onze VON SOLO voedt de mensheid op vandaag



Ik zag het ongeveer driehonderd meter van tevoren aankomen op het lange fietspad langs
de Gordelweg. Een jongen van rond de vijftien jaar fietste aan de verkeerde kant. Recht op
mij af. Het was vier uur, dus net minder dan gemiddeld druk. Toen we beiden ongeveer tien
meter van de afslag naar de Noordhavenkade verwijderd waren, gaf hij richting aan en bleef
stoïcijns op de verkeerde weghelft fietsen. Het leek me een goed idee om hem wat te laten
zweten en ik week pas op het allerlaatste moment uit, terwijl ik in het voorbijgaan zei: ‘Ja, zo
gaat dat niet hè?’. De jongen stak over en draaide zich gepikeerd om en riep: ‘Maar ik gaf
toch richting aan!!!’. Hierop draaide ik mijn fiets om en riep hem, dat ik hem wel even uit
wilde leggen wat daar niet aan klopte. Hij zette het op een fietsen en ik had geen zin om hem
achterheen te gaan.

Wat ik hem had willen uitleggen, als ik de kans had gekregen, is, dat een intentie kenbaar
maken, geen vrijbrief is voor ongeoorloofd gedrag. De reden, dat hij dacht dat dat het wel
was, is, omdat dit intussen gewoon ingeburgerd is. Als iemand aangeeft wat hij of zij van
plan is, dan gaat men er tegenwoordig blind van uit, dat daarmee alles goed en toegestaan
is. De reden, dat velen zo denken is, dat de machthebbers in dit land en daarbuiten, zich
exact zo gedragen. Ze maken hun intentie kenbaar en nog voordat je met je ogen
geknipperd hebt, is het al uitgevoerd. En dat lukt. En man klaagt daar niet over achteraf.
Nee. Men denkt: ‘Zo werkt het dus.’ En dat gedrag vertaalt zich dus zelfs in de meest basale
klein dingen in het verkeer. Morele schuld bestaat niet meer. Alles is een jurisprudentie en
als je maar half doet of je open bent, of je daar zelfs gewoon over liegt, dan rechtvaardigt dat
in één keer al je daden. Gedane zaken nemen geen keer. Dus doen we het nog een keer.

Wat de onderliggende kwaal is, is dat de virtuele maatschappij ons allemaal een plek voor
ons gelijk heeft gegeven. En dat trekken we door in de fysieke wereld. Het is de tijd van het
grote gelijk. U leest het hier niet minder. Gelijk heb je, dat is je recht. Al het andere is
ongelijkheid en ook daar kun je gelijk weer van wegkijken. Want waar je van wegkijkt, dat
bestaat niet. Die jongen stak zijn hand uit terwijl hij aan de verkeerde kant van de weg reed,
maar wilde niet de uitleg ontvangen waarom dat fout was. Hij is op de verkeerde weg. Maar
hij behoort gelukkig tot een meerderheid van gelijkgestemden.

VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST

Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
 
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl 

Share This:

MIRJAM AL: ‘…ik zag zoveel domme onverzettelijkheid in die man. Dat soort van koppigheid waar de halve wereld nu aan lijdt…’

ik zag zoveel domme onverzettelijkheid in die man.
Dat soort van koppigheid waar de halve wereld nu aan lijdt

Voor deze woensdag een verslagje van Mirjam van een waar gebeurd incident, onlangs in de supermarkt, groet, Merik.


Een blij ei

Gisteren had ik een merkwaardig incident in de supermarkt. Mijn betaalkaart bleef door mijn slonzige bewustzijn op het betaaldoosje liggen, waardoor ik een doos eieren voor de man, de oude man, achter me betaalde.
Ik maakte excuses en zei de man dat ik zijn eieren betaalde en graag vier euro van hem zou krijgen. Maar de man raakte in verzet, weigerde en riep geen geld bij zich te hebben. Waarop ik de doos met biologische eieren in mijn eigen tas stopte. Woedend werd ie en riep dat het zijn eieren waren, waar ik er mee vandoor ging.

In zo’n toestand word je wel gedwongen te vluchten, want de oude man ( misschien wel jonger dan ik ) dreigde de eieren uit mijn tas te pakken. Ik kreeg al bijna een visioen dat wij aan het vechten zouden raken om de eieren en de struif over de lopende band zou spatten.
Wegwezen dus. “Vuile trut !“ riep de man mij na, want hij moest natuurlijk terug de winkel in om een nieuwe doos te zoeken. “Nog een prettige dag, oude zak !” riep ik. Iedereen om ons heen barstte in lachen uit en ik, ik nam gewoon de benen.

Nee, fraai is het niet, ik schaam me een beetje voor mijn onbeheerste uitlating. Maar jasses, ik zag zoveel domme onverzettelijkheid in die man.
Dat soort van koppigheid waar de halve wereld nu aan lijdt.


Mirjam Al

Share This:

IEN VERRIPS op een begraafplaats in ROME: ‘het waren niet de graven deze keer niet de namen van de doden….’ 

IEN BERICHT: 3 begraafplaatsen in Rome bezocht – poëtische plekken – naast al het andere tenslotte.
Dit was na een bezoekje aan Campo Santo dei Teutonici e dei Fiamminghi. Mooie kleine begraafplaats vlak bij Vaticaanstad. 



het waren niet de graven 
deze keer 
niet de namen van de doden 
die daar lagen 
vredig leek me deze plek 
daar wil ik zijn 
of liggen als het moet 


het zijn de bloemen 
 die me raakten de kleuren  
de belofte dat we zijn 
we gaan en komen weer. 


Ien Verrips

Share This:

PETER BERGER bij de kassa van de supermarkt: ‘Vóór mij staat een dame met een lijf zo strak dat het subiet de catwalk op kan. In een zwarte catsuit nota bene met daaronder van die zwart glanzende enkellaarsjes die alleen punkmeisjes dragen…’



Heel gewoon nog hier: rijen bij de kassa. Kar of zes. Zeven soms. Per kassa welteverstaan. Een drukte van jewelste bij de kassa straat dus. Kiezen maar. Waar je aansluit. Vóór mij staat een dame met een lijf zo strak dat het subiet de catwalk op kan. In een zwarte catsuit nota bene met daaronder van die zwart glanzende enkellaarsjes die alleen punkmeisjes dragen. Met van die rubber zolen. Rete knap is ze. De dame. Jammer alleen dat ze de uitstraling van een bedorven ui heeft.

Ze staat in de verkeerde rij bovendien. Ook nog. De langzame! Het meisje achter de kassa scant de boodschappen met de houterige motoriek van een heuse nerd. Kassa nerd? Die bestaan dus echt! Rood sluik haar. Bleker dan wit. Wipneus. Bril van Harry Potter. Plaatje compleet. Maar ze heeft een open blik. Dat wel. Ik denk dat ze nieuw is. In het vak. Worstelt nog soms. Zoekplaatje. Waar zit nou ook weer die verdomde streepjescode?

Tijdrovend is het af en toe. Maar ze lijkt niet onder de indruk van alle volgeladen karren die nog komen gaan. Blijft rustig. Kortom, ergernis bij mevrouw strakker dan strak. Haar boodschapjes liggen inmiddels allemaal keurig op de band. Bij het eerste het beste item gaat het meteen mis: het bevestigende piepje blijft uit. Drie maal achtereen. De dame loenst vals. Het meiske glimlacht vriendelijk en typt gelaten de cijfercode in. Ook niks. Drie keer. Niks. Stoom uit de oren van jeweetwelwie. Je hoort haar denken: typen kan je ook niet stomme trut!

Maar kassameisje weet raad en vraagt haar meer ervaren collega aan de aanpalende band het item te scannen. Gatver. Suikervrije chocola. Zie ik nu. Ik zou het ook verdommen. Als ik kassa was. En ja hoor. Niks. Nakko. Nul. Geen piepje. Drie smaken heeft ze. Framboos mango. Iets met noten. Sinaasappelschillen. Drie keer niks. Stevia. Nog meer vertraging. De glimmende laarsjes vertonen inmiddels neiging tot stampvoeten. Sans sucre? Diabeet is ze niet geloof ik. Een dame is ze ook niet meer. Ze blaft iets in de richting van het vermeende wicht. De repen verdwijnen onder de kassa. Daarna is het zo gepiept. De bitch beent op hoge poten weg.

Pak je bezem heks. Denk ik hardop. Vole ton balai sorcière? Zoiets. Ongeveer. Oefening baart kunst. Ik word getrakteerd op een blije lach. Een onnozele nerd is ze al lang niet meer. Mooi wel.


Peter Berger

Share This:

Vera van der Horst wint de enige echte virtuele – praat nou eens rustig in uzelf en laat ons mee lezen – trofee op pomgedichten punt nl 

die alles en iedereen verwoestende subtiliteit neergelegd in die laatste regel van haar gedicht is zo onontkoombaar deze week dat het goud wel vera’s kant op moet gaan. goud voor mevrouw van der horst daarachter in dat eindhovense. zo ‘is elk gedicht een metafoor voor hoe ze zal beminnen.’ ja prachtig en van harte. dank natuurlijk ook aan alle dichters die werken inzonden.

Doornroosje

Er slaapt een dichter in me
droomt de wereld zo volmaakt
zoals de kleuter zag

geen weet meer van de aarde vol met shit,
die van slachtoffers beulen maakt
waar het leven dat je denkt te kennen
niet bestaat

daar is het waar de dichter in ontwaakt
zoeken alle zinnen naar waarachtigheid
en is elk gedicht een metafoor voor
hoe ze zal beminnen.


Vera van der Horst


dichter is een meester in het opwerpen van regels die bijna genadeloos en zeer zeker subtiel – ‘nebenan’ zouden ze in  duitsland zeggen – het ontembare verlangen naar liefde in een derde persoon aan de lezer voorbij laat zweven – als aerosolen: ‘..elk gedicht een metafoor voor hoe ze zal beminnen.’ –

nou ja dan had er moeten staan voor hoe ze wil beminnen. het is dus nog erger – we lezen over een onstuitbare beminbehoefte van een derde persoon want hoeveel gedichten zijn er wel niet? en dat doornroosje sluimert in de eerste persoon zoveel is hier zeker en dat ze door de lezer wakker gekust moet worden. niet gek voor een dag in de week als de zondag ook is – maar weet waar u aan begint lieve lezer. aerosolen zijn  aerosolen – voor je het weet ben je met een onbedwingbaar virus besmet. want tegen beminnen hebben ze nog niets uitgevonden.
 
  • Rik van Boeckel in de vroege ochtend
  • Frans Terken op de dijk
  • Ton Huizer waakt waar wordt gedroomd
  • Cartouche tussen waken en slapen
  • Vera van der Horst hoe ze zal beminnen
  • Anke Labrie binnen in mij
  • Jako Fennek in mijn volkstuin
  • Ien Verrips ik hou van deze uren
wie wint de enige echte virtuele – praat nou eens rustig in uzelf en laat ons mee lezen – trofee op pomgedichten punt nl?
 
de nacht is lang soms te lang – wel een tijd  en mogelijk ook een plek voor contemplatief dichten – nou eens niet praat nederlands met me maar – ga er eens goed voor zitten en praat rustig in uzelf. we lezen het resultaat graag mee. u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
 

het ontstaan van een gedicht
 
het is nog vroeg
niemand leest mee
ik kan nog rustig in mijzelf praten
de lap hier is een martelgang
een vreemd huis, vreemde geluiden ook
een vreemde trap en alles kraakt
ik schrijf nooit op vreemde computers
en waarom heet de plek hier waar ik alleen zit gemeenschapsruimte?.
 
de nacht hangt nog buiten
dweilt de laatste resten op
 
pomwolff
Goedemorgen Pom, deze schreef ik gisteren in alle rust van de vroege morgen na een donderdagse wandeling door park Nieuw Leeuwenhorst in Noordwijk en het bekijken van een video van The History of the Eagles.
En ik vond tijdens die wandeling ook nog eens een nieuw ritme uit: Krangiki Rico!
Met dichterlijke groet
Rik


De poëtische ritmeborst

De dichter laat deze hoofden praten
in zijn droom na het groene licht
van Nieuw Leeuwenhorst

het uitgevonden Krangiki Rico ritme
geeft aan de dag frisse betekenis
van melodische dorst

beelden van alfa adelaars
kruipen de ziel binnen
tot aan de poëtische ritmeborst.

Rik van Boeckel
10 juni 2022

Rik beschrijft wat de dag hem brengt – ik ken geen dichter die meer in het NU leeft als deze dichter en daarvan elke dag ook weer getuigt – in taal, in beeld en in ritme – het ritme van de week is vrij gegeven – lezers we gaan eraan – aan de Krangiki Rico!

De meeuw

De dijk is bij uitstek een plek
om rustig in mezelf te praten
al valt het vandaag nog niet mee
bij het schreeuwen van de meeuw

een dijk van een prooi
blijft hij maar roepen
waar ziet hij me voor aan en
hoe denkt hij mij te verschalken

behapbaar zeg ik tegen mijzelf
en zet een grote mond op
maai dan wild met mijn armen
van rustig praten wil hij niet horen

houd je gore snavel snauw ik hem toe
ik kom hier voor de rust en inspiratie
zit niet te wachten op vreemde vogels
die nietszeggend mijn gang verstoren

FT 11.06.2022

een meeuw toespreken is niet echt zinvol. aan de foto is overigens de ergernis niet af te meten. buurman hier zou een schiettuig met hagel hanteren. maar ja dat mag weer niet van de partij voor de dieren. aan de dijk is het zonder meeuwen goed toeven. lijkt de dichter ons voor te houden. frans moet maar niet naar oostende gaan op vakantie – bij de dijk moet ik altijd aan dat liedje denken van wie ook al weer met die vlaamse stem erbij – even zoeken:
 

https://youtu.be/lgDrBHlllbU

Insomnia

Ik kijk niet naar je slaap
te dichtbij
vergeelde beelden waar geen
woorden voor bestaan

maar dat gaat jou niets aan
jij holt weer met je hondje
langs het strand
jij bent op reis in dromenland

een oude ziel waakt waar jij
droomt
luisterend naar het leven dat
door je longen stroomt

Ton Huizer


ook dit mag. ik zeg: het is een wat onwennig Poetry International nieuwe stijl gedicht zou je kunnen zeggen – of in ieder geval ontstaan door of vanwege de nieuwe stijl – we lezen over inmiddels vergeelde beelden van weleer – herinneringen die de dichter uit de slaap houden – maar de oude dichter blaast een gedicht het nieuwe leven in. waar nog gedroomd kan worden waar men nog zuurstof ademt.

het is een wel erg vrije interpretatie van de woorden – maar ja dat krijg je als een gedicht op de rand van persoonlijk lijkt geschreven. hoe helder hier de woorden ook zo onduidbaar bijna de regels. het is inderdaad even wennen – Poetry International nieuwe stijl.
Alleenspraak
 
hoe gaten te dichten?
je ligt en luistert
 
bestaat leven niet
in hoofdzaak uit de leemtes
verbindingsstukken tussen al
wat je helder voor de geest
en het donkere, verborgene
 
gaat het niet meer
om wat broeien en boeien blijft
niet te ontcijferen – alleen
tussen waken en slapen
even aanraakbaar
 
in woorden niet te omschrijven
bepalend wat en wie je bent
in wezen voor altijd
 
een raadsel
voor de wereld en jezelf
 
11-06-2022 / Cartouche


ja cartouche stelt de lezer vragen – altijd mee oppassen – maar bij dit thema mag het. oppassen omdat de lezer maar al te graag de vragen beantwoordt op een wijze die de dichter niet zint. de dichter wil helemaal geen antwoorden hier. gelukkig vult cartouche de antwoorden voor een deel ook zelf in. (is het niet zus of is het niet zo…)
maar daar kleeft ook een risico aan – dat zijn dichters antwoorden en niet die van de lezer.
maar cartouche is een geslepen dichter; hij stelt de vragen getuige de titel van het gedicht aan zichzelf.
 
woorden

te veel en te ver weg
om ze op te diepen
binnen in mij

zonder jou zinloos

het wordt stil
steeds stiller
vredig zou je kunnen zeggen

pas als jij weer terugkomt
komen zij tevoorschijn
vrijwillig

maar dan nog
wat moet je met die woorden
leg liefde maar eens uit

anke labrie
(11-06-2022)

een verstilde mijmering – lichte weemoed –
en die mooie alleenstaande regel:

‘zonder jou zinloos’

de liefde uitgelegd in poëzie!
Het zwart van de aarde nog onder de nagels. De borstel erop!
Het wordt een mooie dag, geniet ervan. Groet van Jako.



stevig


al vroeg in mijn volkstuin
gedreven door verlangen
naar zwart en vocht van aarde


zie tineke van een tuin verder
ook al bezig
in haar korte schortje
hoe ze zich bukt in het zonlicht
alles erop en eraan
wat een weelde


jammer hoe de afstand tussen ons
het zicht verzwakt
wel weer verlangen sterkt
naar zwart en vocht van aarde



jako fennek de derde strofe mag rustig weggelaten. we begrepen al genoeg van de beschreven weelde. uitleg was niet nodig beste jako. tineke in al haar doen en laten in al haar aanwezigheid – bukkend in haar tuintje in het zonlicht en dan ook nog eens in dat korte schortje – ja dat is dé BETTIE – ons aller BETTIE – in dat altijd weer zo prachtige zwitserland (levensgevoel.) we houden van bettie ze hoeft niet uitgelegd. en dat elke meter afstand in dat zonnetje teveel afstand is begrijpen we echt wel.

wat zeg ik tegen mij als ik soms wakker lig
herinneringen maan te vormen naar mijn wil
als witte wieven zijn ze fluïde prikkelend plagend
ontroerend soms

ik hou van deze uren laat mij niet kwellen
door spijt of enig chagrijn
vermaak mij met de woorden van van Gaal
als ik mij nestel voor de slaap
“ik hou van mij”

Ien Verrips

zo wordt er wel heel veel van jezelf gehouden als van gaal als voorbeeld wordt genomen. de olieplatte flatcharacter en gymnastiekleraar van weleer die nog nooit in zijn leven een gedicht heeft gelezen. zijn talen niet beheerst en alleen maar waarheden als een noordhollandse koe debiteert – verguld van zichzelve. gelukkig hebben we Ien nog. zelfs ook als ze van gaal citeert.

Share This:

Yvonne Koenderman over hoe het begon, over het kunstenaarskind en meer. ‘Hij gedroeg zich altijd netjes…te netjes naar mijn maagdelijke dromen, tot die ene keer,…’

Het kunstenaarskind.

Hoe oud zou ze zijn?
24 Schat ik zo in.
Dochter van eerste liefde
en geweldig mooi lief mens.
Vaderlief ken ik vanaf mijn 15e en was op slag verliefd,
We dronken iedere zaterdag koffie, bij hem thuis of in de koffiepot op de hoogstraat. We schilderden samen en ik ging met hem mee naar zijn zanglessen. Hij gedroeg  zich altijd netjes…te netjes naar mijn maagdelijke dromen, tot die ene keer, waar hij liefdevol en hoffelijk als hij was stopte toen hij besefte dat dit meisje onervaren was en haar braaf achter op de fiets naar huis bracht.

Moeder ontmoette ik later nadat mijn oudste  een jaar of twee was en ik weer eens tegen het kunstenaarskind haar vader aangelopen was. Ik had een schilderij van hem gezien waar manlief helemaal weg van was. Eigenlijk wilde hij er niet vanaf, maar omdat ik het was mocht ik het bij hem thuis komen halen. Thuis bleek drie straten achter onze woning te zijn. Ik weet nog goed dat ik de woonkamer binnen stapte en de mams van dit mooie kind poedelnaakt in een bad op leeuwenpootjes zag zitten. Zacht haar lichaam inzepend en me vrolijk begroetend “oh dus jij bent de Yvonne waar ik al zoveel over gehoord heb”. Schuim spatten in het rond terwijl ze opstond uit haar bad om zich af te drogen.

Trudy en Albert…Ze leken voor elkaar gemaakt. Sindsdien  zat ik vaak aan hun tafel, het bad met leeuwenpootjes waar als het water via een slang door de woonkamer vloer weggelopen was een grote ronde glasplaat over lag. Ik verwonderde me over de vooruitgang die Albert met schilderen maakte en het beeldhouw werk van Trudy en genoot van de vrijheid waar deze twee in leefden. Toen kwam Camille een leuke goedlachse baby die al gauw op doek vastgelegd werd. Na een tijdje verwaterde het contact wat. Wij verhuisden en de twee die zo goed bij elkaar pasten smoorden in hun kunstzinnigheid en verworven vrijheden.

Albert zag ik zo nu en dan, hij opende zelfs de galerie Kust Kunst waar werk van mij en een vriendin stond en hing. Trudy en Camille zag ik steeds minder. Vandaag liep ik ineens tegen dit mooie kunstenaarskind aan. Op de vraag;” hoe is het met je ouders” kwam als antwoord; ” Het gaat goed, Just living there lifes to the fullest” ik verwacht ook niets anders van ze, net als van dit mooie kunstenaarskind, die duidelijk haar genen van geen vreemde heeft en eigenlijk zouden we dit allemaal op ons eigen manier moeten doen.

Yvonne Koenderman

Share This:

pom wolff: ‘..en waarom heet de plek hier waar ik alleen zit gemeenschapsruimte?’


het ontstaan van een gedicht
 
het is nog vroeg
niemand leest mee
ik kan nog rustig in mijzelf praten
de lap hier is een martelgang
een vreemd huis, vreemde geluiden ook
een vreemde trap en alles kraakt
ik schrijf nooit op vreemde computers
en waarom heet de plek hier waar ik alleen zit gemeenschapsruimte?.
 
de nacht hangt nog buiten
dweilt de laatste resten op
 
pomwolff

foto: Ben Kleyn

Share This:

VON SOLO toch maar liever de trein


Schiphol, Schiphol en nog eens Schiphol. De bomen rijken weer tot de hemel, alsook het gezeur. Intussen zie ik ook steeds meer vliegtuigen opstijgen van Zestienhoven. Vliegschaamte behoort tot het verleden en zelfs de meest verstokte Groenlynxer stapt zonder enige gêne in de luchtbus naar de zon, het avontuur of de spirituele verlichting. En maar klagen over de rijen, want ja, dat is toch maar slecht geregeld. De post-pandemische reislust laat zich niet inbinden door oorlogen of ellende. Vliegen is niet de vraag. Waarom niet vliegen is de vraag.

Ik heb geen hekel aan vliegen. In het verleden heb ik het ook wel eens gedaan. Dronken in een vliegtuig zitten terug uit Mallorca is erg vermakelijk. Ook omgeroepen worden, terwijl je nog in een bar zit op Boston Logan Airport is een belevenis. Of hossen met zatte Brabanders terug uit Liverpool. Vliegen kan een feestje zijn. Maar de hele santenkraam erom heen staat me altijd tegen. Het enige leuke op Schiphol is de café Rembrandt. Verder veracht ik de rijen en de mensen die erin staan. Ook het wachten bij de bagageband is een straf voor me. Het enige positieve aan Schiphol vind ik, dat de trein naar Rotterdam er stopt.

En de trein is ook het vervoermiddel, dat ik het liefst gebruik. Je kunt rustig naar buiten kijken. Hoeft niet te sturen en ook bijna nooit te wachten om in te stappen. En als er dan toch vertraging is, kun je meestal de gelegenheid te baat nemen om de lokale stationsbuurt te verkennen. Soms sta je wel eens midden in een weiland voor Jan Lul te wachten, maar er is weinig dat een goed boek dan niet kan verhelpen. Zeker als je eerste klas zit. Maar ook reizen in een bagagerek in een overvolle boemel naar de Berlijnse Love Parade was geen straf. Of in het fietsencompartiment van de nachttrein naar Parijs. Ook in een grensstreek blijven steken en moeten wachten op de eerste trein verder in de morgen heeft zijn charmes. Heel anders dan vliegen.

Een tijd geleden kreeg ik van mijn zevenentachtigjarige buurman een stapeltje ansichtkaarten. Het waren kaarten die hij veelal zelf verstuurd had en weer terug geërfd van groot- en ouders. Er zat een kaart bij vanuit Arnhem aan zijn ouders, die ik erg mooi vond. Ik vroeg hem of hij zich nog herinnerde de kaart verstuurd te hebben. Hij antwoordde, dat hij de kaart verstuurd had na aankomst in Arnhem. Hij was een hele dag onderweg geweest vanuit Rotterdam. Ik vroeg hem hoe hij er gekomen was. Hij antwoordde: ‘Op de fiets!’ De buurman was dus gewoon een dag onderweg om een avondje bij zijn opa en oma te blijven slapen en fietste daarna weer een dag terug.

Dat is tegenwoordig ondenkbaar. Reizen moet zo weinig mogelijk tijd te kosten. Je gaat een afstand die je in een uur kan overbruggen niet in drie uur afleggen als je ergens heen moet. Dat moet op de snelste manier. Het snelst is het best. Zo zijn we stiekem geïndoctrineerd geraakt. De ideale dogma’s om de verkoop van auto’s en vliegtuigen en de bijbehorende benzine en kerosine te stimuleren. En op de koop toe wordt de tijd die er gewonnen wordt weer gekoloniseerd door aan de ene kant werkgevers, die niet voor reistijd betalen en werkvolk van ver zo goedkoop mogelijk kunnen aantrekken. Aan de andere kant door onder andere de toeristenindustrie, die de niet-reizigers langer in haar webben kan spinnen met als doel meer omzet en winst. De reis is een ondergeschikt onderwerp geworden. Een lastig onderdeel in het proces dat van A-naar-B-komen heet. Reizen is inefficiënt. In de tussentijd prediken de mindfools onder ons, dat de reis belangrijker is dan het doel, maar onderwijl vliegen ze naar Bali om die reis vervolgens te maken in hun hoofd daar.

De vraag is of we snel genoeg reizen. Terwijl de vraag zou moeten zijn of we goed reizen.
Reizen is als het leven zelf. Je doet het elke dag en kan dat bewust meemaken of focussen op randzaken. Ooit hoorde ik in Zeeland het verhaal van een kunstenaar en zijn vrouw, die naar India waren gegaan op de fiets in de jaren zestig van de vorige eeuw. Die waren een jaar weg. Niet heel erg efficiënt zou men nu zeggen. Maar zij hadden toen ook de optie nog niet om middels een muisklik hun CO2 footprint af te kopen. Of heel misschien zijn ze wel bewust op de fiets gegaan…

VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST

Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
 
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl 

Share This:

pom wolff: ‘een troosteloos gezicht is het hoofd in je handen…’

een troosteloos gezicht
is het hoofd in je handen
 
 
dit is een gedicht
dat niet had gemoeten
ik zou je een dichter wensen
 
die begint met schrijven
waar ik niet verder kan
vergeef me mijn eenvoud
 
misschien is het nu
wel een goed moment
om te sterven
 
maar dat kan
de overweging niet zijn geweest
als je het niet voor het uitzoeken hebt
 
dichters hebben het vaak
over leegte
maar ze bedoelen iets anders
 
dat ze uit al die woorden
niet die kunnen vinden
die je echt kunnen troosten
 
pom wolff
 
 

Share This:

Merik van der torren in alle staten: ‘De orkaan stak op, scheurde het zeil, als een bladzij in de Bijbel…’

De orkaan stak op, scheurde het zeil,
als een bladzij in de Bijbel.



Het meesterroer

Het oog van de zon keek vuil
en sloot zich achter wolken
die kolkten van razernij
alsof de natuur zich wreekte
voor de overmoed der mensen.

De orkaan stak op, scheurde het zeil,
als een bladzij in de Bijbel.
Stuurloos zwalkte ik op zee,
zwarte golven omringden mij,
maar U, o meester nam het roer,
en veegde de wind uit de hemel,
trok de wolkendeken weg.

Lachend scheen de schalkse zon,
U nam me even in de maling, meester,
beproefde mij tot ik niet meer kon,
U nam het roer, wij voeren weer
naar zeker, zolang het duren mocht.


Merik van der Torren

Share This: