Peter Posthumus op kraamvisite: ‘alles komt zoals het kwam gaat zoals het ging..’

alles komt zoals het kwam
gaat zoals het ging

Hoi Pom, Ben onlangs op kraambezoek geweest, 
daar heb ik o.a. de volgende woorden aan over gehouden:


Terwijl aan de overkant
muziek nog altijd
uit de speakers knalt
sneeuw over de landweg jaagt
alles komt zoals het kwam
gaat zoals het ging


zijn er opeens
twee hele kleine grote ogen
tastend in de ruimte
twee kleine grote oortjes
gespitst
op wat er is
en wat dat is
op wat niemand
ooit zal weten


het voelt als
kleine grote poëzie
bezield en warm
beschermd door de
zachte holte in een arm


Peter Posthumus

Share This:

Ien Verrips en haar ode aan de zaanstreek – over zaanse moe, piepers en stoofvlees


fietsend langs de zaan
de stad voorbij
richting de pont naar sloterdijk
restanten van de kruitfabriek
het hembrugterrein
domein van scheppingsdrang
een landmark in beweging
 
op ’t kruispunt net daarvoor
een mijlpaal van een eerdere tijd
het cafetaria
waar zaanse moe
de piepers voor de frieten schilt
het stoofvlees op je bord
alleen door haar is klaargemaakt
 
op dat kruispunt
aan de zaan
bij een bord stoofvlees en patat
kom ik tot het besef
dat vegetariër zijn mij past
maar niet altijd
niet hier in dit cafe

Ien Verrips

Share This:

Karin Beumkes in Mens&Melodie op de maandag: “En iedere keer dat er een baby uit mijn moeders lendenen rolde hoopte de zeeman op een zoon…”

En iedere keer dat er een baby
uit mijn moeders lendenen rolde
hoopte de zeeman op een zoon

Aloha Pom

Velen van jullie weten dat mijn vader veel op zee was. Altijd was er het meisje en de kapitein. Met wonderlijke verhalen werd ik grootgebracht. Het leverde veel fantasie, vechtlust en een blind vertrouwen in de zee en alles wat daar mee te maken had op. Ik heb er een klein gedichtje over geschreven. Geniet van het prachtige weer. Doe wat je wil.


Liefs
Karin



Gezin


En iedere keer dat er een baby
uit mijn moeders lendenen rolde
hoopte de zeeman op een zoon
die hij kon laten vechten met Boreas
of tot een boksertje kon maken
misschien een leeuwentemmer
maar op dit eiland was geen leeuw;
er was een dijkje om te mijmeren
over filmsterren met een kuif
wij werden mannen onder vaders maan
en moeders zon
hielden het schip op koers
en waren ongemerkt veranderd in zonen
die spuugden op het gras
ik heb een foto uit die tijd
vòòr het huis staan wij stoer te zijn
met een houding van kom maar op
in de voering van mijn jas
hangt een katapult en mijn zus
lijkt op James Dean, verdomd
ik zie het nu.


Muziek: The Waterboys – Fisherman blues https://youtu.be/a4UQJwd3awQ

Share This:

Anke Labrie wint de enige echte virtuele ja waar waren we ook al weer gebleven trofee op pomgedichten


Amsterdam 2020 (III)
 
hoe de schaduw van een boom
die iets verder staat
in de smalle straat waarin ik woon
onzichtbaar vanuit mijn raam
door de storm beweegt
op de hoge muren aan de overkant
even beschenen door de zon
 
dan weer ineens verdwenen
door voorbij zeilende wolken
donker met daartussen flarden blauw
wel zichtbaar in het kader
van mijn kleine raam
 
zoiets te zien
zoiets altijd te blijven zien
 
anke labrie


vaststellen hoe ver we in het leven staan, waar we in het leven staan, is het mars of is het aarde onder onze voeten? dat was de opdracht – op een meer dan contemplatieve wijze vorm gegeven door dichter Labrie hier. de schaduwen van onzichtbare bomen – daarbij wat flarden van donker en licht in diverse tinten blauw en dat het zo altijd wel zal blijven op onze blauwe planeet. zo is de waarheid ook te beschrijven. ik zeg GOUD! van harte
 
  • Petra Maria in de eeuwige sneeuw
  • Cartouche onder een deken van ondaad en zonder bezwaren
  • Rik van Boeckel langs oceanen van lange dagen
  • Frans Terken een stap vooruit naar omhelzing
  • Magda Haan op de koffie bij de buurvrouw
  • Ien Verrips op zo’n dood moment
  • Ditmar Bakker met rozen
  • Erika De Stercke door het duingras
  • Vera van der Horst in tranen
  • Anke Labrie voor haar raam

wie wint de enige echte virtuele ja waar waren we ook al weer gebleven trofee op pomgedichten?

een moment van contemplatie voor elk mens voor elke dichter ook – even pas op de plaats en vaststellen hoe ver we in het leven staan, waar we in het leven staan, is het mars of is het aarde onder onze voeten? – dichters weten dat soort zaken in poëzie te verwoorden – zodat we weer verder kunnen. u kent de regels: de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.

waar waren we gebleven
jij sprak woorden van diepe aard
dit wordt typisch weer…
zo een gedicht…
van jou…
waarin…

ik hoorde je denken
dit wordt inderdaad een gedicht
bevestigde ik

waarin…
de woorden…
elkaar net niet raken…

pom wolff

er komt een kleine ijstijd

we liggen neergevlijd
als tevreden
hier lag toch eeuwige sneeuw
of was dat vroeger

dit jaar is alles gesmolten
in duizend stukjes
puzzel dat maar weer eens
tot liefdevlokken

er komt een witte wereld
een lang wit leven
grote dromen zijn te ruste
gelegd

het is nog maar afwachten
wat voor nieuw leven ontspringt
niet op andere planeten
niet op mars

er komt een kleine ijstijd


petra maria

–>
‘dit jaar is alles gesmolten’ lijkt mij de cruciale regel in dit gedicht. even stilstaan bij tot hoever wij zijn gekomen – petra schetst geen vrolijk wereldbeeld – de kleine ijstijd aangebroken – hier lag toch sneeuw. ik moet aan marlene dietrich denken en haar sag mir wo die blumen sind – wo sinds sie geblieben – was ist geschehen? wann wird man je verstehen? ik weet ook niet wanneer we het leven ooit zullen begrijpen. petra gelukkig ook niet – dichters stellen geen vragen – dichters schetsen slechts illusies, dromen en de zware gevolgen soms: ijstijden
 

Binnenvaart

Zo ver zijn we gekomen en verder niet
gelukkig zeiden je ogen, dat dient nergens toe
we zien wel waar het schip precies zijn anker licht, hier
liggen we elkanders deksman en lichtmatroos te wezen
onder een deken van ondaad en zonder bezwaren
 
dromen bewaren we beter voor elkaar
voor later als we ons weer mengen en begeven
in de menigte benen die ons tegemoet zullen treden
de struikelstenen om ergens aan te komen
op een plek van tweezaamheid
 
waar woord en gevoel geburen zijn
zolang je hand op mijn borst, mijn mond
rond je tepel, zolang we de regen buiten
de zon in ons midden weten te houden
hebben we vaste voet aan elkaar
 
kan ons de wereld gestolen
vormen, voegen we ons samen
in alle wee-, dee- en overmoed
 
als paar apart
 
20-02-2021 / Cartouche


–>
‘onder een deken van ondaad en zonder bezwaren’ Cartouche weer eens oneindig mooi op zijn Vasalis’. veel woorden verder nodig voor de liefde heeft de dichter hier. het beeld van de binnenvaart stevig en in de derde strofe ook stevig lichamelijk uitgeschreven. als je Cartouche ook maar even onbeteugeld laat gaan dan zijn de uitspattingen niet van de lucht. de wereld kan hem dan gestolen – gelukkig de poëzie niet. of moet ik hier zeggen gelukkig de bombastische poëzie niet. op die ene wonderschone regel na: ‘onder een deken van ondaad en zonder bezwaren’ – onder die deken willen alle dichters, poëzieliefhebbers, lezers ook.
 
Waar waren we ook al weer gebleven’ vraag ik me ook af Pom. Nu ik veel lees, gisteravond ‘soms denk ik wel eens bij mezelf’ van conferencier Wim Kan en daarvoor Revolusi van David van Reybrouck over de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd zie ik het leven soms als een levend boek; elke dag slaan we een bladzijde om. Hoe dik dat boek zal worden weten we niet en wellicht nooit.


Levend boek

Het levend boek is nimmer klaar
oogstdagen zaaien geleefde jaren

geliefde jaren jagen verdriet weg
geboren uit man en vrouw uit warmte

ze komen nooit meer terug
zijn als herinnering en achter de rug

nabodes we hebben ze gelezen
voorbodes zonder luide weerga

leven brengen liefde vermengen
om aandacht en inzicht te krijgen

het blijft in nevelen gehuld
tot bladeren geduldig omslaan

de wetenschap van overpeinzing
laat ons naderen in contemplatie

wij zijn er om de tijd te dragen
langs oceanen van lange dagen

de dag vooruit is nog geen pennenstreek
wij kijken om en zien een levend boek.


Rik van Boeckel
20 februari 2021


–>
het beeld van een boek hier door een dichter gegeven – zo hoort dat ook. elke dag weer een bladzijde om om te slaan – voor rik van boeckel om te beschrijven. al dan niet begeleid met percussie – zoals ook vastgelegd op de zwarte schijf. die prachtige regel ook die RIK aan de mensheid meegeeft – tegelijk zo vreselijk waar als poëtisch: ‘wij zijn er om de tijd te dragen…’
 
Naar omstandigheden

Ik zie u graag in betere omstandigheden
als we rondborstig geheeld hebben
wat er grof is afgebroken

hoe er veel tijd teniet is gedaan
met elkaar naar het leven staan
losgaan met verschroeiende kracht

stenen des aanstoots opgepakt
en naar iemands hoofd gesmeten
het valse geschreeuw tegen

laat ons met twee kaarsen staan
onder de kin gekruist voor de zegen
een bede voor een gezonde keel

de stem welluidend als voorheen
zonder brok of schorre klank
alsof de hals half dichtgesnoerd

waanzin uit het hoofd gespoeld
de rook uit de oren geblazen
de elleboog geboden en beroerd

elkaar diep in de ogen kijken
een stap vooruit naar omhelzing

© FT 20.02.2021


–>
naar omstandigheden maken wij het wel – frans schetst hoe het beter kan als de waanzin is verdwenen – als de rook om onze hoofden is verdwenen – zong boudewijn de groot al. op weg zijn we naar betere tijden, betere omstandigheden ook – die omstandigheden even belicht door de dichter: het verlangen naar de omarming, de omhelzing,  naar warmte.


Beste Pom
Pas op de plaats, je zei het al. Maar nu bekruipt mij soms het gevoel van doelloosheid. Zeker geen depressieve gevoelens maar wel tijd voor reflectie.

Fijn weekend.
Groet
Magda Haan



Nieuwe titels
 
Hoe mooi doelloosheid kan zijn
door vleugels uit te slaan op eigen domein
de tuin met achterstallig onderhoud
opeens een pluktuin wordt genoemd
 
op de koffie bij de buurvrouw een meidending
de specht van vorig jaar het nest herbruikt
supermarktkarren getrokken
door ogen met een eigen spreektaal
 
teruggeworpen op eigen creativiteit
de boekenkast eindelijk afgestoft
titels ontdekt en herlezen
 
Magda Haan


–>
Magda houdt het klein en bij de kleine dingen. met een zekere doelloosheid schetst zij de herhaling – of ligt de waarheid toch net even anders of andersom: dat met de herhaling  de doelloosheid hier een gegeven is.
 

zou ik geworden zijn wie ik nu ben
als jij bij me was gebleven
zou ik  doen wat ik nu doe
zou ik een leuker mens geworden zijn
als jij er nog zou zijn geweest
soms op zo’n dood moment
 vraag ik me wel eens af
hoe zou het leven zijn verstreken
met jou erbij
en of ons samenzijn het
überhaupt zou hebben overleefd

Ien Verrips


–>
contemplatie vandaag in de wedstrijd hier ook bij en door Ien. geen vragen stellen is mijn devies in gedichten en wat doet Ien – juist ja vragen stellen, niet één vraag maar alleen maar vragen. wie zich geroepen voelt hij of zij geeft de antwoorden. de lezer wordt hier direct aan gesproken. en en passant geeft de ik persoon zich bloot – het blijft hier de vraag of onze Ien een samenzijn wel had overleefd. het antwoord is gegeven in dit gedicht: ze nam het zekere voor het onzekere. dicht als nooit tevoren – en nog levendig ook.

Het Laatste Avondmaal

Mijn lief nam rozen voor mij mee;
ze waren rood, ze telden tien.
Ikzelf bereidde een diner
van boeuf au bourguignon, voordien
mij bleek uit zijn kant van ’t gesprek
dat het hem beter leek, misschien
(de kilte trok in het vertrek)
zo er ten laatste werd gekoosd.
De afwas rest. Fornuis, bestek,
de pannen. Vuilnis dient geloosd.
Verdoemd en naar de ratsmodee:
de liefde, kunst, de ware, troost,
de zon, de branding & de zee…
Mijn lief nam rozen voor mij mee.

***[D.B.] 


->
alles naar de ratsmodee – zo hoort dat ook als dichter bakker de stand van zaken opmaakt. het is nog even genieten en dan stort de hele kolere bliksemse bende en vooral ook de liefde weer in elkaar. heerlijke reviaanse beelden van quasi deftig tot aan plat jordanees. had hazes nog geleefd hij had hier spontaan over de afwas gezongen – voor de zoveelste keer de relatie met raggel naar de ratsmodee. ‘met raggel naar de radsmodee’ het titellied van de CD – ditmar blaast het levenslied een nieuw leven in. en ja breng die rozen maar naar sandra, eer ze de stad verlaat, breng die rozen maar naar sandra het is misschien nog niet te laat.

Geluk

ik zie de wereld in een kamerplant
voel hoe ze druilerige dagen beu is 
bladeren snakken naar de zon 

op zoek naar momenten van geluk
tel ik ondertussen de wolken
ze haasten zich voor regenvlagen

zeepbellen als luxe, het bad loopt vol  
en neemt me mee naar de stranden   
uit mijn dromen 

jij en ik door het duingras   
ondeugend als adam en eva
we ademen de lente in 

Erika De Stercke 


–>
Erika in lente sferen zo mag de samenvatting wel geschreven.
een beetje obligaat zijn de geschetste beelden wel. ook hier met deze tekst  kan de zanger van het levenslied aan de gang. een dichter moet beter.deze dichter zeker.
Fluisterend

De grote woorden zijn gezegd
alles ooit gedacht ligt verankerd
in de groeven van mijn gelaat
de plooien in mijn handen
tonen dat het voorschot is
geconsumeerd de afrekening is
aangebroken, wat kost het nog

een beetje zonlicht
caramelvla met slagroom
een glimlach
een zakdoek voor de tranen


Vera van der Horst


< –>
een typische van der horst – in de nacht geschreven woorden die in de ochtend toch net een beetje TE persoonlijk bij de lezer overkomen. (we lezen over groeven, plooien, en dat de afrekening is aangebroken en over andere hel en verdoemenis in het leven) meestal krijst ze dan laat in de ochtend – haal het gedicht weg – had het niet geplaatst  – in haar oplopende woede luistert ze dan niet meer naar mijn troostende woorden: er zitten ook mooie dingen aan hoor fluister ik door haar hels lawaai – die heerlijke caramellucht bijvoorbeeld dat zijn geen spruitjes – maar wat ik ook fluister  – ‘woede overstemt alles’ stond er al op het bordje in de keuken van mijn oma waar ze de hopjesvla voor mij bereidde – een luisterend oor zal ik niet vinden vandaag. morgen is ze weer – lieve vera – een en al liefde. zeker als ik mijn vingers leg in de groeven van haar gelaat.

Share This:

waar waren we gebleven? bij de foto van babs witteman! nu met een reactie van de dichter Frans Terken




waar waren we gebleven
jij sprak woorden van diepe aard
dit wordt typisch weer…
zo een gedicht…
van jou…
waarin…
 
ik hoorde je denken
dit wordt inderdaad een gedicht
bevestigde ik
 
waarin…
de woorden…
elkaar net niet raken…
 
pom wolff
De hand van de dichter

Zoals dit zich lezen laat
wijst het op oefening
en vasthouden aan volharden

weten wat gedicht wordt
een woord dat het oog treft
met de zin van verkennen

wie raakt zo niet in vervoering
het is de weg vooruit zoeken
niet terug in drassige klei

had ik maar één zo’n hand
als die van de dichter P.

ik zou het moeras van lege vellen
al schrijvende achter me laten


© FT 19.02.2021

Share This:

Suzanne Krijger: ‘In de kinderwagen zag ik je dochter als een ansjovis in zoet water liggen – Je zei met lachend ongemak dat ze een beetje te groot is…’

In de kinderwagen zag ik je dochter als een ansjovis in zoet water liggen
Je zei met lachend ongemak dat ze een beetje te groot is

“Ze groeien als kool”


In de kinderwagen zag ik je dochter als een ansjovis in zoet water liggen
Je zei met lachend ongemak dat ze een beetje te groot is
Ik had het zo nog niet bekeken
Ze keek als een baby nog zo klein terwijl jij haar al als opgegroeid ziet
Ik had haar maanden niet gezien, maar zag nog altijd dezelfde lach
Enkel wat grotere botten en het jasje die wat strakker zat
Het was jullie dingetje geworden
Vandaar die lachende blik en dat knikje naar de grond waar de weg de losse lijnen langzaam aan elkaar verbindt
Zij die vooruit geduwd wilde worden. Ook al kon ze dat prima zelf
Zij die voor de deur stond met haar schoentjes zelf gestrikt
Maar als kleintje in de wagen wilde liggen met de kin op de borst en een afwachtende blik
Door het bos wilde ze lopen
En terwijl ze eigenlijk al wist hoe dat eruit zag, deed ze alsof alles nieuw was en de losse lijntjes nog als veters aan elkaar moest strikken
Ze herkende me nog, want ze groeide uit haar babyvorm en zat zo rechtop
Binnen enkele seconden haar gezicht gegroeid vervormt naar meer emotie
En zei “Hallo”
Ik zwaaide terug, en haalde mijn hand, die ik de hele weg in mijn zak had gestopt, omhoog
Ik zou ook wel in zo’n wagentje willen liggen. Met een zonneklep die ik inzet wanneer ik wil
Dat ik dan weer lach om elk geschreeuw en schreeuw als ik iets niet wil
Onderuitgezakt in een bedje van ondersteuning waarvoor nu nog enkel mijn hand in mijn zak rust
Wandelend met mijn moeder erachter, soms ongemakkelijk lachend wanneer ze weet dat ik eigenlijk zelf zou moeten lopen
Maar ik kan de hand er zo op leggen
Want wanneer begroeting niet meer aan hun mimiek is te zien, en ze gewoon kunnen zeggen
Dat de omgeving het bewustzijn waard wordt om contact mee te kunnen maken
Kunnen ze het ritme van de voetstappen van hun vader horen
Doet hun de stralende blik de zonneklep openen
En beginnen ze toch langzaam zichzelf vooruit te duwen


Suzanne Krijger

Share This:

VON SOLO voor even terug op het oude nest pomgedichten punt nl: ‘Ooit dacht ik soldaat te willen worden. Commando of marinier leek me wel wat…’



Moeder: ‘En nou moet je eens goed luisteren!!!’
Kind: ‘Ja, mammaaaaa.’
Moeder: ‘Maar, je luistert niet vervelend kind!’
 
Zo klonk het eerder deze week, terwijl ik langs een speeltuintje wandelde. Een moeder die haar kind maant tot ‘luisteren’. In mezelf fluister ik dan, dat ze duidelijk moet zijn. Ze wil niet dat het kind luistert. Ze wil dat het gehoorzaamt.
 
Ooit dacht ik soldaat te willen worden. Commando of marinier leek me wel wat. Een bezoekje aan het rekruteringscentrum op de Westblaak, was voldoende me van die gedachte af te helpen. Als ze dachten dat ik zonder na te denken in de sloot zou springen als ‘je meerdere’ zegt ‘spring’, dan hadden ze het mis. Ik snap ook wel dat het belangrijk is, dat je onder bepaalde omstandigheden exact doet wat je bevolen wordt, maar ken de historie van de wereldoorlogen ook goed genoeg, om een aversie tegen blind gehoorzamen te hebben. Zelfs gehoorzamen met een uitleg hoeft niet altijd op mijn medewerking te rekenen. Als ik dit zou voorleggen aan een doorsnee soldaat, dan verwacht ik een uitleg te krijgen die mij tot in de puntjes duidelijk zal maken, dat ik het fout heb. En vanuit zijn oogpunt, zal dat dan ook kloppen. Als je ergens in een put ligt te wachten, tot de vijand gaat trachten je te overrompelen, dan is het beter, dat dan ook maar te doen. Jezelf afvragen hoe je in dat verre land in die put bent beland, is dan even geen optie.
 
Maar nu komt het gladde ijs. Medisch specialisten. Zij studeren meer dan een decennium keihard om zich te specialiseren in waar hun professionele passie ligt. Ze worden blootgesteld aan chronisch slaaptekort en bovennormale hoeveelheden stress tijdens hun leertijd. Neem daar nog eens de moordende competitie bij, waar ze tegen aan moeten vechten om in een respectabele maatschap te belanden en vervolgens de werkweken van tachtig uur, die blijkbaar normaal zijn in die wereld. Tel daar de bezuinigingen van de afgelopen vijftien jaar bij op en reken maar, dat ik niet graag in hun schoenen zou staan. Het is vergelijkbaar met een frontlinie in een oorlog. Al helemaal als je IC ook nog eens vol ligt met stervende mensen. Dan is het niet het moment, dat mensen zich met je vakgebied moeten gaan bemoeien en al helemaal geen moment voor discussie. Er moet eenheid en gehoorzaamheid heersen op dat moment. Net als bij de frontsoldaat is er in de vuurlinie is dat niet het juiste moment om na te denken hoe je daar beland bent.
 
Dan nog gladder ijs. Eigenlijk zou ik hier helemaal niets over mogen zeggen, want ik weet er niks van, maar toch begeef ik me erop, met het risico er door te zakken. Het Studentencorps. Om hier toegelaten te worden is een ontgroening nodig. Dit is een ritueel, dat met veel geheimzinnigheid en dus ook speculatie omringd is. De reden daarvoor is, dat er dingen gebeuren, die eigenlijk niet door de beugel kunnen, maar waarvoor de ‘uitvoerders’ niet aansprakelijk gesteld wensen te worden. Het zijn rituelen om gehoorzaam te maken middels vernedering en oorzakelijke medeplichtigheid. Dat schept een perverse band, die minimaal een leven lang duurt. Waarbij ook geldt, dat gehoorzaamheid aan de regels van het spel, boven alles staat. Het is een voorbereiding op een wereld, waar op cruciale momenten absolute gehoorzaamheid van je gewenst zal zijn, en jij ook moet kunnen vertrouwen op de gehoorzaamheid van hen die verantwoording aan jou dienen af te leggen. Daar stel je geen vragen bij.
Een ding wat in de drie gevallen gelijk is, is dat de keuze om beroepssoldaat, specialist of corpsbal te worden een vrijwillige is. Je begeeft je vrijwillig in een systeem, waar gehoorzaamheid een bepalende factor is. Zo bepalend zelfs, dat ongehoorzaamheid vrijwel direct tot uitsluiting leidt. In geval van een soldaat in oorlogstijd zelfs tot de dood. Kadaverdiscipline is een ander woord daarvoor. De ultieme Pavlov-reactie op elke crisissituatie. En zo komen we weer in het heden.
 
Lange tijd heb ik wat ambivalent tegenover de aanpak van de coronacrisis gestaan. Dat is niet zo moeilijk als het een ver van je bed show is. Ik hoef niet op een veel te kleine, onderbemenste IC te staan in het heetst van de strijd. Mijn kroeg is niet dicht, terwijl de huur gewoon doorloopt. Om me heen stierf niemand. Carnaval interesseert me ook niet. Alle regels vanuit de overheid waren voor mij als burger zodanig facultatief, dat gehoorzamen toch telkens een keuze was en daardoor ook voor mij acceptabel. Thuiswerken is geen straf, als je leuk woont. Thuisonderwijs is ook geen probleem, als je er gewoon niet aan meedoet. Mondkapje ook geen probleem, ik zat er wegens fijnstof toch al aan te denken. Als ik echt op kantoor wilde geen werken, dan smokkelde ik daar een uurtje binnen. Als hedonist stond ik tussen de tieners te dansen in een kroeg aan het Canal Saint-Martin afgelopen voorjaar. Als kunstenaar en verslaggever ben ik naar Brussel afgereisd om de avondklok te trotseren, om te zien hoe surrealistisch dat was. Tot het moment dat zelfs in Nederland de avondklok ingesteld werd. Dat was voor mij het moment, dat me voor het eerst in mijn leven, op deze manier de vrije keuze ontnomen werd. Door de staat.
 
Ik heb mijn kinderen altijd proberen te laten gehoorzamen. Ik heb ze heel erg goed het verschil met luisteren uitgelegd. Pas nu realiseer ik me wat een luxe luisteren is ten opzichte van gehoorzamen. En wat een zegen het is, niet in de frontlijn gedwongen te zijn.
 
En dat vrijheid, bovenal, toch altijd mijn enige keuze zal zijn.


VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
 
 

Share This:

hondje Merik van der Torren onheus bejegend door dom gansje – rellen op Olympiakade Amsterdam


Hoi  Pom,
 
Een beschrijving van het regelmatig terugkerend tafereeltje met de ganzen op  de Olympiakade, waar ik vaak met Betty wandel, voor pomgedichten, in de bijlage, groet, Merik



Stadstafereel, voor Betty nr. 23

De gans strekt sissend
zijn wijd-open bek naar voren,
naar Betty, die in het gras snuffelt
en verder schooiert zonder
schijnbaar iets te merken.
 
Dan richt de gans zich op,
klapwiekt en gakt in triomf,
de  vijand verjaagd.
 
Betty en ik wandelen rustig weg;
er is niets aan de hand,
heus niet.

Merik van der Torren

Share This:


ergens werd gesproken
je verwachtte witte jassen
je zei hier woon ik niet
dat wist ik wel
 
ik zag een deur openstaan
een onopgemaakt bed
een boekenkast
zonder dichtbundels
 
(is geen boekenkast)
 
je lag op dat bed
als een gesealde gedichtenbundel
lachte je
 

 
niet eens een  boekenkast
één verdwaalde dichtbundel
en wat een stilte
op dat schreeuwen na
 
dat mag je niet zeggen
dan nemen ze je mee
cremeren ze je
 
open haarden altijd gevaarlijk hoor
fijnstof
 

 
iedereen weet het nu
je was zo stil de laatste tijd
ik zei dat doet ze niet –  echt niet
maar je deed het wel
 
zo zie je maar weer
de ene mens is de andere niet
je hebt ook van die gedichten
waar geen vinger achter te krijgen is
 
pom wolff

Share This:

de maandag met IEN VERRIPS… wassen, filosiferen, prutselen en modderen

vanaf vandaag zal elke maandag in dit land – van groningen tot verweerd geheel anders zijn. deze ien verrips doet uw comfortzone als sneeuw voor de zon verdwijnen – was het wassen op maandag staat u straks te modderen – was het modderen? dan wordt het Kant! de maandag door op de dinsdag met Ien. waar heb je dat nog – jawel in de zaanstreek én op pomgedichten punt nl.


sinds maandag-wasdag zijn status als zodanig heeft verloren
is deze dag gebombardeerd tot maandag-filosofendag
waarbij de vraag op tafel ligt naar het waarom
van deze apres-weekend dag
deze eerste werkdag van de week dag
deze  helemaal geen zinin dag
deze gestapelde k-dag waaronder katerdag
deze modderige lullige prutseldag
 
daarnaast worden gedachtenexperimenten aangemoedigd
om de mogelijkheid te onderzoeken
en de gevolgen van
het schrappen van de maandag

Ien Verrips

Share This: