Wat een gifkikker is die Co Woudsma toch! de recensie van Matthé ten Wolde op TZUM valt verkeerd



Wat een gifkikker is die Co Woudsma toch! Matthé ten Wolde schreef een keurige recensie op de Tzum-site over de nieuwe bundel van de Amsterdammer Woudsma – nou ja daar leeft hij. Was Weesp maar Weesp gebleven – je krijgt er bij een inlijving gratis en voor niks nou eenmaal ook blijkbaar een dichter zuurpruim bij. het leven is afzien. “Zolang de stad maar vrolijk is” de titel van Woudsma’s nieuwe bundel, ja ja.  waarom er zo nodig een hoofdletter moet worden geschreven aan het begin van een zinsdeel is een raadsel. nou een stad met dichter zuurpruim Woudsma is per definitie minder vrolijk dan een stad zonder Woudsma.
 
Onze Woudsma is niet te spreken over de recensie van Matthé ten Wolde – de recensie is ‘zuur’, het is ‘nonchalant gebabbel’, Matthé ten Wolde heeft volgens onze Woudstra geen verstand van poëzie en mist gevoel voor schoonheid en humor. Onze Woudstra gooit er ook nog even een drogreden tegenaan – zijn vorige bundels werden toch ook goed ontvangen nou dan? ja wat nou?

Wat een gifkikker is onze Woudsma. Matthé ten Wolde de recensent wijst in zijn recensie op Woudsma’ s rijmelarijen – ik zal er een citeren: ‘Je kunt in stapels witte onderbroeken naar onvergankelijke vlekken zoeken.’ Nou u begrijpt het verder wel!

Matthé ten Wolde memoreert een gedicht van onze zuurpruim Woudsma waarin hij de overleden dichter Starik wegzet als een schreeuwer. Ik heb Starik gekend – je kunt alles van hem zeggen maar een schreeuwer was hij niet.  Het is terecht dat Arjan Peters in de VK onze zuurpruim Woudsma terecht wees.

Het meest irritant is wel dat zuurpruim Woudsma de poëziewijsheid in pacht denkt te hebben. Voor 150 euro per sessie leert meneer je wel hoe je poëzie moet schrijven. en dat doet ie al vanaf vorige eeuw. wie tuint daar nou nog in?  Meneer beoordeelt ook manuscripten – 50 euro per uur – hupsakee – ‘Groeplessen geef ik of bij mij thuis’ lezen we op zijn site. Misschien moet zuurpruim Woudstra daarachter in die uithoek van Amsterdam eerst maar eens lesje aan zichzelf geven. Als ik de recensent Matthé ten Wolde goed begrijp hoeven we Woudsma’s bundel niet te kopen. Wie zit er te wachten op rijmelarijtjes en beledigingen. Ik niet. of zoals wij dat hier altijd op koninklijke wijze formuleren: Wij van hier – niet.

Share This:

IEN VERRIPS: ‘zoals de liefde die zich niet laat vangen en kansloos is bij ongeduld en dwingelandij…’

zoals de liefde die zich niet laat vangen
en kansloos is bij ongeduld en dwingelandij
 



alsdan kwam langs bleef hangen in mijn hoofd
zachtjes deinend wachtend op een plaats in
een gedicht dat zich niet voordeed
geen zin kwam op
geen regel waarin alsdan passen zou
geen thema dat zich lenen liet

het woord vasthoudend wou maar niet verdwijnen
het zachte deinen het vragend wachten
werd langzaamaan een stampend eisen
ruimte voor iets anders liet het niet

zoals de liefde die zich niet laat vangen
en kansloos is bij ongeduld en dwingelandij
 

IEN VERRIPS – july 2023

Share This:

Peter Berger: ‘Zwaar als meloenen bungelen haar borsten genadeloos in een slobberende bloemetjesjurk. Melkwit en blauwgeaderd als roquefort…’



Zwaar als meloenen bungelen haar borsten genadeloos in een slobberende bloemetjesjurk. Melkwit en blauwgeaderd als roquefort. Mijn blik kan er ternauwernood aan ontsnappen. Bij de kassa voorover gekromd, sorteert ze een handvol muntjes om de schade, van negen euro zoveel, te vereffenen. Tellen lijkt niet haar sterkste punt want de muntjes van een, twee en vijf eurocent glijden meermaals traag door haar dorre handen. Maar misschien zijn het haar ogen die het haar beletten om het poepbruine kleingeld te ordenen. Na poging vijf schudt ze hopeloos het hoofd en schuift weifelend het kartonnen bakje gevuld met glanzend rood fruit terzijde. Haar oogopslag is opmerkelijk monter, maar haar blik spreekt boekdelen. Zachtaardig staart ze zeegroen in mijn ziel, met pupillen zwart als speldenknoppen die liefdevol pulseren als golven in een eindeloze zee. De caissière mompelt iets onverstaanbaars en neemt vervolgens kordaat het heft in handen. Opnieuw duurt het langer dan even. Zeven euro en een beetje. Verder komt ze niet. C´est la vie.

De rij is inmiddels aangegroeid tot een man of tien maar dat boeit hier niet. Het is zaterdag. Er heerst geen haast en er klinkt geen afkeurend gemurmel; noch wordt er uit leedvermaak gegrinnikt. In mijn broekzak brandt een ooit onder mijn matras verdwaalde twee euro munt. Gisternacht gevonden. ¨Contribution pour les fraises,¨ zeg ik, het kleinood tussen duim en wijsvinger op het roestvrijstaal klikkend. Als blikken doden konden was ik subiet ter aarde gestort. Maar als ik uitleg dat het hier onvervalste Hollandse aardbeien betreft, en ook ik vandaar kom, gaat ze morrelend overstag. ¨Merci monsieur Néerlandais,¨ klinkt het krachtig uit de grond van haar hart. Dan schuifelt ze richting piepende schuifdeur en zoeft vervolgens mijn leven uit. ¨Bonne soirée,¨ roep ik haar nog na. Maar de deur is al dichtgeklikt. Achter mij komt krassend een onwillig karretje in beweging. Mijn kassabon valt niet tegen. Dat is hier jarenlang anders geweest. Buiten staat een zwoele bries. 
Ik ruik er Eva´s adem.


Peter Berger

Share This:

Pom Wolff & Frans Terken – over en weer – week 3 – WEET JE KIND

de dichter Frans Terken neemt de uitdaging aan – de komende negen weken schrijven wij in het weekend op pomgedichten punt nl over en weer. ik schreef Frans dat wat mij betreft het een persoonlijk thema mag zijn. dochter Sonne bevalt rond 1 augustus – ik schreef Frans: een persoonlijke reeks – de verwachting – het geboren worden – en dan het leven in Frans – en dat we het mogen meemaken. Frans stemde in:  eind september wordt zijn oudste zoon Tjebbe vader.

Eijlders Dichtersmarathon

Op zondag 16 juli 2023 is de DERDE Eijlders Dichtersmarathon, vanaf 10 uur in de ochtend tot in de late middaguren. Een dag lang worden de mooiste gedichten voorgedragen, naar het thema Wat ik mooi vind?

De presentatie is oa in handen van de dichter Frans Terken. De deelnemers hebben 5 minuten tijd voor 3 of 4 gedichten. Vooraf aanmelden kan, maar hoeft niet. Voor meer informatie, zie Eijlders Dichtmarathon


(…)

weet je kind straks weten we
samen tegen beter weten in
 
lachen we zachtjes
om de P in de maand –  elke maand
 
pizza, patat, pindakaas en pannenkoek
en laten we de poffertjes niet vergeten
 
houden we onze hoofden tegen elkaar
weten we weer wat warmte is
 
glimmen je ogen van de joppie toppie
en de mijne van het houdste van
 
pomwolff

M maakt muziek

Ach die maanden van P maar weet dat 
het eerst nog van de M is – die van meisje

je drinkt de melk van je moeder
kijkt al met montere ogen de wereld in

zie je de mensen die met je meeleven
merkt in ons midden dat niet alle begin

meteen makkelijk is – we horen je murmelen
met mmmm maak je je meester van de taal

uit jouw mond zal het als muziek klinken
een machtig mooi lied van zo houden van


© FT 13.07.2023

Share This:

Erwin Vogelezang: ‘zomaar op een januarimorgen zag ik ze weer staan: de hemelswitte schoenen van mijn vader…’

Witte schoenen

I

zomaar op een januarimorgen
zag ik ze weer staan: de hemelswitte
schoenen van mijn vader

ze stonden wat verloren op de kokos keukenmat

en heel even dacht ik

maar

het was een speling van het licht
dat bleek
wit door het keukenraampje viel.

al het andere is ijdelheid.

II

hij droeg zijn witte schoenen graag,
mijn vader.

er staken dunne benen uit
die rood en blauw en rouw
waren gerand.

ze knakten
als cocktailprikkers
wanneer hij in hurkzit zat

en schoenen poetste boven
op de keuken
mat.

III

zo dun zijn benen, zo groot zijn handen,
maar vaal

als oude vlaggen die hij streek
en opborg voor de nacht

in een la naast zijn bed

waaronder de heilige geest
gebotteld op hem lag te wachten.

IV

soms seinde hij met zijn handen
overgave
vanuit het lakenwit van bed

een weifelend wit op wit
als een voorzichtig opgeven
van kleur.

vandaag
weer overgeven,

de trap niet meer opgekomen.

V

het was net zo’n dood
gewone ochtend in januari
waarop hij roerloos klaarlag;

de vlaggen voorgoed gestreken
zijn handen meer
als ankers nu

reikten haast tot op de grond.

zijn enkels rouw zijn lippen
blauwgerand.

ik salueerde hem
oh, captain, my captain
met een vinger van mijn hand.

VI

maar ondanks dit
desondanks dat
en alles

dat er al zo lang niet meer toe doet

zeg ik je nu

ik zou je het liefste de trap op willen dragen
vraagloos en voorzichtig
zoals je dat met breekbare dingen doet

ook

zelfs als ze schreeuwen.

VII

maar
ik fluisterde alleen maar
papa

loop dan, loop dan

ga omhoog en
loop op je wolkjes

je vuil
grijze rook achterna.

VIII

al het andere is ijdelheid.

Erwin Vogelezang

Ik heb zitten dubben of ik een reactie zou schrijven bij het gedicht ‘witte schoenen’ van Erwin Vogelezang.
Ik schrijf namelijk zelden reacties bij gedichten.
Maar die witte schoenen zitten nu al een paar dagen in mijn kop en ik heb gegraven in mijn onnoemlijk scherpe geheugen of ik ooit zo gegrepen was door een gedicht als witte schoenen.
Ik ben tot de slotsom gekomen dat die schoenen mij in elk geval dusdanig hebben ontroerd zoals een gedicht me nog nooit heeft ontroerd.
Dat moest ik even kwijt.


Joop Komen

Share This:

VON SOLO analyseert de wereld: ‘Ik vraag waarom ze dan niet wat minder gaat werken. Ze ontsteekt in toorn en verwijt me dat ik dat makkelijk kan zeggen, omdat ik ‘zeker bij de overheid werk’.’


We zitten aan de keukentafel. De vriendin van mevrouw Solo klaagt, dat ze zoveel stress heeft. En dat het zo druk is. Ze is werkzaam in een kleine maatschap van strafrechtadvocaten. Ik vraag waarom ze dan niet wat minder gaat werken. Ze ontsteekt in toorn en verwijt me dat ik dat makkelijk kan zeggen, omdat ik ‘zeker bij de overheid werk’. Mijn gedachten zet ik niet om in woorden. Dat ze misschien dan zelf ook beter zou overwegen bij de overheid te gaan werken, geef ik haar als tip niet mee. Ik weet niet of zij er al klaar voor zou zijn haar huidige levensstijl zodanig om te gooien. 
 
Het doet me denken aan een vrouw die ik jaren geleden leerde kennen. Ze is werkzaam in de ‘creative industry’ en de PR. Iets met ‘branding’.  Allemaal heel erg hip en selfmade. Intussen heeft ze een florerend ‘branding agency’. Ze is wat men zou omschrijven als een succesvol ondernemer. Een boegbeeld voor het competitie gedreven ondernemerschap. Geniet bekendheid en aanzien. Heeft haar schaapjes op het droge en dat heeft ze allemaal zelf gedaan. Wat in de kantlijn wel leuk is, is dan om het geld te gaan volgen. Als je dat doet kom je erachter, dat de grootste opdrachten allemaal van de overheid of de semioverheid komen, die natuurlijk allemaal zelf niet in staat zijn om hip te zijn, maar daar wel altijd heel veel behoefte aan hebben. We worden dus wel betaald uit dezelfde ruif.
 
U merkt, dat ik mij tot op zekere hoogte kan ergeren aan het neerkijken op overheidsdienaren, door ‘succesvolle ondernemers’. Het woord ‘ambtenaar’ doet het nog altijd slecht in breed gezelschap, zeker als er echte ondernemers aanwezig zijn. Dan blijf je het luie pispaaltje. En dat snap ik ook wel een beetje. De overheid draagt een bureaucratie met zich mee, die efficiëntie pretendeert, maar bol staat van onzinnige administratie en regeltjes, waar mensen vooral last van hebben. Maar zoals met Duitsers in de oorlog, bestaan er ook goede ambtenaren bij de overheid.
 
Maken deze ‘ambtenaren van de markt’ de wereld nou beter, of dragen ze massaal mee aan het slechter worden ervan? U begrijpt dat dat een retorische vraag is. In vele culturen was de handelaar de laagste op de sociale lader. Temeer, omdat hij het minst toevoegde aan de maatschappelijke welvaart en het goed van de wereld. Net zoals bankiers die rente vragen en daarop draaien. Of exorbitant rendement op je investeringen eisen. Geld en spullen is niks onder de streep.   
 
Ik accepteer voor wat het is, dat hard werken een alleenrecht is van kapitalisten en zogezegde zelfstandigen. Laat het hun reddingsboei zijn, die ze blind maakt voor de onzin ervan. Het is alleen jammer, dat daar aan het einde van de rit zo weinig mensen of dieren beter van worden, behalve aan de top van dat piramidespel. Terwijl zij genieten van een Zwitserleven pensioen op hun jacht, rommel ik in de tuin wat in de composthoop. Dat verbetert de bodem voor planten en ander bodemleven. Ooit zal ik daar ook weer deel van uitmaken. Het is iets waar ik in geloof en waarvan ik denk dat het belangrijk is. Om iets na te laten, dat de wereld beter maakt. Stiekem ben ik daar trots op.


 VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl 


 

Share This:

het pluimstruikje van dichter Gerdin Linthorst

5 jaar geleden kreeg ik een onooglijk struikje van dichter gerdin linthorst – grande dame ooit in de nederlandse filmkritiek – en ‘enige’ tijd columniste op de site der sites pomgedichten punt nl – recensente dichteres columniste inmiddels genietend van de oude dag berichtte ik van het opbloeiend struikje dat pluim na pluim genereert en de hele tuin met de grandeur van de befaamde linthorstcharme inkleurt. haar antwoord:

Aaaach wat aardig Pomski, dat je me even laat meegenieten met de groei van het struikje. Ik beleef in mijn huidige toestand nog meer héél kleine avontuurtjes maar die zijn ook mooi, heb ik gemerkt. 
Zo fungeerde onlangs een hangmandje op mijn balkon onverhoeds als kraamkamer voor twee piepkleine en poeplelijke houtduifjes. Ik was er helemaal vol van maar opeens waren ze vertrokken. Ik natuurlijk in hevige mate behept met een empty best-syndrome. 
Maar gisteren ontdekte ik ze weer, in de esdoorn voor mijn balkon! Ze worden nog gevoederd door moeder duif. Ik heb hartelijk naar ze gezwaaid. 
Het is een fijne zomer vind je niet?



ja wat kan/kon ze formuleren:

‘Het was toch een kleine moeite geweest om in Een maand later de twee sterren te laten stralen in een scène waarin links in beeld op de achtergrond wat middelbare scholieren joints met elkaar uitwisselen en rechts in beeld twee bejaarden over een hondedrol uitglijden terwijl hun tasje uit hun handen wordt geroofd. En waarom drijven er in de grachten van Amsterdamned geen oude matrassen en kapotte stoelen rond? Zodat de buitenlandse kijker in één oogopslag gewaarwordt hoe men in de hoofdstad van Nederland van zijn overtollige huisraad afkomt?
Een van de scherpste critici van de Nederlandse film verklaarde drie jaar geleden tijdens het Internationale Filmfestival te Rotterdam: ‘Als ik van mijn hotel naar het festivalgebouw loop, zie ik in vijf minuten meer van Nederland dan in alle Nederlandse films’. De spreker, een Engelse journalist, raakte met zijn kritiek, hoe deprimerend ook om aan te horen voor Nederlandse filmmakers, de kern van het succes van hun Engelse collega’s’

Share This:

Merik van der Toorn – oorlog in amsterdam zuid – buurvrouw in opspraak: “De misdadigheid waarmee je me hebt behandeld”

het rommelde en donderde al een tijdje in amsterdam zuid – de immer naar vrede strevende en uit een & al goedheid gegenereerde merik van der toorn leeft in onmin met buuf. merik bejubelde aanvankelijk buurvrouw – maar hoe het is gekomen (we komen maar niet achter de waarheid) momenteel is het oorlog in zuid. donkere wolken hangen dag na dag boven zuid – de gehele stad mag meegenieten van de vijandelijkheden over en weer tussen de beroemde amsterdamse dichter en zijn buuf. merik van der toorn heeft een wolf aangeschaft ter verdediging – (zie het beestje gevechtsklaar op onderstaande foto) zonder wolf durft hij niet meer in het openbaar te verschijnen. zo erg is de toestand in de wereld momenteel. op de foto zien we hem tevens gewapend met een knipschaar – de in liefde bloeyende liefdesstruik die buuf en dichter ooit gezamenlijk plantten gaat eraan zien we merik van der toorns ogen spuwen. met wortel en al is deze liefdesstruik inmiddels verwijderd. de wolf houdt de wacht. lees hieronder de poëtische afrekening met buuf:


Hoi Pom,
Een tijdje terug was het koek en ei tussen mij en de buurvrouw. Ik schreef lyrische poëzie over haar op pomgedichten… maar ach hoe kunnen tijden veranderen….zie pomgedichten, groet, Merik


Buurvrouw,

De misdadigheid waarmee je
me hebt behandeld valt aan 
de mensen niet uit te leggen.

Hoe er ook over geschreven zal worden,
de waarheid zal niet op tafel komen.

Ga maar liggen bij je
zonovergoten blauwe zwembad en

laat je koelte toewuiven
door bruine meisjes met bloemenslingers.

Je bent mij vergeten,
ik tel de knopen van mijn jas en

mijn moeder vertelt mij:
het is maar een burenruzie, jongen. 


Merik van der Torren

Share This:

Ien Verrips: “die dag was er niemand om aan te denken…”


ze liep alsof ze zocht
een herinnering misschien 
een voorval als houvast
die dag was er niemand om aan te denken
ze liep alsof ze wist wat wachtte
dat zij licht zou zijn
in haar gedachten 
zich overgeven zou
aan de roep van de rivier
dat zij geruisloos zinken zou
en weten misschien dat zij
het dan pas weten zou


Ien verrips

Share This:

Peter Berger: ‘Zijn blonde popje draagt een strak jurkje dat uitstappen schier onmogelijk maakt. Maar niet voor haar. Ze is de elegantie zelve. Maar haar blik dondert bliksem. Haar glimlach diepgevroren in een kille grimas…’


Een kwartiertje nog tot de drukte. Rondom Reims lijkt het Teletubbieland wel. Met van die zware trage windmolens die hemelhoog in heuvelachtig idyllisch groen rondspoken. Witter dan wit zijn ze. Kalmte en rust. Orde en regelmaat. The sky is blue. Even later is het raak. Bingo! Daar gaan we. Ik raak er steeds de weg weer kwijt. Zoals het hoort in Reims. Rechtsomkeert? Mooi niet! Gewoon verder. Straight ahead. Blik op oneindig. Lost in space. 

Ik volg de borden Champagne-Ardenne want dat klinkt als onvervalst avontuur. Een half uur later trekt een hobbelig landschap voorbij. Met druiven, druiven en nog eens druiven. De wegjes smaller dan smal. Soms steiler dan steil. Dat leidt nergens naar. Het pad loopt uiteindelijk dood. Toch achteruit dan maar. En bij de splitsing beneden links deze keer. In de verte een kerkje.

Het is een gehucht uit een prentenboek. Lieflijker dan lief. Rijkdom alom. Te keurig om Frans te zijn. Dommage! Op elke deur prijkt een imposant naambord waarachter meestal een proeverij schuil gaat. Want elke dorpeling bezit een zelfbenoemd Chateau. Verleiding? Welnee, ik ben het gezuip even zat. Op het plein voor de Mairie staat een glimmend zwarte VIP bus: Tour De Champagne. Met sierlijk gekrulde letters in goud. Zo ́n onnozel toeristentreintje op veel te grote rubber wielen ernaast. Volgepakt met licht beschonken dagjeslieden. Daarachter een parelwitte Porsche waarvan de deuren geluidloos openzwaaien. 

Een grote gouden klok bungelt zwaar aan z’n pols. Zijn blonde popje draagt een strak jurkje dat uitstappen schier onmogelijk maakt. Maar niet voor haar. Ze is de elegantie zelve. Maar haar blik dondert bliksem. Haar glimlach diepgevroren in een kille grimas. Nowhere to run. Nowhere to hide. Ik druk het gaspedaal nog maar eens in want het voelt alsof ze met mij samenvloeit. Vluchten kan niet meer.

Peter Berger









Share This: