Toestanden in Den Haag – Haagse kunstwereld gebukt onder verwijten van geweldadigheid, stalking, uitsluiting, royement en plagiaat. ruzie en liefdesschandalen: zware beschuldigingen door martin sjardijn richting twee annes: anne borsboom en anne woodward

Toestanden in Den Haag – Haagse kunstwereld gebukt onder verwijten van geweldadigheid, stalking, uitsluiting, royement en plagiaat. ruzie en liefdesschandalen: zware beschuldigingen door martin sjardijn richting twee annes:  anne borsboom en anne woodward

wij van pomgedichten punt nl kregen de beschikking over het navolgende document van de hand van martin sjardijn – anne borsboom heeft tegenover pomgedichten stalking door de heer Sjardijn bevestigd. we citeren hieronder de heer sjardijn:

(…)

‘Samen waren Anne en ik jarenlang bij de gedichten sessies in Café Eijlders. Anne sleepte mij mee en ik was er blij mee. Ze inspireerde mij in vele opzichten en uiteindelijk ook tot schrijven.  Ik had haar eerder voorgesteld binnen mijn netwerk in het Haagse kunstwereld, hetgeen leidde tot een samenwerking  rondom onder meer een Nietzsche project met Anne Woodward. Een project waarin wij naïef (vooral Anne), instapten zonder veel van deze filosoof te weten.

Om kort te gaan;  vanaf het moment dat onze relatie in problemen kwam na zeven jaar van intens intieme relatie met vele avonturen, ook in Frankrijk na haar vertrek, meende Anne een ongelukkig  (gewelddadig) eind te moeten maken aan ons samenzijn. Over de gewelddadigheid wil ik niet uitwijden, dat is iets wat ik haar meteen heb vergeven, want ik hield teveel van haar en begreep dit als een daad van onmacht.

Steeds heb ik Anne gevraagd een gesprek te hebben over het hoe, waarom en wat. Zeven jaren gaan niet in je kouwe kleren zitten. Echter ze heeft niets meer van zich willen laten horen tot mijn grote droefenis. Ook niet mijn pogingen om in vriendschap verder te gaan op afstand. Ze heeft mijn naarstige pogingen tot kontact als stalking opgevat. Met als gevolg dat ik als kritisch kunstenaar in het conservatief Haagse kunstenaars milieu uitgestoten werd. Anne werd de stok om de hond te slaan. Voorgesteld werd zelfs door haar inmiddels vaste vriendin Anne Woodward mij te royeren vanwege plagiaat., omdat ik de naam Olga gebruikte in mijn biografisch werk, voor intimi binnen de fictie herkenbaar als Anne.’

(…)

Share This:

langzaam maar zeker kruipt Het Virus de poëzie in – poëziehondje Betty van Merik van der Torren negeert de avondklok – Mirjam AL noteert: ‘Alles sterft voor wie nog blijven mag. We mogen niet klagen…’



langzaam maar zeker kruipt Het Virus de poëzie in – poëziehondje Betty van Merik van der Torren negeert de avondklok – Mirjam AL noteert: ‘Alles sterft voor wie nog blijven mag. We mogen niet klagen…’

Avondklok, voor Betty nr. 19

Rond een uur of twaalf
gaan we de verlaten straat op,
Betty en ik.
 
We ruiken de sporen en
horen muziek klinken
uit verlichte vensters.
 
Betty, mijn werkgeversverklaring
voor na negenen,
zoals buurman Mo laatst zei,
 
Betty, nachtanemoon
 
 
Merik van der Torren


Hoe-s-t

Je vraagt hoe het ermee is.
Daar kan ik lang over uitweiden.
Maar ik vat het samen in een grimas.
Goed, zeg ik.
De bacteriën groeien,
de virussen verspreiden zich,
de insecten vluchten naar nergens.
De vrienden verdwijnen.
Alles sterft voor wie nog blijven mag.
We mogen niet klagen en geen
kritiek op de schepping s.v.p.
Want het is alles zo wonderbaarlijk schoon,
al begrijpen we er nauwelijks iets van.
 
In het ochtendnieuws een klein donker meisje,
dat mishandeld wordt door, jawel een stel
blanke Amerikanen,.
Nina Simone zong het al in 1965:
Mississippi, goddamn.
Lang zal u leven in de gloria.
 
Mirjam Al, 2 februari 2021

Share This:

IEN VERRIPS trekt de stoute schoenen aan


 
‘s avonds ben ik het liefst
thuis met mijn boeken mijn netflix
en mijn kat
 
’s winters ben ik nog liever 
binnen is geen kou en ook het donker
vind ik eng
 
 vanavond ben ik niet zo lief
de geest is uit de fles spoken ga ik in de stad
dolen in de lege straten
de stilte breken in de waanzin
van mijn stad die kreunt
als een ruïne klaar  
in te storten

Ien Verrips

 

Share This:

Karin Beumkes op de maandag in een kosmische beleving

Jawohl. Een nieuwe melding van een maandagochtendgedicht. Als je dit leest is het bij Schagen. Veel plezier en hou je jong.
Liefs
Karin


Kosmische beleving


Vadertje heeft in bed geplast
blauwe konijnen houden de wacht.


De waanzin van het afkoppelen begint.
De dood is een vrouw die rammelt met vleugels.


Vadertje blaast in de wind.
De morfinepomp bost als een hart.


Overal lacht de groene mei.
De dood is een vrouw die rammelt met sleutels.


En geesten houden van zingen.


.

Tom Waits – Martha https://youtu.be/y9Mse62NFl4

Share This:

Ditmar Bakker wint de enige echte virtuele ‘Je bent een ontmoeting die als thuiskomen voelt’- trofee op pomgedichten punt nl – naar de woorden van columniste suzanne krijger. Vera van der Horst en Ton Huizer zilver, Cartouche en Petra Maria brons

laat ik beginnen met een woord van dank uit te spreken aan alle dichters die gedichten op het zo mooie thema instuurden. over een ontmoeting die als thuiskomen voelt. 5 gedichten – 5 dichters wil ik in het zonnetje zetten. brabant goed vertegenwoordigd vandaag. 2 dichters met wereldstrofen – Cartouche en Petra Maria – misschien raakt Cartouche met die ene strofe met die twee regels eigenlijk het meest indringend de kern van het thema: de eerste ontmoeting en dan het weten:

dat ogenblik wist ik
dat je alleen verliezen kunt
 

Petra Maria maakt die eerste ontmoeting helemaal van de poëzie:

daar ben je dan
stof van maanden in je haren
had ik dat ooit kunnen vergeten

laten we het op een eervolle vermelding houden. maar met de aantekening dat deze vermelding in brons gebeiteld is deze week. houden we voor de andere eremetalen vera van der horst over met intense woorden en twee ietwat vreemde eenden in de bijt gelet op het thema: ditmar bakker en ton huizer. vera lijkt het meest intens gedoken in HEM, in het thema, om net op tijd de beheersing in de poëzie terug te vinden. een knappe prestatie – zilver. ook zilver voor ton huizer die met kleine vileine maar zeer geestige opmerkingen het date-leven schetst. goud voor Ditmar Bakker die met zijn poëzie deze zon dag in vasalisiaanse schoonheid drenkt.

BLAUWBAARD

Ik zei ‘laat die deur dicht’. Jij opent die.
Ga dan naar binnen! Zie welk schamper ding
tot trouwbreuk noodt. Geen schat verstopt hier; zie
geen armoire, geen glasbol vol spiegeling
die waarzegt, geen vrouwskop gedood terneer,
zelfzuchtig ooit als jij die binnen zag,
maar enkel wat je ziet. Kijk nog een keer.
Een kamer, ledig. Niets dan spinnenrag.
Toch hield ik enkel dit uit mijn bestaan
mijzelver, aan mijzelf slechts toebedacht,
en jij hebt mij, die kamer ingegaan,
zozeer ontheiligd met je blik vannacht
dat ik jou nimmermeer aanschouwen kan.
Het is voor jou nu. Ik ga weg ervan.

[D.B.]


–>
het gedicht begint in wezen qua leesbaarheid  hier:
 
Een kamer, ledig. Niets dan spinnenrag.
Toch hield ik enkel dit uit mijn bestaan
mijzelver, aan mijzelf slechts toebedacht,
en jij hebt mij, die kamer ingegaan,
zozeer ontheiligd met je blik vannacht
dat ik jou nimmermeer aanschouwen kan.
Het is voor jou nu. Ik ga weg ervan.


maar dan heb je ook wat aan poëzie. als is ie weg nu.
hoe deze regels te benoemen: vasalisiaanse schoonheid ja zeker – zo ongeveer.
  • Cartouche: dat ogenblik wist ik dat je alleen verliezen kunt
  • Ditmar Bakker: zozeer ontheiligd met je blik vannacht
  • Rik van Boeckel: keer naar binnen
  • Petra Maria: stof van maanden in je haren
  • Frans Terken: terug op hoogten die we beklommen
  • Anne Borsboom: buiten werd het witter, almaar witter
  • Magda Haan: zondig gloeien
  • Erika De Stercke: hoe mooi zou het zijn om
  • Babak Amiri: het zijn rare tijden mijn lief
  • Ton Huizer: Zij zeurt over yoga
  • Anke Labrie: om woorden die je nog niet eens
  • Vera van der Horst: zo thuis met je
  • Jako fennek: hoe we het hoofd verloren

wie wint de enige echte virtuele ‘een ontmoeting die als thuiskomen voelt’- trofee op pomgedichten punt nl – naar de woorden van columniste suzanne krijger.
we zijn op zoek naar een positief gevoel in tijden van covid – om het weekend mooier te krijgen met woorden.  ik vertrouw op de dichters op intensiteit ook. het thema opgetekend tijdens het kijken naar het programma first dates. een algemeen menselijk gevoel van veiligheid – niet te koop en niet afdwingbaar. u kent de regels: de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
 
zo waren er soms dagen
 
kind nu ik je zie
dan voel ik weer de wind
en sluit ik mijn ogen
 
ik zie de boom nog
waaronder ik ons droomde
misschien had ik
 
toen
 
iets
 
dat het zich niet vouwen laat
en niet kleiner laat maken
dan het is
 
zo waren er soms dagen
ze gingen met de wind
en het weten dat niet wilde
 
pomwolff

‘Ontmoeten’

 
De lichte buiging
van het hoofd, de oogopslag
Je hand die traag bewoog
over het blanke vel
dat voor je lag
 
de mond, de glimlach
die als de kling van een kris
alle donkerte met één steek
wegsneed uit mijn hart
die dag
 
dat ogenblik wist ik
dat je alleen verliezen kunt
jezelf in een ander
een moment is van
eeuwigheid
 
zaligheid en zonde
dat toen niet meer is
dan een ander woord voor
wat je toekomt, een thuis
mogen komen
 
alleen
bij de ander kan
 
30-01-2021
Cartouche


–>
de woorden van suzanne krijger hebben veel los gemaakt bij de dichters. mooie intense en een positief gevoel opwekkende woorden. goed zo! zou de ouwe aachenende zeggen. Cartouche schreef een gedicht met een wereldstrofe. waarin alles is beschreven in een bijna onmogelijke eenvoud – een tegeltje waard! zo mooi zo eenvoudig dat deze strofe de andere strofen  overbodig maakt en teveel laat zijn: (mijn god had mij de eerste twee regels van de volgende strofe laten schrijven – ik vergeef het U nooit meer!!!)
 
dat ogenblik wist ik
dat je alleen verliezen kunt
jezelf in een ander
een moment is van
eeuwigheid

De innerlijke berg

Keer naar binnen
beklim de innerlijke berg
kijk uit over het landschap
van vorige jaren tot in de eeuw
van jouw geboorte en jeugdigheid

luister naar de toekomst
de volgende minuut
de inkeer van het zijn
zolang het duren zal

in gedachten zingende herinnering
mijn hoofd zegt nu
de heuvel die we afdalen
naar de valleien zonder dralen
dalen we in onszelf af
vanaf de stralen van het universum.

Rik van Boeckel
30 januari 2021


–>
het heden en het verleden in zichzelf geplaatst – het zijn van de mens  aan het verleden en het heden en de toekomst over gegeven – een bekend boeckeliaanse wending der dingen, maar ook van het wezen mens met al zijn toevallen en toevalligheden, blijkbaar ook de ontmoetingen, met alles wat tot inspiratie uitnodigde en tot zingen. hoe het verleden in wezen wordt meegenomen in de tijd.

THUISGEKOMEN

onder het licht van de maan
zag ik je aankomen
gelijke tred met laatste gedachten

laten we nog even uitstellen
tot een oogwenk ons raakt

daar ben je dan
stof van maanden in je haren
had ik dat ooit kunnen vergeten

het is alsof in dit moment
alles op het spel staat
hemel en aarde, jij en ik

petra maria


–>
de laatste twee strofen veruit de sterkste. ze verdringen als het ware de eerste twee en ze kunnen ook rustig op zich zelf staan. dan is het gedicht alleen maar mooier. dat 6 regels oneindig veel meer zeggingskracht hebben dan 11.
 
daar ben je dan
stof van maanden in je haren
had ik dat ooit kunnen vergeten

het is alsof in dit moment
alles op het spel staat
hemel en aarde, jij en ik

petra maria

 
helemaal kant en klaar, niets meer aan doen, voor iedere lezer herkenbaar mooi – met dat stof van maanden in die haren. nooit zal ik deze regel meer kunnen vergeten.
 

Onze ruimte

De verschijning in het glas
jij in afgetrapte laarzen buiten
ik binnen op de drempel van wat was
speel pantoffelheld van toen

dat ik iets aardigs wil zeggen
woorden die je laten smelten
niet de brandende lava
waarin ik me liet wegglijden

de vreugde van vroeger zien
in ogen die elkaar vasthouden
hoe het ons weer warm maakt
terug op hoogten die we beklommen

kom hier en geef me je jas
pak mijn hand van niet onder gaan
laten we het binnen de randen
van onze ruimte houden


© FT 30.01.2021


–>
frans beschrijft de ontmoeting van later – niet dat er van stilstand sprake is geweest maar van indalen –  van die zeldzame en unieke plaats die je iemand in je geeft en die daar voor altijd kan, mag en zal verblijven.


Herinner je je die nieuwjaarsdag
en dat het hebben van familie aangenaam was?
Het ontbijt was al bevallen, we dronken koffie luisterden naar
een concert en buiten werd het witter, almaar witter.
 
In een doos vonden we wanten, mutsen, oude oren.
Geuren hadden het ongedierte moeten verdrijven,
de tijd had gewonnen.
We zijn gaan wandelden,
 
de familie had geen idee van wat dat deed met mij,
 die dag was anders vraag me niet waarom hoewel:
Het begon al met een ontbijt daarna een concert
en buiten werd het almaar witter
 
We ploegden naar een ander dorp,
dat schoon leek nu het wit bedekt werd.
We kwamen waar we wilden houden wat was.
De moeder van mijn moeder hield een slag om de arm en zei:
 
‘Morgen sneeuwt het niet daar kun je ‘donder’ op zeggen.’
 
Anne Borsboom


–>
die dag was anders – schrijft de dichter – dat kun je zeker zeggen – hier in berlijn sneeuwt het ook maar zo een moeder van een moeder hebben we hier niet. of moeder van de moeder nu  donderop zegt  of er de donder op zei?  we komen het niet precies te weten – maar deze onduidelijkheid verheft oma wel in de poëziestand. we lezen tot poëzie omgevormd proza. een inkijkje hoe gevoel zich kan ontwikkelen op een dag die opgaat in die almaar zich wittende witheid – die zo onschuldige lijkende schoonheid.  een ontbijt, een concert, een wandeling, sneeuw en oma en als toetje poëzie in vlagen.
 
onbekende

zacht voel ik een vlaag
een zonnestraal
verblindt heel even
één tel
als een knipoog

een vleug
raakt mijn neus
tintelingen doen
mijn innerlijk
zondig gloeien

wil je wat drinken
zegt een glimlach
alles klopt
jij vult de ruimte

Magda Haan


–>
‘zondig gloeien’ – waarom nou net die zondigheid toch? ik begrijp de woorden – de volheid in de laatste strofe, de ingenomen ruimte. een persoonlijk gedicht met een persoonlijk voelen. en daarbij behoort blijkbaar en een door mij niet te begrijpen gevoel van zondigheid. maar ala het is zondag – we roepen god aan ken die er wat aan doen. maar ik ben nog niet klaar vandaag met meneer. dat is in de tekst onder Cartouche te lezen.

Thuiskomst 

Het regent hard getik als een constante 
op deze avond zonder wekelijks bezoek
flessen staan verweesd
ik streel ze zacht

de muziek giert 
over een weide van herinneringen
brengt rust in de uren zonder uitdaging
het gaat hevig 
op het computerschermpje 

hoe mooi zou het zijn
om naar de buien te staren, samen 
indien je niet in een tijdslot 
over de grens
werd vastgezet.  

Erika De Stercke 


–>
niet doen erika – geen vragen stellen aan mij als lezer. ik weet het ook allemaal niet. als jij het al niet weet waarom zou ik dan wel? eigenlijk vind ik in deze prozatekst alleen de woorden ‘de muziek giert’ van aanvaardbaar poëtisch niveau. gierende muziek van lachen ja wat hebben we gelachen daar op die weide –  tot mest – mijn associaties.
 

Ik heb je nog niet voorgesteld aan  
mijn bonsai en ik weet je schoenmaat al 
Het is een uitzonderlijke situatie mijn lief 
  
Wanneer de zon opkomt en ik je mis  
wanneer de zon onder gaat en ik je mis 
gun ik iedereen op aarde  
iemand die naar ze kijkt 
zoals jij naar mij 
 
Ik heb je nog niet voorgesteld aan de konijnen  
en de kraaien bij station Sloterdijk 
noch aan het kleine nieuwsgierige meisje  
geboren ergens in het begin van de 20ste eeuw  
Maar ik ken jouw saaie spijkerbroek al 
Het zijn rare tijden mijn lief 
 
Wanneer de zon opkomt of ondergaat  
gun ik iedereen op aarde  
het geluk dat ik voel   
als ik naar jou kijk
 

Babak Amiri


–>
mooie romantische beelden – ik zou ‘ze’ in regel 7 in ‘haar’ wijzigen en op die zon laten slaan – ik vind het woordje ‘ze’ niet mooi in dit gedicht. het zijn inderdaad rare tijden haha. rare ingrediënten ook in dit gedicht. schoenmaten, geen gewone spijkerbroeken nee saaie en station Sloterdijk op de achtergrond, wat een toestanden allemaal om te zeggen wat gezegd wordt in de laatste strofe. en die laatste strofe is mij nou net te ééndimensionaal beschreven – die strofe kan Babak in oneindig eenvoud veel mooier verwoorden. eenvoud is niet het beschrijven van de werkelijkheid  – eenvoud is de werkelijkheid helemaal op zijn kop zetten – als een dat kan is Babak dat wel.
 
Ja, wij Rotterdammers voelen ons
overal thuis
Als we maar op tijd een deurtje
verder kunnen
Gr. T.H.



Date

Zij zeurt over yoga
en knaagt aan haar nagels
Hij denkt: laat maar lullen
en bijt in zijn bier
 
Zij denkt: leuke knul
wel wat eenvoudig
Hij denkt: lekker ding
doen we het bij haar of hier?
 
Zij heeft naar gedroomd
en kramp in haar been
Hij sliep als een roos
dronk thee en verdween
 
Ton Huizer


–>
hahaha dat ze OOK NOG aan haar nagels ‘KNAAGT’ – hahaha dat konijntje. mijn ochtend is goed hier in mijn residentie. zeer geestig gedicht – maar zij slaat terug – hij is wel wat ‘eenvoudig’ meent zij. of het thema “‘een ontmoeting die als thuiskomen voelt’” helemaal gehaald is met de introductie van deze twee figuren? geestig zonder meer.
 


mijn zorgvuldig opgebouwde zelf
bestand tegen de jaren
nadat het huis geen thuis meer was
zag ik in jouw ogen kantelen
 
krampachtig lachte ik
om woorden die je nog niet eens
die je misschien wel nooit
 
die avond ging je met me mee
 
na al die jaren werd het huis
weer voorgoed een thuis


anke labrie


–>
bijna een ontboezeming – in die zachte trage twijfelende woorden die anke zo eigen zijn. een persoonlijk gevoel dat nog enige uitwerking behoeft – nog iets verrassends – nog iets van kracht – zoals een schilder een driftige definitieve krachtige onomkeerbare  impressionistische draai weet te geven aan een geheel.
Hoi pom
Ik heb minstens 3 levens nodig, al is het maar om betere gedichten te schrijven, of om een instrument leren te bespelen of om een grote liefde op tijd te herkennen.


Biecht voor het slapen gaan

Och, man
ik was direct zo thuis met je
dat ik een leven met je oversloeg
de sexy sax die ik hoorde
dichtte ik steeds een ander toe
nu speelt die sax alleen nog weemoed
voel ik me bedrogen
door de tijd, die nooit terug gaat,
maar altijd maar vooruit
tot dat het kraakt, de sax, het huis,
het woord wij.

Vera van der Horst


–>
mooi gebruik van het woord weemoed. bijna boeckeliaans verwoord in termen van tijd, heden verleden en toekomst. en daar staat zij – onze vera – met een soort gestileerde wanhoopskreet:

Och, man
ik was direct zo thuis met je
dat ik een leven met je oversloeg

 
deze laatste regel doet het hem. aan deze regel wordt het bewust klein gehouden gedicht opgehangen – aan hem dus. en ja hoor HIJ STAAT! mooi als je zo je emoties én kan laten gaan én kunt beheersen.

Hoi Pom,

laat zoals meestal, maar met de ziel erbij. Geniet van de dag! Groet van Jako.
 

hoe alles
 
hoe uit wachten een praatje werd
jij met mij, ik met jou
hoe we het hoofd verloren, verlies
waaruit verlangen groeide, gebrekkig
maar vrolijk op papier gezet
 
zo nu en dan keren we terug
jij met jou, ik met mij  
naar de plek die ons kostbaar bleef
 
onrustig schuift grauw voor blauw
waken nog steeds dezelfde bomen, blaast
de wind ons fluisteren rond, stuiven
tot stof geworden woorden op
 
jako fennek


bijna melancholie, maar toch met ingehouden stem de terugblik op wat voorbij is en meegenomen werd. een gedicht om rustig bij te worden. hoe inderdaad uit alles wordt wat wordt. mooi en rustig.

Share This:

Yvonne Koenderman: de hectiek uit de week wegkneden… rellen, dochters in veiligheid, een vermoedelijke melanoom onder nagel…

de wekelijkse column van Yvonne Koenderman. hoe zij het leven leeft meestal blijmoedig – mét de chemobehandelingen tegen die rotziekte. en hoe ze dan in een klein tussenzinnetje een vermoedelijke melanoom aan de tekst toevoegt. bijna alsof ze het niet hardop mag zeggen. het kwaad kruipt waar het niet mag gaan. hou vol Yvonne hou vol!


De vroege vrijdag is een herfstachtige
grote plassen voor de deur, die me doen beseffen dat ik beter niet zo in mijn slippertjes had kunnen schieten, maar schoenen aan had moeten doen. De hond vind het allemaal prima, loopt zijn rondje met achter, op of over hem heen de zwarte kater die het hem eigenlijk onmogelijk maakt om rustig die drol te draaien op dat vaste plekje in het park.

Het is nog rustig, hooguit de werklui die aankomen om bij de kerk een vaccinatiecentrum neer te zetten. Twee kerken op nog geen 500 meter afstand. Bij de een is vaccinatie ondenkbaar en de ander offert zijn terrein helemaal op voor het goede doel. Ik hoef me er voorlopig nog niet druk om te maken, dit jaar mag ik me sowieso op doktersadvies nog niet laten vaccineren. Eenmaal thuis bakken we brood. Het meel, gist en het water worden stevig gekneed. Therapeutisch bijna, gedachten op nul in een rustige slome beweging, alsof we de hectiek uit de week wegkneden. Rellen, dochters die in Rotterdam-Zuid maaltijden bezorgen en voor hun veiligheid per direct naar huis gestuurd worden, chemo, vermoedelijk melanoom onder nagel wat na alle kuren beter bekeken gaat worden.

Alles kneden we langzaam maar zeker weg tot het hoofd rustig is en het deeg mag rusten. Rust, ik pak het zelf ook nog even mee. Even onderuit op de bank en dan dalijk genieten van de geur van versgebakken brood, kinderen die wakker worden en manlief die thuiskomt. De vrijdag kan beginnen.

Yvonne Koenderman

Share This:

Leiden in Last – over ziekenhuispoëzie op een video: de eerste dichter is meteen de ergste. zo weinig geïnspireerd zo onderuit gezakt…

verrek het is die martin aart (inmiddels de oude) die in een stoel hangt – alsof de laatste chemo zojuist aan hem is toegediend. je wordt er echt niet mooier van – nee inderdaad

het is ongetwijfeld goed bedoeld. gedichtendag videootje voor de mensen. ongevraagd dat dan weer wel. we zien natuurimpressies door oude dichteressen, we zien van alles en nog wat, soms aardige poëzie, onder anderen poëzie van de onkreukbare – maar heel vaak onverstaanbare woorden. laten we zeggen veel te veel en nogal wisselend van aard/aart.  in een zee van ongeregelde golven vind je die paar pareltjes die er ook tussen zitten nauwelijks terug. de eerste dichter is meteen de ergste. zo weinig geïnspireerd zo onderuit gezakt. we horen:

‘je wordt er echt niet mooier op

waarom moeten we dit nog krijgen…’

het videootje leiden in last begint meteen  al lekker – een dichter met zelfkritiek? we zien een uitgebluste dichter hangend in een stoel wat voor zich uit brabbelen – we horen tussen het gemompel door flarden tekst: ‘je wordt er echt niet mooier op…waarom moeten we dit nog krijgen…?’

verrek het is die martin aart (inmiddels de oude) die in een stoel hangt – alsof de laatste chemo zojuist  aan hem is toegediend. je wordt er echt niet mooier van – nee inderdaad  – en waarom moeten we dit nog krijgen? asjeblieft geen vragen stellen in een gedichtje – ik wees er in de afgelopen zondagochtendwedstrijd op pomgedichten punt nl een beginnend dichter nog op – niet doen – nooit vragen stellen – de lezer geeft er vaak en vaak ook  terecht een antwoord op waar de dichter natuurlijk niet op zit te wachten. zo ook in dit geval. waarom moeten we dit nog krijgen? ik weet het ook niet  martin – waarom dit nog zo nodig moet. waarom deze ziekenhuispoëzie?

Share This:

Suzanne Krijger brengt een ode aan de onbekende: ‘Je bent een ontmoeting die als thuiskomen voelt,…’

Ode aan een onbekende


Je zei al dat de eerste ontmoeting als thuiskomen voelde
Een zachte deken die je opving uit jaren wachten
Je nam mijn hand uit de kast knuffelend als het was zei je “Hallo”
En lachte je wangen tegen je bril glazen
Als de adrenaline die een eerste impuls volgde schreef je voor mij de zinnen uit
Tussen drie lijnen leerde je me dat hoofdletters niet altijd gebruikt worden als je comfort mist
Dan zou het leven namelijk niet compleet zijn soms moet je imperfectie eren, maar
Door wandelend langs rode banken kennis de verre landen uit te tekenen
Gaf je me les alsof 43 interesses niet genoeg zouden zijn, dus 
Bij deze deze ode, is aan jou. De onbekende
Iemand die me onverwachts verwende met levenslessen
Me knuffelde wanneer de regen mijn uiterlijk bestaan afwaste om
Af te tasten
Wie ze was, en met haar enthousiasme als een oma van vijf jaar oud toch de zachte pinguïn knuffel uit de kast haalde
En gewoon durfde te zeggen dat het uitstippelen van een toekomst moeilijk is
Ik kon niet zeggen dat je het mis had, want dat vond ik ook
Terwijl je niet altijd goed kon kiezen maakte je wel het beste van verwachting
Droomde je langs de tekeningen die je verhalend maakte een durfde je recht te zeggen
“Het is lastig, soms”
Daarom deze ode aan jou
Aan een oma van vijf jaar oud die een pinguïn knuffel nooit vergeten zal
Je bent een ontmoeting die als thuiskomen voelt, die durft
Die leerde zichzelf te zijn door in welke hoedanigheid dan ook
Verder te breien


Suzanne Krijger

Share This:

VON SOLO in gesprek met god -‘vlak voor het slapen, biecht ik in stilte aan een onbekende god mijn zondige gedachten van mijn gelijk op. Hij zwijgt.’


Op drie december koopt een jongeman met een petje een tweepersoonsdekbed bij de Action aan de Lombardkade. Hij koopt ook een verpakking van tien reepjes Kinder chocolade en twee Milka repen en betaalt met PIN. Buiten scheurt hij de verpakking van één van de repen open en begint ervan te happen. Als de reep op is gooit hij de verpakking op de grond en begint aan de tweede reep. Op de Goudsesingel neemt bij de tram naar West. Bij stapt uit ter hoogte van Delfshaven. Loopt twee straten en gaat een deur binnen, waar de verf van af gebladderd is. Hij gaat twee trappen op en komt op de overloop van een etage, waar een deur leidt naar de achterkamer en een deur naar de voorkamer. Met zijn sleutel opent bij de deur naar de achterkamer. Vanonder de deur van de voorkamer komt een wietlucht en lage. Langzaam bonzende tonen. Op de vloer van de kamer ligt een vuil matras met daarop een tweepersoonsdekbed. de overtrek is gevlekt. De vloer ligt vol verpakkingen, uiteenlopend van chocoladewikkels en verpakkingen van roze koeken tot lege blikjes energie drink en een verdwaalde papieren McDonalds zak. De jongeman ploft neer op het matras en begint de reepjes Kinder chocolade op te eten. Daarna haalt hij het oude dekbed uit zijn overtrek. Het nieuwe dekbed haalt hij uit de verpakking. Het oude dekbed stopt hij in de verpakking van het nieuwe dekbed. Dan gaat hij liggen en doet zijn ogen dicht. De muziek is nu ook langzaam zijn deur onderdoor gekropen.
 
Op tien december ruilt de man bij de Action op de Kleiweg het dekbed weer in bij de service balie en krijgt het betaalde bedrag contant terug met aftrek van een flesje Hero cassis. Met negentien euro in zijn zak en een nieuw dekbed thuis loopt bij doelloos de Kleiweg af terwijl bij van zijn cassis drinkt. Dan komt hij voorbij het huis van mijn buren. Daar staat de elektrische fiets van mijn buurman niet op slot. Mijn buurman is vijfentachtig en vergeet wel eens wat. De man loopt voorbij mijn raam, terwijl ik hem de bonnetjes van de Action op de grond zie gooien en zich om zie draaien. Ik ben druk in gesprek aan de telefoon en denk op het tweede spoor, dat ik deze man eigenlijk zou moeten aanspreken op zijn gedrag. Als ik weer uit het raam kijk zie ik een de jongeman met het petje voorbijfietsen op de fiets van mijn buurman. Het duurt even voor ik me realiseer dat één plus één twee is. Dan hang ik de telefoon op en pak mijn fiets en stuif naar buiten. Fiets de zijstraat in richting Oude Noorden en vervolg speurend en hard fietsend mijn weg tot aan het Pijnackerplein. Maar de fiets van mijn buurman zie ik niet meer terug. Thuisgekomen zie ik voor mijn gevel een propje liggen, waarvan ik weet dat de dief het heeft neergegooid. Ik pak het op en zie dat het twee bonnetjes van de Action zijn. De buurvrouw komt intussen naar buiten en beklaagd zich dat de fiets van haar man gestolen is. Ik voel me dom, want ik stond er met een voordeur en een muur zowat naast, toen hij gestolen werd. Ik had beter moeten opletten, de signalen moeten zien en moeten weten dat je dat soort Action proleten, zoals ik ze noem, altijd in de gaten moet houden. Maar daar heb je achteraf weinig aan.
 
Op drieëntwintig december om vijf uur sta ik voor de slager op de Bergse Dorpsstraat te wachten in de rij voor mijn luxe vlees, dat ik voor de Kerst besteld heb. Op een gegeven moment ben ik de eerstvolgende die de winkel binnen mag. Aan de andere kant van de lantaarnpaal staat een oude man. Hij staat daar al een hele tijd. Het kan bijna niet, dat hij de rij niet gezien heeft. Ik vraag hem of hij ook voor de slager komt. Hij kijkt me vol minachting aan en prevelt dat dat toch voor de hand ligt. Daarop wijs ik hem erop, dat het begin van de rij zich aan de andere kant bevindt. Hij gunt me verder geen blik waardig. Ik kijk naar de rij en overweeg, als het mijn beurt is, de man voor te laten gaan. Net als ik de rij wil vragen of het goed is als ik de man voorlaat, draait hij zich om en loopt weg. Hij is te verwaand om in de rij te staan ‘tussen het volk’, denk ik op dat moment. Rijke, blanke, oude lul.
 
Ik ken die man niet. De jongeman met de pet ook niet. Ik weet niet wat hen drijft, ken hun verhaal niet en verzin maar wat. Ik heb geen idee of ik iets anders zou doen, als ik in hun schoenen zou staan. Oordelen van wat je niet begrijpt, gaat als altijd enkel op basis van symptomen en patronen die je veronderstelt te herkennen. Niet op basis van onderliggende oorzaken, die je onmogelijk waarneemt. En toch is vergissen niet toegestaan in dit tijdperk van de absolute waarheid. ’s-Avonds laat, ik het donker, vlak voor het slapen, biecht ik in stilte aan een onbekende god mijn zondige gedachten van mijn gelijk op. Hij zwijgt.

Share This:

vandaag op pomgedichten punt nl – deel 1 van de cursus effectief vergaderen met Merik van der Torren


Discussie

Hij ging schever en schever staan, kantelde en
viel kletterend op de straatstenen.
Er lagen wat schrootjes en een plasje smurrie.
 
Een wolk steeg ten hemel,
zijn smoel maakte zich los en zei:
“ Daar zit wat in, Merik.”
 
Ik huiverde en vervolgde mijn weg.


Merik van der Torren

Share This: