Hoi Pom,Het is hier erg druk. Ik wilde in juli en augustus stoppen en hoop in september weer mee te kunnen doen op pom gedichten. Ik wens iedereen die dit leest deze zomer het volle leven in alle vrijheid met zoveel mogelijk liefde gezondheid, geluk enz. e.d.
Verder las ik dat volgens het Centraal Plan Buro alswel de Nederlandse Bank de economie in Nederland er goed voor stond. Vandaar het volgende;
Leven van wat net niet van minder dan genoeg van gaat wel, hoeft niet echt of kan er nog mee door soms iets meer en af en toe een uitgestoken hand
zorgen dat hij niets merkt, niets mist naar school kan gaan zoals die anderen blijven schipperen en redderen
genoeg in voorraad hebben weten ook wanneer en waar naartoe nergens nooit te lang als het moet verhuizen weg wanneer het nog kan
Het bloedde als een rund. Mijn wijsvinger. Ik wist het. Dat dat niet zo handig was. Om dat zo te doen. Met dat mes. Haastige spoed. Het dorp even verderop heeft een dokterspost. Maar zaterdagmiddag, dus gesloten. Het antwoordapparaat babbelt er lustig op los. Wat je doen moet bij afwezigheid. Er is een dokter van dienst, maar ook dat nummer heeft een keuzemenu dat daarna doorverbindt naar datzelfde ratelende antwoordapparaat. Schiet niet op. Dan maar het ziekenhuis. Op een half uurtje rijden. Eerst bellen. Daar neemt nog een mens op. Meteen. Lekker! Of ik langs kan komen. Snee in de vinger. ¨Bien sûr,¨ zegt de stem. ¨Altijd welkom.¨ Rijden maar.
Het ziekenhuisgebouw staat er vervallen bij. Doet denken aan een ouderwets zwembad. Of een gesticht ofzo. Oostblok. Op de eerste hulp weet de dame achter de balie al hoe de zaak ervoor staat. ¨Aha, u bent die meneer met snee in de vinger,¨ zegt ze meer dan vriendelijk. Na geduldig naam en adres te hebben genoteerd, gebaart ze me in de wachtruimte plaats te nemen. Er was daar al flink wat reuring toen ik zojuist de eerste hulp binnenliep. Daar in die wachtruimte. Nog steeds. Een jonge vrouw in shorts, compleet uit haar plaat, maakt onophoudelijk luid giechelend obscene gebaren. Flirt met iedereen. Haar kompaan, evenmin fris, vraagt me niet op haar te letten. ¨Dronken. Wodka. Overgegeven. Bloed.¨ Versta ik.
De wulpse dame huppelt ondertussen opzichtig met veelzeggende heupbewegingen door de gang. Het doet haar blote dijen wiebelen. Ze danst plotseling pal voor me. Verleidelijk lachend. Wat ze zegt versta ik niet, maar zodra ze knielt en met half open vuistjes draaiend een denkbeeldige pijp voor de getuite mond vormt barst ik in lachen uit. Ze knipoogt en knikt met het hoofd richting toilet. De blik is veelzeggend, maar het droge schuim op de krampachtig bewegende lippen verraadt dat er meer in het spel is dan alleen wodka. XTC all over. Ze heeft er zin in. Op iedereen verliefd. Wie wil kan een beurt krijgen. Ook de oude grijze vrouw met rollator, die half slapend naast mij zit. Het is een uur of drie. ´s Middags? Alles kan. Hier in de Picardie. Het wordt de dame achter het loket te veel, ze verlaat kordaat haar post en maant het wiebeldier vriendelijk doch dringend naast haar vriend plaats te nemen. Dan draait er een deur open en wordt mijn naam geroepen.
De verpleegster heeft het snel gezien. ¨Coupé jusqu’à l’os,¨ zegt ze. Tot op het bot? Daar moet een dokter bij komen. Ik word naar een ander kamertje gedirigeerd, via een corridor met een stuk of tien van dat soort piepkleine behandelruimtes. Allemaal bezet. Het gekerm galmt er traag. In die gang. ¨Cinq minutes,¨ geeft ze aan. De verpleegster. Korter nog, want binnen no time verschijnt een bloedmooie blondine die na een korte blik op mijn kwetsuur aangeeft de wond te willen gaan hechten. ¨Je reviens tout de suite.¨ De blote dijen dansen inmiddels ook hier ontredderd door de gang, achtervolgd door een stel nerveuze verplegers. Treurnis alom. De dokter komt terug met een wat oudere collega die me vraagt of ik het oké vindt om de wond te lijmen. Prima. ¨Mais tu ne devrais pas bouger ton doigt. Une semaine.¨ Mijn vinger niet buigen? Een week? ¨Impossible,¨ geef ik aan. De man lacht, trekt een laatje open en toont triomfantelijk de perfecte oplossing. Een aluminium spalk, die in het koude kunstlicht schittert als een klein kunstwerk. Daarna is de boel snel gefikst. Als ik vraag waar ik kan betalen zegt ie dat het tout gratuit is. Hôpital public. Mij hoor je niet klagen. Vive La France! Een prachtig sieraad houdt mijn gelijmde vinger inmiddels in bedwang. Van klussen zal niet veel terecht komen. Lekker rustig.
we zijn weer een jaartje verder – de grote droogte van vorig jaar is inmiddels vervangen door zoals het Parool kopte een natte herfst in juni – het item kan herhaald – groeide aan – is nog steeds en steeds opnieuw te genieten – uitgelezen dichters frans, rob, anke, ton, cartouche en rik, seraphina, elbert, geraldine, vera droegen bij. een lust voor de lezer – voor de webmaster een weekje geen wedstrijd om de handen vrij te hebben – wens ik jullie een fijn weekend niet met ‘spekjes’ maar met ZON! ‘die magistrale stralende zon’!
Goedemorgen Pom, Ja, kleinzoons groeien groter, daar weten we alles van. Ze kunnen blijven eten; kleinzoon B. is inmiddels klaar om zijn turnkunsten te tonen, a.s. zondagmiddag voor publiek in P. Warme groet, Frans
Freerunner
Pizza wordt het niet vandaag we scheppen pasta op zijn bord voegen rode saus en geraspte kaas toe genoeg energie voor weer een avondje 4daagse
vliegt hij bij terugkomst de tuin in de grote mat op een aanloop dan koprol in de lucht nog een flikflak en kijk papa kijk opa wat ik vandaag geleerd heb we zien hem stunten met een barani
kleinzoon is er klaar voor oefent verder op de trampoline springt voorover en achterover acrobaat in vloeiende beweging
honger heeft hij vraagt nog maar eens pasta boterhammen met pindakaas mag ook maakt zich zo op voor de grote finale
ja hoor het is weer zover – dit item kan vandaag herhaald – kleinzoon is inmiddels groter gegroeid – heeft over alles en iedereen een mening – net als zijn opa. stelt vragen – zijn ze schoon? en dan kijkt hij zijn opa indringend aan. hij bedoelt zijn handen. eten? en dan bedoelt ie waarom staat het eten nog niet op tafel. en de woorden met een P zijn erg in trek: pannenkoek, patat, pizza, pindakaas,paaseitjes – geen wedstrijd maar uw weekendbijdragen blijven als voorheen zeer welkom. het gedicht met de titel ‘pannenkoek, patat, pizza en pindakaas’ zal zeker in de smaak vallen.
bijdragen van CARTOUCHE – cartouche leest Nijhoffs Het kind en ik
Rob Mientjes – voor alle oma’s en opa’s
Rik van Boeckel – Het ritme van pannenkoeken
Ton Huizer: plas maar vrolijk naar de maan
nu met een bijdrage van Seraphina Hassels: ‘haar stille glimlach plots eeuwenoud, de blik op zijn handen gericht, …’
Anke Labrie: het water in de sloot was bijna zwart
bijdrage van Elbert Gonggrijp: ‘Beste Pom, ik stuur je bij deze maar eens een gedicht op ter troost. Moge het je wel bekomen…Hartelijke groet,Elbert‘
bijdrage van FRANS TERKEN:onder opa’s
bijdragen van: Rik van Boeckel – Vera van der Horst
met een bijdrage ook van Geraldine Bankcaenen: ‘en dan sneeuwde het kersen…’
op pomgedichten punt nl – deze week een keertje niet de enige echte virtuele zondagochtendtrofee – vanwege kleinzoon. lieve kleinzoon is een wakker tiepje. rond een uur of 6 in de ochtend hoor ik luid en duidelijk HALOPA HALOPAA! HALLOOOOOOOO OOOOOOOOOPAAAAAA en na 30 keer deze ACG VIANEN klanken rolt opa uit bed en begint de dag voor opa en kleinzoon. het is eten geblazen, pietsen geblazen – voor de kenners fietsen – het is wandelen geblazen, glijbaan geblazen – liedjes zingen geblazen samen met juffrouw roos – die ik niet vertrouw maar dat terzijde –
we spelen met autootje toettoet – hebben we toch even de beroemde dichter uit dordrecht ook over de vloer PETER M VAN DER LINDEN- kijk je op je horloge is het 10 voor 7. amstelpark piano spelen staat op het programma door weer en wind en 38 graden – mamma en pappa ja ja lekker op texel ja pietsen ja zeker pietsen – mamma pietsen pappa pietsen heel texel pietsen en wij maar smoren in die smoorhitte van dat altijd maar weer prachtige amsterdam. Kleinzoon heeft een bijzondere wijze van het uitspreken van het woord amsterdam: hij gaat er voor zitten kijkt opa met twee stoere ogen aan en brult – waar hij zich ook bevindt AM-STER-DAM! u begrijpt het 10 uur in de ochtend amstelpark klaar nog een een uurtje of 8 te gaan om vervolgens de kleine met nijntje en al in bed te begeleiden. nee voorlezen doen opaas niet dat doen alleen mammaas en pappaas – ciao ciao – dag dag – doeg doeg om kapot op de bank te ploffen in afwachting van NIETS NIETS EVEN NIETS MEER. vergeet ik natuurlijk wel even het verschonen van de luiers te vermelden – als PARFUM!
en dat is waarom we deze week even geen zondagochtendwedstrijd hebben -wilt u opa of kleinzoon steunen schrijf rustig een gedicht ik zal het plaatsen op de site – het leven is en blijft van de poëzie. u kent inmiddels het adres.
Het kind en ik
Ik zou een dag uit vissen,
ik voelde mij moedeloos.
Ik maakte tussen de lissen
met de hand een wak in het kroos.
Er steeg licht op van beneden
uit de zwarte spiegelgrond.
Ik zag een tuin onbetreden
en een kind dat daar stond.
Het stond aan zijn schrijftafel
te schrijven op een lei.
Het woord onder de griffel
herkende ik, was van mij.
Maar toen heeft het geschreven,
zonder haast en zonder schroom,
al wat ik van mijn leven
nog ooit te schrijven droom.
En telkens als ik even
knikte dat ik het wist,
liet hij het water beven
en het werd uitgewist.
Martinus Nijhoff
Goedemorgen Pom, Wee en wel in familia. Soms wens je hem haar anders. Een kort verhaal lang uitgemeten en een klein gedicht. Toe maar. Voor alle opa’s en oma’s dan maar.
Opa knuffelt oma stiekem in de keuken giechelend natuurlijk
nog nooit gezien gevoeld oud gedaan zo jong geleerd aangedaan
samen dansen kringetje van drie tranen biggelen op de vloer
ze zijn niet meer waterlanders in woestijn opgedroogd in liefde
hemelsblauw gegluur of toch een kleine blik op familie aarde
Groet, Rob Mientjes (alias Mien)
Hallo Pom
Ik geef veel djembé en percussie les aan kinderen en daar genieten ze van. Wellicht iets voor jouw kleinzoon. Ik gebruik lettergrepen van woorden om het aantal slagen aan te geven. Zoals ‘ik wil pannenkoeken: twee slagen aan de rand van de djembé en vier slagen in het midden op de bas. Hieronder het gedicht hierover.
Groetjes,
Rik
Het ritme van pannenkoeken
Een meester geeft het ritme aan vraagt veel schoolkinderen op te staan
ze zingen ik wil pannenkoeken tata tatatata zo gaat de drummer’s dag op djembé vellen
een meisje roept nee ik wil pindakaas een jochie lacht nee pizza zazaza
hij geeft een solo een hele ingewikkelde fijne je hebt talent hoort deze goede kleine
de meester laat hem verder spelen kinderen dansen zullen zich nooit vervelen.
Rik van Boeckel 25 maart 2023
Geboortegolfje
Welkom in de wereld kleine man poep maar flink in het papier plas maar vrolijk naar de maan
voorlopig ben jij nog de ster moeders mooiste onderdaan
denk maar niet aan alle waanzin alle oorlogen en epidemieën die je nog te wachten staan
geniet maar rustig van je beer beter wordt het echt niet meer
Ton Huizer
in de middag schreef ik al korte recensies en een kort dankwoord aan de dichters voor de ingezonden werken – sommige gedichten als troost – maar floep weg – moet je ook niet doen in haast en onrust – nu de avondrust is ingetreden – de kleine ligt te ronken toch nog maar even een samenvatting van wat ik mij herinner.
prachtig gedichtje van Ton Huizer hieronder over ‘moeders mooiste onderdaan’. in die waan waan waanzinnige wereld om die kleine heen – blijf zo lang mogelijk van je beertje genieten. zo simpel kan het leven zijn en mooi.
Vertrek,
maart, 2022, treinstation, Lviv, Ukraine
Uitgestrekte handen raken het koude glas daar waar
aan de andere kant peuterhandjes de zijne raken als ware het een onschuldig kiekeboe spel achter melkwit waas het gezichtje nu al een vaag verdwijnende schim in zijn geheugen geëtst haar stille glimlach plots eeuwenoud, de blik op zijn handen gericht, houdt leven in balans zij tillen elkaar op deze kleine eenheid van hoop tegen de wanhoop.
Seraphina Hassels.
zonder meer zeer zeer pijnlijke regels van Seraphina – verhalende poëzie – poëzie met een verhaal dat je eigenlijk niet kunt voorstellen – niet wil lezen – dat het niet mag bestaan. hoe kiekeboe met de woorden van het gedicht tot een hartverscheurend tafereel verwordt. dit soort treinen mogen niet rijden, mogen nooit nooit meer rijden. een gedicht voor de verjaagden uit de wanhoop.
watersnood 1953
het water in de sloot was bijna zwart het stroomde anders dan normaal heel snel in kleine golfjes het stond ook hoger soms spatte het gewoon over de weg
ik bleef in de erker voor het raam staan naar buiten mocht ik niet het stormde veel te erg en er liep niemand op de weg ook de hond moest binnenblijven
het hele land stond onder water hoorden we op de radio mensen verdronken of ze zaten op het dak ik kon niet zien of onze boot nog vastlag de grote schuur die stond ervoor
de radio bleef aan de hele dag vandaag mocht hij van mama hard er braken nog meer dijken door de koningin was er naar toe gegaan in een helikopter want de weg was weg
we hadden er die week een nieuwe baby bij die zou wel blijven drijven in het rieten wiegje die zou gered worden door een prinses of door de koningin op kaplaarzen want we waren veel aan het bidden
de zuster met de mooie ronde broche waar een kleine ooievaar op stond had haar een schone luier omgedaan en lekkere warme kleertjes aangetrokken ze lag zo lief te slapen en ze merkte niks
mama deed geen middagdutje ze ging tekeer tegen de zuster dat ze de stofzuiger moest laten staan want straks stond alles blank beneden onze kleren moest ze in gaan pakken
toen ik de zuster hielp op zolder de grote koffer leeg te maken zag ik over de weilanden langzaam het water komen stromen het was een mooi gezicht
ik mocht de onderbroeken tellen voor ieder twee en ook twee hemden de zuster zei dat mama bang was en daarom had gescholden ook op mij
ik was niet bang papa was ook nooit bang hij zwom zo naar de overkant van de rivier als er een wedstrijd werd gehouden en hij won altijd
mama kon niet zwemmen ik al wel een beetje bij de palen aan de kant papa had het me geleerd op de oude autoband bleef ik al drijven
ik kon ook al een stukje varen alleen het sturen lukte niet de vaarboom was te zwaar voor mij als papa hielp dan ging het wel zijn armen waren langer
met onze knechten en de buurman was hij al heel vroeg naar de dijk gegaan op een grote vrachtwagen met zand uit de schuur namen ze schoppen mee hij zou de dijk weer heel gaan maken
anke labrie
anke labrie schetst in een fors aantal strofen kindertaal – hoe het was toen. in kindertaal wordt iedereen geboren – het is van grote kunst om die taal later ook nog vorm te kunnen geven. over niet bang zijn – omdat papa ook niet bang was en omdat papa altijd wist te winnen. zo geef je je kind stevige zelfverzekerdheidsbagage mee voor het leven – zo kan een mens de grootste rampen aan.
Buitenissig Is het met de liefde eender, heeft het spel eenzelfde beweegreden om de verbazing te boven te komen – er zijn niet de juiste woorden voor te vinden. Geen gedachte lijkt op deze zomer en toch – de stilte juicht zijn heldere ogenblikken, lacht het geduldige gras, trakteert ons op de juiste bloemen – alsof het nooit anders was. Het is niet aan elk voorval hetzelfde te doen – het hoeft niet verklaard, leeft zijn eigen weg, geeft aan een déjà vu de terugkerende vraag, doet een zeker vandaag misschien zichzelf te suggereren – waarom het hier een gisteren betreft die hedendaags dezelfde dadendrang aanheft – bijna levensecht. Toevalligerwijs eenzelfde melodie. Vind het zijn synchroniciteit uit – wil het een heel universum worden vergeleken – dat je hier bent gebleven ongeacht rangorde of komaf, het pure kind gebleken, de origine niet langer ontkend. Je staat er maar verlegen, je bent hier nooit eerder daadwerkelijk gebleven als diegene die mij nu helder voor ogen staat – Elbert Gonggrijp, Egmond aan den Hoef, zaterdag 23 juli 2022
bij elbert schreef ik vanochtend dat ik het gedicht toch moeilijk toegankelijk vind. hermetisch. je kunt het gedicht vijf keer lezen en je weet nog niet wat er en waarover geschreven is., luchtdicht zeg maar en dat in dit weer. het pure kind staat centraal maar wat er met het kind aan de hand is in de relatie tot de dichter blijft volkomen ‘gedicht’.
Onder opa’s
Hoe het dromt en drumt gezeten tussen kleinzoons en -dochters als het spel op de wagen is
na mens-erger-je-niet nog uno gevolgd door familie poen tussendoor de boterhammen gesmeerd
dat het smullen is van kindervertier en voor wie al groter groeit groeit ook de schermtijd
kijk opa zo maak je een tiktokfilmpje klik maar als je ons volgen wilt kom hup doen we samen een dansje
nee hoor liever hop in de benen buiten wacht de ijscoman
voor de beginnende opa troostrijke en inspirerende woorden van dichter Frans Terken – dank je wel. er staat van alles nieuw te gebeuren – als de generaties elkaar opvolgen.
Een archipel aan stijlen
De jazz van Korpo een archipel aan stijlen geïntegreerde tango van Buenos Suomi het kwintet van dromerige klanken arrangeert de vibrafoon zachtmoedig
rode huisjes kleuren het groene licht onder de blauwe luchtige hemel tot aan het haventje van Korpoström en de boulevard van noord Nauvo
de saxofoon schettert jazzy tuinen in de Sea Jazz All Stars zijn de sterren de gypsy jazz viool kleurt de standard van eilanden zoals Herbie’s Cantaloupe.
Rik van Boeckel Skärgårdscentrum Korpoström 22 juli 2022
een echte rik van boeckel – in een fins ritme de woorden – zal ik ooit met mijn kleinzoon de rode huisjes zien kleuren in het groene licht onder de blauwe luchtige hemel tot aan het haventje van Korpoström? ik wil het na lezing van Rik hopen.
Zo
Soms wil ik alleen maar in je armen liggen dat je niet praat dan, nee ik ook niet zeker ik ook niet, gewoon allebei woordenloos, letterloos, geluidloos stil, zodat ik daar later niet op hoef te kauwen
met de ogen dicht, ze mogen ook open hoor, ja ze mogen zeker open en blazen mag ook
dat ik dan de haartjes in je nek in mijn adem zie bewegen
zo wil ik je houden.
Vera van der Horst
prachtig klein gehouden gedicht van Vera. een liedje van verlangen. het gedicht zou zelfs kunnen gaan over de liefde voor een kind – als we de laatste regels van het gedicht isoleren:
met de ogen dicht, ze mogen ook open hoor, ja ze mogen zeker open en blazen mag ook
dat ik dan de haartjes in je nek in mijn adem zie bewegen
zo wil ik je houden.
Beste pom, jouw gedicht 1953 is voor mij ook een rampjaar.De watersnoodramp , mijn ouders wilden een kind uit Holland opvangen dat zou voor mij 8jr leuk zijn Hij werd ziek 48jr en stierf in april 1953.
Gedicht: “ Toen we allen nog samen waren
In de zomer zaten we onder de kersenboom rond de witte tafel haalden herinneringen op schaterlachten en dan sneeuwde het kersen
Tussen de takken zweefde een schim een engel dachten we een mand met rode kersen aan zijn vleugel
Mijn vader, die al jaren dood is bracht de mand aan tafel aten we samen kersen “
MVG Geraldine Bankcaenen
mooi eerbetoon – onmogelijk blijft het om met woorden het lot het noodlot de dood om te keren. geraldine haalt met wat pennenstreken de herinnering aan vader de poëzie in. prachtige schets, klein gehouden ook – een fragment – zoals doden altijd nog in fragmenten voortleven.
Hierbij een inzending. Zou je interesse hebben in publicatie van de vertalingen mijnerhands van Snodgrass’ ‘Mamamonologen’? Ze zijn ten dele al gepubliceerd in Pluk, maar niet allemaal–met tekeningen van mijn vader, die (net als ik, hoop ik toch kuch kuch) piekfijn werk heeft geleverd bij de gedichten.
Oh ja, mijn inzending. Ik heb er een YouTube filmpje bijgedaan, ingeval men mee wil schreeuwen over het Frans heen. Vaag mens wel–Régine, reine de la nuit! Jeane Manson heeft het ook mooi vertolkt en daarna heeft ene Larusso het verkracht en versjteerd. Ach, niets is voor altijd, zeggen we dan.
Overigens alle goeds voor jou & je naasten.
D.
*** Ooit ga je weg, de liefde uit de lucht wat mijn hart aan stukken rijt er rest ‘k weet niet hoeveel tijd dan is ’t voorbij
Praat niet van spijt en verlies geen tijd maar ga weg van het verdriet van wie je achterliet
Dan is ’t voorbij elke dag, elk moment doorgebracht op onze stek het geluk dat zo went en je armen om mijn nek kusjes op–om het even welke plek
Dan is ’t voorbij hoe je kijkt met die lach trouw zijn tot toekomstig ooit wat je zei, hoe je zag ‘onze tijd raakt nooit voltooid’ dat is dan echt voorgoed voorbij
Dan is ’t voorbij alles wat je nog weet van het moeilijke refrein de momenten van pijn die onuitgesproken zijn nachten die ons passeerden met kaarslicht, seks en wijn
Dan is ’t voorbij je begint weer bij start door de liefde weer verward droomt van lippen en lijf denkt niet aan mijn arme hart, dat alles dan voorgoed voorbij
Dan is ’t voorbij hoe je wacht, elke nacht op een allerlaatst bericht hoe je -toen onverwacht- telkens weer licht op me ligt het genot steeds besloten in de nacht
Dan is ’t voorbij of ’t gebeurde in april in september of in maart of de regen toen viel of het juist was opgeklaard dat alles dan voorgoed voorbij
Dan is ’t voorbij hoe ’t geluk in ’t gezicht als ’t naar jou wordt opgericht heel de wereld ontwricht en mijn lichaam en mijn zweet hoe ik hemelwaarts kreet toen je alles met mij deed.
Dan is ’t voorbij al van ons en van mij zelfs als je dan huilen moet als je eindelijk vrij het dan met een ander doet is wat er was voorgoed voorbij
Dan is ’t voorbij hoe je kijkt, hoe je lacht trouw tot aan een duister ooit wat je zei, hoe je zag onze tijd raakt nooit voltooid dat is dan echt voorgoed voorbij
Dan is ’t voorbij als een film die alleen maar leugens is want de liefde, mijn lief liefde heeft geen heugenis dan is ’t voorbij
Dan is ’t voorbij al van ons, al van mij zelfs als je dan huilen moet als je eindelijk vrij het dan met een ander doet dan is ’t voorbij als alles wat je zei
Dan is ’t voorbij jij en ik, samen ‘wij’ vol vertier op onze stek hoe je sliep aan mijn zij en je armen om mijn nek elke kus op om ’t even welke plek
Dan is ’t voorbij of ’t gebeurde in april in september of in maart of de regen toen viel of het juist was opgeklaard dat is dan allemaal voorbij. ***[D.B.]
‘Elke generatie beschuldigt de volgende generatie van degeneratie.’ Dat is een soort algemene wijsheid, die aan zou moeten tonen, dat oudere generaties, de vooruitgang, die nieuwere generaties vertegenwoordigen, niet meer begrijpen. De stelling is echter uit de lucht gegrepen. Nooit eerder dan de laatste honderd jaar, hebben we zoveel ‘onderscheidende’ generaties gehad, die alles wat de voorgaande opgebouwd hadden onderschijten. Sinds de tweede wereldoorlog hebben we de opvolgende serie van ‘Boomers’ gevolgd door de Gen-en X-Y-Z en Alpha. Daarvoor was er eigenlijk niet zoveel. Gewoon mensen.
Het grappig is, dat de mensen in deze generaties eigenlijk niet zo veel van elkaar verschillen. Ze zijn fysiek allemaal hetzelfde en mentaal mankeren zo ook allemaal wel wat, dat al naar gelang de geldende mode weer een nieuw naampje krijgt. De enige consistente lijn, die erin zit, is dat de tegenstellingen binnen de generaties steeds groter worden. Eerst had je voornamelijk arm en rijk. Dat verschoof naar vrij en minder vrij. Maar tegenwoordig zie je door de bomen het bos niet meer dankzij het fenomeen inclusie. Toen we ons op een hellend vlak begaven was de uitspraak: ‘Dat moet toch kunnen’. Tegenwoordig is de uitspraak: ‘Het is juridisch geregeld, dat alle excessen geaccepteerd moeten worden’.
De mens accepteert echter bepaalde zaken intrinsiek niet. Maar het lullige is, dat men daar wel toe gedwongen wordt. Hierdoor ontstaat polarisatie. Mijn generatie zal dit nog wel gemakshalve terzijde schuiven of er het zijne van vinden, maar de jongere generaties zijn er volledig in geïndoctrineerd om alles te moeten accepteren. Dit leidt tot grote (onbewuste) verwarring in de hoofden van deze jongelingen.
Dat is raar. Het is juist nu een tijd dat meer dan eens eendracht benodigd is, om alle ‘geopolitieke gevaren’ het hoofd te bieden. En nou komt de aap uit de mouw. Dat is ook de reden dat de huidige en toekomstige generatie helemaal gesissyficeerd is. Dat maakt ze makkelijker af te breken. Gedweeë soldaten maak je namelijk door mensen eerst af te breken en dan opnieuw op te bouwen. En wat is er makkelijker af te breken dan de generatie van tere zieltjes, die de smartphone-en-Netflix-maatschappij heeft voortgebracht. Zeker als je daarbij ook nog beschikt over een gepolariseerde, andere kant van de jeugd, die niets liever wil dan die slappelingen een lesje leren in (ouderwetse) normen, waarden en discipline.
Het komt allemaal samen in een perfect toeval. Je ziet het aan de verkiezingsuitslagen. Waar wij ons zorgen maken om onze dagelijkse beslommeringen, is alles al geregeld om aan de nieuwe grote oorlog te beginnen. Dat vraagt decennia aan voorbereiding, maar dan ontstaat er bijna vanzelf brede consensus. Body positivity or lean and mean? Straight of queer? Guns or butter? Lard or steel? Als één stem zullen we het beamen.
VON SOLO DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl
is ie het echt? komt ie echt zondagmiddag naar de OBA? – informeerde ik vandaag nog maar eens voor de zekerheid bij organisatrice Lucienne Kohler- ‘HIJ IS HET – wordt ingevlogen vanuit Taiwan’ – ok jij bevestigt zijn komst lieve Luciënne – dan gaan we genieten van deze top attractie zondagmiddag – kan weleens druk worden daar in Amsterdam Zuid!
Hoe ouder je bent, hoe meer vroeger. Dat alleen al is een reden om als je nog ouder bent veel overboord te gooien. Eindelijk ruimte. Zo stijg je op als een ballonvaarder wetend dat je een verre reis gaat maken, je leven een sprookje is waar je nog aan zal doorschrijven.
Vroeger ligt nu beneden, wordt zo voortdurend kleiner. Was het er eigenlijk wel, denk je nog later.
ik heb mijn familie op de trein gezet eindelijk voorgoed kan ik mijn geschiedenis vergeten verhalen over vroeger zijn niet meer geen verloren onschuld te betreuren of heimwee naar voorbije jeugd geen plek waar “t allemaal begon geen dreigend testament dat schel van stem mij op mijn plichten wijst
nadat ik ze had uitgezwaaid peinzend aan mijn bureau misschien dacht ik misschien neem ik een hond
was het mijn moeder die ik hoorde lachen
IEN VERRIPS zondag aanstaande te bewonderen in de OBA naast het olympisch stadion te 020
Ik vermoed dat het een walsje moest worden. Daar pal voor de draaimolen. Het kreng stond er al enige uren te jodelen. Bij de Karnemelksbrug. Luttele meters van mijn voordeur. Het roze monster deed zelfs mijn binnenplaats lichtjes galmen. En dat is uitzonderlijk want meestal is het er muisstil. Op de binnenplaats. Zelfs als het buiten markt is. Zaterdag.
Het bruidspaar worstelt er maar mee. Driekwartsmaat. Van een wals komt weinig terecht. De fotografe, ruggelings naar de viskraam gekeerd, gebaart zenuwachtig dat het anders moet. Aanwijzingen. Klik. Klik. Klik. Tevergeefs. Het blijft een scène van een houten klaas en een zwierende bruidsjurk, onnatuurlijk voor een draaimolen geposteerd. Hij in een fijnkorrelig blauw metallic kostuum, en zij in zo’n suikerzoete trouwjapon. Alles erop en eraan. Een hele wijde rok die met van die dramatische roesjes tot aan de straatstenen naar beneden valt. Stevige taille. Sluier. Zijn stoere blik enigszins getergd. Zij met prachtige ogen die verdrinken in gelukzaligheid. Ik denk dat ze gehuild heeft. Jawoord.
Dan gisteren. Op een terrasboot aan de gracht een paar straten verderop. De omgeving compleet opengebroken. Want glasvezel. Rijverkeer gestremd. Mijn blik rustte al een poos enigszins verdwaasd op een metershoge klos met dunne knaloranje kabel. Glasvezel. ¨Je kan staren wat je wil maar de boel hier blijft nog wel even open,¨ zei een schorre meisjesstem. ¨Asbest, daarbeneden in die ouwe grijze dikke kabels,¨ kakelde ze vrolijk, onderwijl naar beneden kijkend. Er volgde een woordenbrij waaruit ik op kon maken dat ze even verderop woont. In een dwarsstraat. Ze kon het dus weten: sanering, dat gaat eindeloos duren. Een kwartiertje later, na een levendige conversatie over het leven en de liefde, vroeg ze zonder blikken of blozen of ik straks met haar mee naar huis ging. WTF? Dat kwam aan als een rechtse directe. Zomaar. Uit het niets.
¨Meisje, je bent veel te jong voor iemand van mijn leeftijd,¨ antwoordde ik compleet overrompeld. Ondersteboven. Gestrekt. Meisje. Noemde ik haar. Het scheen haar niet te deren. Dat ik haar naam niet wist. ¨Nee hoor, mijn beste vriendin heeft ook een vriend van vijftig, en die heeft het enorm naar haar zin. Echte liefde.¨ Bloedserieus. Klonk het. Volgens eigen zeggen pas net de twintig voorbij, vond ze het wel een spannend idee. Een kerel van vijftig. ¨Daar moet je dan wel vijftien jaar bij optellen,¨ corrigeerde ik haar. ¨Bovendien ben je dronken, en begrijp ik weinig van vrouwen, laat staan van meisjes en de liefde.¨ De wereld tolde. Alles vreemd. Ik hoorde alle goden daarboven luidkeels lachen. Maar ze beklemtoonde even later met stugge overtuiging dat ze me heus niet bij de neus nam. ¨Jammer hoor, het is echt geen grap! Maar dan zou je het dus wel doen als ik vijfendertig was?¨ Zoiets zei ze.
Haar oogopslag had iets weg van de bruid, hier op de markt, gelukzalig dansend voor de draaimolen. Even broos, maar dan door drank vertroebeld. Ik denk aan die laatste jeugdig onbezonnen blik. Plots hoor ik mijn schaterlach. Blij dat ik geen dochters heb.