een Groet op de vrijdag: ‘herinner je geen dingen die nooit gebeurd zijn…’

herinner je geen dingen
die nooit gebeurd zijn

 


iedereen en z’n moeder

twee keer zo dit
en twee keer zo dat
 
laten we het niet
maar voor wat
 
herinner je geen dingen
die nooit gebeurd zijn
 
vertel me niks anders
dan je me zou vertellen
 
hier zijn wij zeg je dan
terug van

Karlijn Groet

Share This:

VON SOLO – DERREL NIEMEIJER – EINDHOVEN


Een paar jaar geleden kwam ik op een zondagavond thuis van café de Gouden Bal in Eindhoven. Ik was die namiddag naar een poëzie happening geweest in de geest van Derrel Niemeijer. Ik strompelde moeizaam het huis binnen. Mevrouw Solo riep lachend van boven, dat ik zeker weer te veel gedronken had. Dat klopte. En ik had een forse smak met mijn OV-fiets gemaakt in Eindhoven en mijn ene bil was blauw en twee keer zo groot als mijn andere. Misschien was ik ook wel aangereden. Dat wist ik niet meer zo goed. Binnen drie dagen was ik weer in staat voorzichtig te joggen. Mijn lichaam herstelde nog snel. 

Iets minder lang geleden kwam ik op een zondagavond thuis van de Gouden Bal. Een gelijksoortig liedje. Gelijk Lazarus strompelde ik het huis binnen. Ik lachte mijn tanden bloot en mijn dochter kwam niet bij van het lachen. De helft van één van mijn voortanden miste. Het gaf me zoals mijn dochter zei, ‘het uiterlijk van een dakloze’. Of ik nou in Eindhoven op het station op mijn plaat was gegaan of dat ik in de fietsenstalling in Rotterdam tegen een rek opgelopen was, wist ik niet exact meer. Het was dus weer prijs. De volgende dag trok de kater rustig voorbij en de verzekerde mijn tandarts me, dat dat tandje zo opgelapt zou zijn. En dat was ook zo. 

Toen ik twee dagen daarna weer al mijn tanden had en helemaal helder van geest was, begon ik na te denken. Het leek wel of de geest van Derrel Niemeijer me elke keer als ik de Bal bezocht te grazen nam. Ik kon me perfect voorstellen hoe hij zijn krachten aanwende om mij bewust te maken van mijn nietigheid. Hoe hij zorgde voor dat kleine struikelsteentje om me duidelijk te maken, dat als je wil dichten als een maniak, je ook de gevolgen moet willen en kunnen dragen. Zoals ook hij altijd deed. Derrel lachte me uit elke keer als ik op mijn bek ging. En terecht. 

Afgelopen maandag kwam ik met de trein om kwart over tien uur in de ochtend aan in Eindhoven voor mijn werk. Het bedrijf waar ik heen moest was een half uur fietsen van Eindhoven Centraal. Ik liep de kelder in op zoek naar een OV-fiets, Daar lachte een conciërge met een gebit als een fietsenrek me toe. ‘Oem niegen oer woaren ze oalemoal oal wegh’. Vertelde hij me in dat prachtige Eindhovense accent. Ik wilde vloeken en tieren. Nu zou ik nooit op tijd op mijn afspraak komen. Maar koos ervoor te berusten. Tien minuten later liep ik de stationshal in om aan de andere kant van het station de bus te pakken. De hal was leeg. Vlak na de poortjes glinsterde een muntstukje op de grond. Ik bukte, pakte het op, bekeek het. Twee cent. Zo’n muntje waar je net niks aan hebt. Toch stak ik het in mijn kontzak. 

Uiteindelijk kwam ik bijna op tijd waar ik zijn moest. En naderhand was er ook weer iemand zo vriendelijk naar Eindhoven Centraal te brengen. Toen ik het perron op liep, scheen de zon me in het gezicht. Net als op een middag in tweeduizendzestien. Ik voelde het muntje in mijn zak en er verscheen een glimlach op mijn gezicht. Soms mag je in Eindhoven gewoon niet de fiets pakken blijkbaar. Boodschap ontvangen.

VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl

Share This:

Mirjam AL 15a over het ‘ijzig zwijgen’

Mirjam AL hier op de foto die afgelopen zondag werd genomen op haar 84ste verjaardag – in tuindorp Buitenzorg – waar haar beste vriend Merik van der Torren ook een tuintje had – mirjam herdacht merik met een gedicht waarin oa deze woorden: ‘‘ ik mis hem zo… het is zo stil geworden in de tuin – ik verlang naar de zanger in de nacht… hij heeft van het geluk gezongen – en nu dat ijzig zwijgen – kijk daar zat ie –

www.pomgedichten.nl heeft het exclusieve recht gekregen om 65 teksten van Miriam Al tweewekelijks op de woensdag te publiceren – dat gaan we doen! de teksten zijn door haar helaas overleden vriend Merik van der Torren nog net voor zijn dood uitgetypt en van een nummer voorzien én in een blauw mapje gedaan. vandaag tekst nummer 15a – dank je wel Merik – dank je wel Mirjam Al.

Share This:

Peter Posthumus: ‘Totdat de nacht hen roept, hen drijft, hen toelacht en het volle leven door de kelen klotst…’


De ridders van het ware leven in het kielzog van de graal
met ongetemde dorst
rond de hoeken van een tafel
in de ronding van de bar

Dan dooft het kunstlicht
in de koude schittering 
van de straat
in de schemer van het sompig
veel te klein kasteel

Met hoofdpijn, slaap en tegenzin
de dag weer in
die omkomt in verveling

Totdat de nacht
hen roept, hen drijft, hen toelacht
en het volle leven
door de kelen klotst

De graal is bodemloos
de queeste eindeloos


Peter Posthumus

Share This:

PETER BERGER: …De toekomst is nu. Alles los zand. De klok dient slecht als houvast. Als een kapstok voor teloorgang…

Peter Berger – hoog bezoek vandaag – bij de gisteren afgeleverde maandagcolumn was te lezen ’tot morgen’! kortom hoog bezoek in het door wegafsluitingen getroffen 020 – halsema heeft het niet zo op auto’s – al laat ze zich zelf in een grote zware zwarte kist door de stad zoeven – het Parool staat bol van de klachten – nog 6 jaar halsema en de stad is één autokerkhof. hoe dan ook we gaan Peter majesteitelijk ontvangen op drie hoog achter in ons tuintje – over welke René Hillenaar de onvergetelijke woorden sprak; ” “Erg leuke tuin, maar drie hoog achter… Me reet!” – haha. – volgens PETER BERGER onze topcolumnist leven we in het NU! de witte wijn staat nu gekoeld. geniet zijn column.


Het komt soms voor. Een week waarin bar weinig te beleven valt. Waar de voorkant de achterkant is en de eerste dag de laatste. En andersom. Zo ́n week waarin je hoofd je kop maar niet uit wil kruipen en de hele wereld in je hersenpan rondzingt. Zo ́n week was het. Een week waarin de werkelijkheid zich aandient als een kroket uit de muur bij de Febo. Of als een toevallige voorbijganger die je zonder voorbehoud spontaan om de nek vliegt. Een werkelijkheid van momenten die gewoon gebeuren en zomaar voorbijgaan.

Realiteit? Daar kan ik mijn kop over breken. Beperkt zich dat niet slechts tot de dingen die je vast kan pakken? Beet kan houden. Die je moet kunnen ruiken of horen. Proeven. Dingen die je moet kunnen voelen schuren. Dat kan alleen nu. In het moment. Een fractie later is het weg. Dat moment. Een herinnering kan je nu eenmaal niet in de hand nemen. Een verwachting al helemaal niet. De toekomst. Het verleden. Die zitten in het hoofd. In beelden die knellen als een kwelling of bevrijden als genot. Niets kan heen of terug. Het heden is nu. Nu aanraken. Nu horen. Nu zien. Nu. De rest? Denk! Ook wat zich afspeelt in het hoofd is nu. Het verleden is nu. De toekomst is nu. Alles los zand. De klok dient slecht als houvast. Als een kapstok voor teloorgang. Tja. Ik ben achter glas gevangen. Maar mijn hart heeft het leven lief zonder omlijsting.

Ik krijg er altijd dorst door. Hersenkronkels. De super is gelukkig om de hoek. Een halve liter uit blik moet het gaan worden. Blanche. Gebrouwen uit gerstemout, ongemoute tarwe en een beetje haver. Treuzelend bij het bierschap loop ik een wat gekreukte jongeling tegen het lijf. Hij drukt me terstond het gedroomde blik in de handen. ¨We hebben het gewoon verdiend toch? Meneer.¨ Zegt ie gedecideerd. ¨Er is geen ontkomen aan. Het kan niet anders. Alles kapot. Ik ga drinken tot ik erbij neerval. De bom gaat vallen.¨ Hij maakt zich vervolgens met een flinke stapel bierblikken onder de arm geruisloos uit de voeten. The bomb? Really? Zuipen is een optie, maar ik denk toch maar dat ik het voor nu bij die ene halve liter hou. Want vanavond wil ik zwemmen in zee. Het hoofd leegmaken. Op Katwijk. Ik wil het zout nog op de huid voelen voordat alle liefde verkommerd is.


PETER BERGER

Share This:

TON HUIZER – gedicht van de week

na Frans Terken, Rik van Boeckel in de dichtetalage van honneur hier te pom – dit weekend het gedicht van de week – de grote dichter Ton Huizer. jarenlang doet hij deze site zo af en toe glimmen met zijn poëtische parels – hier het gedicht dat FB weigerde.


Mort civile

Wie op een slagveld is geboren
raakt de geur van ontbinding
nooit meer kwijt

maar straks, als deze vreemde
reis voorbij is
ben je misschien weer een kind

met mensen die van je houden
en een bal zo groot als de
wereld

Ton Huizer

Share This:

een Groet op de vrijdag: ’toen je me vroeg…’

voordat we

toen je me vroeg
een steen te kussen in het midden
in het midden van de aarde
 
dacht ik dat je me betrok
in een vreemd soort bdsm  spel
daddy says ofzo
 
geen safe word geen vangnet
een space waarin we alles zwart
voordat we alles roze

Karlijn Groet

Share This:

DITMAR BAKKER: ‘Zou ik ooit teruggaan? ‘k Denk het niet–waarvoor?…’

Ditmar ik schreef je toch:
maar ik heb het over jou
over wie ik het wil hebben
een gedicht is soms heel soms een tekening
die nog gemaakt moet
om te krassen in die boom van toen

 


HET BINNEN IN

Een droom van mij is dat die bomen daar,
door wind haast onberoerd, zó oud en zwaar,
niet enkel glimpen duisternis bedekten,
erachter doch het Eind van Alles strekte.

Waarin ‘k (liet men mij vrij) dan op een dag
door hun immensiteit verdwijnen mag,
niet bang dat ik daar ooit weer weide vind
of snelweg, traag geteerd met zand en grind.

Zou ik ooit teruggaan? ‘k Denk het niet–waarvoor?
Niemand zou mij dan volgen in dat spoor
om me te halen, die mij kent als kwijt
en weten wil of mijn liefhebben slijt.

Men zou geen ander vinden dan verwacht,
wel zekerder van wat ik zeker dacht.


DITMAR BAKKER

Share This:

VON SOLO en de NS – 6 en een 1/2 uur vertraging



Afgelopen voorjaar was ik met mijn zus onderweg gegaan vanuit Rotterdam naar Dortmund. De reis was gepland om drieënhalf uur te duren. Op het centraal namen we plaats in een fijne ouderwetse intercitytrein met oranje stoelen. We hadden een voorspoedige reis naar Eindhoven en stapten na een uur met goede moed uit. Daar wachtte ons het eerste oponthoud. Een seinstoring tussen Eindhoven en Venlo zou zorgen voor een uur vertraging. We besloten daarop een wandeling te maken door de Eindhovense binnenstad en bekeken bewonderd de Sint Catharinakerk, waar een kopie van de lijkwade van Christus ten toon gesteld werd.

Terug aangekomen op het station moesten we vaststellen dat de vertraging nog minimaal een uur extra zou duren. We vroegen aan de infobalie hoe we dan verder naar Duitsland konden. Die gaven aan, dat het tracé via Oberhausen er een half jaar uit lag wegens renovatie en dat wachten misschien de beste optie was. We besloten op eigen initiatief de trein naar Roermond te nemen en van daar de trein naar Venlo. In de trein naar Roermond raakten we in gesprek met een man, die onderweg was naar Aken. Hij gaf aan, dat we waarschijnlijk urenlange vertraging op zouden lopen en dat we beter via Aken en Keulen konden rijden. Het was een man die de streek goed leek te kennen. Hij zag eruit als een lid van de Rotary, die vier dagen niet geslapen had. Wij bestempelden hem als de ‘onheilsprofeet’ en besloten ons getrokken plan te volgen.
Aangekomen in Roermond moesten we drie kwartier wachten en besloten een rondje te lopen door het centrum van Roermond. Daar maakten we een rondgang rond de dertiende-eeuwse Onze Lieve Vrouwe Munsterkerk. We hadden helaas geen tijd om nog binnen te gaan, want we moesten ons boemeltje halen. Het boemeltje bracht ons stipt volgens de Arriva dienstregeling naar Venlo. Daar aangekomen, moesten we vaststellen dat er een seinstoring was tussen Venlo en Viersen (DE). We wachtten een half uur, dat drie kwartier werd. Het perron was inmiddels bomvol. Er arriveerde een trein met vier wagons en daar propten we ons met zijn allen in. Na een half uur wachten in een stilstaande trein besloot ik dat we beter een alternatief konden zoeken. We stapten uit en overwogen via Maastricht of Oberhausen te reizen. Terwijl we op het andere perron stonden zagen we ineens het overvolle veewagentje vertrekken naar Duitsland. Dat was de druppel. Zou die onheilsprofeet het dan toch bij het rechte eind hebben?

We besloten onze museumjaarkaarten te gelde te maken en naar het Limburgs Museum tegenover het station te gaan en te kijken of alles over een paar uur beter zou zijn. En dat was het bijna. Terug op het station hoefden we maar tien minuten te wachten op de trein naar Viersen. Wel was duidelijk dat er al één trein tussendoor was uitgevallen, want het leek wel Koninginnedag op de Dam in vroeger tijden. Wederom propten we ons in een hete trein om al rijdend te concluderen, dat we de aansluiting in Viersen weer zouden gaan missen en dat overstappen in Düsseldorf een veiliger optie zou zijn. Uiteindelijk bereikten we met een vertraging van zesenhalf uur Dortmund. Mijn eerste actie was een heerlijke koude pint halen bij de Bergmann Kiosk en nog één. Het was het waard geweest. En ik was niet boos geworden. We hadden ondanks de incompetentie van de spoorwegen goed gereisd.

Na een ontspannen weekend en een voorspoedige terugreis, zat ik thuis achter mijn computer om restitutie aan te vragen. Binnen twee weken kreeg ik bericht dat we een deel van de reis gerestitueerd zouden krijgen binnen drie weken. Zes weken later mailde ik de klantenservice, dat het de NS niet sierde, dat ze terugbetalingen op hetzelfde tempo uitvoeren als de vertraagde reizen waar ze betrekking op hebben. Die humor ontging ze schijnbaar, want een antwoord kreeg ik niet. Het geld stond wel twee dagen later op mijn rekening. Een beginnetje voor de volgende vakantie.


VON SOLODICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEASTCheck de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl – Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl

Share This:

VERA JONGEJAN in gesmolten tijd


Zomerhitte

Bijna alle bloemen vergaan
in versneld tempo
-één dag roos en dan weg
kelken verkreukelen en verweren
in het aanvliegtempo
van steeds weer een hommel
zuigend, aan hen hangend,
rond sjokkend, zich bepoederend.

Binnen beweeg ik oude toeschouwster 
steeds trager in gesmolten tijd.

VERA JONGEJAN

Share This: