wie wint de enige echte virtuele – laten we gelukkig zijn met wat we nog hebben – trofee op pomgedichten punt nl? geen wedstrijd.

de bokkenpootjes!

vorige week zondag bezocht ik Britt in het centrum De Hoogstraat in Utrecht. de verpleger kwam langs met een schaal bokkepootjes en legde er een op de tafel voor Britt. Britt vroeg of ik haar wilde helpen met het bokkenpootje – voeren dus. het bokkenpootje ging er in als koek.

vanochtend bezocht ik Britt – ik had bij Prenger Amstelveen bokkenpootjes gehaald – en zie daar – zo hard had ze geoefend deze week – met een vaste greep duimvinger en wijsvinger pakte Britt vanochtend het prenger-bokkenpootje en at het bokkenpootje op.  stapje voor stapje is in ieder geval vanaf nu ook pootje voor pootje.

mooier kan ik even niet schrijven.

  • André Manuel – voor allen die geknuffeld willen en geknuffeld moeten worden
  • Frans Terken – met wie er om ons heen
  • Rob Mientjes – Opdat het leven / Ooit weer steigert
  • Anke Labrie – tot er ruimte komt voor zinnen
  • Ien Verrips – in sprakeloze schrik

wie wint de enige echte virtuele – laten we gelukkig zijn met wat we nog hebben – trofee op pomgedichten punt nl? geen wedstrijd.
de discussie rond de bundel van alja spaan – beter gezegd rond de recensies van haar bundel – het langzaam voorovervallen brengt ons weer bij het zo prachtig door alja beschreven themapoëzie over de klein geworden wereld van door de ouderdom vaak leeggehaalde mensen – over verlies en over het afnemen van de betekenis der dingen.

even zo eenzelfde besef na mijn bezoek afgelopen zondag  aan webmeisje – van het paard niet langzaam maar wel voorover gevallen – dwarslaesie – het besef: van het ene op het andere moment vervalt je leven in rolstoelleven – kun je niks meer, moet je gevoerd en gewassen door derden –  we maken er geen wedstrijd van deze week –

wensen wij webmeisje britt heel heel veel kracht en vooral mentale sterkte  – en die heeft zij – om stapje voor stapje weer vooruit te kunnen.
geen wedstrijd deze week – laten we gelukkig zijn met wat we nog hebben – dit thema ( of lieve woorden al dan niet in een paar regels poëzie gegoten zo rond dit thema mag ook)  zullen britt goed doen – ik breng haar die woorden zondagmorgen onder de aandacht.

een lenteliedje in de ochtend
 
zing ik voor jou
zoals de nacht de stad in gleed
en jij dieper nog
 
duizend en een verenigde
zo was het
en zo zal het ook weer zijn
 
een koningin
het rokin te paard
en Amsterdam van Breitner
 
het hart van vroege lente weer
in zachte weemoed
en deze stad herboren


 pom wolff

André Manuel: ‘Ik ben niet zo van het knuffelen maar als er dan toch geknuffeld moet worden dan deel ik met alle liefde die ik in me heb een knuffel voor allen die geknuffeld willen en geknuffeld moeten worden. Knuffel! En nog een knuffel! Knuffel. Knuffel. En vooruit. Nog eentje dan. Knuffel!’
Goedemorgen Pom,
Allereerst het allerbeste voor Britt, wat een verdrietig en naar gebeuren, heel veel kracht en sterkte voor haar!
Ja, we mogen blij zijn met wat we hebben, mijn bijdrage daarvoor:


Wat wij hebben

Ik wijs haar op de kopjes 
van prille bollen het eerste blauw
en geel net boven de grond
de tuin die weer kleur baart

waarin wij ons te buiten gaan
aan zon en lentegeur 
de zang van vogels
de schittering in ogen

zoals we elkaar aankijken
om met beide handen 
alles wat wij hebben 
vast te houden

het zijn de kleine gebaren
het tastbare van
dag in dag uit leven 
met wie er om ons heen staat

© FT 02.03.2024

Wanneer ik dwars lig
Valt de wereld over mij heen
Niemand die me ziet
Ik schreeuw, huil en bid
Ongelovig net als Thomas
Een wondere wereld
Aanschouwend slechts
Ik roep keihard om tranen
Maar ze komen niet
Met paardenkracht
Slechts één
Kom ik overeen
Opdat het leven
Ooit weer steigert.

Rob Mientjes
Ha Pom,
Wat een verdrietig bericht.

voor britt

een gedicht dat niet kan troosten
als het verdriet te vers is nog 
hooguit wat witregels gedogen 

tot er ruimte komt voor zinnen
waarin mooie herinneringen
hopelijk ooit weer woorden vinden

anke labrie
(02-03-2024)

Hoi Pom,
Wat een vreselijk bericht over Britt. Iedere vorm van medeleven schiet te kort. Maar iets anders hebben we niet.


en wij, wij staan erbij
vastgeklonken onze tong  
in sprakeloze schrik

arme, och arme denken wij
erbarme dich o gott
klinkt uit de radio

de bel gaat
de buurjongen 
zijn bal ligt in de tuin


maart 2024
Ien Verrips

Share This:

eerbetoon alexei


ze hebben je
 
ze hebben je
dan toch eindelijk dood alexei
het was wel duwen
en trekken
 
persen en kneden
en wachten
tot ze allemaal
bijeen zouden zijn
 
om hun handen
weer te wassen
in die ontzettende
wreedheid
 
pw

Share This:

ALJA SPAAN – 7e gedichtenbundel: HET LANGZAAM VOOROVERVALLEN – over verlies en over het afnemen van de betekenis der dingen – een recensie – confronterende en levensgevaarlijke poëzie – schitterende uitgave door Uitgeverij P

deze recensie schreven we hier in september 2023 – Confronterende en levensgevaarlijke poëzie over de klein geworden wereld van door de ouderdom vaak leeggehaalde mensen – schreef ik. niet iedereen durft blijkbaar de confrontatie aan – lezen we hier in de reacties van Alja Spaan op de geschreven recensies: “De bespreking door Onno-Sven (TROMP) is een van de minst interessante besprekingen die de bundel kreeg. Een makkelijke, niet erg inhoudelijke recensie…”



Vorige week schreef ik Alja Spaan al: “hoi Alja zojuist terug uit Berlijn waar ik mijn tweede kleinkind – Liva – in mijn armen mocht houden – lees ik vanochtend de eerste bladzijden in je bundel – prachtig,  stilmakend indrukwekkend – recensie komt er aan – ik tracht de komende week – lieve groet en dank voor het moois. grt. Pom”
Laat ik maar meteen met de recensiedeur in uw huis vallen en over een monument spreken. HET LANGZAAM VOOROVERVALLEN de zevende bundel gedichten van Alja Spaan is een monument. Een monument opgericht voor de wachtenden die vaak niet meer weten waarop ze wachten. Zij die wachten zijn zij die staren: ‘hoelang kun je staren naar een schuifdeur die niet open gaat en waardoor niemand meer komt…’ – Er wordt enorm veel gewacht in de bundel. Een monument ook voor Mevrouw D. die in deze prachtbundel wordt uitgelicht  – ze is terug te vinden op pagina 43 maar krijgt voorafgaand aan de titelpagina haar ereplaats in de bundel:

 
Als ik naar haar
informeer,  blijkt ze mevrouw D.  te heten en nooit

deelgenomen te hebben aan welke activiteit dan ook. Behalve
die van het wachten, dromen en verlangen naar

die man die altijd,  zo zei ze met een lach, dwaalde in haar tuin
maar toch echt geen verstand van bloemen had.


En zie hier dan een staaltje van de dichtkunst die de lezer – als ik goed geteld heb in 54 gedichten in een werkelijk schitterende uitgave door Uitgeverij P – krijgt voorgeschoteld. De lezer wordt onmiddellijk meegevoerd in de ragfijne poëzie van Alja en ondergedompeld in haar ragfijne waarnemingen. We belanden in de klein geworden wereld van door de ouderdom vaak leeggehaalde mensen – ze zijn er wel en ze zijn er niet. Alja Spaan weet deze vervreemding precies te raken en in de meest eenvoudige taal haar beschreven ‘objecten’ te subjectiveren om vervolgens  de eigenaardigheden van de beschreven subjecten te objectiveren – zodat wij als lezers ook weten wat ons op den duur te wachten staat – als de tijd voor ons daar is.

Het is het wachten op de dood – het langzaam voorovervallen – en het is dichter Alja  Spaan die in het langzaam voorovervallen nog pareltjes van leven, liefde en verlangen weet bloot te leggen, ontdekt en beschrijft. De focus is gericht op wat ‘het’ nog wel doet, bij het afnemen van de betekenis der dingen. Confronterende en levensgevaarlijke  poëzie voor lezer (en dichter).

In onze moderne snelle wereld is nauwelijks nog tijd gereserveerd voor wachten of voor staren naar een deur die niet meer opengaat. En toch is het ons lot, zeg maar noodlot, de tijd werkt genadeloos in op mensen, wie ze ook waren of wie ze ook zijn. Alja Spaan weet op poëtische wijze de aandacht te vestigen – en vaak ook nog op geestige wijze – op ons aller langzaam voorovervallen.

We leven als lezer mee met in zichzelf verdwaalde wezens, die veiligheid bij elkaar vinden in ‘de groep’ – de groep als houvast nog – waarin alles volgens vaste gewoontes plaatsvindt en geregeld is – wezens die elkaar in een soort vertraagde beleefdheid benaderen en begroeten – maar wel met een soort beleefdheid die zo af en toe ontbrandt in een directe ontploffing. Acuut ontploffingsgevaar ligt trouwens overal en altijd op de loer in deze bundel. Dat gegeven maakt ook dat de bundel spannend is om te lezen – op elke hoek, bij elke omgeslagen bladzijden dreigt gevaar – klein gevaar maar ook levensgevaar bij het wachten en staren.

We zijn als lezer op bezoek in de hoofden van de beschreven personen en het is alsof je bij het lezen zelf urenlang naar je sokken zit te staren als het ware totdat de bom valt. Dichter schrijft over ‘staren in een ruimte waarvan je de meters probeert  uit te leggen,…’

De bundel ‘het langzaam voorovervallen’ gaat over verlies, steeds een beetje meer verliezen we, en over het afnemen van de betekenis der dingen. Prachtig,  stil makend, indrukwekkend,  spannend, enerverend,  confronterend deze zevende poëziebundel van Alja Spaan . Op pagina 32 in het titelgedicht valt een persoon langzaam voorover – als hij weer bij zinnen gekomen is spreekt ie de gedenkwaardige woorden : “er was daar meer dan hier..” – Zo zal het zijn. Dat het zo mag zijn.
 
https://www.uitgeverijp.be/product/het-langzaam-voorovervallen/

Share This:

VON SOLO: ‘Ik heb een vreselijke hekel aan zowel hardlopers als dichters. Het paradoxale is, dat ik niets liever zou doen dan hardlopen en dichten…’


Ik haat het, om al die mensen te zien hardlopen. Ze zijn bijna overal en altijd. Als ze er niet zijn, dan haal je opgelucht adem, maar nog voor je weer ingeademd hebt, komt er toch weer één voorbij. Het lijkt wel een plaag. Het zijn vaak vrouwen van onder de dertig, maar ook vaak mannen van alle leeftijden. Mijn misnoegen is te wijten aan mijn eigen gebrek. Ik heb een hardnekkige blessure opgelopen. Dat is het gevolg geweest van overtraining en overgewicht. En nu kan ik dus niet meer meedoen. Mijn gevoel is te vergelijken met rukken aan je slappe lul en de pornofilm die je kijkt daarom maar uitschelden.

Hetzelfde gevoel heb ik soms met poëzie. Iedereen doet het maar. Overal dichters. Zelfs bekende Nederlanders dichten tegenwoordig. Het hoeft niet te rijmen, het mag in het Engels, mijn God, voor mijn part in het Swahili. Alles is poëzie lijkt het wel. En altijd zijn er die poëzie-meisjes. Dat slag, dat altijd alle wedstrijden wint en waar je dan twee jaar heel veel van hoort. Daarna verdwijnen ze in de obscuriteit. Als een hardloper die aan de horizon verdwijnt.

Aan de ene kant heb ik dus een vreselijke hekel aan zowel hardlopers als dichters. Het paradoxale is, dat ik niets liever zou doen dan hardlopen en dichten. Dat eerste, dat komt weer wel. Daar werk ik hard aan. Dat tweede komt ook wel weer. Daar werk ik ook hard aan. En dat is ook waar ik kracht uit put. 

Ik weet dat de mensen die ik nu zie hardlopen, het niet gaan volhouden. Dat geldt ook voor de dichters die ik zie verschijnen en verdwijnen. Ze hebben gewoon niet de stamina om het jaren vol te houden. Op een gegeven moment krijgen ze een baan of een kind of een huis en dan blijken de passie voor lopen en dichten ineens vervlogen. Ze zullen zeggen, dat het niet meer gaat, maar ontberen eenvoudigweg de ruggengraat. De meeste mensen zijn goed in uitblinken, als het meezit. Elektrische fietsers, terwijl jij tegen de wind in stampt. Goedweer hardlopers. Eenslamsvliegen. Ik kak erop. En als een oude bokser, die nooit wint, sta ik toch weer op. En verlies hoogstens op punten. Maar nooit op knock-out.

VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl

Share This:

Ditmar: we gaan! zei je! afrekenen jij! pom!

DITMAR

we gaan! zei je! afrekenen jij! pom!
én we gingen

het lijkt hier mechelen wel  – zei je ook
een plein met vreten
en voor de rest vergane glorie

én je zei:  het is voorbij pom
in een crematorium liggen ze er beter bij
en die leden tenminste nog ergens aan


pw

Share This:

Mirjam Al – 4 – over de vrede tot leven brengen – (en Frank Paavo op 1 maart the blues)

www.pomgedichten.nl heeft het exclusieve recht gekregen om 65 teksten van Miriam Al tweewekelijks op de woensdag te publiceren – dat gaan we doen! de teksten zijn door haar helaas overleden vriend Merik van der Torren nog net voor zijn dood uitgetypt en van een nummer voorzien én in een blauw mapje gedaan. vandaag tekst nummer 4 – dank je wel Merik – dank je wel Mirjam Al.
Vrijdag 1 Maart 2024
Tijd: 19:45

Christiaan Kieft Trio feat. FRANK PAAVO

Vierkoppige formatie uit Amsterdam bestaande uit een eclectische mix van doorgewinterde jazz fanaten en ruwe diamanten. Van rauwe improvisaties tot verfijnde ballads, is deze band altijd op zoek naar nieuwe wendingen in vertrouwde jazz klassiekers, maar ook niet te beroerd om vergeten jazz tunes nieuw leven in te blazen.

Saxofoon – Frank Paavo
Gitaar – Christiaan Kieft
Bas – Daniel Waas
Drums – Arendo Marijnus

Locatie:
Einde van de Wereld

Share This:

Peter Posthumus: ‘dit is geen reizen meer – dit is nooit meer op reis…’

alsof Peter Posthumus het gedicht geschreven heeft bij de hieronder bekend gemaakte dood van de brabantse dichter en performer Ko de Laat – maar zo is het niet – zo laat het gedicht zich slechts lezen:


Reizen is steeds meer
van A naar B
waar nauwelijks nog 
iets tussen zit
dan wat was met
alles ongeveer hetzelfde
die opgeklopte stress van 
nu nog niet
of die verveling van
nog steeds niet


iets meemaken is
erg ver weg
en tijd is wat zeurt
zijn steeds dezelfde cijfers 
die verspringen


dit is geen reizen meer
dit is nooit meer op reis


peter posthumus

Share This:

Jacques Mees meldt: Ko de Laat overleden

op 12 december was het bericht daar en hier – blijmoedig heeft Ko zijn lot gedragen – een paar operaties verder is er dan toch de dood. jacq mees schreef een mooi eerbetoon. pomgedichten wenst de nabestaanden sterkte.

Jacques Mees: ‘Ik kan er niet van slapen.
Een paar keer per jaar hadden we urenlange telefoongesprekken over het wel en wee in de muziek en poëzie.
Samen deelden we onze liefde voor Rijk de Gooyer.
Vooral het lied *Kijk dat heb ik nou*. We raakte er maar niet over uitgepraat en hebben er veel om gelachen.
De tekst van onderstaand lied heeft hij 16 jaar geleden geschreven en gaat over een mistroostig beeld van onze stad, Tilburg. Hij koos mij om er muzikaal iets mee te doen. In 2023 hebben we samen nog gewerkt aan een tekst over mijn geboorteplaats, Moergestel.
We zijn een zachtaardige man en zeer productief columnist en dichter verloren hier in ons Tilburgse.
Ik wens iedereen die Ko kende heel veel sterkte toe met dit groot verlies. Rust zacht Ko.’

Share This:

PETER BERGER in de super: een complete varkenspoot voor vierentwintig euro. Épaule. Voorpoot dus. Een achterpoot voor een tientje meer…


Au supermarché. That’s where magic begins. Daar om de hoek bij die bar tabac van die vrouw die een fluwelen stem heeft en mij vorige week nog dat laatste biertje tapte. The last two people on earth. Het voelde als een flashback. Vorige week. Maar vandaag is dat vergeten. De sigaretten ook vergeten. Alles vergeten. Soms tuit ik buiten even kort de lippen om virtueel te inhaleren. Spontaan. Zuigfluiten. Maar dan anders. Dat lucht even op. Die voelbaar koele luchtstroom. Buiten. 

Hoe dan ook, hierbinnen, bij die super, is vandaag cochon en promotion. Een complete varkenspoot voor vierentwintig euro. Épaule. Voorpoot dus. Een achterpoot voor een tientje meer. Dat is heel normaal bij de super hier: grote stukken beest in de koeling. Meedogenloos uitgestald. Halve varkenskoppen ook; messcherp overlangs gekliefd. Cirkelzaag denk ik. Ik probeer me de geur ervan voor te stellen. Maar er komt niks. Geen flits. Alles ruikt onbestemd ver weg.


Ik laat de poten links liggen en ga voor een stuk van de ribbenkast. Poitrine. Speklap aan het bot zeg maar. Een jambon gerookt in eigen schoorsteen komt een andere keer wel. Wat moet ik er ook mee? Zo’n mega stuk. De portie poitrine mag er trouwens ook best zijn. Eenmaal uitgebeend zeker goed voor een dag of twee pulled pork. Ook voor op stokbrood. Het restant kan in de nasi. Overmorgen. In Nederland.


De ribben liggen inmiddels bij de poubelles. In de grijze kliko. Het vlees nagarend in de oven. Ketjap. Harissa. Kerrie. Paprikapoeder. Peperkorrels. Komijn. Zout. Knoflook. En Piment d’Espelette natuurlijk. Uit Frans Baskenland. Een half uurtje nog. Touwtjesvlees. Met rijst. Wijn vergeten. Gelukkig heb ik wel tandenstokers. Boven. Op het nachtkastje.

PETER BERGER

Share This:

de zondagochtend wedstrijd naar DIGGY DEX – Vera vd Horst wint de enige echte virtuele “misschien is het maar beter om later nog even te bewaren” trofee op pomgedichten punt nl – Ditmar zilver – Anke Labrie brons

de uitslag van de zondagochtendwedstrijd al heel vroeg deze week – in de ochtend bezoek ik ons webmeisje britt – in een utrechts revalidatiecentrum De Hoogstraat – van haar paard gevallen – en een paard is hoog – britt heeft deze site mogelijk gemaakt – ik ga haar goede moed in praten.

dank aan alle dichter die inzonden – prachtige inzendingen deze week en in de nacht onovertroffen – de eremetalen gaan dan ook naar Vera – goud – Ditmar zilver en Anke brons – heerlijke moedeloosheid om van op te kikkeren lazen we bij MartinB – zijn bijdrage gooien we niet weg – een speciale vermelding. Van Harte winnaars!


Vannacht was je er weer
(je hebt je genesteld in mn bestaan)
hoe doe je dat, zo ver van hier vandaan
hoe ver kan liefde gaan

het sluimert (al zo lang)
onder de oppervlakte
van alles
wat ik liefheb
als lente wachtend
op de zon

Maar vast in het voorspelbare nu
van leven en dood
en een dagelijks bestaan
moeten er doden vallen 
om vrij te zijn
droom ik van later

Elk uur geleefd
brengt later en jou dichterbij

Vera van der Horst –

ik schreef al de nacht herbergt schoonheid deze nacht – de rauwe vorm van het gedicht verdient nog een kapmes her en der maar de gouden strofe is geschreven – en daar gaat het om in poëzie – alsof een nieuwe vasalis is opgestaan :

Maar vast in het voorspelbare nu
van leven en dood
en een dagelijks bestaan
moeten er doden vallen 
om vrij te zijn
droom ik van later
JIJ ALS EEN TENT
Net als een canvastent in ’t veld ben jij,
des middags als een zomerbries vol zon
weer droog de dauw maakt, en de touwen vrij,
zodat een zacht gezwaai beginnen kon
met middenin één stok als steunpilaar
die als het toppunt naar de hemel kijkt,
aanzet der zielen zekerheid—ziedaar:
geen enkel koordje nodig, zo het lijkt;
door geen gestrikt, is losjes toch gebonden
met talloos lusjes, liefdevol en zacht
om al der wereld weidsheid heen gewonden,
slechts in een licht verstrakken bij de kracht
die dartel in de zomerluchtstroom rust
ooit van de lichtste vastigheid bewust.
***[D.B.]

ook ditmar laat zich vannacht niet onbetuigd – het lijkt een antwoord op de woorden van vera hierboven geschreven – in haar tuintje de foto – maar elke lezer – ook deze – kan ditmars woorden op zich zelve leggen – om zo in de wereld te staan.

later als je groot bent
mantra uit mijn kindertijd

wat je dan allemaal 

nu ben ik groot
en soms denk ik wel eens
misschien heb ik dat later wel gemist
of ik ben gelukkig 
nog niet groot genoeg

anke labrie
(24-02-2024)

een kleinood gezonden in de nacht – de nacht die deze nacht schoonheid in zich herbergt – de woorden van anke, vera en ditmar – kopje thee erbij en genieten maar. wat als later nu is? zingt rob de nijs de zanger – tsja in zijn geval zou ik de tekst niet zingen – wij van hier vieren deze zondag het nu. met prachtteksten. bij anke in reflexie.
  • Anke Labrie – later als je groot bent
  • Vera van der Horst – in het voorspelbare nu van leven en dood
  • Ditmar Bakker – als een zomerbries vol zon weer droog
  • Ien Verrips – Liever het nu
  • Cartouche – fuck it – de toekomst ben ik
    eerder nooit nog tegengekomen
  • Martin B – weggooien
  • Frans Terken – alsof wij leven voor later
  • Erika De Stercke – Eureka
  • Max Lerou – liever geen vragen
  • Rik van Boeckel – Onder de muziek van nu
de zondagochtendwedstrijd naar DIGGY DEX – wie wint de enige echte virtuele “misschien is het maar beter om later nog even te bewaren” trofee op pomgedichten punt nl? – het leven in het NU de voorrang geven  – mogelijk een levenswijsheid – al ‘bladerend door de jaren’ laat u inspireren door DD met zijn prachtsong ‘fotoboek’- hier kent u de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.

en nu dan dit

daar dus dan
ter wereld gekomen huist het
op dikke stoepen asfalt
vissen rokend in dieselgeuren

de eeuwen in laagjes
in die tijd de dingen die gedaan zijn
zijn nog steeds
mooi

pom wolff


Liever het nu

beter is het
geen krant te lezen
het nieuws over te slaan
beter een goed boek te nemen
of brei anders eens een trui

beter is het 
te genieten van je kleinkinderen
geen zorgen te maken over hun toekomst
althans niet hardop 
niet tegen de ouders

feb.2024 / Ien Verrips

het leven in het NU de voorrang geven  – dat is het thema deze week op de site der sites. ien stelt de kleinkids centraal en laat de wereld de wereld. een in deze wereld bijna onmogelijke opgave. een sympathieke gedachte. kleinkinderen hebben geen last van de wereld – tenminste hier nog niet. en in het gedicht niet.
 


 

Ho maar

bucketlijsten heb ik niet
fuck it – de toekomst ben ik
eerder nooit nog tegengekomen – ik
ken haar alleen van lezen en horen zeggen
dacht haar te ontwaren in het optrekken van
een wenkbrauw, het wenken van een oog

in schenken en roodwitte slijterswijn
beduimde glazen aan de rand van
een vurenhouten ronde tafel
geschraagd door zon voor
het vallen van de dag – dat

in vlekken en scherven
alles wat mij toekwam nu
in gedachte grond gebonden
vóór me lag – dat ik

voor later
zou bewaren in een
hema plak- en fotoboek


23-02-2024 / Cartouche

in de twee strofe raak ik cartouche kwijt – het denken en het schrijven slaan op hol –  je voelt je als lezer op een ijsbaan geworpen  terwijl je niet kan schaatsen. je glijdt op de reclameborden af als een ottenspeer om in cartouches plakboek te ontwaken. terwijl in de eerste strofe die prachtige gedachte toch werd ingezet: ‘de toekomst ben ik eerder nooit nog tegengekomen’ waarna een prachtig gedicht tot de mogelijkheden zou kunnen behoren.
ook b gaat bijna volledig aan het gevraagde thema voorbij in eigen woorden – maar wie kan een jongen die is opgegroeid met ‘brinta’ ook maar iets onthouden. het is die melodramatische toon die elke lezer verwarmt in ieder geval deze lezer – en dan lees/draag  je als het ware het gevraagde thema het gedicht in  – klopt alles dan valt alles samen – alles wat ie bewaart voor de toekomst is volstrekt nutteloos. heerlijk die moedeloosheid – zoveel defaitisme lees je zelden.
 

Wie wat bewaart

Wat van nu voor later borgen
een daad om dat te verzekeren
verzorgt men met technisch vernuft

tekens van leven op deze aardkloot
afgeschoten naar lichtjaren verder
neergestreken in een krater op de maan

een chip met Picasso Koons en Bowie 
aan boord kunst van het beste handwerk 
bewaard voor het nageslacht

voetstappen van hier en nu bestaan
op foto’s vastgelegd als eeuwig bewijs
in een tijdcapsule luchtdicht opgeslagen

eens kijken wie daar ooit gaat zien
wat de mensheid vandaag vermag
alsof wij leven voor later

© FT 24.02.2024

een heel actueel gedicht – de missie maanlander landt deze week met kunst voorzien voor de toekomst en toekomstige bezoekers. voorlopig ligt het heden opgeslagen op een volstrekt troosteloze vlakte – het nu gereed voor de toekomst.
 

eureka 

onder dozen uit jeugdjaren keek ik
in schuiven waar papier vergeelde
tussen boeken en op kasten 

hoe ik zocht naar sporen van liefde 
toen waren er knipperlichten  
bij mannen met vluchtplannen 

onder de zon legde ik mijn hart  
haar warmte gaf mijn mondigheid 
een nieuw gegeven   

op een bed van ervaring viel ik neer
telde zielsgelukkig de sterren 
heb je gevonden


Erika De Stercke 

je weet als lezer wel waar het gedicht over gaat – ze zoekt en ze vindt zoveel is zeker – maar het is nogal moeilijk verwoord – of lees ik dat nou verkeerd. eerlijk gezegd ik kan er geen chocolade van maken. dan maar een paaseitje.




schatgraven
 
dit donker is haar donker
ze gaat waar niemand
haar gadeslaat wanneer zij
schoppenaas tot gaten slaan verleidt
 
in bloed doordrenkte bodem
waar zelfs zout uit vissenoog
gelaten traan niets vermag tegen dit
 
driftig graven om wat komen gaat
teleurstelling te kuilen
liever geen vragen
 
ml

een mooie weergaloze slotregel hier in dit gedicht. een beschrijving van een duister geheel – haar wereld – waarin de beschreven persoon nu mee te dealen heeft – we zullen geen vragen stellen. we lezen de antwoorden graag in een opvolgend gedicht.

Onder de muziek van nu

Onder de muziek van nu tikt het ritme
boven de muziek zingt het lied
snaren tintelen de vingers
tot het zichzelf arrangeert

stil staren wij naar de eeuwigheid
onbewust van wat ons wacht
geluk dwaalt om iedere hoek
daar zijn wij dagelijks naar op zoek

wij zijn jaren onder mysterieuze klanken
schellend als voetzoekers door de nacht
melancholiek verrijst onze stem
in het onbestemde levenslied
dat zeker naar huis wegvoert

lichten aan de overkant schijnen door
in de vele raaskallende huizen
in dromen horen we het liefje
uit lang vervlogen tijden zingen
onder de muziek van toen en nu

Rik van Boeckel

de woorden doen het heden het verleden en de toekomst aan. rik laat ze luchtig over elkaar heen buitelen.

Share This: