De reeks ‘Sonnets From An Ungrafted Tree’ werd, al experimenterend, door Millay gemaakt, en, tja, grossiert in prachtig leedwezen. Het heeft me vrij veel werk en tijd gekost om de ruwe omzettingen, die je website sierden, te schaven en politoeren naar contemporaine(r) werkjes, later dan 1975 wordt ’t niet denk ik—zelfs van een telefoon wordt in de reeks geen gewag gemaakt, wel van grutters die maar ‘bezorgers’ zijn geworden e.d.—maar ach, Millay stierf zelf al 25 jaar daarvoor, en deze reeks bleef onafgerond(?). Het líjkt echter grotendeels gaaf, en behelst het ziekbed-en-sterven van een man, bezien door de bril van zijn vervreemde wederhelft, die terugkeert naar hem als hij ziek is (ondanks het feit, dat zij niet van hem houdt, wat dat dan ook precies moge zijn—hier verwijs ik graag naar het andere werk van Millay) en hem verzorgt tot het eind. Ik stuur je de eerste negen, van de zeventien, oorspronkelijke sonnetten en hun schaduwrijke fluisterstem in het Nederlands toe. Geniet, of niet!
Liefs!
D.

IV.
Als een sardientje siste witte bast
op sintels, deed het walmen van de rook.
Ze knielde, blies: haar hoop ontvlamd alvast
op warmte… het deed as opwaaien ook,
maar laaien bleef het uit waar die weer landde,
geen vonkje; ’t hout was door de regen nat.
Dus, zodat niet alleen verlangen brandde
(hartstocht, dacht ze, die ze verkwanseld had
met vergelijkbaars, op een eender uur)
maar ook die dwarse kolen, ging ze blazen,
loeihard stiet zij haar adem uit, haast razend
uit haar lijf: daar ontstak een mager vuur!
…dat alsof opgejaagd direct verdween,
en achter ’t raam verrees de nacht, die blauw en duister scheen.
The white bark writhed and sputtered like a fish
Upon the coals, exuding odorous smoke.
She knelt and blew, in a surging desolate wish
For comfort; and the sleeping ashes woke
And scattered to the hearth, but no thin fire
Broke suddenly, the wood was wet with rain.
Then, softly stepping forth from her desire,
(Being mindful of like passion hurled in vain
Upon a similar task, in other days)
She thrust her breath against the stubborn coal,
Bringing to bear upon its hilt the whole
Of her still body … there sprang a little blaze …
A pack of hounds, the flame swept up the flue! —
And the blue night stood flattened against the window, staring through.
Ditmar Bakker vertaalt