Yvonne Koenderman en ‘het momentje van puur geluk’

Van de week stond hij in de straat.
Retro kleur die knalt, dak alleen dicht want het regende.
Het was markt en hij viel niet alleen op door de kleur, maar ook door de tijd die de inzittenden nodig hadden om uit te stappen.
Hij rimpelig, grijze haardos met pet. Zij keurige witte krullenbol.
Het ging allemaal wat stijfjes beide eind zeventig en dan moest ook de opklapbare rollator er uit.
Hij gaf nog even een liefkozend klopje op het zwarte dak…zij keek hem glimlachend aan en samen schuifelden ze de markt op.
Zo mooi om te zien.
Als ze er dinsdag weer zijn
vraag ik of ik ze op de foto mag zetten dat puur geluk.

Yvonne Koenderman

Share This:

TON HUIZER over meneer de wit en de kieslijst – zo’n 60 cm lang en bijna één meter breed.


Kiespijn

Meneer de Wit doet weer mee dit keer. ‘Stemmen is een burgerplicht’, zijn oude vader zei het zeventig jaar geleden al. Als we toen niet waren gaan stemmen zaten we nu nog met een tekort aan woningen en veel te grote schoolklassen, sprak hij vol overtuiging.
De stempas is al bezorgd en netjes opgeborgen. Meneer de Wit weet alleen nog even niet waar. Hij is al wat ouder, het geheugen wordt wat minder. Ook de kieslijst is inmiddels op de mat geploft. Een handzaam stukje drukwerk, zo’n 60 cm lang en bijna één meter breed.
In een prettig, ook voor oudere ogen leesbaar, lettertype.
 
Er valt gelukkig wat te kiezen dit keer. Meer dan dertig lijsten, van de Partij voor de Bomen tot de lijst Wildplas. Meneer de Wit was er met vergrootglas en kleurpotlood een gezellig uurtje zoet mee. Daarna begon het echte werk.
 
Het terugvouwen van de lange lap papier om het daarna, samen met de Rotterdampas, in de bijgevoegde enveloppe te kunnen schuiven. Dat bleek nog niet zo eenvoudig.
De milieuvriendelijk gefabriceerde kieslijst kreukelde alle kanten op. Het strijkijzer bracht gelukkig uitkomst.
 
Niet veel later verdween een lauwwarme enveloppe met inhoud in een plaatselijke brievenbus. De hartverwarmende bijdrage van meneer de Wit aan het feest van de democratie.
 
Ton Huizer
 

Share This:

Suzanne Krijger: ‘Ik merkte het ineens op Dat likjes verf ongeziene momenten soms op doen lichten…’

Het schoolreisje

Ik kreeg een evenwichtig gevoel bij het zien van de lach
Het was slechts een schilderij, maar voor het eerst deed het wat met me
De weerkaatste likjes verf, die tanden lieten glanzen
Lieten me urenlang op de rode poef voor de muur zitten
Koste wat kost moest ik erachter komen waarom het zo binnenkwam
Men gaat niet naar musea voor de lol
Ik moest mee op schoolreis, dat is dan wat we doen in het examenjaar
Dacht ik
Maar opeens wist ik
Het gelige licht kwam vanochtend ook mijn gezichtsveld binnen, al voordat ik mijn ogen opendeed vandaag
Ik voelde mijn kraag al zitten terwijl ik mijn kleren nog niet had aangedaan
Zo de kou overgeslagen
En ja, ja ik had ook ik de spiegel geknikt naar mezelf, dit keer gedanst op muziek en de grijze lucht gevuld
Alsof ik de honger voor het ontbijt oversloeg
En ik zocht spontaan naar een lach vandaag, die ik ook zag op straat
Tegenover de dichte winkel waren jongetjes, een groepje van drie, aan het dansen op het gevoel van de beat
Terwijl de regen, liep mijn hoofd mee, heb het onthouden terwijl hun lichamen alles wegdraaiden
Dwaalde
Draaide de vrouw plots opnieuw naar me toe
En ik weet al waarom het zoveel met me deed
Op een duizelig feest
Liet ze de lach van alle opgewekte sprankjes vandaag zien
Ik merkte het ineens op
Dat likjes verf ongeziene momenten soms op doen lichten

Suzanne Krijger

Share This:

Merik van der Torren over overbuurman ARIE en Peter Posthumus met een ballade: ‘hij kwam in glorie vertrok in chaos met geweld…’



Hoi Pom,
 
De bewegingen van de overbuurman die ik Arie noem, inspireerden me tot deze tekst, voor pomgedichten, groet, Merik



Opruiming

Na het overlijden van Jan aan de overkant
werkte buurman Arie zich wekenlang het gompes.
 
Je zag hem volle vuilniszakken naar
de container slepen, de hele dag,
sjekkies rokend, die oude man als
schim door de duivel voortgejaagd,
zakken met misschien nooit gelezen
boeken of afgedragen kleren.
 
Dat hij op een dag voor zijn beeltenis
op de knieën valt, zijn handen heft en
jammert: “O, heer, vergeeft U onze zonden!”

Merik van der Torren
 
 
Hoi Pom, Vorige keer was ik op kraambezoek, deze keer ben ik naar een begrafenis geweest. Vandaar een kleine ballade:


Jarenlang ratelde z”n vingers
over de snaren van z’n bas
foutloos, fretloos, to the point
en tot het uiterste


hij kwam in glorie
vertrok in chaos met geweld
rijmde drank en dergelijke
aan zalen, feesten
festivals en pleinen
maar op het laatst
vooral in straten


een handvol muzikanten
een buurman en iemand 
uit een kroeg
ook een priester
die in het Russisch
dat niemand kon verstaan
geen vrouw, geen van z’n kinderen
uit armoe geen familie
uit de onmetelijke uitgestrektheid



verminkt, verstijfd
in vreemde harde grond
verweg van de taiga
bye bye
good and sweet old Slava

Peter Posthumus

Share This:

IEN VERRIPS over ‘het genot van jouw aanwezigheid en al die andere dingen…’


hoeveel manieren er ook zijn om dag te zeggen
nu lijkt het vinden van de ‘goeie’ dag
de juiste toon zich te verslikken
in alles willen zeggen
van jou, van mij, van ons en
het genot van jouw aanwezigheid
en al die andere dingen die zich
niet in woorden laten vangen


Ien Verrips
 

Share This:

d o o d

dood

hoe hij net deed
net deed of hij
net deed alsof
hij aan de dingen hing


of hij nou schreef
over zichzelf
of wie hij ooit
had liefgehad


het brak
alles brak
brak af
ging dood


pomwolff

Share This:

de mens Karin Beumkes en de melodie van Rod Stewart op de maandag van pomgedichten punt nl: ‘Er bestaat geen beter contrast dan winter en zomer tegelijkertijd in een veel te zoete lente…’

Goedemorgen Pom

Soms heb je van die dagen dat je aan je vader denkt. Aan  de machteloze strijd die hij moest verliezen toen de kanker overal in hem zat. In  het begin nam ik een dekentje mee tegen de kou om op zijn steen te leggen. Ik herinner me zijn ogen drie weken voor zijn dood en hoe ze leken te snakken naar verlossing. Verder zeg ik niets meer.

Liefs Karin




Ik geef je aan de vrede

Er bestaat geen beter contrast
dan winter en zomer tegelijkertijd in een veel te zoete lente.
Het is ook goed zo. Suja suja ssss.
Ons huis is schoon en de geest die deze plaats bewaart
noemt zich zonder meer charmant.
Het is gedaan zo. Suja suja ssss.


Mijn dode zuster staat vlak voor je, alvast te stralen
in de gedaante van een mooie fee
en de oom die zich verdronk in zee staat
vanuit de stille sloep te schallen:
zeeman zeeman, ik vang je op.
Daarom geef ik je terug aan de vrede
opdat je adem wegrolt als de donder
als het onweer en dan stopt.

Karin Beumkes


Rod Stewart – I am sailing https://youtu.be/FOt3oQ_k008

Share This:

TON HUIZER wint de enige echte virtuele – ach weet je van ons platje nog – trofee op pomgedichten punt nl – Ien Verrips zilver en Cartouche brons.

bijna als elke week weer de onmogelijkheid om de eremetalen te verdelen – alsof poëzie iets is van rangorde én alsof een recensent een code van hoog en laag zou kennen. dat is te makkelijk. kees fens ooit poëzierecensent van De Volkskrant verklaarde zijn waarderingen door te wijzen op zijn particuliere leeservaringen waarin hij een nieuwe leeservaring onderbracht. zo is het wel ongeveer – daarbij opgeteld mijn zondagochtendhumeur. reden ook waarom TON HUIZER deze week met goud getooid de week in kan. zijn gedicht over platjes op een platje zeer geestig – platter kan het echt niet. zilver gaat naar de eenvoud van IEN VERRIPS die in eenvoud dat oergevoel van vroeger in één regeltje wist te treffen: ‘ we deden er toe’. Brons voor CARTOUCHE voor die vreselijke overdaad aan elementen waarin elke lezer verdrinkt maar toch iets aansprekends terug zal vinden. Dank aan alle dichters en mijn zondagochtendfelicitaties voor de winnaars.

In het Rotterdams verstaan we onder ‘platje’ ‘schaamluis’.  Wij doen niet aan romantisch
gehannes op afdakjes.
Doe dus eventueel maar buiten mededinging.
Een glimlach op de zondagmorgen is
tenslotte ook wat waard.

Lentegroet,
T.


Bezoek

Er stond een engel voor de deur
of ik wat letters over had
 
ze spaarde voor een mooi
gedicht
ik schonk haar heel mijn
woordenschat
 
ze bleef een nachtje slapen
maar moest helaas weer terug
naar huis
 
ze kuste me en verdween tussen
de wolken
met een lieveheersbeest in haar
kruis
 
Ton Huizer


–>
de ach weet je van onze platjes  nog – trofee – maakt ton huizer van het thema. die beestjes konden welig tieren in de oude huizen die door jonge  mensen bevolkt werden onder de omstandigheden waarmee jonge mensen van vroeger te dealen hadden. begrijpen wij in 010. gedicht past in die zin echt wel binnen het thema. en ja zeer geestig natuurlijk die luis in haar kruis. de jonge huizer zorgde echt wel goed voor de dames.
en de engelen. god zag dat het goed was – maar al die jeuk door huizer verstoorde toch wel enigszins het hemelse beeld.
  • Rik van Boeckel: ik ben jouw onverlaat … en uit dicht hout gesneden
  • Petra Maria: de dagen stroomden
  • Frans Terken: altijd met pakken Pinard onder handbereik
  • Erika De Stercke: de week met weinig
  • Ton Huizer: ze kuste me en verdween tussen de wolken
  • Ien Verrips: we deden er toe
  • Cartouche: dampo smeren op je keel en borst
  • Anke Labrie: een Sartre ben je nooit geworden
schilderij: Rie Weber
wie wint de enige echte virtuele – ach weet je van ons platje nog – trofee op pomgedichten punt nl?
hoe het allemaal begon – van de eenvoud – toen er bijvoorbeeld nog gehuurd kon worden tegen een maandhuur van 69 of 78 gulden en niet voor 1600 of 1950 euro. het platje, twee stoelen en de avondzon, goedkope wijn van dirk van den broek. de stad, de tuin ergens beneden, geroezemoes. alle dichters kennen hun eigen platje … en wij lezen graag nog een keer op DAT platje met de dichter mee.
u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.

de ergste dag is aanstaande

vroeger had je nog een vrouw
die met een brief liep

een dichter
die je de weg wees

een veldwachter konijnen
met myxamatose

pomwolff
Pom, dit is mijn platje. Groeten, Rik 

In het losse bos


Hij wandelt door het losse bos
zet zich neer op een omgevallen stam
simpele vogelmuziek streelt zijn oren

denkt aan de hippe hits van toen
hij een puberende fan van The Byrds was
houdt zijn tamboerijn los en vast

dompelt zich ononderbroken onder
in reflectietijd op de verleden geleden
onontkoombare werkelijkheid

onder de muziek van toen dicht hij
wie jij bent onder jouw mysterieuze klanken
schellend als voetzoekers
door nacht en dag langs tak en blad

verrijs melancholiek jouw stem
door een onbekend lied
dat zeker naar huis wegvoert
ver weg van dit ruimhartige bos

ik ben jouw onverlaat in staat
van eenvoud en uit dicht hout gesneden
speel het tsjirpend ritme voor de vogels

zo staat hij op van zijn platgeslagen zelf
het schelleninstrument in twinkeling
op een veelzijdige takkenhemel gericht.


Rik van Boeckel
6 maart 2021


–>
de klanken van the Byrds in een dichterlijk bos beschreven – deze oude popgroep in een nieuw jasje van natuur en milieu gehesen – erg leuk. zelf houd ik het meest van de laatste twee strofen hier. waarin de ik persoon zich manifesteert en bijna in euforie de stand van zaken opmaakt – als de vuurvogel phoenix die uit as herrijst.
 
VOORBIJ

dagen van gras in je haren
jong zijn en alles snappen
de dagen stroomden
alsof het een echt leven was

er was een thuis
gebouwd op vreemde aarde
bloemperken droegen de zomers
ijsramen de winters

het zou zomaar weer kunnen
ware het niet
dat terugkeren naar voorbij
geen mens ooit gelukt is

petra maria


–>
heerlijke overpeinzingen in de eerste twee strofen – de conclusie in de derde had niet expliciet gehoeven. zit trouwens al in regel 4 van de eerste. twee strofen hier in dit gedicht zijn genoeg. zouden zelfs genoeg zijn geweest voor eremetaal. maar nee die derde zorgt ervoor dat het eremetaal aan het gedicht  ‘voorbij’ vliegt vandaag.
Ik kwam nog een artikel tegen uit het Parool van 1 november 2008, van wijnkenner Harold Hamersma. Wel goed om vooral dit deel daaruit nog eens terug te lezen, ik wilde je dit niet onthouden:

Mijn eerste kennismaking met wijn was Pinard van Albert Heijn, het rood, het wit en de rosé van de studentenfeestjes in het begin van de jaren zeventig. Als ik toen had geweten wat het betekende, had ik het waarschijnlijk niet zo schielijk tot mij genomen. Pinard was het jargon voor bocht, het was de wijn die de Franse soldaten tijdens de Eerste Wereldoorlog in de loopgraven kregen als vervanging van het water dat helemaal niet te drinken was. Zelfs kanonnenvoer kent dus een bijpassende wijn.


Pinard

Het waren dagen dat je geen stoel nodig had
om een nieuwe wereld te scheppen
in kleermakerszit op het krakende balkon

liever nog buiten op het gras of in het zand
altijd met pakken Pinard onder handbereik
want zonder zou het niet gaan

hoe het ons spreken van dubbele tong voorzag
tegen de moraal van de hoge heren
waarop wij van driehoog op neerkeken

we maakten er voor een schijntje werk van
en bestegen daarmee de kale planken
van aftandse jongerencentra en bruine kroeg

want drinken zouden we
anders kwam er niets uit onze handen
laat staan iets blijvends op papier

© FT 06.03.2021


–>
Frans reikt onmisbare elementen aan voor het platjesgevoel uit vroeger dagen. de kartons met wijn inderdaad ja. een tijdsbeeld – ik heb het vermoeden dat de gang naar de parken in coronatijden door vele jonge mensen uit eenzelfde verlangen voortkomt. iets van vrijheid, een onbevangen zijn, qua existentie willen verschillen van de ouders die hetzelfde gevoel  eerder wilden ervaren en met meer gemak konden ervaren.

magie 

de nacht nam ons in zijn dromen 
mee voorbij de middaguren 

vanuit de studentenkamer met 
zicht op een doodlopende straat

overleefden we de week met weinig
elke cent omgedraaid tot een feest  

van meer drank dan eten, wij groot
en creatief in onze kleine wereld

wat waren we slank 
als één lichaam op de grondmatras 


Erika De Stercke 


–>
groot en creatief in onze kleine wereld – wat waren we slank met weinig geld ook – bijna een ware geschiedenisles die Erika ons voortovert. ook zij herinnert het platje nog – het was een hard liggen maar warmer  en meer onvergetelijk zou het nooit meer worden.

vrienden waren we
we deden er toe
regeerden de wereld
bij de macaroni ham/kaas
geld speelde geen rol
bij de vino italia
onderbroeken van de HEMA
de rest van de rommelmarkt
in vrolijke armoe
leefden we los
lachten om 40 plus
dachten dat het altijd zo zou zijn
en wij ook

Ien Verrips


–>
vrij subtiel opgezet. de conclusie ook subtiel gebracht – subtiel dichteresje hoor die verrips uit het mooie Zaanse land. de vrolijke armoe mooi beschreven hoor zonder opsmuk. ‘we deden er toe…’ een prachtige observatie. elke nieuwe generatie doet er toe! en ze laten het weten ook.


Toen het leven uit zijn schulp ging
en soa nog net voor soda werd versleten
 
land langzaamaan minder plat en venus voorzichtig
ook uit haar schelp begon te schuimen in het heuvelland
ving de eerste DKW aan, de straat groengeel te kleuren
en blauw rekten we ons, trokken we de weekeindjes uit
 
met thermoskoffie, een dikke plaid en een paar sneetjes
met ei en rauwe ham om al wat ons benauwde te laten
voor wat het was , de randen van asfalt op te zoeken
in de berm te tellen en determineren hoeveel en hoe
gezwind zoveel schoons aan ons voorbij kon sjezen
 
hier – viel andere lucht te snuiven dan onze platjes
zo armzalig – kregen we zicht op nieuwe wegen naar
een luizenleven zonder knie of elleboog van je broer
in rug of zij in je al te krap bemeten muffe twijfelbed
 
kwam de droomvrouw je voor ogen die meer vermocht
dan bakken van zoete broodjes en dampo smeren op je
keel en borst als je snotterde van honger en van dorst
zo’n stoere snelle, die je in een handomdraai wist
in en uit te pakken, zonder schaam of schand
 
gleden en hingen wij er samen, – niet als pro-,
maar puur als recreatieganger – de toerist uit
een leven zonder dwang en beven
al wat ons voor ogen zweefde
 
daar in dat gras

06-03-2021 / Cartouche



–>
ja Cartouche combineert het platje met de platjes. kun je rustig aan hem overlaten – mijn god een geschiedenisboek vol emotie, poëzie en proza én jeuk. geen element vergeten – over de hang naar ‘een leven zonder dwang en beven…’ schrijft de dichter. voor ieder wat wils – de dampo in je neus. zou het nog bestaan dampo? de overleden zanger van merwijk kan ‘haar’ dromen – houdt het ietsje korter – maar ja dat is een liedje.

Ha Pom,
 
Het was ook de drang om te ontsnappen, herinner ik me. In muziek, ‘filosofie’ e.d.
en hevig verliefd worden (met alle ldvd vandien). Parijs, toen nog.
Mooi thema. Deze lag er nog. Zie maar.
fijn weekend.
Hrtgr.
Anke



mijn bolsjewiek uit Beverwijk
 

bij nader inzien ben jij toch
de ware existentiële liefde niet
 
stond op die ansichtkaart
poststempel Parijs
die je me pas na weken stuurde
 
maar ook al heette zij Simone
hoorde ik later van je vrienden
een Sartre ben je nooit geworden
zag ik toen ik je onlangs googelde
 
anke labrie

–>
het platje, twee stoelen en de avondzon, … alle dichters kennen hun eigen platje. anke schetst een tijdsbeeld van zwart en wit en het existentialisme, parijs en de hoofdpersonen sartre en de beauvoir. ongeveer zoals het was en dat het leven ook nog gewoon van het leven was met alles van goed en van het kwade.

Share This:

wonderlijke toestanden met Yvonne Koenderman: ‘Wonderlijke beelden achter oogleden die vanzelf sloten, om gelijk verbaasd wakker te worden…’

De week was er een van 20 uur slaap per dag
Wonderlijke beelden achter oogleden die vanzelf sloten, om gelijk verbaasd wakker te worden. Het gif kruipt nog 1x rond om zijn werk te doen, misschien iets te hard, maar bank en bed voelen goed.
Volgende week vast een helder verhaal, maar voor nu;


Soms even door die deur
en dan Wonderland
nu bijvoorbeeld
even blijkt wat al
gevoeld werd
maar zachtjes weggestopt
nu even liever dat stukje paddo
Groter, kleiner
of de paffende rups
sprookjes ook niet altijd
mooi, maar wel hillarisch
met goed eind.
Even niet meer stabiel
maar ook dat is niet vreemd
in Wonderland
Ik onderwerp me wel aan
flesjes en kleine hapjes
hoedemakers, konijnen
lachende katten en veel thee
en spiegel me uiteindelijk
weer de andere kant

Yvonne Koenderman

Share This:

Suzanne Krijger én het tasje: ‘…stiekem meegenomen zodat niemand anders vond wat het geheim van de liefde was…’

Niet zo maar een tasje

Er worden tasjes op de prullenbakken van de straten gelegd
Met elk een verhaal verteld
Daarom worden ze niet gestolen, slechts gelezen soms geveild
Eentje heb ik ooit gevonden nooit vergeten wat er stond
Ik heb hem stiekem meegenomen zodat niemand anders vond wat het geheim van de liefde was
In zo’n tasje zo maar weggegooid
Stroomde een beekje gevuld door regen
Met druppels onvermogen, wegkijkend het houden van verzwegen
Hij lag zo maar in de hoek
Wachtend om te geven
Het advies dat niemand me gaf tussen de regels door gelezen
“Als je dan gaat
Vergeet niet om toch de pure liefde mee te nemen”
Nu heb ik een tasje puur met liefde
Gered van zo van de straat
En verstop ik kleine stukjes tussen deuren van verlaten
Om zo de liefde nooit meer buiten een mens te laten

Suzanne Krijger

Share This: