gaat om oorzaken, zwijgt de trom. Het lijkt erop, dat de marketing en communicatie van ellende het erg goed doet, maar dat de oorzaak van ellende nauwelijks verkoopt. Of is het gewoon, dat de veroorzakers van ellende niet zo graag in de schijnwerpers staan in vergelijking met degenen, die eronder lijden. Zou het zo kunnen zijn, dat zij het zijn, die de schijnwerpers bewust op de getroffenen richten om zelf uit het licht te kunnen blijven. 

Dat de Duivel het liefst danst in het donker. Op Bruce Springsteen.

VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl

Share This:

pom wolff ergens zwevend tussen das sein en da sein

foto: Ben Kleyn

wat een toestand
 

zo op de vroege ochtend
bijna zwevend boven het bestaan
ergens tussen das sein en da sein
 
(in de loop van de dag
maar eens kijken of ik dat vertalen kan)
mijn god wat een toestand
 
al die woorden ook
die maar aan elkaar blijven hangen
tot ze verteren natuurlijk
 
het lijkt wel liefde
 
 
pom wolff

Share This: