LISAN LAUVENBERG én de verwondering – ‘De Limburgse liedjes waarin Toon over de dood zingt zijn me zeer lief. Melancholisch en lief. ‘

Lisan Lauvenberg I.M. 2017

 
 
 
 
 
 .

Tijd 

 
Vroeger was ik stout
en wild
langzaam word ik oud
en mild
 
.
En nee,  deze tekst is niet van mij, maar nu de schrijver al jaren dood is en nu ik zelf alsmaar ouder word, beginnen de regels steeds beter bij mij te passen. Ik had het geluk om deze geweldige man nog te zien optreden toen hij al ver in de tachtig was. En alles wat hij zei en zong, klonk eenvoudig, maar in de eenvoud lag zijn ongelooflijk grote kracht. In de tram naar het centraal station zaten er allemaal blije mensen, die ook naar Toon waren gaan kijken. Blij en een beetje weemoedig. Wee en moedig samen vormen een woord dat ergens beschrijft hoe het zeer doet, omdat de pijn zichtbaar is, maar je hebt nog wel de moed er naar te kijken. En zo had Toon nog de moed om al zijn mooie liedjes, die hij op muziek had gezet met Gé Reinders, voor ons te gaan zingen. We wisten allemaal dat we voor hebt laatst naar hem keken. Maar hij was te goed en te grappig om daar onder te lijden, of er treurig van te worden. We waren getuigen van een wonder. Zoals hij zo vaak het woord wonder gebruikte in zijn voorstellingen en zijn versjes. Want een dichter vond hij zichzelf niet. Een versjes man een liedjesmaker. 
Mijn toenmalige geliefde en ik hebben de cd vaak gedraaid thuis, al zou hij in zijn kringen nooit toegeven dat hij dat deed. Grappig genoeg zat mijn huidige geliefde die avond ook in de zaal, maar dat wisten we toen nog niet. Wij vinden dat een wonder en een wonderbaarlijk toeval. En wij draaien de liedjes nog vaak en ook voor ons bezoek, om dat wonder te delen. De Limburgse liedjes waarin Toon over de dood zingt zijn me zeer lief. Melancholisch en lief. In een van de eerste uitzendingen van de documentaire serie over Toon Hermans  100 jaar praat Gé Reinders over dit late wonder. 
.
 
Wat ik ook een wonder vind, maar van een heel andere orde, is dat iemand vandaag niet mijn fiets heeft gestolen maar mijn fietskettingslot, die lag in mijn gele fietskistje voor op mijn fiets, die ik kortstondig op een brug bij de Da Costakade had neergezet om mijn vriendin, die een zere arm heeft een soepje te brengen. Het korte bezoek werd wel iets  langer doordat we in een stevig gesprek over vroeger belanden ( nee dat kwam niet door de soep), maar was kort genoeg om te kunnen beargumenteren dat ik overdag mijn oude fiets niet echt op twee sloten hoef vast te zetten. Maar welke gek steelt er nou een oude, niet eens zo goed functionerend fietskettingslot, waarvan ik het  sleuteltje bezit. Dus ik zuchtte: 
  .
Zou die me kennen
of deed ie het om te jennen
Had ie iets nodig om te slaan?
Of is hij er zonder reden
zonder een gezamenlijk verleden
er met mijn ketting van door gegaan? 
  .
Ik zie zo een Toon sketch ontstaan. 
 
 
.
Wereld
 .
Eerst is je wereld groot
je kunt er reizen tot en met
maar heel dicht bij de dood
is hij niet groter dan je bed
 .
maar als het wonder is geschied
waarop de mensen hopen
dan gaat als je je ogen sluit
een nieuwe wereld open
 .
Toon Hermans, cd Ik zing van het leven

Share This:

voor Lourenza – de kleindochter van Vera Jongejan


De muis,
hij heette doctor Snabbel,
was professor in de kaas.
Ik las Lourenza voor
uit haar favoriete boek. 

Juist op het moment dat
ik vertelde hoe een gigantische kater
hem had binnen geslokt,
-zijn das hing als bewijsstuk getekend
een lang eind, uit zijn bek-
zag ik de echte muis,
-die van gister-
over het keukenkleed gaan,
hoe hij snuffelde langs het kruimelspoor.
Kijk, wees ik.

Alsof hij uit het boek
was gesprongen,
-magie van het woord-
en voor ons optrad.

Net zoals daarvoor
de kikker had gedaan
in het door ons gebouwde theater.
Mijn taak was het geweest
de liefde op te draaien.
Zij zag er op toe
dat het roze plastic hart
langs wandelde
als hij de verlossende zoen kreeg
van de prinses.

Nu liep er een opgewonden meisje
met open armen op de muis af.


Vera Jongejan

Share This:

JACOB DE BRUIN gaf DERREL zijn woorden mee: “bedenk dat het niet mooier is de razende stilte van snelstromend water onder spiegelglad zwart wateroppervlak…”

derrel

Naam

het is niet erg
jij kent me niet en ik
groots meeslepend ach
nee joh doe niet gek joh

dit is verdomme anders
jij kent je vrienden nog
en er is publiek hoor
je bent publiek

zij wij jullie hun ons
je lost op in iets dat niet
mijn doodsangst is ik zal
jouw letters lezen zal ik

deze laffe woorden typen
over de hand die nooit
een blik die niet
en niet dit

bedenk dat het niet mooier is
de razende stilte van snelstromend water
onder spiegelglad zwart wateroppervlak
en nu volgt een belangrijk verzinsel

rond je geboorte krijg je een naam
opdat je leeft en
zolang iemand je naam kent
sterf je niet

mijn grootvaders
namen mij bekend
ik heb ze nooit gekust
ze zijn verrekte dood

er leven momenteel
meer dan 7 miljard mensennamen
en we kunnen woedend  proberen
niet te vergeten

derrel

 

jacob de bruin

 

 

 

Share This:

IEN VERRIPS – ICARUS 3


Met ICARUS 3 eindigt Iens serie ICARUS – onder de de derde leest u de eerste en de tweede een bevlogen bijdrage aan de site

Icarus

III de hemel

allesomvattend in mijn zijn
omlijsting van begin en eind
wat er te weten valt
ik wist het al
het menselijk gedoe, ’t is alles ijdelheid

toch, toen ik ze vliegen zag
trok ik heel even trok strak
als vreemde vogels in de lucht
de vader en zijn zoon
een vlucht naar voren
de hemel tegemoet


Ien Verrips
Icarus
 
I
de vader
 
ik zeg je doe het niet
ga buiten zoek een vrouw
ga kinderen maken
het is ons mensen niet gegund
de hemel te bestormen
laat vliegen aan de vogels zeg ik
doe het niet
maar als
dan samen
mijn jaren zet ik in
jouw dwaasheid in te dammen
maar als het moet
dan samen
al blijf ik zeggen
doe het niet
 
IEN VERRIPS
 
Icarus

II de zoon (Icarus)


van jongs af aan zag ik ze vliegen
voorbij de randen van het land
ik kreeg de hoogte van ’t verlangen
niet hier te zijn maar daar
geen spel voor mij
geen vrouw of kind
de goden wil ik volgen

al zei mijn vader doe het niet
ik zag zijn ogen blinken
ik zag hem naar de vogels turen
niet voor ’t plezier maar om ervan te leren

Ien Verrips

Share This:

pom wolff: ‘als de dood…’



1
 
nu ik je
helemaal en alles
als alles weg is
 
je voetstappen
niet meer en
nergens
 
je hand niet
meer en
nooit
 
je hand die
ik alleen nog
in een gedicht
 
over hoe wij
onbeschreven
en ooit
 
en niet wisten waar
we liepen en liepen
waar wij
 
met
jouw hand
in mijn hand
 
2
 
nu moet ik toch
de dichter in me
loslaten
 
nu alles weg is
en niets meer
zeggen
 
of alleen
alles is weg
zeggen
 

een punt
achter de dingen
als de dood
 
 
pomwolff
 


 

 

Share This:

wereldhit Mark Lohman – ‘ik weet niet hoe ik leven moet…’



De kattenbak al twee dagen genegeerd Op de overloop hing de lucht al een tijdje De avocados zijn op en de handzeep ook Ik moet boodschappen doen, ze zijn nu nog open Maar ik zit met m’n knieën op de grond It’s Time To Say Goodbye kwam langs op radio Ik weet niet hoe ik leven moet Huilend naast de kattenbak Een schepje in m’n ene hand In m’n andere een klein zakje met poep De boodschappenmevrouw achter de kassa Kent me ondertussen, ze helpt me altijd met mijn tassen Ik denk dat ze weet dat ik denk dat ik weet wat de mensen in de rij denken over wat ik eet Als ze zien wat ik op de lopende band leg Maar ze stelt me weer gerust dan Tassen die ik niet kan tillen Seksuele frustratie bij Dille en Kamille Ik weet niet hoe ik leven moet Huilend in de winkelstraat Zakken gevuld met dierenplaatjes Die ik ook nog eens aan die vervelende kinderen geven moet En dan denk ik aan m’n opa Die er niet meer is En dan denk ik aan m’n ex En dat geeft ook niet Ik verstop alles diep in het zand En vergeet het altijd naderhand tot op een dag het opeens aan komt draven Huilend naast de kattenbak Een schepje in m’n ene hand Misschien is het toch eens tijd om toch wat dieper te graven

Share This:

Rob Mientjes en de vergeten dieren en de aap uit de mouw


Vergeten dieren


Er zijn zo van die dagen
waarop iedereen iedereen vergeet
nutteloze dagen zeer functioneel 
om hoofd lijf en leden rust te gunnen
zondagsrust van weleer


vergeten dagen zijn het snel
hurry klopt maandag weer op de deur
formaliteit in tijd
hoe het weekend is geweest
ook voor pensionadas achter glas


mijn dierendag was geweldig
koffie loopt door en printer ratelt
niet meer van deze tijd
digitale barista moet het zijn
totdat de aap uit mouw verschijnt


helemaal vergeten die dieren
buiten hamster konijn en poes
hond en paard parkiet kanariepiet
hoe het de dieren vergaat buitengaats
lieve migranten uit het dierenrijk


Rob Mientjes

Share This:

André Heijnekamp wint de enige echte virtuele dieren dagdag trofee op pomgedichten.nl

dank aan alle inzenders deze week – lieflijke woorden voor het huisdier – die zo een belangrijke plaats kunnen innemen en ook vreselijk kunnen worden betreurd bij het heengaan – niet dat we het gewoon zijn hier maar we kunnen niet om het IDEALISME van André Heijnekamp heen – de dichters eigenaren van de huisdieren hebben als troost de liefde van het dier – wij van de pom zettenAndré voor de tweede week achter elkaar in het gouden zonnetje – verrassend en geestig gedicht- van harte!


De idealist
 

 Je wilde je lichaam aan de aarde geven
 je was begaan met het heelal
 helpen was het motto in jouw leven
 toezien dat was niet het geval.
 
 Je wilde dieren op een voetstuk zetten
 te zijn als wolken was jouw droom
je maakte educatieve bouwpakketten
 van de wind, inclusief stoom.
 
 Je breide een mantel voor de zeeën
 je wilde enkel goedheid schenken
 aan die beer met trage hartslag,
 
 door hem adrenaline te geven
 en daarom dat wij jou herdenken
 ieder jaar, op dierendag.

André Heijnekamp

 de cursus hoe te sterven als idealist in één aflevering te volgen en te genieten – u behoeft geen handboek te kopen en het cursusgeld hoeft niet betaald – voordat u het weet haalt u de avond hier niet en volgend jaar dierendag zullen wij herdenken. de mens als opofferingsgezind wezen getypeerd. wat gunnen we graag een aantal wereldleiders het idealisme van Heijnekamp!

 

 
  • Frans Terken – heeft het thema met poes Bambi besproken
  • Rob Mientjes – het hoofd in
  • Rik van Boeckel – die tijd ademt af en toe verder in mijn leven 
  • Luk Paard – JIJ trouw altijd
  • Anke Labrie – zo’n mooie vlieg
  • Vera van der Horst – Je ogen – twee tunnels vol vertrouwdheid
  • Ien Verrips – de ogen die het doen
  • André Heijnekamp – dat wij jou herdenken
wie wint de enige echte virtuele dieren dagdag trofee op pomgedichten.nl?
ach ja de beestjes – gisteren werd in het journaal bericht dat de psychiaters het druk hebben met leedverwerkingprogramma’s na het heengaan van het geliefde huisdier – ‘mij niet bellen’ zou ons nationale huisdier roepen – hoe dan ook – op dierendag en op de day after aandacht voor het dier – dichters zijn vrij het thema dier, beest, huisdier, beestachtigheid dichterlijk vorm te geven. we lezen het zo graag – u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.

genoeg
 
een blik nóg in het huis
waarin je woonde
en de bomen zei
dat het zo niet blijven kon
 
hier zachte stem mijn oor
vertel me nog een keer
van die bomen
van de dieren en het kind
 
in jouw taal wil ik leren
hoe in een machteloze orde
de vrede zich hervindt
 
 
©pw

 
Goedemorgen Pom,
Mooi, dit thema dit weekend, als ook jouw poëtische voorzet. Heb het met poes Bambi besproken, zij gaf me dit mee.
Warme weekendgroet,
Frans

Mijn poezendag

Alle dagen mijn dag
mauwt de poes als ik haar kopje kroel
het ochtendritueel eenmaal beneden
en geef mij de schoot van het vrouwtje
om bij te komen van een vermoeiende nacht

dat er buiten stormwind zeven heerst
deert mij niks dan kruip ik op de vensterbank
om in het grote waaien de vogels te volgen

mekker van genot als ze naar me zwaaien
zoals al die wervelende blaadjes ook
het is vast herfst dat voel ik wel
hier boven de verwarming

lekker spinnen een gloedvolle mauw nog
goed nu wil ik wel naar buiten

© FT 04.10.2025

we leven even mee met Bambi – heel herkenbaar – de volstrekt eigenzinnige aanhanklijkheid – en dat het maar even duurt – want dan gaat bambi de goddelijke eigen gang – door storm en regen en boven op de verwarming – altijd alert op wat er over vliegt. mooi.
Goedemorgen Pom,
Hier mijn kriebelige bijdrage aan de wedstrijd die geen wedstrijd is. Zoals de dierendag dag geen dag dag voor dieren is. Kriebelig niet te verwarren met kriegelig. 
Fijn weekend … en niet te nat. 
Paraplu mee.
Groet, Rob


‐—————


Beestjes in het hoofd


Achter ogen
op lenzen
zwemmend in 
hersenaders


kriebelig
kriegelig
latent aanwezig
schurend


transmitters overstuur
gedachtengang verstopt
paniekaanvallen
dorstig zijn naar antwoorden


snelheid van bestaan
natuur op megatransport
nullen vreten eentjes
zon bloedheet zindert smoort


beestjes in het hoofd
vreten zich door slimheid heen
zagen aan achillespezen
bomen benen vallen om


knettergekmakend
scheren ze de schedel
schuimen het verstand af
in zwevend bestaan


oorlog vrede door elkaar
de vijand wil graag vriendje worden
het houdt nooit op
retoriek in de kop


https://youtu.be/Jwp1eIaZDI8?si=RndD-NuzzoU9_CI4


Rob Mientjes

ach ja ronnie en de ronnies – dat is een tijd geleden – een associatief gedicht bij de bezongen beestjes – wat je ziet als je gedronken hebt – ik vermoed – nogal stevig – dan lopen de dingen, de mensen en de dingen door elkaar. i know.






Hallo Pom
Ik heb een tragische ervaring met een hond. 
Toen ik bij mijn ouders woonde liet ik lente 1963 hond Kniertje uit en die rende zich dood aan de Laan van Meerdervoort in Den Haag waar ik tot mijn 17e jaar woonde en toen schreef ik mijn eerste gedicht Onder de muziek. Maar niet over honden en katten die we thuis hadden. 
Dit gedicht is dan ook een herinnering aan die tijd. Het gaat me er niet om deze wedstrijd te winnen maar alleen maar jou op de hoogte te stellen van mijn verleden met honden en katten zoals Kniertje, Peerke en Raanske. Raanske komt zonder naam ook voor in mijn muzikale gedicht Ochtendjazz op de cd Beweeg als een strateeg die jij met de gelijknamige poëziebundel hebt gerecenseerd. 


Onherroepelijk ongeluk van Kniertje


De hond ademt onherroepelijke muzes uit 
na zijn dodelijke ongeluk 


oh Kniertje tijdens mijn leven als jochie
brak de nieuwe riem met passie af


jij rende naar de hond aan de overkant 
de auto reed verder ondanks de plas bloed 


ik liet jou vermoeid uit als elf jarige 
naar de Bosjes van Pex in Den Haag 


die tijd ademt af en toe verder in mijn leven 
het jeugdtrauma wordt mij nooit vergeven


dode honden geven hún blaffende ziel
door aan de levende honden


onze Siamese tweeling Raanske
roept miauw naar de hond Peerke


de Belgische herder blaft niet terug
maar doet heel normaal voor hem


de dagen van het uitlaten in de bossen 
zoals die van Pex bestaan in herinnering 


zo zing zing zing met die voorbije tijd
de liederen van de huidige dierendag.


Rik van Boeckel 
4 oktober 2025

de lieflijke bijsluiter graag gelezen – en woorden zacht gezongen op papier hier.
dat het leven ook het hondenleven altijd maar weer doorgegeven wordt –


dode honden geven hún blaffende ziel
door aan de levende honden

en ja het trauma tot poëzie gemaakt en bezongen. zoals het gaat en ook moet gaan. en ging.








(de rockdichter): dierenwerelddag…ah al sinds mijnheugenis…(paardwoordje)…is’et te paards place dierendag….en dus ook nu en hier ter poms site waar de zondagwedstrijd die geen wedstrijd….kortom dat’k schrijf over…

” with a look in her eyes “

( ondertitel: de blik in haar oogjes)

dat’k je dag na dag
en na elke nacht
de ochtendgroet
de dag door doe

JIJ trouw altijd
en de oogjes mooi
op’et baasje kijkend

asof’n vrouw zo verliefd
(ik zie je wel lonke)
die sfeer dàt beeld
ja zo jij

that female belgian malinois
met’n enorm “will to please “
en ik blij en trots
dat’k zeg ” I love her “

❤

© luk paard

(ode aan me prinses tevens private bodyguard…de belgische herder…mechelaar…teefje!! )

een hartenkreet van de dichter in luks woorden vorm gegeven. zoals de woorden van het papier spatten zo spat de liefde voor de geliefde hond, bewaker en huisvriend in en uit het gedicht over de lage landen. van mechelen tot amsterdam buitenveldert.
onlangs verhuisd naar Buitenveldert – ‘onze’ Anke Labrie – naar oa het Buitenveldert zoals dat werd getekend en recent geleden nog werd ge exposeerd in Café Eijlders in de werken van Marijke van Oostrum – het eerste gedicht in Buitenveldert geschreven door Anke Labrie:


Zo

zo’n mooie vlieg
had ze  nog nooit gezien
gewoon tussen het riet
 
boven de sloot
leek ze te zweven
smal en doorzichtig
met haar lange lijfje
waarin iets van blauw
 
herinnering in beeld
een libelle weet ze nu 
besef van schoonheid
voor de allereerste keer
 
anke labrie
(4-10-2025) 

buitenveldert kent veel groen en water ook – zo gezien past dit gedicht in de nieuwe omgeving die Anke beleeft. je moet er oog voor hebben. de drukte van de stad maakt dat moeilijk. Anke heeft een leven lang gekeken en al het leven in kleuren gezien. waar dan ook.
 
 

Aan mijn oude rode vriend

Je vacht vlamt zachtjes in het avondlicht
een zonnestraal blijft er hangen in de tijd
vijftien seizoenen heb je gedeeld met me
elk spinnende moment een gesprek zonder woorden.

Je ogen – twee tunnels vol vertrouwdheid
waarin ik mezelf soms terug vindt
als de dagen lang worden
en stilte het huis vult.

’s Nachts vlij je je naast me
alsof de nacht zelf naast me komt liggen
ik voel je warmte als een stille zekerheid
tegen het verdwalen in de nacht.

Soms durf ik me nauwelijks te bewegen
je bent zo oud en zo nabij, zo licht geworden
maar als ik inslaap,  weet ik
dat liefde niet luid is, maar spint.


Vera van der Horst

Vera schreef: ‘Een gedicht over mijn lieve rode oude kater, jou welbekend, die nu gezellig naast me zit, te wachten tot ik iets onderneem, hetzij hem knuffen of van lekkers voorzien of naar bed vertrek.’
mijn favo strofe is de tweede:


Je ogen – twee tunnels vol vertrouwdheid
waarin ik mezelf soms terug vindt
als de dagen lang worden
en stilte het huis vult.


zo is het altijd met poezies – ogen als tunnels – prachtig.


Ogen

het zijn de ogen, zei ik, de ogen die het doen
die glazen blik, dat weids gestaar
is het wijsheid of juist gebrek eraan
is het verwondering, berusting, is het mysterie of taboe
het zijn de ogen, zei ik, het zijn de ogen van een koe 

zijn blik werd nu wat vaag
zoals die van een vis misschien
maar nee de ogen van een vis zijn leeg en glad
een vis heeft geen geheim, geen vraag 
de ogen van een vis, behalve plat, zijn toch vooral heel nat
ik staarde weg.

Ien Verrips

ik ben niet geheel zeker of hier de ogen van een koebeest worden beschreven. ik heb zomaar het vermoeden – nou nee meer – ‘zijn blik werd nu wat vaag’ – dichter beschrijft de blik van een man tegenover haar gezeten. het zal toch niet zo zijn dat ze mij beschrijft nadat de inhoud van de fles wijn naar god is geholpen.


Share This:

YAYA op de vrijdag – Hoe het is om te dragen. Hoe het is om onvoorwaardelijk lief te hebben…


Gedragen
 

Een foto. Zomaar. Het achteloze beeld. Vier vrouwen in het zachte voorjaarslicht. De kamer op het schip waar we woonden. Hoog. Laag. Het water. Van dag tot dag kon alles anders zijn. Mijn oma zit in een schommelstoel en houdt jou in haar armen. Ze kijkt. Met levenslange blik die weet van hoeveel waarde jouw onbevangenheid is.

Met een blik die weet dát er geschonden zal worden. Maar niet als het aan haar ligt. Mijn moeder naast haar. Zo trots. Het kind van haar kind. Ze kijkt alsof ze het niet geloven kan. Hoopje slapend kind voor wie zelfs verlangen nog een belofte is. Ik voor mijn moeder. Ik kijk de camera in. Blauw wit gestreept t-shirt. Alles fris. Ogen die geloven en in wat ze geloven is geen vraag. Zo jong nog. Zo meisjesachtig.

Vier generaties. Vrouwen. En ik dacht dat deze foto zo belangrijk was als vastgelegd beeld van het woordloos weten hoe het is om moeder te zijn. Om door te geven. De geheimen. Het leven. Maar dat is het niet. Het is het weten van blijven. Hoe het is om nooit meer weg te kunnen. Hoe het is om te dragen. Hoe het is om onvoorwaardelijk lief te hebben. Door het vuur zonder denken. Door roeien en ruiten. Door alles heen. Dat sterke vrouwen sterke vrouwen voortbrengen. Dat de generaties achter en om elkaar heen staan. Dit beeld. Een belofte aan dit kind.
 
 
YaYa

Share This:

VON SOLO laat zijn hondje uit – voorkomt een bloedbad



Mevrouw Solo en ik lieten gisteravond de hond uit. Twee weken eerder was ons hondje gegrepen door een andere hond. Hij had daarbij een flinke jaap in zijn oor opgelopen, die gehecht moest worden. Een dure grap. Het Gordelpad, waar we liepen noemen we ook wel eens het ‘junkenpaadje’, omdat er vaak junks en alcoholisten op de bankjes langs het kanaal verpozen.  Soms hebben ze pitbulls bij. In de verte zag ik een hond aan komen rennen. Toen de hond dichterbij kwam, bleek het een bruine labrador te zijn. Een mannetje. De hond snuffelde aan onze hond en vice versa. Dat ging heel even goed.

Tot hij als uit het niets onze kleine teckel aanviel. Het duurde ongeveer een seconde tot ik de ruimte zag. Precies wat ik nodig had om de hond een flinke schop tegen zijn ribben te geven, zodat hij van mijn hondje aftuimelde. Hij rolde weer overeind en deed nog een poging zijn aanval te hervatten. Dat eindigde in een tweede schop van mij met daarbij een duidelijke boodschap, dat hij op moest rotten. De hond bleef nu staan en verroerde zich niet meer. Onze teckel was niet gewond geraakt.

Ik keek om me heen om te zien of de eigenaar van de labrador al ergens te bekennen was. Ergens in de verte kwam een vrouw aanlopen. Een jongen met een border collie, die alles van dichtbij had gadegeslagen sprak me aan. ‘Je had die hond niet mogen schoppen. Je mag niet zomaar aan andermans hond komen’. Ik poogde hem uit te leggen, dat de labrador veel groter was dan onze teckel en dat ik daarom in de bres sprong. Dat werd beantwoord met een blik die het midden hield tussen passief-agressief pacifisme en medelijden.

Intussen was ook het baasje van de andere hond gearriveerd en vroeg wat er gebeurd was. Ik vertelde dat haar hond onze hond had aangevallen. Hierop reageerde ze dat dat niet mogelijk was. Dat deed haar hond namelijk nooit. De vredesduif met de collie deelde haar nog mede, dat ik haar hond geschopt had. Ze reageerde verontwaardigd en vertelde me, dat ze wel ingegrepen had als dat nodig zou zijn geweest. Zoveel stupiditeit werd me te veel. Ik draaide me om en liep achter mevrouw Solo aan.

Omdat ik normaal niet zo gewelddadig ben, stelde ik me de vraag of ik juist gehandeld had. Vooral de opmerking van de jongen, dat je niet aan andermans hond komt, zat me dwars. Na wat gepieker werd me duidelijk waarom. Wat hij deed was mijn actie uit de context halen. Wat ik gedaan had, was op zich niet fraai. Maar de context was een niet aangelijnde, onbekende, grotere hond, die onze kleine teckel aanviel. Op dat moment moet je snel handelen en risico en schade beperken. Dat doe je niet door in plenair overleg een beschouwing te doen en dan te stemmen wat de beste oplossing is. Of lethargisch af te wachten en vervolgens de brokken te gaan lijmen en achteraf een schuldige aan te wijzen. Nee! Je handelt gewoon. De labrador was niet gewond geraakt. Mijn hond was ook onbeschadigd. Goed opgelost dus. Misschien niet de aanpak voor tere zieltjes, maar wel effectief.

Toen we bijna thuis waren kwam er een politiebusje aanrijden. Even dacht ik bij mezelf: ‘Het zal toch niet?’ Die gedachte verdween weer toen het busje de hoek om sloeg. Ik weet ook wel, dat het allemaal niet zo zwart-wit is.

VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl 

Share This: