Vera Jongejan – oh hoe zoet is de bloei!

Vera Jongejan op haar manier aan een nieuwe lente toe, een nieuw begin – ik zeg nog even wachten lieve Vera – dat kan altijd nog – eerst maar eens schitteren op het OBA podium van Lucienne Köhler aan het einde van de maand – zie poster hieronder. de foto hierboven is van André Homan – dank je wel – optreden van Vera afgelopen week op de boot van Catelijne aan het einde van de wereld.
Wie is er bang voor groen?
1
het wacht op je als je bent uitgespeeld
een immens veld van troost
daar lig je dan
alle insecten op ooghoogte
knagend kriebelend zoemend
en jij met je kwetsbare velletje
zo angstig eetbaar
2
Het begon met een handje vol letters
ik strooide ze uit op papier
zag met verbazing de puntjes komen
dat ze groeiden tot zinnen
ze klommen omhoog langs mijn benen
zo kan ik niet lopen riep ik nog
voordat ik werd overgenomen
maar toen het groene sap
heilzaam ging stromen
schreef ik gewiegd door de wind
dansend de vingers
dit was de bedoeling
en oh hoe zoet is de bloei!
Vera Jongejan
Ditmar Bakker in hogere sferen

DE TOCHT
Op zoek naar zingeving, God…of Godot
doseerde ik een greintje (in mijn thee)
van ’t valse stiefzusje van LSD:
Chinese waar, van ’t internet, en zo
ervoer ik gefracteerd een avondshow
waarin fantasmagorische Idee
van Plato bij herhaling óp kwam–nee,
dóórbrak, als een fractal. Nee, legio.
Een Hel: die kwam, en ik zou die bewonen.
Eén zekerheid, daarmee: ik ben alleen,
en ook het universum, dat eonen
beslaat, ben ik, en ik kan nergens heen.
Dit, wijl de nacht, gemaakt voor ieder dromen,
als alles wat ontastbaar was, verdween.
***[D.B.]
Peter Posthumus – het is te laat

Geen geld meer in de buidel
geen voorraad of munitie
meer voor handen
dood zijn de soldaten
weg het wankelend regiem
de schepen zijn vertrokken
ver voorbij de horizon
geen ontsnapping mogelijk, geen uitweg en
wat dan ook, het is te laat
in de uitdijende krochten
van het voorgekookt verraad.
Peter Posthumuus
Bij de dood van Rob de Nijs – LISAN LAUVENBERG tot het laatst bij MENNO WIGMAN – De begrafenis was mooi en droef en ik hoop dat ie ergens was om eindelijk eens al die liefde te voelen.
Pakjesavond
Dan denk ik aan ’t konijntje, dat ik zag
Als kind vóór Sint Niklaas achter het glas
Van dure speelgoedwinkel. O! dat was
Zo’n prachtig beestje, grijs en wit; het lag
Gezellig in zijn mandje in mooi-groen gras;
En als ‘k van school kwam, bleef ik iedre dag
Staan kijken, bang, dat ’t weg zou zijn. En, ach!
Eens was het weg: en toen begreep ik pas,
Dat ik toch heimlijk steeds was blijven hopen,
dat ik ’t zou krijgen. Thuis heb ‘k niet gepraat
Over ’t konijntje, maar ‘k wou niet meer hopen,
Omdat ‘k dan huilde, aan die kant van de straat.
Nu zou ‘k me zo’n konijntje kunnen kopen,
Maar ik word zelf al grijs. Want alles komt te laat.
J.A. Dèr Mouw
Na de begrafenis.
En na de begrafenis ga je eten kopen bij de Lidl, omdat een mens nou eenmaal moet eten om te kunnen leven. En leven wil ik. Als ik aan leven denk, nadat we jou zo dood en zo alleen achtergelaten hebben op dat grote kerkhof,dan komen de tranen weer. Maar de Lidl is vreemd, anders, huiveringwekkend koud en als ik al die spullen zie, wil ik in de vrieskist bij de spruitjes liggen en even alleen maar heel erg stil zijn.
Raadselachtig wat je met al dat eten moet, de blikken in gelid uitgestald, de groentes kleurrijk vragend om mee te mogen in je mandje om er iets lekkers van te maken. Maar ik wil niks lekkers vandaag. Ik wil de droefheid vergeten, weg eten, tot het kale bot te voorschijn komt, van een groot gemis. De wijn begrijp ik vandaag nog wel en een borrelnootje misschien. Een mens moet vieren dat ie leeft en waarom doet iedereen dat toch zo graag met borrelnootjes, stukjes kaas en wijn?
De laatste keer dat ik je sprak, waren we op zoek naar de wijn en een hapje voor erbij, de verzameling dichters en anderen hadden de schalen al leeggevreten, er waren nog wat borrelnootjes. Die slecht voor jouw hart en slecht voor mij, maar toch, bij het droeve klinken van onze glazen, kraakten de nootjes tussen onze tanden. Droef om wat we achterlieten, van onszelf in ziekenhuizen. Droef omdat onze ooit jeugdige Stürm und Drang om de poëzie te leven niet meer mogelijk was.
Jij hebt een talent voor leven, zei je. Ik niet, ik kan het niet en ik weet dat ik het ook niet meer kan leren. Ik probeerde je nog te vertellen hoe groot je talent voor schrijven en ontroeren is, maar ook daar was je somber over, je zag noch het nut, noch de schoonheid van je eigen werk. Een hopeloosheid die niet meer te verhelpen bleek en een aanval deed op je lijf.
Ik zag en hoorde gisteren hoeveel er van je gehouden wordt, om wat je als mens was en omdat je vanuit wie je was, die prachtige precieze verzen schreef, die je letter voor letter uit je vingers wrong, nacht na nacht.
Het verheugen op een weerzien is nu voorgoed voorbij. De wereld is kleiner, nu jij kleine integere, liefdevolle en geweldige dichter er niet meer bent.
Je hart, je hart, je hart. Zwart.
- Lisan Lauvenberg
9 februari 2018
Omdat je er zo om moest lachen, en je een aantal dichters herkende dit gedicht.
Wat ik nog had willen zeggen
Nee,
Bij een dichter kun je niet wonen,
hij verzint
van baksteen een huis,
zonder verwarming en de wijn
komt uit jouw achterzak.
Verwacht van mij geen verbeelding.
De waarheid is vals.
Mijn geweten is zuiver
ik luister
met mijn hart.
September 2010
In de Doffer.
Anke Labrie, Karlijn Groet en Jorge Bolle winnen de enige echte virtuele – is de ergste dag echt aanstaande – trofee op pomgedichten punt nl
dank aan alle dichters die inzonden. ik kom tot 3x goud dan kunnen de andere eremetalen in de kast blijven. de waterhoentjes en de twee zwarte zwanen van Jorge Bolle ontroerden. zo ook het beeld van ‘hem’ in Anke Labries hart én zo ook Karlijn Groets hoop op dat gebaar met de hand van elk van ons. onder de gedichten de commentaren – de winnaars van harte gefeliciteerd.

Een beetje laat; lange aarzeling om het in te sturen.
Ik kan niet altijd opbeurend schrijven in deze confronterende tijden.
Zie maar of je het plaatst.
De zon schijnt in ieder geval en ik moet denken aan een lied van Maarten van Roozendaal, met die lammeren (nog opzoeken).
Een mooie zondag voor jullie.
Hartelijke groet,
Anke
noodpakket
radiootje: al gesloopt bij het uitproberen
wc papier: beperkt verkrijgbaar
potjes witte bonen: koud ook wel te eten
pakjes crackers: hoelang houdbaar
kaarsen: licht en nog wat warmte
water: daar bestaan we vrijwel uit
en die paar gedichten
toch ook maar uit haar hoofd gaan leren
het laatste beeld van hem
op die allerergste dag
zit veilig in haar hart
anke labrie
16-03-2025
Anke schetst het leven nu – onontkoombaar en genadeloos. en zie hieronder hoe en waarom en met welk een vermogen:
hier groeien geen blauwe plekken
hier wordt in kleur bekend
hier beheerst een vrouw de grond
zie hoe zij het leven draagt
en het leven vond
pw

Tijd: 10:30 – 13:00 uur
Locatie: Villa Maarheeze, Rijksstraatweg 675, Wassenaar (toegang via Oud Clingendaal straat)
Voor wie? Iedereen die Anke Labrie en de Care4BrittleBones Stichting een warm hart toedraagt.|Wat kunt u verwachten?
Een sfeervol ontbijt & poëzie
Indringende verhalen over een leven met OI
Muzikale klanken van Bjorn van Rozen
Een tentoonstelling van Anke Labrie’s prachtige schilderijenDeelname is gratis, maar wij hopen op een vrijwillige donatie om het leven van mensen met broze botten te verbeteren. Uw steun maakt écht een verschil!
Kom langs, laat u inspireren en vier deze bijzondere dag met ons mee. We kijken ernaar uit u te verwelkomen!
Aanmelden? Laat ons even weten of u erbij bent via dit link: https://www.formdesk.com/care4brittlebones/Ontbijt_30_Maart_2025
Met warme groet,
Care4BrittleBones Stichting

Het regent op de Grand Prix,
Max Verstappen wisselt simpelweg
vier brandende banden.
Het mag wat kosten,
rijendik betaalt men de prijs.
Ik verstop me in een Louis Vuttontasje
en doe niet meer mee.
Nergens ben je meer veilig voor
de snelheid van de waanzin.
Alleen de waterhoentjes
en twee zwarte zwanen juichen nog.
Jorge, Melbourne 2025
ik val op de waterhoentjes en de zwarte zwanen van jorge. het zijn die onverwachte wendingen die een gedicht zo mooi maken. ze doen denken aan een gedicht van – hoe heette ze ook al weer – jet heette ze – crielaert met ae of aa of met een d – zij zal het weten – jet schreef een gedicht over een geliefde met de meest vreselijke dingen erin om dan met die slotregel te eindigen: en dan kom jij met bloemen – zoiets was het. alle waterhoentjes houden van jorge.

het is de hand
nu de wereld wordt vervangen
en wat ontstaat uit kwaad bestaat,
wordt het later, alsmaar later;
de nacht valt zo de hater haat
oorlog woedt in naam van wapens,
in naam van trots en winst en nijd,
niemand ziet een mens als ziel,
met wie betaald wordt in die strijd
in de staat van deze wereld
schuilt nog hoop in één gebaar:
het is de hand van elk van ons
waarmee we reiken naar elkaar
Karlijn Groet
over handen gesproken – zie hierboven bij Cartouche. ik zou bijna spreken van een klassiek gedicht. een soort heli gedicht – en wat er aan de hand is in de wereld in poëtische pracht neergelegd – de taal bijna te mooi om de verderfelijkheid van de wereld te beschrijven. handen die naar elkaar reiken – een mooi beeld.
- Anke Labrie – het laatste beeld van hem
- Jorge Bolle – Alleen de waterhoentjes
- Vera Jongejan – hebt lief
- Cartouche – die in ons leeft en leven geeft
- Karlijn Groet – het is de hand van elk van ons
- Rob Mientjes – neem nooit maar geef veel liever
- Rik van Boeckel – De tijd gaat aan alles voorbij
- Frans Terken – zingen van warme adem en zachte handen lezen
- Max Lerou – herfst in holland
- Luk Paard – en zoveel verlore

weet je
vroeger had je nog een vrouw
die met een brief liep
een dichter
die je de weg wees
een veldwachter
konijnen met myxamatose
nu de warmte uit alle tijd geslagen
is de ergste dag aanstaande
weet je lief
ik kruip nog even tegen je aan
pw

Nu het oorlogsvirus is uitgebroken
praat men over niets anders meer
wordt het dienstplicht om te sterven
ver voor het tijdstip van je dood
moeten we zelfvoorzienend worden
de infrastructuur wordt vermoord
ons leven hing toch al aan de draadjes
de stinkendrijke speelman is gestoord
en alle wereldleiders destructief
daarom komt schuilen in elkaars armen
wees elkanders naaste en hebt lief.
Vera Jongejan
tsja we behoeven allemaal wel warmte linksom of rechtsom, zijn warmte haar warmte of de ieder geldende lieve oneindige warmte van een geliefde – in een tijd van dreiging, overlevingspakketten, menselijke platheid. ga er maar aanstaan als dichter om van oorlogsrommel nog iets moois te maken. de oproep van Vera in de laatste regel omarmen wij. ondanks de dichtregels hieronder zo genadeloos waar ook:
wordt het dienstplicht om te sterven
ver voor het tijdstip van je dood

Raken
dagen rekken zich van vorst aan de grond, kou
in de lucht tot zon die haar bedrieglijk lied speelt
van lonken, slijmen, de unverfroren dreiging om ons
het hoofd op hol slaat, de das omdoet, het engste
ergste, maar daar malen we niet om, vandaag
als we straks vannacht eenmaal dood moeten
hebben we, tot de bom barst, altijd nog
handen om ons te omschrijven, te lezen
warmen en monden vol als vurige tongen
die elkaar vinden zonder spreken – laat ons
van al ontdaan, omgorden met een negligé
van liefde – hebben we altijd nog iets
dat ons te ontleden en kleden weet
de brille en weerschijn van poëzie
die in ons leeft en leven geeft
elkaar – het kan
nietwaar, mijn lief
16-03-2025 / Cartouche
ook Cartouche doet een oproep laten we ons maar kleden en hullen in de kleding van de liefde om tenminste nog iets te hebben – leggen we op de geliefde doorschijnende warme kleding van de poëzie. ja ik zie wel een tafereel voor me waarin lief gelezen wordt maar ook gezocht wordt naar de ultieme warmte van de geliefde en dat het lezen dan stokt. we hebben altijd onze handen nog… schrijft Cartouche

Je hebt zo van die dagen die eindigen in de top duizend van bad hair days. En ja. Daarover moet ook gedicht worden. Geen beter medicijn dan een dichtsel.
Fijn weekend dan toch.
Groet, Rob
Zolang het haar maar goed zit
Neem haar nooit de maat
er zijn zo van die dagen
compleet uit model
geen knip voor de neus waard
sla over
blijf liggen
ga niet in discussie
neem nooit de maat
accepteer haar dagenraad
ontborstel en ontwar
kap met salonpraat
laat maar hangen
laat het los
neem nooit maat
haar in de maling
dun versneden word je
gehakt in mootjes
fileerd als vis
als het weer zo’n dag is
neem nooit
maar geef veel liever
Rob Mientjes
ja een volstrekt andere kijk op het wereldleed en de mensheid – vroeger zou je zeggen heeft de dichter wel het thema getroffen – nu zeggen we dichter kent en schrijft met een frisse blik op het gevraagde thema – lekker persoonlijk gehouden ook – een wijze raad tot slot – in de slotregels.

Ik hoop dat de ergste dag niet aanstaande is. Maar je weet het niet vanwege de macht van dictator Poetin en dictator-in-spe Trump. Poetin’s geheime agenda is terugkeer naar de omvang van de Sovjet-Unie. Daarom zijn vooral de Baltische staten bang voor hem. En Finland is in het verleden ook al een deel kwijtgeraakt want Karelië dat nu Russisch is was ooit Fins. Ik weet dat omdat ik in Finland en de Baltische staten Estland en Letland ben geweest. En wij zijn natuurlijk voor de onafhankelijkheid van Oekraïne. En Trump moet van Groenland, het Panama kanaal, Canada en de Gaza strook afblijven.
Dus laten we ons voor de liefdevolle tijd arrangeren en stimuleren om zo de ergste dag te vermijden.
Met dichterlijke groet
Rik van Boeckel
Omhelzing van de liefdevolle tijd
De tijd gaat aan alles voorbij
aan zinvolle goede en zinloze kwade dagen
dat is beschaafde of onbeschaafde werkelijkheid
voor een ieder die niet weet waarvoor hij of zij staat
wees voorzichtig voor deze realiteit
door vol liefde langzaam of snel te omhelzen
dat is de echte wijze raad en goede reden
voor de troostrijke waardevolle tijd van vrede
omhelzing van de liefdevolle tijd
laat geen dictator toe
laat geen vernedering ontstaan
weet de ergste dag vol passie te vermijden.
Rik van Boeckel
14 maart 2025
rik ziet de tijd als reddingsboei – ooit ooit en jij jij – de ellende gaat voorbij – zie daar de samenvatting. wie rik kent weet dat de woorden recht uit zijn hart komen. met de precisie van een taalchirurg komt de dichter tot de kern van het kwaad en voor de napijn biedt de dichter ons een helend recept – geschreven in de eerste regel van zijn gedicht.

Ja, de ergste dag, laat ik de ellende vandaag klein houden, het is allemaal al erg genoeg. Hoop, en liefde, dat dan toch maar, daar hebben we ook Bjorn voor.
Weekendgroet,
Frans
Het kan altijd erger
Het kan altijd erger zeg je
terwijl je de deur voor m’n neus dichtsmijt
zoek het buiten maar verder uit
dat buiten waar ik doelloos ronddwaal
in gure noordenwind die dwars door m’n jas waait
wacht ik aarzelend af wat er gaat komen
dat de dagen al zwaar en naar genoeg zijn
bij de aanblik van donkere krantenkoppen
niet nog dit erbij op m’n gammele pad
zijn er ergens de etalages van modezaken
poppen gekleed in vrolijke voorjaarsjurken
met een bloeiende kijk op wie er voorbijschuift
een andere wereld dan die waar het leed leeft
ongedempt als in de boeken achter de kijkvensters
voor ons tussen de vrolijkheid door tentoongesteld
in al die verhalen weer de liefde vinden
zingen van warme adem en zachte handen lezen
al is het buiten op een bankje in een park
© FT 15.03.2025
zoeken en vinden – een bijna rond verhaal met een hoofdpersoon op zoek naar een voorjaarsbankje in de zon met een geliefde – de boekenweek is begonnen – dichter terken verwerkt romanproza in een gedicht.

herfst in holland
takken die het vocht niet langer verdragen
zeggen de bladeren vaarwel
nog eenmaal tonen die waartoe in staat
de staat van kleur bekennen
daarna het ruisen van de wind
en schichtig nog het licht
met een duister spel
in het kreupelhout
ml
het leven, de natuur, de jaargetijden, de wereld, de mensheid en de teloorgang in 8 regels poëzie samengevat. rest het ruisen van de wind.
(soms lees je een gedicht persoonlijk en zie daar het leven in lerous notendop:
wol ff fffffffffffffffffffffftttttttttttttttttttttt)

“ zoveel verlore “
geen koffie dampend
nie’n smeuige praline
wit en vingers langs
zachte huid
jij zou hakke in alles
wat’r ooit is geweest
en drome aan diggele
je zou me toch wat
aan zovele scherve
misschien wel blauw
omdat je houdt van blauw
vannacht is er om wat leve
uit te slaan asof ik dan anders
en geen enkele droom meer
wanneer de nieuwe dag
me bij de keel zal grijpe
en’k wegzink
pas dan is’r alles
en zoveel verlore
© luk paard
luk paard weet wat snijden is – de intro natuurlijk ook al bijna een paard gedicht: ‘nee’et kan snijde soms…of alles valle in scherve blauw…’ – luk paards poëzie lijkt te bestaan uit louter uitspattingen van de taal. maar dichter weet een universum aan licht en leven en liefde, geluid en handelingen en dromen te smeden tot juweeltjes van taal.
de 25ste column van GERDIN LINTHORST op de pom: ‘Chemisch afval. Mijn Fred- en Gingerfilms, de Marx Brothers, zelfs Mae West. En de Hans Keller-documentaires, over de Vijftigers, over Paustovski, Leo Vroman. ….”
Gerdin overleed onlangs – als eerbetoon plaatsen wij/ herhalen wij op ‘haar column-vrijdag’ nog een aantal van haar weergaloze columns. deze tekst was gedateerd – eind januari 2016.
Goedendag poëten en anderen,
Plotseling steekt het de kop op. Tot dan lig je ontspannen op de bank met alweer een oud meesterwerk uit de wereldliteratuur en opeens is het er. Opruimdrift. Schoonmaakdruk. Schoonschipdrang.
Er rest de ongelukkige niets anders dan zuchtend al zijn kasten leeg te halen.
Al die vergeten schatten, verloren gewaande memorabilia. Binnen de kortste keren zit je gelukzalig op de grond in oude brieven te lezen, met verheugde kreet vergeten gezelschapsspelletjes te herontdekken, de fotoalbums van je lang overleden ouders door te bladeren (pa voor de berg, ma achter de berg, de buschauffeur naast de berg), de knalrode VPRO-koptelefoon met ingebouwde radio uit te testen (na langdurig zoeken naar batterijtjes die nog ergens moeten liggen maar waar ook weer), een assortiment 3D-brilletjes te passen, en bossen en bossen fietssleuteltjes van reeds lang verloren gegane fietsen bij elkaar te zoeken om ze vervolgens moedeloos in de nog steeds te lege gereedstaande vuilniszak te werpen. De uren vliegen voorbij, de chaos wordt steeds groter.
Een lichte paniek maakt zich van je meester. En dit nu is een vrij fatale gemoedstoestand. Dit is de stemming waarin je gaat denken: ‘Ach dit gebruik ik ook nooit meer, hup, weg. En ik kan net zo goed dit ook allemaal weggooien. Ruimt lekker op.’
In dit stadium zet men heel dierbare, lang gekoesterde verzamelingen opeens bij het grof vuil, om daar de rest van het leven knagende spijt van te hebben.
Althans, dat was zo voordat het instituut Kringloopwinkel werd geïntroduceerd. Het wegdoen van oude spullen er een stuk minder hartverscheurend door geworden. Van messiaanse gevoelens vervuld kun je gaan slapen in de wetenschap anderen een groot plezier te hebben gedaan.
Maar ziet. Onze toch niet al te bloeiende economie bloeit kennelijk nog zo hevig dat de Kringloopwinkel inmiddels alleen nog de meest waardevolle pareltjes wegkaapt en de rest resoluut weigert. En zo vond ik mijzelf onthutst terug bij mijn collectie videobanden, groot negen volle vuilniszakken, die bruut werd afgewezen door de Kringloopman. Geen aardige man, een cultuurbarbaar. ‘Da’s chemisch afval mevrouw’, sprak hij misprijzend en verdween.
Chemisch afval. Mijn Fred- en Gingerfilms, de Marx Brothers, zelfs Mae West. En de Hans Keller-documentaires, over de Vijftigers, over Paustovski, Leo Vroman. Mijn muziekbanden met Mahlers Des Knaben Wunderhorn-liederen, Cecilia Bartoli. En mijn zelf gemonteerde filmgeschiedenisbanden, gebruikt bij talloze lezingen. Daar volgde toch altijd een enthousiast applaus op, hoezo ‘chemisch afval’.
Tientallen ‘gratis af te halen’-websites later moet ik vaststellen dat in dit deel van Europa niet veel nog iets waard is in deze tijd. Elders kan men creperen, hier gaan wij langzaam ten onder in onze bezittingen. Niets wordt meer voor de eeuwigheid gemaakt. Bij de produktie van artikelen wordt een beperkte houdbaarheid ingebouwd. Iedereen zijn nieuwste modelletje en de economie maar bloeien.
Even later sta ik met mijn neus tegen het raam gedrukt te staren naar mijn natgeregende videocollectie naast de afvalcontainer. En hoop dat iemand de zakken meeneemt. En gelukzalig op de grond zittend de titels bekijkt. En zijn oude, bij het ‘repair cafe’ weer rijklaar gemaakte videorecorder aanzet. Maar ’s morgens zie ik ze onverschillig in de vuilniswagen gesmeten worden. Leve de vooruitgang.
Met hartelijke groet,
uw DinLin.
VON SOLO – landgenoten…

Naast de deur staan vier rugtassen. Elke rugtas heeft een regenhoes. Ze bevatten
elk een anderhalve literfles water en voor drie dagen instant maaltijden. Kleding is
beperkt tot twee setjes ondergoed en vier dagen sokken. Op een handige plek zit
een dolk, zodat deze ook als de zak op de rug gedragen wordt, makkelijk getrokken
kan worden. Twee van de tassen bevatten een Glock pistool, eveneens op de pak.
Verdere inventaris behelst onder andere binnenbanden voor fietsen, rudimentair
gereedschap, een verbandtrommel en waterfilters. Ernaast aan de kapstok hangen
vier regenjacks. Er staan fietsen klaar met terreinbanden. Verderop in de hal staan
achter slot en grendel staan in de wapenkluis een Walther MP5 machinepistool, een
afgekort jachtgeweer en een AK74 met telescoopvizier en klapkolf.
In de voorraadkast staat voldoende leeftocht voor een week. Daarnaast nog diverse
conserven en voldoende bloem om veel brood mee te maken. Achter in de tuin staan
nog 4 jerrycans met elk 20 liter benzine. Eveneens liggen er op een droge plek
voldoende zakken met houtskoolbriketten, waxinelichtjes en kaarsen. Kostbaarheden
zijn op onopvallende plekken begraven en zodanig afgedekt, dat op het oog niet te
zien is, dat de grond of tegels recentelijk nog beroerd zijn. Verder ziet alles eruit zoals
altijd.
We gaan naar school en naar ons werk. Krijgen zo sporadisch iets mee uit het
nieuws. Eén of andere nitwit minister maant de mensen voldoende water en
toiletpapier in huis te hebben voor tweeënzeventig uur. Onwillekeurig denk ik aan de
‘Duck-and-cover’-filmpjes die in de jaren vijftig vertoon werden in de jaren vijftig van
de vorige eeuw. Waar je verteld werd, dat je het best onder tafel kon gaan zitten, als
de bom viel. Wij moesten daar op de middelbare school erg om lachen. Om deze
bewindsman kan ik niet lachen. Want wat deze regering verzint, gaat dit land en haar
bewoners niet redden, als de pleuris uitbreekt.
Als het in vredestijd al niet lukt om de
zaken fatsoenlijk op orde te krijgen, wat verwacht je dan als er echt een keer wat aan
de hand is. Te laat met zorg als er een pandemie is en vervolgens diezelfde zorg
weer de stront in trappen. Te laat met een leger als de wereld in brand staat, maar
wel goed bezuinigd al die jaren. Te laat met fatsoenlijk onderwijs, dat verstandigere
mensen zou hebben kunnen maken. Te veel mensen kapot door een toeslagaffaires,
jeugdzorg en asielbeleid. Omdat er zogezegd te weinig geld is. Te weinig en te laat,
altijd. Maar geen winstbelasting voor Shell en de grote jongens. Prioriteiten. Monsieur
le Président, je vous fais une lettre…
Landgenoten, gaat u maar rustig slapen. Zorg dat u water, pleepapier en een
zaklamp heeft. En wacht uw NL-alert af.
VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl
Mirjam Al – Het is sindsdien dat heimwee haar overmande

www.pomgedichten.nl heeft het exclusieve recht gekregen om 65 teksten van Miriam Al tweewekelijks op de woensdag te publiceren – dat gaan we doen! de teksten zijn door haar helaas overleden vriend Merik van der Torren nog net voor zijn dood uitgetypt en van een nummer voorzien én in een blauw mapje gedaan. vandaag tekst nummer 32 – dank je wel Merik – dank je wel Mirjam Al.






