CARTOUCHE wint de enige echte virtuele – naar JAN ROT –  ‘stel dat het zou kunnen’ – trofee op pomgedichten punt nl – Anke Labrie en Ien Verrips delen zilver en brons.

ik denk dat we vandaag CARTOUCHE maar eens in het gouden zonnetje moeten zetten – wat een prachtgedicht – om tranen van in je ogen te krijgen – schreef ik in het commentaar – Anke en Ien maken de onverwachte wending – de focus niet op een ander – maar Het Zelf centraal gesteld – om voor een ander te bestaan. mooi! zilver en brons delen zij deze week. van harte gefeliciteerd – alle inzenders dankjullie wel – en JAN ROT natuurlijk – dat we nog veel mooie songs mogen genieten.

Stel
 
Stel , ik kon je overdoen, ik zou je
hemelblauw of papaverrood kunnen
dopen, ofschoon zwart en wit
is natuurlijk in het licht
van huid en haar
meer voor de hand
 
maar doe ik je recht
als ik me jou verbeeld
liggend op een canapé als
‘de oorsprong van de wereld’
blikvanger en topstuk in mijn goed
geklimatiseerde vaste collectie
 
van verloren onderwerpen het beste
is jij – en ons natuurgetrouw te bewaren in wit
regels van dit gedicht-palet, hoe ontoereikend
ook om jou ten voeten uit te schilderen
mijn lieve – jazeker, je geeft me zo veel
te betekenen nog, onnoemelijk veel
met jou te stellen
 
05-09-2021
Cartouche


–>
ach ja – stel dat het zou kunnen – dat prachtige zo persoonlijke thema deze week aangedragen –  aangezongen door JAN ROT die prachtige gedachte – stel stel…. – maar ja een regel met ingebakken weemoed – de onvervangbaarheid een gegeven maar ook het besef van nooit meer, nooit meer zo, nooit meer zoals het was, alleen in de nachten wellicht nog waarin we toveren – toveren in het duister – dat zou een titel van een gedicht kunnen zijn – een titel, een gedicht, hoe ver weg ben jij.
 
Cartouche benadert de zaak op juridische wijze: doe ik je recht de vraag die hij stelt – niet meer aan haar maar aan zich zelf en aan de lezer, aan ons. het antwoord in schilderachtige bewoordingen  gegeven in de laatste strofe. een voluit JA. met die mooie regel: ‘je geeft me zo veel te betekenen nog…’ om tranen in je ogen te krijgen zo mooi dat eerbetoon.

Bijzonder thema en ik aarzel dit keer om in te zenden omdat ik het lied van Jan naast heel mooi ook best confronterend vind.
Vooral het idee dat het níet kan (soms verzin ik gewoon maar een hemel als het te verdrietig wordt).

Toch maar inzenden, dat het wat vreemd is besef ik, zoals je ziet.


Hartelijke groet,
Anke



vreemd liefdesliedje
 
wie zou mij nog een keer
willen zien
stel dat dit zou kunnen
als ik er niet meer ben
 
wie zullen mij missen
 
niet een beetje
dat uiteindelijk wel went
maar echt heel veel
 
jij
 
gelukkig ben jij er niet meer


anke labrie
(04-09-2021)


–>
ach ja – stel dat het zou kunnen – dat prachtige zo persoonlijke thema deze week aangedragen –  aangezongen door JAN ROT die prachtige gedachte – stel stel…. – maar ja een regel met ingebakken weemoed – de onvervangbaarheid een gegeven maar ook het besef van nooit meer, nooit meer zo, nooit meer zoals het was, alleen in de nachten wellicht nog waarin we toveren – toveren in het duister – dat zou een titel van een gedicht kunnen zijn – een titel, een gedicht, hoe ver weg ben jij.
 
Anke houdt het bij de ’Umwertung aller Werte’ en maakt het heel persoonlijk – wie zou MIJ missen schrijft ze – op die ene onvervangbare wijze – die manier waarop we allemaal gemist zouden willen worden – stel dat het zou kunnen – hier beschreven in die wending – in die U bocht om toch weer uit te komen bij JOU – de enige echte, niet meer mogelijke.
ontwaken als een man
wil ik zonder schroom
de kroeg in zonder blikken
die me keuren maar gewoon
met vrienden slap lullen
boven ’tbier
die ene dag als man
een vrouw versieren
en weten bij die ene dag
hoort ook de nacht


Ien Verrrips


–>
ach ja – stel dat het zou kunnen – dat prachtige zo persoonlijke thema deze week aangedragen –  aangezongen door JAN ROT die prachtige gedachte – stel stel…. – maar ja een regel met ingebakken weemoed – de onvervangbaarheid een gegeven maar ook het besef van nooit meer, nooit meer zo, nooit meer zoals het was, alleen in de nachten wellicht nog waarin we toveren – toveren in het duister – dat zou een titel van een gedicht kunnen zijn – een titel, een gedicht, hoe ver weg ben jij.
 
 
Ien pakt het thema anders aan – maakt het thema ook  persoonlijk – zoals de stadsdichter van Amersfoort begreep ik uit zijn woorden graag zich innestelt in de zienswijze van het beschrevene – in zijn geval de ontsnapte en inmiddels dode wolven daar te Amersfoort – nestelt Ien zich deze week in de psyche van de man die – vrij naar sonneveld –  het lonken niet kan laten. (onee in het liedje van sonneveld is een ZIJ beschreven.) hoe dan ook Ien komt bij zich zelf uit en wil een keer ongecompliceerd – misschien mag het gedicht zo samengevat.
  • Rik van Boeckel: morgen reikt de dag een warme hand naar moeders
  • Frans Terken: de maag met liefde gevuld als dat vandaag zou kunnen
  • Cartouche: Stel , ik kon je overdoen,
  • Anke Labrie: als ik er niet meer ben
  • Ien Verrips: ontwaken als een man…
  • wedstrijd gesloten


wie wint de enige echte virtuele – naar JAN ROT –  ‘stel dat het zou kunnen’ – trofee op pomgedichten punt nl?
 
yvonne koenderman zat de afgelopen week in een rotterdams bootje met hem – mooie opnamen trouwens – van de heel vaak  zo onderschatte singer songwriter jan rot- prachtig nummer ook – stel dat het zou kunnen – de nieuwe columnist van AD tot de dood hem van zijn lezers scheidt. maar deze week zijn de dichters hier aan bod – WAT DAN? als het zou kunnen – jan rot uw inspiratiebron –  we lezen het graag hier bij de enige echte virtuele.  u kent de regels:

gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.

en ik, ik wil de amstel zien

zwanen zwemmen witheet weg
dat noem ik geen natuur

afgesloten vrouwen
fietsen me voorbij
de een de hel, de ander rood
een derde kijkt nog even om
zich heen en opgebroken weg

maar toch om één keer nog
in die bezeten blik van de stuurvrouw
van de laga acht
het meisje zien zoals ze was
wil ik altijd naar die amstel weer


pom wolff
Pom, hier mijn bijdrage geïnspireerd door het prachtige lied van Jan Rot en mijn reis door la douce France.

Groeten,
Rik


Met de douce Franse slag

Zal de reis toch niet vergeten
la douce France zal het wel weten
met moeders eau de cologne
langs de groene weiden in de Dordogne
de megalithische franje van Bretagne

doch die reis is nu een droom
van Duinkerken naar Brugge
raakt de werkelijkheid in zicht

vandaag hangt liefde in de lucht
wordt het lustig lied zo snel gezongen
met de stem van Pavarotti
de ladderende tonen van Jacques Brel

morgen reikt de dag een warme hand
naar moeders aan de overkant
laat de harp haar tonen strelen
met de douce Franse slag.

Rik van Boeckel
4 september 2021


–>
ach ja – stel dat het zou kunnen – dat zo persoonlijke prachtige thema deze week aangedragen –  aangezongen door JAN ROT die prachtige gedachte – stel stel…. – maar ja een regel met ingebakken weemoed – de onvervangbaarheid een gegeven maar ook het besef van nooit meer, nooit meer zo, nooit meer zoals het was, alleen in de nachten wellicht nog waarin we toveren – toveren in het duister – dat zou een titel van een gedicht kunnen zijn – een titel, een gedicht, hoe ver weg ben jij.
 
Rik memoreert de 4711 van moeder ooit op weg naar douce france – eau de cologne – kölnisches Wasser inmiddels verdampt. het einde van de reis waarin gisteren, vandaag en morgen zijn beschreven. mooi gedaan.
Dwarsdenken

Jaja maar toch
zei m’n moeder steeds
alsof ze niet halfdoof was
voor m’n dwarsdenken

alles kon ik tegenwerpen
maar niet hoe ze de emaille pan
– de betere wereld van Cousances –
met een halve gebraden kip
van het fornuis haalde

en zei ‘neem dit nu maar mee’
dan zou ik wel anders denken
over hoe het ons en de wereld verging

niet de smaak van wat gedacht
maar de vingers afgelikt
de maag met liefde gevuld

als dat vandaag zou kunnen
haar hand aan de knoppen
het vuur als onder de pan

© FT 04.09.2021


–>
ach ja – stel dat het zou kunnen – dat zo persoonlijke prachtige thema deze week aangedragen –  aangezongen door JAN ROT die prachtige gedachte – stel stel…. – maar ja een regel met ingebakken weemoed – de onvervangbaarheid een gegeven maar ook het besef van nooit meer, nooit meer zo, nooit meer zoals het was, alleen in de nachten wellicht nog waarin we toveren – toveren in het duister – dat zou een titel van een gedicht kunnen zijn – een titel, een gedicht, hoe ver weg ben jij.
 
 
ook Frans memoreert – op smaakvolle wijze moeder – in de keuken, woorden, geuren en het gerecht en wat wijze raad. de woorden vandaag met liefde gevuld – zo kan het gedicht samengevat.

Share This:

held MIKIS THEODORAKIS overleden – maar vrij naar joop komen: niet in de moedermelk gestikt

toch wel een van de grote helden – als je het zo leest

Share This:

Hans F. Marijnissen bij de afbeelding van ACG Vianen: ‘Ik ruik mottenballen in zwarte kleding. Een verlaten zolderkast. Albums met foto’s…’

Nagedachten

Ik ruik mottenballen
in zwarte kleding.
Een verlaten zolderkast.
Albums met foto’s
die ik soms herken,
de sensatie van zijde
op vingertoppen.

Een trage achtbaan,
hoe ik deze nabeelden
bezoedel.
Facturen, brieven.
Net op tijd
en nauwelijks hoor ik:

mijn naam,
hoe zij die uitsprak,
die melodie, opwaarts
vluchtend, en weg.
Woorden verliezen waarde
terwijl ik ze lees.

De jurk blijft leeg,
de stola stoffig
en ik verlaat die aarde.
De opkoper belt aan,
beneden, voor de inboedel.

Het kan zijn
dat ik me een herinnering
herinner.


Bij afbeelding van ACG Vianen
Groetjes
Hans F. Mari
jnissen

Share This:

Rik van Boeckel doet de MONT st. michel

Goedemorgen Pom

Weer wakker in het Franse en Bretonse land. Het verleden wordt een droom die vandaag in Mont St.Michel werkelijkheid wordt.

Salut,
Rik

De Bretonse Droom

De Tumulus verlaten
de energie in de gaten
na vele trappen in Le Puy-en-Velay
duizenden stappen in Menhirland
langs de ruige kust van Quiberon
de megalithische site van Gavrinis
de dolmen van Karnag

de Bretonse droom leidt naar wallen
van Port Louis y Hennebont
stappen zo gezond nieuw dorp hallo
de zending van Concarneau
brengt la rêve verder dan de herder

Quimper of Kemper koerst
naar de ruime haven van Brest
het bos van Sapins brengt bruggen voort
in Le Relecq Kerhuon dwars over de zee
de huizen van Lannion klimmen hoog
zoals de kapel van Mont St.Michel.

Rik van Boeckel
1 september 2021
Mont St.Michel

Share This:

Merik van der Torren vandaag in een okergele wind richting eeuwige sneeuw




Vakantie 11

De okergele wind wappert gordijnen.
De gebakken lever van de buurman ruik ik.
Nog net bij bewustzijn pak ik mijn tandenborstel en paspoort in mijn tas.
Voort gaat het naar koele bergtoppen met eeuwige sneeuw,
 
Waar jij alleen bloeit.


Merik van der Torren

Share This:

IEN VERRIPS – druk, druk, druk


er is zoveel
teveel
de zomer
toch al niet zo veel
ontglipt mij
zomaar
 
niet de tuin
die zomert lustig los
niet wars van
buiigheid
verschiet zij kleur
 
aan mij ging
het voorbij
niet alleen
het weer
het was gewoon
teveel dit jaar


Ien Verrips
 

Share This:

Ditmar Bakker vertaalt Robert Frost


Frost was halverwege de veertig toen hij onderstaand schreef. Liefs.

ACQUAINTED WITH THE NIGHT

I have been one acquainted with the night.
I have walked out in rain—and back in rain.
I have outwalked the furthest city light.


I have looked down the saddest city lane.
I have passed by the watchman on his beat
And dropped my eyes, unwilling to explain.


I have stood still and stopped the sound of feet
When far away an interrupted cry
Came over houses from another street.


But not to call me back or say good-bye;
And further still at an unearthly height
One luminary clock against the sky


Proclaimed the time was neither wrong nor right.
I have been one acquainted with the night.
***[R.F.]


BEKEND ZIJN MET DE NACHT

Ik ben bekend met nacht en duisternis.
‘k Ben regen ín, en er doorheen gegaan.
‘k Weet vanaf waar de stad elk baken mist.


Zo zag ‘k de meest ellendig zaken aan,
en zag mij een bewaker, in zo’n nacht,
zou ‘k niets verklaren, maar mijn blik neerslaan.


Soms stond ik stil, stopte mijn tred, want zacht
klonk ergens uit een straat, een huis, een kreet
die stokte in een halve jammerklacht,


want niet ter afscheid, noch die welkom heet;
iets verder nóg, onwerelds hoog, gewis
stelde één klok, die lichtend lucht doorsneed:


de tijd is fout noch goed, geschieden is.
Ik ben bekend met nacht en duisternis.

***[D.B.]

Share This:

Karin Beumkes: ‘Ik besta uit loszittend loof, de bom zal snoeihard vallen….’

Ik besta uit loszittend loof, de bom zal
snoeihard vallen.

Dear Pom


Soms heb je van die ogenblikken dat je je eigen nachtmerries herinnert. Dat is een akelig gevoel, maar desondanks moet je daar toch doorheen. Hier heb ik zo’n gedicht. Het is nieuw, maar gelukkig kan ik zeggen dat het een aantal jaren achter me ligt. Gelukkig kan ik zeggen: weg met al die herrie. Hopelijk vind jij dat ook.
Liefs Karin


Loszittend loof

Immuun voor de galm van klokkentorens
niet gevoelig meer voor de geuren uit de zee.
Olie in mijn veren, plastic in mijn hoofd,
een haarbal in mijn hart.

Verward gespeeld, vals gedroomd,
zonder geld en in een grote stad,
het is nu drie voor twaalf
en jij bent bijna bij me weg.

Feestje gehad, maar niet geleefd
en dat gelogen ook.

Rook op mijn netvlies, een ernstige vlinder
daalt neer op mijn neus en bekijkt me bitter
en ik stamel: dit leven is niet langer serieus.

Ik besta uit loszittend loof, de bom zal
snoeihard vallen.


Muziek:  First Aid Kit – My silver lining https://youtu.be/DKL4X0PZz7M

Share This:

Rik van Boeckel wint de enige echte virtuele – vrij naar ACG VIANEN – de bedachtzaamheid overgelaten aan wat woorden – trofee op pomgedichten punt nl – Cartouche zilver, Erika de Stercke brons

laat ik beginnen de dichters te bedanken voor de inzending van de gedichten bij zo een moeilijk thema: een door ACG VIANEN aangereikt woord ‘bedachtzaamheid’ – Cartouche, Erika de Stercke en Rik van Boeckel reiken aan het eremetaal wat betreft dit jurylid – het zo in evenwicht zijnde gedicht van Rik van Boeckel waarin heden en verleden in het zo mooie franse land is gesitueerd omhangen wij van hier met het goud van de zonnekoning. Cartouche schreef al die liefdesregels wat ons betreft in zilver en Erika sloop subtiel naar brons. Van harte, heb een mooie zondag en beste lezers geniet de dichtpracht van deze zondag.

Wakker in het Franse land

Wakker in het Franse land
en route schuift het nabije verleden
de wereld van herinnering in

de reis passeert bedachtzaam
langs golven groen van de Ardèche
de Thèze stroomt de toekomst binnen

uit zonnebloemen springt het levenslied
de nieuwe dag parkeert in Bretagne
voor de minstreel van het heden

het zingend licht is een vergezicht
wolken laten klanken gaan
toen en nu ze zijn nimmer klaar.



Rik van Boeckel
29 augustus 2021
Carnac. Bretagne

Een echte van Boeckel mogen we hier aanvaarden – maar deze keer volkomen in evenwicht. het heden, het verleden – een rivier die de toekomst instroomt, het licht als vergezicht – en zo dat toen en nu nimmer klaar zijn. mooi beschreven!


Wie ben ik
zonder woorden
niet meer dan een vat
bezonken jonge, klare wijn
 
zeg jij – liefde
behoeft geen krans
sonnetten, bedachtzame zinnen
of slam, laat staan spoken word
 
die valt
alleen te voelen – moet je
weten, lezen als een paar aren, zo
onnoemelijk zie ik je liefst
                                
rood –  als een vel
van het allerfijnste perkament
me maanzacht als de nacht
branden en merken kan
 
hoe jouw ogen
van een  afstand – hand over hand
mij de lijnen weten te dichten
in mijn gezicht
 
28-08-2021 / Cartouche

https://www.theartcouch.be/nieuws/te-gek-om-los-te-lopen-2-marina-abramovic/ (vanaf minuut 1.15)


–>
ik zie dit toch als een min of meer pure liefdesverklaring.  voor een beschrijving van het youtube filmpie alleen moeten we niet bij Cartouche zijn. deze dichter door emoties overmand gaat zich bij zo een film  te buiten in dichterlijke liefdestaal –  als je cartouche leest is het filmpie bijna overbodig geworden. tsja dat is cartouche – zijn bedachtzaamheid zit aan de voorkant van het gedicht: met welke woorden kan ik die alles overtreffende emotie in een gedicht neerleggen zonder dat ik zelf r aan onder door ga. wederom gelukt als geen ander. afgepast en afgemeten de woorden – een gedicht dat op ontploffen lijkt te staan. een gedicht met ontploffingsgevaar.

thermometer
 
moet ik de waarheid uitkotsen
om gehoord te worden
zij die me willen omzeilen 
met nieuwe woorden  

bedachtzaam kijk ik toe
naar grote sier rond lege lijven 
een handzoen vliegt voorbij
hij mist zijn doel

in de keuken voel ik me veilig
rol het deeg uit voor een taart
appels spreken niet tegen  
laten het snijden begaan 

de radio heel hard 
ik zing een verzonnen lied 
het oventje op temperatuur 
mijn leven bakt langzaam gaar  


Erika De Stercke


–>
na de eindhoven sessie van vorige week – weet ik – erika de stercke = minimaal 2X lezen. vorige week voltrok zich dat wonder. een eerste keer hoor je het gedicht en je denkt ok een gedicht. de tweede keer leest ze hetzelfde gedicht en je zit op het puntje van je stoel en na de derde lezing lig je gestrekt languit. (krijg je díe zo schone  wonderbaarlijke ‘vlaamse’ klanken erbij cadeau.
en zo ook gaat het met dit gedicht. ineens vallen wonderbaarlijke regels op na een paar keer lezen: een handzoen die voorbij vliegt, appels die niet tegen spreken en een leven dat langzaam gaar bakt. goeie titel ook.
  • Yvonne Koenderman: toch zal je er altijd zijn
  • Frans Terken: hoort de zondagochtendklokken
  • Erika De Stercke: bedachtzaam kijk ik toe naar grote sier rond lege lijven 
  • Cartouche: Wie ben ik zonder woorden
  • Vera van der Horst: zelfs dat klinkt aangenaam
  • Anke Labrie: hier en daar nog wat verschoven
  • Rik van Boeckel: toen en nu ze zijn nimmer klaar


wie wint de enige echte virtuele – vrij naar ACG VIANEN – de bedachtzaamheid overgelaten aan wat woorden – trofee op pomgedichten punt nl?
 
de prachtige pentekening van ACG Vianen is deze week de inspiratiebron – hoe bedachtzaam kan een dichter wezen? en hoe brengt de dichter bedachtzaamheid tot uitdrukking in welke woorden. geen makkelijk thema maar poëzie bestaat ook niet voor het gemak. wel voor de bedachtzaamheid. u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.

waar waren we gebleven
jij sprak woorden van diepe aard
dit wordt typisch weer…
zo een gedicht…
van jou…
waarin…

ik hoorde je denken
dit wordt inderdaad een gedicht
bevestigde ik bedachtzaam
 
waarin…
de woorden…
elkaar net niet raken…
 
pom wolff
 
Het was geen gewone ontmoeting
tussen liefde en genegenheid
we leefden tussen woorden

bij de haren getrokken adjectieven
werkwoorden die groeien als onkruid
er zijn er die met geweld binnendringen

jij drong in alle rust,
langs de buitenkant mijn hart binnen.
we vonden elkaar toevallig tussen woorden.

persoonlijke voornaamwoorden zoals IK
in liefdesverhalen draait het niet alleen om de liefde
Geen ” ik hou van jou ”

toch zal je er altijd zijn

Yvonne Koenderman


–>
hele sterke laatste regel. een onontkoombare laatste regel. hele sterke eerste regel ook  onontkoombaar – en tussen die gouden regels het gedicht – lekker rauw geschreven – van Yvonne. met adjectieven en persoonlijke voornaamwoorden en meer – en met het hart – een met het hart geschreven gedicht om bij die bijzondere geliefde stil te staan. een ontmoeting waarna de wereld voor altijd anders is. en in welke woorden dan ook – het was een ontmoeting voor altijd – lezen we. dat dringt regel na regel meer bij de lezer door.
 
Stiltegebied

Je groet de visser met zijn dobber
gespannen wacht hij op beweging
kijkt je met een schuin oog vuil aan
als een reiger die aast op z’n prooi
je dempt het ploffen van je schoenzolen

hoort de zondagochtendklokken
in torens waar gebeier niet van de lucht is
honden op de dijk blaffen er schande van
alsof enkel zij en krijsende meeuwen
zich tegen de stilte mogen keren

ik vis naar woorden mompelt de visser
niet dat je die hier kunt horen
ze houden zich koest in het gebied
waar klepels de grens overschrijden

hier zit ik in stilte
vang woorden die voorbij drijven
op zoek naar goed gezelschap
wacht tot het fluistert in mn hoofd


© FT 28.08.2021


–>
de dichter die in de laatste strofe bij zich zelf uitkomt – mooie woorden opvangt neem ik aan – ‘die voorbij drijven’. prachtig gezegd – bedachtzaam – in contemplatie – en de locatie goed gekozen: stiltegebied – een zondagochtend, de kerkklokken, de visser, een hond wat meeuwen een reiger. voordat de dichter bij zich zelf uitkomt moet de wereld eerst aan de kant en de druktemakers in het stiltegebied tot stilte gebracht. pas dan is het vissen naar woorden in dichters hoofd mogelijk. apart stukje natuur op een willekeurige zondagochtend. gelukkig dat er dichters zijn.
Als jij zwijgt hoor ik mezelf weer

Op blote voeten loop ik over het parket
geruisloos haast en pak het bakje van de kat
dat is van metaal en tikt heel zachtjes
tegen de gootsteen aan waarin ik het plaats
onder de kraan die ik dan opendraai

Ik luister naar alle geluiden die ik maak
als ik een glas pak uit de kast en dat
op de aanrecht zet waar de melkopschuimer
de melk tot een grote witte wolk draait
die ik dan rustig glijden laat in het glas

Het koffieapparaat maalt de bonen vast
hij maakt daarbij een enorm kabaal
zelfs dat klinkt aangenaam waarna
de koffie in het schuim druppelend
twee bruine gaatjes achterlaat

En tussen deze klanken door neem ik
sprakeloos mijn gedachten waar


Vera van der Horst


–>
nu de dichtersrommel van vorige week in veraas tuintje is opgeruimd daarachter –  in eindhoven – en vera weer een beetje bij zich zelf is uitgekomen – wordt het huis, de huiskamer, het parket, de keuken, het hele halve huis weer eens even goed gecleand. gelukkig is er ook KOFFIE. even een bakkie doen met connie lahnstein wellicht en dan in bedachtzaamheid het leven aanschouwen: eerst nog even zonder conny.  als vera in haar huisje alleen aan de koffie is dan weet je er komen mooie regels aan: ‘sprakeloos (neem ik) mijn gedachten waar’ – en die dan opschrijven.

de juryvoorzitter van vorige week peter le nobel zou uitroepen – nieuwe tijden nieuwe normen. neen koffie in een gedicht dat kan echt niet meer – daarmee smokkel je oude plantages met tot slaaf gemaakten een gedicht in – daar komt in dit gedicht nog bij dat de witte melk met de melkopschuimer tot een grote witte wolk wordt opgeklopt – stuitend gewoon – vuig!


taal

 
behoedzaam neergeschreven
ontstonden ze
tegen de regels in 
 
tot op de komma
hier en daar nog wat verschoven
kwamen er nieuwe woorden

eerst nog angstig bij elkaar
 
binnen de oude woordenschat
werd elke wijziging gemeden

het bleek geen enkel punt
 
hoe omstreden ook
taal zoekt haar eigen zinnen
 
anke labrie
(29-08-2021)


–>
Anke schrijft heel inclusief – peter le nobel kan tevreden zijn. dichter geeft de voor elke taal algemeen geldige regels – dat uiteindelijk de taal haar eigen zinnen wel zoekt. de dichter als doorgeefluik – bijna zoals kunstenmaker anton heijboer hier aan de komiek van duin  illustreert – alleen bij heijboer ontbreekt de in dit gedicht zo mooi neergelegde behoedzaamheid.

Share This:

Vera van der Horst stelt nu ook indringende vragen bij het optreden van Conny Lahnstein & Inge B. – een doorwrochte analyse noem je geen ‘gewouweluitdenek’

inge boulonois’ muisje krijgt hierbij nog een staartje
conny lahnsteins muisje krijgt hierbij nog een staartje

Conny ik ben het in deze wel met Ditmar eens, dat je zijn doorwrochte anal’yse gewouweluitdenek noemt is een zwaktebod en ook nog een van weinig allooi. Het kan dat je het niet eens bent met de inhoud of met zijn woordkeus, maar zeg dat dan. Het motief dat je de dichters toedicht dat ze eens lekker weer iemand te grazen willen nemen, klinkt in mijn oren meer als gewauwel, evenals het dichtsel van Inge B. dat doet.

Als een achtjarige dit geschreven had, zou ik zeggen: knap gedaan!
Maar een achtjarige, zou nooit geschreven hebben: ons land is zo vrijzinnig. Dit is een zeer vreemde regel binnen dit gedicht, die zeker met enige argwaan bekeken kan worden. Een kind zou dit gedicht schrijven uit de overweging: toch zielig, mensen kunnen trouwen met elkaar en hondjes niet. Wat zegt dit zinnetje nu eigenlijk, of wat bedoelt Inge B. hier nu eigenlijk mee te zeggen?
Je zou er uit kunnen lezen: ons land is zo vrijzinnig, iedereen kan maar met elkaar trouwen, niet alleen mannen met vrouwen, maar ook vrouwen met vrouwen en mannen met mannen, het moet niet gekker worden, waarom dan honden niet?

Zelf las ik er in eerste instantie geen homofobie in, maar gezien de aard van Ditmar, is hij hier gevoeliger voor. Net als donkere mensen gevoeliger zijn voor bewust of onbewuste impliciete racistische uitlatingen die ze over zich heen krijgen.
Ik ken geen verder werk van Inge B. kan niet inschatten of zij dit bewust of onbewust schrijft, maar uit het naïef aandoende schrijfsel zou je denken onbewust, ook gezien haar totale verbazing: nouja Pom, hij noemt me homofoob, ik homofoob, nouja zeg, zoals ik al veel mensen heb horen uitroepen: ik ben echt geen racist hoor, maar…enz

In goede poëzie wordt elk woord gewogen, elk woord kan een bepaalde lading geven aan een gedicht. Het is goed om over de implicaties daarvan na te denken.
Ik ben nu toch nieuwsgierig geworden of dit gedaan is door Inge B.
Zo niet, dan zou ik wel eens willen horen van haar, wat dan de clue is van dit gedicht, ik zie hem niet.

Vera van der Horst

Share This: