berlijn was mooi – overdag en at night – voor wat betreft de poëzie zien we elkaar live op op zondagmiddag met een prachtig jazzy poëzieprogramma zie de gegevens hieronder – met open podium en mogelijk ook een bezoekje van de dichter Karel Wasch – mooi middagje poëzie in 020. welkom! deze week nog even geen wedstrijd op de pom!! als u een BERLIJNGEDICHT heeft liggen dan plaatsen we het in dit item graag. seeyouzoen – seedichbald – xxxiejesnel
POËZIE- EN MUZIEKMIDDAG OP 10 SEPTEMBER in de OBA van het Olympisch Kwartier, Laan der Hesperiden 18 – 1500 uur
PROGRAMMA POËZIE- EN MUZIEKMIDDAG OP 10 SEPTEMBER in de OBA van het Olympisch Kwartier, Laan der Hesperiden 18
Muziek Frans Bakker (zang en gitaar ), Frank “Jazzpainter” Paavo (saxofoon ), Lucienne Köhler (zang )
Poëzie Gerrit Mol Anke Labrie Pom Wolff Mirjam Al Lucienne Köhler Merik van der Torren Muziek Open Podium PAUZE Tweede ronde, zelfde programma
De reeks ‘Sonnets From An Ungrafted Tree’ werd, al experimenterend, door Millay gemaakt, en, tja, grossiert in prachtig leedwezen. Het heeft me vrij veel werk en tijd gekost om de ruwe omzettingen, die je website sierden, te schaven en politoeren naar contemporaine(r) werkjes, later dan 1975 wordt ’t niet denk ik—zelfs van een telefoon wordt in de reeks geen gewag gemaakt, wel van grutters die maar ‘bezorgers’ zijn geworden e.d.—maar ach, Millay stierf zelf al 25 jaar daarvoor, en deze reeks bleef onafgerond(?). Het líjkt echter grotendeels gaaf, en behelst het ziekbed-en-sterven van een man, bezien door de bril van zijn vervreemde wederhelft, die terugkeert naar hem als hij ziek is (ondanks het feit, dat zij niet van hem houdt, wat dat dan ook precies moge zijn—hier verwijs ik graag naar het andere werk van Millay) en hem verzorgt tot het eind. Ik stuur je de eerste negen, van de zeventien, oorspronkelijke sonnetten en hun schaduwrijke fluisterstem in het Nederlands toe. Geniet, of niet!
Liefs! D.
V.
Ze hoorde voor het huis een busje stoppen, de stap van de bezorger die zij kende kwam nader en haar hart ging sneller kloppen, als bij een bange korhoen, en ze rende, schoof weg de grendel—dan kon hij vrij werken; verstopte zich ter kelder tot hij ging, hijgend, en hopend dat hij niets zou merken van de -door haar vluchtige aanraking- wiegende stoel. Zuur, klam, rees van beneden weer damp omhoog, doordrongen van de kou; ze zag de houten trap zich eng en nauw de aarde instorten, waar zout de treden vol kieren vrat; en tot ze hem weg wist, bleef staan, al luist’rend, kijkend naar een sinaasappelkist.
A wagon stopped before the house; she heard The heavy oilskins of the grocer’s man Slapping against his legs. Of a sudden whirred Her heart like a frightened partridge, and she ran And slid the bolt, leaving his entrance free; Then in the cellar way till he was gone Hid, breathless, praying that he might not see The chair sway she had laid her hand upon In passing. Sour and damp from that dark vault Arose to her the well-remembered chill; She saw the narrow wooden stairway still Plunging into the earth, and the thin salt Crusting the crocks; until she knew him far, So stood, with listening eyes upon the empty doughnut jar.
Kluif maar lekker op de continenten. Drink van de oceanen en de rivieren. Het is allemaal van jou.
De wereld Poëzie is meestal te vinden in doodnormale dingen. Je kijkt naar iets en het gedicht dient zich aan,bijvoorbeeld: Stap in de metro en kom tegenover een mooi donker kindje te zitten. Ik kan niet zien of het een jongen of een meisje is; dus zeg ik zhij. Zhij speelt met een balletje, bij nader bezien blijkt het een wereldbolletje te zijn. Triomfantelijk steekt ze soms het armpje omhoog. Ja, kind, denk ik, de wereld is van jou. Kluif maar lekker op de continenten. Drink van de oceanen en de rivieren. Het is allemaal van jou. De bomen, de bloemen, de dieren. O,weeh. Dan slaat het noodlot toe. Bij het uitstappen vliegt het wereldbolletje uit het knuistje en stuitert via het perron tussen de meedogenloze wielen van de trein. Het kind begint te krijsen. Troostende woorden van de moeder. Ik denk ineens aan een een beertje dat in mijn tas verblijft. Ooit aangetroffen in een lift; ik reik het kind het knuffeltje. Zhij begint te stralen; de tranen verdwijnen; de wereld kwijt, maar wel een nieuw vriendje. Zhij kan het zich later niet meer herinneren; ik wel want ik heb het opgeschreven. Mama zwaait en roept: dank u wel !
blijmoedig stond ik op vandaag het weer was niet zo mooi juist goed genoeg voor maandag de keukenkastjes dacht ik ik ga de keukenkastjes doen en als ik elke dag twee kastjes sop dan is er vrijdag nog voldoende tijd voor de muren en de vloer en kan ik volgende week beginnen aan de kamer
Dear Pom, Voel hoe September je beetpakt met allerlei prachtige kleuren en dat de zomer al hard aan het verkleuren is. Dat is ook September, Het is mijn lievelingsmaand en ik voel in september andere gevoelsstromingen dan bij ieder andere maand.Grijs en mistig mag het zijn, de vuren mogen branden. Voel het , ervaar het en onderga het. Dat is mijn subtiele bijdrage deze maandag…..in september….Pure magie…..
Liefs, Karin.
September feeling
Ik wil vrijen weet je. Hij zegt dat wens ik ook. We hebben bakstenen gestolen en earl grey gerookt. Mijn ogen zaten potdicht van al die rare kruiden en in de verte huilde een oud kasteel.
Ruk niet aan ons, september is los alles wordt zichtbaar kun je er tegen? Beweeg je als ons, als ons, ons Als, Ons Als.
het poëzie seizoen op pomgedichten is prachtig begonnen – de wedstrijd langzaam opgestart met een mooi moederitem – zoals we schreven – uiteindelijk zijn moeders het beste wat we hebben in deze wereld – gunnen we Ien deze week het goud – met haar hoogstpersoonlijk moedergedicht – altijd een waagstuk – dank aan de andere inzenders. mooi begonnen seizoen met de nieuwe gedichtenbundel van Alja Spaan met die prachtige titel. en dat we van hieruit Robin Veen toch nog even in het zonnetje mochten zien – en dat de gezondheid hem niet verder in de steek zal laten de wens. de zondagochtendwedstrijd als de dichters terug zijn uit verre streken hier weer elke zondag te genieten. nou meestal dan.
nog meer dan gisteren ben ik vandaag op haar gaan lijken
als ik kijk naar de huid van mijn hand die als de hare klauwend zoekt naar de sleutels in mijn tas
gul kon ze zijn makkelijk in delen maar niet in zeggenschap scherp bewust van ’t mijn en dijn allengs verloor ze het
de tijd heelt geen wonden de tijd maakt oud en broos beroofd van haar eigengereid leek het mij alsof ze zichzelf had overleefd
aug 2023 Ien verrips
ien inspireerde mij met dit gedicht ook tot een zeer persoonlijk gedicht – met angst en beven geschreven – je weet niet waar je aan begint – beter gezegd je weet niet waar je eindigt als je aan een persoonlijk moedergedicht begint. je was zo dichtbij haar dat het schrijven je bijna vergaat. mooier vaak maar wel net even door de afstand makkelijker is het schrijven in de derde persoon of over ‘een’ moeder. of in het schrijven aan moeder een beeld verbinden – ‘mijn moeder het water/zonder water kun je niet…’ zoals ricky koole zo adembenemend mooi de tekst van paul de munnik zingt. ien koos voor het hoogstpersoonlijke – zet een leven neer in woorden – soms in de verouderde taal van moeder met woorden als ‘allengs’- ‘mijn en dijn’ en ‘eigengereid’. ik kan me mezelf bijna niet bedwingen maar ik doe het wel om een paar dingetjes te schrappen – van het hoogstpersoonlijke blijf je af. dan schrijf je er zelf maar een en dat deed ik – hieronder. dank je wel Ien – dank je wel moeder van Ien.
weet je mam je bent de enige voor wie ik niet kan schrijven
mijn hand is ook jouw hand jij schreef geen gedichten ik doe ze jou niet aan
ik zie je als ik naar mijn handen kijk elke dag nog even
mijn handen die jij als eerste verwarmde en verder je leven lang
tot ik ze tot ik jou
pomwolff
–Rik van Boeckel: naar mamma met bloemen / Frans Terken: Met moeder op het terras / Ien Verrips: gul kon ze zijn / Anke Labrie: streelt ze zacht de diepe krassen
gedicht van Robin Veen uit de bundel Ga hier aan land
we starten de wedstrijd die nooit een wedstrijd zal zijn deze week heel langzaam op – svp alleen maar hele goede hele lieve en of hele doordringende gedichten – we zijn al tevreden met het ene en hierboven afgedrukte gedicht van ROBIN VEEN – zie deze wedstrijd ook als eerbetoon aan hem en zijn in 2015 verschenen bundel “Ga hier aan land”. en lees de recensie. mijn eigen moedertje geboren in 1919 kwam ook even terug al bladerend in een foto album – wellicht mogen we ook een herinnering lezen van uw hand aan uw moeder – uiteindelijk zijn moeders het beste wat we hebben in deze wereld. u kent de regels nog?: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
wie wint de enige echte virtuele mede als een eerbetoon aan de dichter Robin Veen ‘ja moeder..’ – een herinnering aan haar – trofee – op pomgedichten.nl?
moeder
klem gezeten in een ladekast vond ik deze oude foto nog dwars door de krassen heen is er een stralend kind te zien
ik kende het uit haar verhalen die ik eindeloos wilde horen totdat ik er te groot voor werd en dacht dat ze verzonnen waren
haar lege blik licht langzaam op als ik haar vandaag de foto geef klem zittend in haar kindertijd streelt ze zacht de diepe krassen
anke labrie
ik zelf heb genoeg aan de eerste twee strofen – daarin wordt alles al gezegd op die prachtige dichterlijke droomtoon – het is alsof je wordt meegevoerd in een taalbootje op lichte woordgolven – mooi.
Mijn moeder is geboren en getogen op Sumatra en begraven in Duinhof, Lisse.
Met dichterlijke groet
Rik van Boeckel
Ma naar Sumatra
Ma kwam naar Sumatra naar Kotatjani en Kotaradja op het oude Atjeh van opa zo vervliegt het bejaarde verleden
jouw jaren zijn allang voorbij herinner me zowat alles nog een en zeventig jaar terug geboren als dromende dichter
bomen laven zich aan jouw leven de immer voorbije werkelijkheid mijn droom breng ik naar mamma met bloemen in het Duinhof.
Rik van Boeckel 2 september 2023
ook rik schrijft hoogstpersoonlijk over vervlogen tijden en verbindt zichzelf met zijn moeder. ja wat kun je anders bij moeders. zo is het ook. je kunt je moeder niet vergeten zoals zij jou haar leven lang bij zich heeft gedragen. het is de dood die uiteindelijk aan alles een einde maakt – ook aan moeder maar pas dan als ook haar kind of kinderen er niet meer zijn.
Met moeder
Met moeder op het terras dat vond ze nogal overdreven het kon ook thuis aan tafel met wat er van gisteren overschoot
vertrouwd en weten wat echt nodig niet die liflafjes en kostelijke hapjes waar je krom voor moest liggen ze had er zo haar gedachten bij
ach ma geniet nu toch eens het mag tegenwoordig wel een keer neem het er ook eens van we zijn de jaren van crisis voorbij
dat het niet meer sappelen is en zuinig zijn met wat we hebben ze neemt een hapje kijkt er fronsend bij trekt een glimlach op haar gezicht
frans plaatst moeder in het moreel besef van moeder zoals ze dat altijd heeft uitgedragen en doorgegeven. de crisis, ( vaak de oorlog ook), krom liggen en sappelen – tegenover de liflafjes – de woorden die onze inmiddels ook oude generatie in het geheugen – laat ik een oud woord gebruiken – staan gegrift. en zo is alles plaatsgebonden, tijdsgebonden, persoonsgebonden. in de oekraïne zullen ook nog maar weinig terrasjes zijn.
Robin Veen: ‘Na mijn tweede herseninfarct eind januari heb ik vier maanden revalidatie gehad. Dat heeft niet veel opgeleverd. Je weet pas wat je hersenen allemaal doen als ze het niet meer doen. Volgens de neuroloog heb ik een kwetsbaar brein waarvan ze geen vooruitgang verwachten en een achteruitgang niet uitsluiten. Dichten lukt helaas niet meer, maar daarom niet getreurd, schilderen kan ik nog wel…’
wij van de pom noemden hem weleens ROBIN FAME vanwege alle lof die deze dichter mocht ontvangen voor zijn gedichten. bovenstaand gezondheidsverslag – nouja gezondheid – belooft weinig goeds voor de dichtkunst. jammer – in 2015 schreef ik onderstaande recensie bij zijn debuut – wij van hier wensen hem – al is het tegen beter weten in – dat de gedichten weer in hem weer zullen keren.
ROBIN VEEN – GA HIER AAN LAND – debuutbundel met ‘verraderlijk transparante poëzie’
eigenlijk heb ik mijn leven lang al op deze bundel gewacht. ik ken Robin van de slamwedstrijden. het jurycommentaar is voorspelbaar: ‘geen slammer, hier is een dichter aan het woord’- zo gingen vele overwinningen aan zijn neus voorbij. dan lacht hij minzaam. een fragiele man Robin Veen. hij kijkt. naar zijn binnenwereld moet je expliciet vragen. anders verneem je niets. de woorden altijd afgepast zoals ook zijn gedichten. GA HIER AAN LAND heeft hij zelf samengesteld. zijn keuze uit zijn werken.
de bundel voelt als een kado van een dichter aan de lezer. dit heb ik voor jou uitgekozen. dit ben ik. met de bundel in de hand en de herinneringen aan zijn voordrachten wacht mij een mooie middag. met dat gevoel nam ik plaats op mijn recensiebankje, een potlood in de hand. welke plaats gaat deze bundel krijgen in mijn lezerservaring. meer is uiteindelijk het werk van een recensent niet. de verwachtingen zijn hoog gespannen. dat kan gevaarlijk zijn. de sensatie is dat je weet dat een deel van leven hier in je handen ligt en dat het voelt als gegeven. je mag een wereld betreden die tot nu toe gesloten was. hoeveel rijker voelt het als je de gedichten hebt gelezen. en welke wereld wordt betreden? waar gaan we aan land?
We gaan aan land waar mensen zijn. niet veel mensen. 18 gedichten gaan over hem – laten we hem vader noemen – 7 gedichten over haar, noemen we haar moeder en dan in het laatste gedeelte 27 gedichten over een zoon die uit een vader en een moeder voortkwam en ‘een aandeel’ heeft in de tijd. maar dat wordt meteen ontkend door de dichter: ‘niemand heeft een aandeel in de tijd’. en in de tussentijd is het kwestie van uit leven. niet uitbundig, meer observerend. hoe de een na de ander opgaat en uiteindelijk ook jij. Stella Verhoef vat het prachtig samen in de flaptekst: “Het raakt aan hunkering, berusting, vergeefsheid: de kabbelende dood in het kielzog van elke reis.”
Bij elkaar niet vrolijk ook niet zwaar of aangezet, bijna realistisch. het leven als een reis en het afscheid als gegeven. Vader krijgt wel prachtige dichtregels mee: ‘met voeten van gebarsten klei is hij gebonden aan zijn jaren’ – ‘mooi van verdriet zeilden de meeuwen uit het zicht’ – ‘aan de vogels hoort hij het vallen van de avond’. “niets treuriger dan Vught bij nacht” een zoon bezoekt zijn vader in een zorgcentrum. iets later:
De kaak die niet meer sluiten wil De ribben van een scheepswrak (…)
Zo ziet afscheid er dus uit.
Op weg naar moeder. ook zij krijgt mooie woorden mee. En de dichter? de dichter ‘weet niets beters te doen dan gras te plukken en weer weg te gooien’. verraderlijk transparant schrijft Stella. maar je wil halverwege wel weten hoe het de zoon verder is vergaan in ZIJN leven. de laatste 27 gedichten gaan over hem.
een leven waarin geleefd wordt nog zonder een natuurlijk afscheid. licht beklemmend de wereld waarin we ons halverwege de bundel bevinden. is er hoop?, is er uitkomst? of is er maar één uitkomst mogelijk? het zal toch niet zo zijn dat we weer haarfijn met de neus op de feiten worden gedrukt, de tijd ontkend en ons aandeel in de tijd ontnomen. en wat komen we over die van Veen eigenlijk te weten. iedereen piept er tussenuit in zijn bundel en meneer verlaat ongeschonden het strijdtoneel? wanneer gaat meneer zelf aan land? u begrijpt het al – GA HIER AAN LAND is een opdracht aan ons allemaal. het is niet helemaal waar. de gedichten over de zoon geven ook een inkijkje in het leven van de dichter. het zat niet allemaal mee. ik vat het kort samen. we lezen:
‘Ik draai me om, kruip dicht tegen je aan en voel de kreten in je lijf.’
het is gevaarlijk om te concluderen maar als ik het goed lees slaat de dood ook toe waar het nog niet had gemogen:
‘geen blad beweegt en jij wordt nooit meer ouder.’
Ga hier aan land en niets zal ooit nog veranderen. de laatste regel in de bundel. Robin Veen ziet onder ogen wat hij – u en ik ook – al een leven lang onder ogen heeft moeten zien. en toch is GA HIER AAN LAND een troostrijk werk. een ingehouden werk. over de vergeefsheid en de zinloosheid der dingen schrijft ROBIN VEEN krankzinnig goed. verraderlijk goed.
ROBIN VEEN GA HIER AAN LAND ISBN/EAN 978-90-821077-0-8 www.whistlingduck.eu http://www.boekhandelperdu.nl/Ga-hier-aan-land
De reeks ‘Sonnets From An Ungrafted Tree’ werd, al experimenterend, door Millay gemaakt, en, tja, grossiert in prachtig leedwezen. Het heeft me vrij veel werk en tijd gekost om de ruwe omzettingen, die je website sierden, te schaven en politoeren naar contemporaine(r) werkjes, later dan 1975 wordt ’t niet denk ik—zelfs van een telefoon wordt in de reeks geen gewag gemaakt, wel van grutters die maar ‘bezorgers’ zijn geworden e.d.—maar ach, Millay stierf zelf al 25 jaar daarvoor, en deze reeks bleef onafgerond(?). Het líjkt echter grotendeels gaaf, en behelst het ziekbed-en-sterven van een man, bezien door de bril van zijn vervreemde wederhelft, die terugkeert naar hem als hij ziek is (ondanks het feit, dat zij niet van hem houdt, wat dat dan ook precies moge zijn—hier verwijs ik graag naar het andere werk van Millay) en hem verzorgt tot het eind. Ik stuur je de eerste negen, van de zeventien, oorspronkelijke sonnetten en hun schaduwrijke fluisterstem in het Nederlands toe. Geniet, of niet!
Liefs! D.
IV.
Als een sardientje siste witte bast op sintels, deed het walmen van de rook. Ze knielde, blies: haar hoop ontvlamd alvast op warmte… het deed as opwaaien ook, maar laaien bleef het uit waar die weer landde, geen vonkje; ’t hout was door de regen nat. Dus, zodat niet alleen verlangen brandde (hartstocht, dacht ze, die ze verkwanseld had met vergelijkbaars, op een eender uur) maar ook die dwarse kolen, ging ze blazen, loeihard stiet zij haar adem uit, haast razend uit haar lijf: daar ontstak een mager vuur! …dat alsof opgejaagd direct verdween, en achter ’t raam verrees de nacht, die blauw en duister scheen.
The white bark writhed and sputtered like a fish Upon the coals, exuding odorous smoke. She knelt and blew, in a surging desolate wish For comfort; and the sleeping ashes woke And scattered to the hearth, but no thin fire Broke suddenly, the wood was wet with rain. Then, softly stepping forth from her desire, (Being mindful of like passion hurled in vain Upon a similar task, in other days) She thrust her breath against the stubborn coal, Bringing to bear upon its hilt the whole Of her still body … there sprang a little blaze … A pack of hounds, the flame swept up the flue! — And the blue night stood flattened against the window, staring through.
Mijn hele leven al ga ik gebukt onder het juk, de vreemde vogel te zijn. Bijna alles dat ik lijk te doen wijkt af. Het begint al met mijn lengte. Mijn lichaamslengte bedoel ik dan uiteraard. Die ligt onder het gemiddelde. Mijn bouw is van nature tenger. Als je kind bent resulteert dat erin, dat je toch al snel als kabouter wordt beschouwd. Als je dan ook nog eens van metal muziek houdt en een hekel aan mensen hebt, dan zijn de rapen gaar. Dan zit je daar met je metal shirt en je lange haar in een vwo-klas afwijkend te zijn. ‘Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’. Dat zeggen je ouders dan, die zich er ook geen raad mee weten, omdat het een beetje raar is.
Je gaat in je zogenaamde reis naar de volwassenheid allerlei stadia door. Eerst word je opstandig. Dan weer probeer je geaccepteerd te worden. Je probeert ‘jezelf’ te vinden. Wordt weer rebels. Zoekt weer acceptatie. Alles gaat mis. En dan probeer je weer wat anders en dat gaat dan weer beter en zo gaat het maar door. Veranderen, hetzelfde blijven, alles duurt maar even. Na mijn veertigste neemt mijn leven de gelukkige wending, dat het mee steeds minder kan schelen, wat ‘de wereld’ nog van mij vindt. Te meer, omdat ik het gevoel heb, op orde met mezelf te zijn. Ik ‘hoef niet meer zo nodig’.
Vanochtend had ik het met mijn dochter over gewone mensen. Ik nam de tijd om eens wat vrienden langs te lopen in mijn hoofd. De conclusie was ontluisterend. Al mijn vrienden mankeren psychisch wel wat. Maar gezien ze daar hun directe omgeving niet fysiek mee in gevaar brengen, wordt dat nauwelijks opgemerkt. De één heeft nooit een normale vader gehad en neukt daarom alles wat los en vast zit en kan geen relatie houden, de ander blijft hopeloos hangen in een doodgebloede relatie. De derde wil niets meer met de maatschappij te maken hebben en leeft daar ook naar. Dan heb je nog de mannen, die uit wanhoop maar meegaan in de ellende van hun partner of in een doodlopende baan en hun leven daardoor tot stilstand brengen. Dan heb ik ook nog een paar vriendinnen, die ook hun losse steken hebben, maar die ontzie ik hier. Al mijn ‘normale’ vrienden zijn gewoon gek! En dan heb ik het nog niet eens over de dichters of kunstenaars.
Het zou uiteraard zo kunnen zijn dat soort, soort zoekt. Maar dat kan ik zo ontkrachten. Het is misschien een leven lang afwijken, dat je ogen opent voor de vreemde hypocrisie van het ‘normaal zijn’. Achter de voordeuren in dit land gaat een hel van normaliteit schuil, waar de reddingsboeien bestaan uit antidepressiva, pijnstillers, alcohol, voetbal, yoga, avonden Netflix bingen, de ziekelijke neiging tot zelfontkenning via een dodelijk sportregime of gewoon een leegte van nullen en enen. Maar er is weinig erger, dan hordes mensen, die zich een leven lang voor de gek houden, door te denken dat alles maar normaal moet zijn. Van crisis naar crisis zwalken of het de normaalste zaak van de wereld is. Armoede, ongelijkheid en ellende nemen zoals het is en ‘er toch niets aan kunnen doen’, om vervolgens het vliegtuig naar Thailand of een all-in resort te nemen, omdat het kan. En zo elke dag weer doorgaan. Deze mensen zijn zo geestdodend saai, dat je ze wat aan zou willen doen.
Nee. Doe dan maar gewoon gek. Dan doe je genoeg.
VON SOLO DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl