En je weet niet, fluistert zij dat je zo van iemand houdt. Bijna lente. Je hoort het rondom groeien. De aarde is gehoorzaam, opent zich, laat in zich aan de wortels knagen, stulpt uit. Transformeert zich naar een sappige vertegenwoordiging, bloeit met duizendvoudige monden. Gretigheid plant zich honingzoet voort totdat alles zich naar sterven omkrult. Dan begint het grote verkruimelen.
ook al heb ik hem nooit ontmoet het is toch een soort oude bekende geworden door de Pomsite. In dat licht graag deze bijdragevoor Merik –
zo zoet is het jouw naam te noemen te vormen met mijn mond de klank de tinteling die dat teweegbrengt bij wie onze vrienden waren vrienden nog er wordt op jou geklonken het is zo goed jouw naam te horen eensgezind jouw naam te noemen
het verschil tussen je weet het niet en je wil het niet weten is niet echt groot mijnheer
ik wil niet weten van onbekende hondjes die voor onbekende organisaties met zielige oogjes die lijken op die van die hengelaar joost oomen zich aan je opdringen
zoals dichters zich ook te pas en te onpas overal en ergens ongevraagd aan je opdringen met van die vreselijke zielige hondenogen
toch nog naar even stilstaan bij de dichter Robin Veen, gisteren de hand geschud in Café Eijlders bij de bundelpresentatie “Vers op treden” – ter gelegenheid van 25 jaar dichterspodium in het Café.
hoe gaat het met je hart – was mijn vraag – dat ging wel maar die twee herseninfarcten zaten hem nu weer dwars. zijn antwoord. “Ik krijg het niet allemaal meer op een rijtje, pom” – ik knikte – robin veen 70 jaar door het leven aangevallen. vroeger ontmoetten we elkaar in slams – ik won altijd van hem omdat de jury’s hem geen slammer vonden maar een dichter. voor mij was ie en is ie robin fame! een goede performer – nooit ging de oude acteur in hem verloren. een soort serafientje hassels maar dan van het vormvers. dicht je nog robin – hij knikte nee – zag ik toch een prachtig gedicht in die eijldersbundel staan. hij krijgt de woorden toch nog echt wel op een rijtje dacht ik later toen ik hem op het trappetje van Eijlders zag en hoorde optreden. en gelukkig maar. geniet ROBIN VEEN! dit gedicht hieronder deed ie:
De wind snijdt. Koud en blauw. Ik maak een rondje want dat hoort op zaterdag. Een rondje markt. Eerst langs de overkant waar groenten en fruit als een kleurrijke zomer staan uitgestald. Vrolijk! Dan de brug voorbij. Knopen, tassen en textiel. Ik heb er weinig te zoeken, bij de knopen, maar sta er toch altijd even stil om te verdwijnen in die glimmende chaos van wel duizend minuscule vormen. Rond. Vierkant. Hartjes. Sterretjes. Dik. Dun. Whatever. Microkosmos. Er ontbreekt er eentje aan mijn jas. Een knoop. De bovenste. Een jaartje al, twee of drie misschien zelfs, maar vandaag is het een gebrek. De kou kruipt mijn lijf binnen. Ik laat het.
Een parmantig dametje frommelt een papieren zakje tevoorschijn en krast dat ze vorige week een verkeerde keus heeft gemaakt. De kleur deugt niet. Vloekt met haar pas gebreide vest. De uitbaatster wijst onverbiddelijk op het bordje: Knopen worden niet geruild! Ik wacht de uitkomst van de woordenwisseling niet af en steek het water over naar de Nieuwe Rijn. Kaas, vis en bloemenpracht. Met dat laatste heb ik weinig.
Ontheemde bloemen zonder wortels, maar bij de kaasboer verkoopt men mon fromage préféré. Lekker! Een flink stuk Abondance rijker door naar de visboer. Wilde zeebaars lonkt. Eerst haring! Naast mij haalt een stramme grijsaard z’n lekkernij door de uien. Aan de staart. Dan de hand omhoog om onverbiddelijk toe te slaan. Maar de nek weigert. De haring wiebelt voor z’n kin maar glijdt hem de bek niet binnen. Net koekhappen. De man veegt onverstoord een truckload uitjes uit z’n baard, doopt opnieuw en zegt dat het de kou is. Die nek. Na een poging of vijf weet hij het slingerende glibberding alsnog met de tong te vangen en slobberend naar binnen te zuigen. Zichtbaar genietend.
Ik neem er twee. Zonder uitjes want dat is zonde. Nog geen meter verderop verorbert een blauwharig vikingmeisje een dampende bak kibbeling. Zonder jas gehuld in zwarte nylon legging en een grof gebreid naveltruitje. Haar huid priemt roze als uitgestalde zalm. Kou schijnt haar niet te deren. Odin owns you all. Schreeuwt het truitje. Daar heb ik niet van terug want haar lach is warm als zonneschijn. De vis vergeet ik maar; ik heb straks een date voor pizza. Voor mij een frutti di mare! Die pizza vanavond. Op zeker.
ok laat ik eens een ouderwets kruidig verslagje schrijven van de eijldersmiddag, vanmiddag. met een beetje human intrest zoals u het van mij mij gewend bent. vriend en ook vijand aanwezig – eerst maar eens hulde aan EIJLDERS Eijlders Dichters- de presentatie van de bundel ‘VERS op treden’ – 60 gedichten van eijlders dichters – hoogtepunt Joyce Hes maar in de bundel natuurlijk nog meer hoogtepunten – dank voor presentatie en de eijlders-25 jaar-podium bundeluitgave en hun liefde voor de poëzie aan Mieke van Beeren, Seraphina Hassels, Paul Lokkerbol en Martin Wijtgaard. dat het gezegd is en geschreven –
en nu de human intrest: heeft u weleens van 2 tot 6 uur in de middag naast iemand op een barkruk gezeten? – ik vanmiddag wel – nou ja af en toe verliet ik de kruk in de pauzes daarover straks meer – en dat dan iemand naast je vier uur lang zonder blikken of blozen je de rug toekeert – nou dan moet u eens om 2 uur Cafe Eijlders binnengaan – een barkruk kiezen naast Kat Kreeberg en om 6 uur eijlders verlaten. je ziet een rug – (als je van een rug corona kunt krijgen dan ‘legt’ geheel eijlders sinds gisteren aan de corona, maar dat terzijde) – je ziet wat haar, iets wat op een nek lijkt – ja kat is een meesteres in communicatie. ze verliet even haar kruk om haar gedicht te doen op de trappetjes van eijlders om mij vervolgens weer urenlang dezelfde rug toe te keren. voordeel is dat jezelf ook niet veel hoeft te zeggen. hahaha. pijnlijk was de ontmoeting met Robin Veen – vroeger noemde ik hem robin fame – zie de foto’s hieronder – ik wist dat ie iets aan zijn hart had, maar ik liep achter – 2 herseninfarcten verder – loopt robin nog voort, moeizaam sprekend – 70 jaar – het leven is hem moeilijk.
serafientje hassels de hand gedrukt – ik heb je zolang niet gesproken zei ze – ik dacht waar heeft ze het over – gisteren nog toch? zei ik maar nee zij volhardde met ‘jaren geleden’ – en waarom zou ik haar ook tegenspreken – ik weet niet of ik het mag zeggen maar zonder bril is ze oneindig veel mooier dan met. in de eijlders bundels staan we naast elkaar afgedrukt op pagina 30 en 31- zonder meer de sterkste bladzijden uit deze bundel – ‘we kunnen naar buiten gaan we kunnen ook niet naar buiten gaan’ schrijf ik – zij: ‘het is te snel – doe het over..’ – als je bundel dichtslaat zijn we innig met elkaar verbonden – zo dicht waren we nog nooit op elkaar.
Joyce Hes de hand gegeven – prachtig gedicht in de bundel – over tijdbom aarde – ze gaat ook voor pomgedichten iets schrijven beloofde ze. Antony Oomen de hand gegeven. Frans Terken begroet, Joz Knoop begroet, Anneruth Wibaut begroet, Anne Nederkoorn begroet. en die Jolies Heij – Heij ook met haar onbegrijpelijke maar vol vuur voorgedragen gedichten. natuurlijk waren er ook nog een paar gekken die dachten dat als ze 10 minuten aan het woord zijn dat de mensheid in hun 10 minuten geïnteresseerd is. ik heb geen respect voor dergelijken. het zijn meestal slechte prozaïsten die denken dat ze hun proza de poëzie mogen aandoen. Ton Huizer en Max Lerou waren er helaas niet ik had graag de grandmarnier met ze gedronken. Mooie poëzie ook van José van Zutphen en vooral ook van Loes Raymakers. dat het hier genoemd is. eindig ik dit verslag met met een mooi compliment van Katelijne Brouwer – toen ze nog niet zo hoog in de poëzie was gestegen heb ik ooit eens een gedicht van haar warm welkom geheten in de wereld van de poëzie – stuur me dat gedicht nog eens Katelijne vroeg ik haar – kreeg het vanavond opgestuurd – dank aan eijlders voor de mooie middag – geniet KATELIJNE:
Rode november
Bij tramhalte Ruysdaelkade kijk ik altijd omhoog of er licht brandt in het huis waar ik kind was.
Twee keer oversteken en dan naar links waar tegen de gevel de wingerd groeit die rood kleurt in november.
Ik kijk. Jij zwaait als ik naar ballet ga of patat haal met kroketten omdat je niet wil koken.
Als ik er niet meer ben, wie kijkt er dan en weet nog van snackbar en dansende wingerd?
Goedemorgen Pom, Ja, adoreren, er gaat maar weinig boven het prachtige werk, muziek en teksten van Bjorn, altijd weer genieten, in bewondering! Bij deze nog een blijk van ‘adoratie’, kom ik het weekend wel mee door. Met groet, in bewondering ook voor je niet aflatende ijver om de poëzie te blijven zien en koesteren! Frans
Adoramus te
Niet dat het als diep geloven is dat jij de enige en ware bent het is wat ik al jaren zeker weet
in het licht van je ogen ligt alle aandacht en liefde besloten jij bindt en bewaakt wat ons drijft
hoe je met een blik ziet wat er binnenin stormt de tegenwind tot liggen verleidt
en ik die in mea culpa verdrink met de hand op je hart weet je mij te redden
als je zegt dat een wilde stroom niet meer dan kabbelend water is rimpels met een zin gladgestreken
zo ken jij mij en ken ik jou een zegen zonder weerga
een goede morgen Frans – ja het werk van bjorn van rozen is adembenemend – dank voor jouw gedicht met enige theosofische elementen – en voor het compliment aan pomgedichten dat ik onmiddellijk doorgeef aan de mensen van café eijlders die vandaag 25 jaar poëziepodium vieren – voor een café nabij het commerciële leidseplein in 020 – werkelijk iets uitzonderlijks – een verschilletje mag genoemd eijlders elke maand pomgedichten elke dag. hoe dan ook een feestelijk gouden eijlders podium vanaf 1400 uur vandaag een poëtisch feest – was deckwitz al stadsdichter geweest ze had er moeten zijn vanmiddag. Frans je gedicht is af en rond en compleet. een gedicht zoals een gedicht geschreven moet – een eerbetoon dichterlijk boven een alledaags eerbetoon uitgetild. ik zeg een gouden eerbetoon. goud en van harte!
Frans Terken -het is wat ik al jaren zeker weet
Cartouche – maak mij – week –
Rob Mientjes – Ik ben niets zonder jou Mijn spiegel
Rik van Boeckel – wij zeggen ja tegen alle volgende jaren.
wie wint de enige echte virtuele – schroom niet en adoreer – trofee op pomgedichten punt nl? we gooien alle trossen los van os, alle remmingen weg, wij van de pom schrijven nu eenmaal tot de dood erop volgt van de romantiek maar dan van de echte – die van door alles heen – als 2024 iets nodig heeft is het wel van dat – van een bjorn van rozen – die weet altijd en overal de toehoorder aan te raken – over ‘iemand die jou kent’ schrijven we dit weekend hier. over ‘iemand die je ziet’ – daar draait het om – schroom niet en adoreer deze week! op uw pom – dank je wel bjorn – u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
is er nog iemand die van mij houden wil
iemand die zegt: je was lief voor me, die avond je hielp me in het weten hoe het was om naast je te zijn in zo heel veel
in hoe je deed en altijd doet, die kleine gebaren waarin je me voor laat gaan bij een deur in hoe je naast me zat en keek zo mooi, meer dan mooi
iemand die zegt: dat er een liefde in mijn leven was en is die bijzonderder is dan alle liefdes die ik kende bijzonderder dan liefdes die ik in boeken lees om elke keer weer te kunnen kijken zoals die eerste keer
iemand die zegt:
dat de stilte in mij waarop ik altijd terug kan vallen daar waar verder niemand is waar ik ooit alleen met me zelf sprak iemand die dan zegt: dáár ben jij en ga je niet én dieper kan niet, dieper bestaat niet, lief
pomwolff
Doe mij maar iemand zoals jij die me lezen kan met één enkele blik, zelfs met de ogen dicht weet wat mij beweegt
die haar vleugel uitstrekt – de rechter waaronder, waarop ik me strekken kan de melodie vind, het lied dat in me te trillen ligt
die me doet en laat voelen hoe leven bedoeld is, geen tour de force maar d’ amour ik en jij die demonen doorziet en me toont dat ze niet
meer zijn dan beelden van een blusbaar verleden dat hand in hand kan gaan met vlammenvuur dat het bloed verwarmt
iemand zoals jij een lijf van ambrozijn, dichterlijke geest en hart zoveel ruimer en verfijnder dan dat bange harde in mij
ja, doe maar maak mij – week – zoals jij deed en nog steeds doet in mij , mijn lief
200124 / Cartouche
prachtig aan de opdracht gehouden Cartouche. het lijkt alsof de dichter de woorden van bjorn van rozen tot in de haarvaten volgt – tot aan de demonen toe. zo zie je maar weer welke inspiratiebron pomgedichten kan wezen voor de brabantse poëzie.
Goedenavond Pom, Hier mijn bijdrage vol overtuiging en bewondering. Verwondering ook. Groet et bon nuit,
Adorabel
Ik ben niets zonder jou Mijn spiegel lacht terug
Een brede glimlach Tong naar buiten
Body en soul in perfectie Enkel satisfaction
Voetfetish en voodooblik I am … dus ik ben
Mijn haren in de wind Blowing obstacles
Stoer, charmant en aardig Die gozer ben ik
Teil loopt vol Onder uilenspiegel
Intelligent de eigenliefde Ook dat nog
Mois je suis un roi Roi de la mème
Au secours (red me) Moi non plus
Rob Mientjes
zei ik Brabant – Rob heeft zich in het hart van de brabantse poëzie genesteld – het thema volledig naar zich zelf toegeschreven – zeer geestig – en heel modern – zoals zangeresjes zingen als een froukje – alleen maar over eigen eigenste eigen zelluf zelf en nog eens van het zelfde zelf en dat het erg is ja. met dat laatste steekt rob de draak. rob hier als koning in het diepst van zijn gedachten.
Zwevende akkoorden
Bewondering klimt uit het hart over trappen waar jij boven staat
zachtmoedig verstaan wij antwoorden als zwevende akkoorden van liefde
onderweg kijken wij naar de horizon wandelen langs bossen in de wind
de tijd brengt ons zonder schroom samen wij zeggen ja tegen alle volgende jaren.
Rik van Boeckel 20 januari 2024
heel mooi klein gehouden liefdeswandeling die we graag hier meeliepen – kleine lieflijke accenten heel graag ook gelezen – ’trappen waar jij boven staat”: MOOI! en soms is JA het mooiste woord.
Laatst liep ik voorbij een televisie. Er waren mensen in. Zij bungelden aan touwen door de jungle. Ze zagen er goed uit. Mannen met wasbordjes en vrouwen met botox. Ze gingen de strijd aan met elkaar. Er moest blijkbaar iemand winnen. Op een ander moment zag ik een televisie staan. En waren mensen aan een tafel. Ze praatten en praatten met meningen en veronderstellingen. Ze hadden blikken van overtuiging en vol met goed gespeelde emotie. Het was allemaal net echt, zoals ook op dat eiland. Het grappige was, dat ik al deze mensen op televisie helemaal niet kende.
Vroeger kende ik op televisie bijvoorbeeld Ron Brandsteder van één of andere quiz. En ik kende de nieuwslezer, omdat er maar één nieuwslezer was. Zo kende ik nog een paar artiesten en dan had je het wel gehad. Als ik tegenwoordig de Privé of de Story opensla, dan herken in Patricia Paay nog en dan heb je het ver gehad. Conclusie mag zijn, dat ik enkel nog oude bekenden ken. Nieuwe bekende Nederlanders, BN-ers genaamd tegenwoordig, herken ik gewoon helemaal niet meer.
Dat komt niet omdat ze minder bekend zijn. Het komt wel, omdat er zoveel zijn. En één ding hebben ze gemeen. Dat je eigenlijk helemaal niets meer hoeft te kunnen om beroemd te worden. Elke nitwit kan beroemd worden. Had Andy Warhol toch gelijk toen hij zei dat in de toekomst iedereen wereldberoemd zou zijn voor een kwartiertje. Je hoeft er ook gewoon niks meer voor te kunnen. Erger nog, vaak als je helemaal niks kan en je komt uit een goed nest, dan maken ze je toch gewoon beroemd. Kun je gaan DJen of ‘influencen’ als ‘beroep’. Vroeger was het nog wat, maar beroemd zijn heeft geen waarde meer.
Maar hoe is dat toch zo gekomen? Die onmetelijke zucht naar sterren en beroemdheid. Laat me u vertellen dat dat is zo opgezet om eenieder een vals gevoel van mogelijkheden te geven. Dat ook als je volkomen talentloos en lui bent, er nog steeds een plek tussen de sterren voor je weggelegd is. Dat alles niet hoeft, maar mag. Het lullige is, dat het een hele generatie beroofd van een motivatie om een vak te leren en een nuttige bijdrage aan de wereld te leveren. Als je vanuit een bubbelbad in Dubai kunt doen of je wat bent, waarom zou je dan in ’s hemelsnaam iets nuttigs gaan doen? Het is afbraak. Terwijl de wereld in de fik staat.
Mij interesseert het geen reet meer wie er tegenwoordig beroemd is. En dat is fijn. Want als je weg stapt uit die overschatte Totaalmaatschappij, dan blijken ‘influencers’ ineens geen invloed meer te hebben. Als je ze niet herkent op straat, zijn ze ineens niets meer, dan de eerste beste huppeltrut of irritante takkelul. Daar luister je niet naar. Daar loop je aan voorbij en gaat door met je eigen dingen. Hopelijk zijn dat zaken, die wel iets bijdragen aan een betere wereld.
VON SOLO DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl
je moet natuurlijk met zo’n gedragen invoelend stemmetje én met af en toe iets van een algemeen geldende wijsheid het regent voor iedereen zeg je dan bijvoorbeeld of in het donker zien slechts weinig mensen licht
het maakt niet uit wat je zegt als je maar wel een probleem lekker in vet hoe erg je vastzat in je vel of je zoektocht naar liefde in je eenzame jeugd
en als het in een gedicht niet lukt dan maak je er maar een liedje van of een hoedje van papier
www.pomgedichten.nl heeft het exclusieve recht gekregen om 65 teksten van Miriam Al tweewekelijks op de woensdag te publiceren – dat gaan we doen! de teksten zijn door haar helaas overleden vriend Merik van der Torren nog net voor zijn dood uitgetypt en van een nummer voorzien én in een blauw mapje gedaan. vandaag tekst nummer 1: “Wit papier” – waar lees je nog regels als: “Weet je wat? Laat nu een mager paardje draven langs de branding. Nee, denk ik koppig, geen romantische flauwekul…’ – dank je wel Merik – dank je wel Mirjam Al. Geniet!