Blij dat ik rij. In een pickup want die heb je wel nodig in de jungle. Het wegennet hier steekt overigens verbazingwekkend goed in elkaar. Een paar prima onderhouden highways van asfalt op dik beton. In Wallonië is het met de staat van onderhoud slechter gesteld. Enkelbaans zijn de highways. Dat wel. Als een provenciale weg. No problemo. Er is nauwelijks verkeer. Stoffige zijwegen verhard met brokken kalksteen vertakken in kronkelige zandwegen van niks. Heuvel op. Heuvel af. Woeste schoonheid all over. Lifters in de laadklep is hier heel gewoon. Toeristen in een pickup wat minder. Maar het werkt. Twee of drie tegelijk is geen uitzondering. Men heeft niets. Dus men loopt. Van heel ver. En terug. Een lift wordt daarom altijd geapprecieerd.
Dag vier: op zoek naar een Maya cave waar je alleen wadend en zwemmend komen kan. Door de rivier. Op een steenworp afstand van de kaarsrechte grens met Guatemala. Ooit met een pennenstreek getrokken door de Britten. Belize: voorheen British Honduras. Men bracht er slaven offers. De Maya. In die grot. Offervlees. Next to that underground river. Gisteren op bezoek bij een Brits gezin dat het in de bewoonde wereld voor gezien hield. Hun antwoord? The Chaos Oasis. Autobanden. Beton. Bogen. Gewelfde plafonds. Sprookjespaleis. Een betoverend lichtspel van kromme muren gemetseld met wel duizend kleurige glazen wegwerpflessen. Evenzoveel verhalen. Over een jaguar die hun Duitse herder te grazen nam. Kansloos. Split his skull. About a school teacher advising their youngest daughter to not read too much: for books can drive you crazy. Over de inspirerende stilte bij de Maya ruïnes om de hoek. Over van alles. Maar beter nog: kijk zelf. Onlangs op TV geweest. Schijnt. Floortje Dessing. Uitzending gemist? Hilarisch vinden ze het. Surprised I didn’t watch it. WTF. How did you get here? And why? Weet ik veel. Zat in Mexico. Dan weet je nergens van toch? Google? De lunch smaakt prima. Witte wijn van ananas? Rode bessen port? Ronduit heerlijk. Smaakt ver weg naar het rauwe starnakel makende brouwsel van mijn vorig jaar overleden Franse voisin. Appels. Peren. Bramen. Bessen. Troebel borrelend bocht uit een blauwe plastic ton geschept met een grauwig witte koffiemok. Dit spul is honderd keer beter. Wat een plek. Off the grid. Totally. Deze mensen zijn de vindingrijkheid voorbij. Amazing people in an amazing place!
Het jochie in schooluniform met scheve tanden achterin klopt op de carrosserie ten teken dat ie eruit wil. Vlakke hand. He lives with grandma. Zijn wandelschoenen vertellen dat het een flink eind lopen is. Van en naar school. Hij wijst naar het house at the corner. Na enige twijfel: ¨I come with you,¨ besluitend. Gedecideerd. Ongevraagd springt ie weer in de achterklep. Op zoek naar gewoon een spannend avontuur. Finding the Cave he never heard of. We rijden een kilometerslange hobbelige zandweg af. Slakkengang vereist. Kuilen. Greppels. Dwars door de jungle. Het joch balanceert als een pro op de zijrand van de laadbak zittend. Zoals die lui op de kermis in de rups. Waaghalzen. Compleet verlaten is het. Op een Amish na. Met paard en wagen zoals het hoort. Rechtstreeks uit Youtube. Inclusief strooien hoed en zo´n belachelijk blije Huis op de Prairie blik. John Boy in het echt. Strohalm in de juiste mondhoek. Hij groet meer dan vriendelijk. Niks gezegd. Het karrepad wordt steeds smaller en is dan plots geen weg meer. Het gaat nog maar net. Zo smal is het. Heel even nog maar. Daar moet het zijn. Zegt Google. Vijf minuten en een stugge afdaling later is het lopen geblazen. Einde doodlopende weg. Een stevig stalen hek. NO TRESPASSING. Staat er. Klimmen maar. Want het pad loopt stiekem toch nog verder. Het ventje twijfelt opnieuw maar volgt behoedzaam. Hop! Prima klimmer. Vertelt met trots al zestien jaar te zijn en AC te studeren. AC? Airconditioning. Vandaag laatste schooldag. Fijne vakantie? Nah. Op zoek naar werk moet ie. September pas weer verder leren. Een metertje of vierhonderd nog. Dan opeens een werkelijk majestueuze boom. Op een open plek rechtstreeks uit Avatar inclusief bijbehorende sloom neerdwalende vlokkenpracht. Het geheel badend in schitterend zonlicht. Magisch is het. Eva woont hier. Zoveel is zeker. Zoveel schoonheid. All over the jungle. OMG. I´m lost in love. De weg kwijt.
Men is hier flink in de Here. Bijbelspreuken op houten staken. Te over. Amish. Jehova´s. Jezuïeten. Mennonieten. Weetnietwatters. Enzovoort. Er zijn wel veertien smaken en in ieder dorp slaat men elkaar de kop in wie gelijk heeft. Heb ik van horen zeggen. En mind you: de meeste jungledorpjes hebben nog geen honderd inwoners. Satan is er een woord dat dagelijks in de strijd geworpen wordt. Bekeert u tot het enige juiste geloof eer het te laat is. Gezellig! What´s new in this world? Naast deze fanaten woont er van alles. Zwart. Wit. Alle mengkleuren. Alle windstreken. En Chinezen uit Kanton. Die beheersen alle supermarkten. Overal. Allemaal. Mind you. Economics. Hoe heet dat ook weer?
Het pad slaat rechtsaf; de cave is rechtdoor. In de juiste richting rest slechts nog een nauwe doorgang dwars door de jungle. Vers gekapt. Slangen. Insekten. Weet ik veel wat. Het kruipt, krioelt en fluit er. En het zingt er onbekende dierengeluiden. Je hoort zelfs de kapmessen nog zoeven als het ware. Worstel op teenslippers verder. Slim! Uitstekend schoeisel. Maar ach, het kan: de Maya deden het blootsvoets. Ze waren talrijk hier want het stikt overal van de ruïnes. Tien procent van de bevolking trouwens is nog immer volbloed Maya. Maar hun cultuur is verwoest door de Spanjaarden. Met zwaard en bijbel. Cortez. Cortez. Ik hoor Neil Young het zingen: nasaal, net niet vals en ijl als jungle mist. Fantastisch album: Arc Weld. Live met Crazy Horse. So sad. Verdwaal bijna in m´n eigen tranendal. Tweehonderd meter nog. Zegt Google. Vijftig meter verder stopt alles: het einde van de wereld. Geen gekapt paadje meer. Ondoordringbaar is het. De begroeiing. Als een dichte dense groene muur. Het ventje op wandelschoenen zegt met een klein stemmetje dat z´n grootmoeder inmiddels wel ongerust zal zijn. Hij heeft gelijk. Respect the law of the jungle. Mission aborted. Straks slapen in zo´n houten huis op palen. Alles tropisch hardhout. Binnen strak in de lak. Hoogglans. I love last minutes. Thank you airbnb. Maar eerst wat eten in San Ignacio. Indiaas vandaag, bij een onooglijk klein tentje. Heb zin in pittig. Zeer smaakvol. That cave? Morgen weer een poging. Maar dan via de andere kant van het dal. Daar is de toeristen ingang. Google weet alles: Taking a journey into the Mayan underworld at Actun Tunichil Muknal will be one of the most enlightening, epic, and unique experiences of your life. Zegt de website. Als dat maar goed gaat.
Change of plans: geen geheimzinnige grot maar de ruïnes van Xunantunich. Op aanraden van een bejaarde duitstalige taxi driver in Belize City een kleine week geleden. Onderweg naar de autoverhuur. Berooid en belazerd door Belizian women naar eigen zeggen. ¨Vorsicht ist besser als nachsicht,¨ waarschuwt hij indringend. Z´n routebeschrijving was dermate gedetailleerd dat je door de bomen het bos niet zag. Pruisische woordenbrei. Desondanks het pontje gevonden. Dat viel nog wel te onthouden: een pontje aan kabeldraad met de hand bediend. ¨It will take you and your car to the other side.¨ Met zo´n lelijk scherp German accent. Hup naar de overkant. Na een kilometer of twee omhoog de parking. Er staan welgeteld vier autos. Van het personeel? Dan een minuut of wat de heuvel op. Er zijn geen woorden voor. Het ding is massaal. Nobody out there. Mexico? Hoezo contrast? Eenmaal op de top geklommen val ik stil. Completely. Het uitzicht? Hier woonden Royals. Fantasie slaat toe. Ik zie een gouden draak hunkeren naar mensenvlees. Hurkend op het gebouw aan de overzijde van het grote plein. Tienduizenden juichende mensen. Drie reuzen op hun stenen troon. Trommels. Roaring flying saucers. Wild dancers. Techno music. Stilte. Angst. Een moment later likt de draak hectoliters bloed van stenen trappen met treden hoger dan een mensen stap. Ja, ik weet het: imagination. Compleet verbrouwereerd maak ik zowaar snel nog een paar kiekjes. Nothing compares. Beauty.
ik bak koekjes en zoete broodjes, flaneer door het park en blijf vooral lachen ben vandaag de lang roodharige vamp, morgen de korte krullenbol en s’avonds de oude taart. “Iedere dag een nieuwe vrouw en toch zo vertrouwd, wie wil dat nu niet” roept mijn man gekscherend wanneer ik naar beneden kom met mijn kleding in barokstijl en strakgeregen corset, wat adembenemend zou moeten zijn, maar tegenwoordig gewoon over het hoofd naar beneden getrokken kan worden.
Hoe goed het ook gaat, het blijft keuzes maken,waarbij wat kan en de daadwerkelijke wensen steeds weer op de weegschaal gaan. Een gewichtig iets, wat zo luchtig mogelijk bekeken nog steeds afneemt zonder echte reden. nog even en ik ben de slankste in huis, maar wat zeur ik, het gaat goed. Na alle romantiek en muziek van het afgelopen weekend storten we ons komende zondag in een bootje met Jan Rot…dan mag je toch niet klagen over vermoeidheid, of een kilootje minder, dan mag je blij zijn dat je leeft en dat bootje in kan, om daarin, voor en na te genieten van Poëzie Lagogo, Dee,de andere Von die Italiaanse Feyenoord fan en nog veel meer.
Dat betekent dus niet langs bij een verjarende Troost, maar zo lang ik nog afhankelijk ben van mijn lieve privé chauffeur die me graag afzet of ophaalt als dingen in de buurt zijn zetten we de avond waar we alle gemiste seizoenen goed in moeten halen nog maar even in de wacht, laten we de zelfgemaakte vlierbloesemchampagne nog even rijpen om uiteindelijk het leven in 040 knallend te vieren. Het gaat goed, en vanavond dan maar het pittig donker met rood en de luchtige doorzichtigheid voor weer die “andere” vrouw, die net als de anderen gewoon is wie ik ben.
We moeten terug naar de natuur. Het groen in. De bossen in. Weidse uitzichten. Daar vinden we ons zelf terug. Op Wadden eilanden, langs de kust. In de bossen en parken. Waar de vogeltjes fluiten en de insecten welig tieren. Daar ligt de kern van ons bestaan. De nucleus, die we middels onze ongebreidelde vooruitgangsdrang aan het splijten zijn. Het is nog niet te laat. Moeder natuur is er nog. Ga naar het platteland. Ga terug naar je wortels. Daar waar je vandaan komt!
Ik kom uit een dorpje in Zeeland. Als je daar een paar minuten de juiste kant uit fietste, dan was je buiten het dorp en daar strekten de akkers zich uit, tot de dijk, waarachter het Kanaal door Zuid-Beveland liep. Dijk en kanaal waren in mijn jeugd al rigoureus verhoogd en verbreed. Ik kan me nog herinneren, dat ik samen met mijn eerste sekspartner betrapt werd in het bos achter het dorp door de boswachter. Ook toen trok de natuur me dus al. De weidsheid heeft nog steeds deze aantrekkingskracht op me.
Onlangs was ik weer een weekend in Zonnemaire op Schouwen-Duiveland. Op zondagochtend ging ik een lange wandeling met de honden maken. We liepen het dorp uit richting de dijk. Achter de dijk bleek meer polder te liggen. Ik volgde de dijk verder tot ik bij de Grevelingen kwam. Daar liep ik langs een verlaten haventje van Rijks Waterstaat. Vervolgens kwam ik langs een kwelder. Daarover uitkijkend was een soort theateropstelling van oude stalen tractorzittingen gemaakt, waarop je in alle rust de natuur kon aanschouwen. Daarachter de brakke Grevelingen. Waarvan een paar jaar geleden vastgesteld is, dat er weinig leven meer in zit.
Verderop ging ik weer beneden aan de dijk lopen, omdat ik anders erg natte schoenen zou krijgen door het hoge gras op de dijk. Op de akker zag ik een groepje hazen lopen. De honden zagen ze ook, maar konden er door de riemen niet heen. Op de dijk zag ik sporen van een terreinwagen, die er omhoog gereden was. In de sloot zag ik een drainagebuis uitsteken, waar langzaam gelig water uit liep. Toen bemerkte ik een leeg blik Schultenbrau in de berm, dat ik grappend afdeed als een teken van beschaving. En toen ineens kwam de realisatie.
Waar ik me bevond. De asfaltweg onder mijn voeten. De dijk en de sloten. De akkers. De hazen, waarvan de groei van de populatie door wildstandsbeheer wordt gereguleerd. De zorgvuldig geplante bomen. De eendenkooi bij de herenboerderij. Er was hier werkelijk niets, dat niet door mensenhanden gemaakt of aangeraakt was. De hele wereld zoals ik hem door de jaren heen had gekend trok aan mijn geestesoog voorbij. Overal was er altijd de hand van de almachtige mens geweest, die mijn omgeving vorm gegeven had.
Ik heb altijd gedacht, dat ik de natuur kon aanraken, als ik dat wilde. Maar, dat, waarvan ik dacht dat het de natuur was, is nooit meer geweest dan een decor.
Je wilde het zo. Met twee foto’s, een paar bloemen, jazz-klanken en je kleinzoon en zijn kinderen spelend bij de kist
Ooms uitvaart
U heeft veel verhalen; het bordje “anstechende Krankheit “ achter het raam om de moffen af te schrikken die je zouden komen halen voor de Arbeitseinsatz.
Dan de oorlog in Indonesië, waarin ook jij vocht en dysenterie opliep.
En veel later raakte je in de war. In de inrichting haalde je de chef-kok erbij om hem te bedanken voor de uitstekende maaltijd.
De luttele gasten op de uitvaart spraken niet over dit alles, mooie jeugdherinneringen die waren er wel, je was een leuke oom met veel grapjes. Verder ging het over wintersport en zeilboten.
Je wilde het zo. Met twee foto’s, een paar bloemen, jazz-klanken en je kleinzoon en zijn kinderen spelend bij de kist,
La Isla Bonita. San Pedro? Aha! That is what it was all about. Madonna. Belize. Weer wat geleerd. How to get there from Cancun? By air, of course, maar beter met wielen en over water. Bus. Taxi. Taxi. Boot. In die volgorde. Eerst met de Ado, Mexicaanse versie van de Amerikaanse Greyhound, tot aan grensplaats Chetumal. Hoofdstad van Quintana Roo. Dan per taxi iets verder zuidwaarts naar de Belize border. Een meer dan vriendelijke chauffeur met vlassig wit haar is bereid het erop te wagen. Poging zes ofzo. Eerdere taxi drivers reageerden hoofdschuddend. Lacherig soms. Maar Google zegt dat het kan. Dus. De man, die geen woord Engels spreekt, draagt kraakschone gebleekte katoenen hemdsmouwen als aanvulling op z´n even smetteloze mouwloze shirt dat van die glimmende parelmoeren plastic knoopjes heeft. Iets uit een boek over vroeger: losse hemdsmouwen. Nooit eerder gezien. Maar het bestaat. In Mexico. Eenmaal onderweg rolt hij ze, een voor een, met een slome veegbeweging langs beide onderarmen op tot aan z´n polsen, zachtjes neuriënd verder rijdend tot aan de slagboom bij de grens. Alle vier de ramen wijd open. Zongebruinde armen. De man weet van wanten en heeft het blijkbaar vaker gedaan. Grenstoerisme.
Eerst Mexico uit. Na een praatje met een onzichtbare wetsdienaar achter het spiegelende glas van het grensloket gebaart hij me het gebouwtje, dat nog geen drie bij drie meet, via de zijdeur binnen te gaan. De dienstdoende ambtenaar is vriendelijk, strikt en geloofwaardig. Spreekt uitstekend Engels bovendien. Z´n gesteven uniform zit ´em als gegoten. Geen plooitje of vouwtje te bespeuren. Snor perfect in model. Gezicht strak in de plooi. Een Mexican gentleman kortom. Die bestaan dus toch. Papierwerk. Toeristenbelasting. Stempels. Witte en blauwe formulieren. Hurray! Free to go. Eenmaal buiten staat de taxi geduldig te wachten. Vervolgens door de neutrale zone naar de Belizean border. De grens is weliswaar sinds kort weer open maar niet voor buitenlandse auto´s. Taxi´s incluis. Maar de goede man maakt geen aanstalten rechtsomkeert te gaan voordat er een Belizaanse taxi is gearriveerd. Gracias! Bagage verhuist van de ene kofferbak naar de andere. Ciao. Daarna wordt er wederom rustig afgewacht; hij weet wat er komen gaat. The new driver. Volgende loket: een verplichte antigeen test die serieus en met care wordt afgenomen. Eerst betalen. Roze formulier. Rechtsonder ondertekenen. Geel betalingsbewijs. Dan naar het loket om de hoek. Kijk er toch weer scheel van. Kriebelstaaf in je kop. Ik grap dat m´n hersens ervan jeuken. Er wordt gelachen. WTF? Iedereen lacht hier. Met een vette glimlach op z´n minst. Na een minuut of twintig de uitslag. Ze nemen het serieus. De Belizeans. Wat een contrast met Mexico. Daar is het soms, zonder duidelijke reden, verplicht bij een beach party. Zo´n test. Why? Joost mag het weten. Zolang je maar betaalt. Het dient geen enkel nut want het staafje gaat niet voorbij het randje van de neusvleugel en iedereen mag meteen door. De uitslag wordt niet eens afgewacht. Iedereen is negatief. Gegarandeerd. Methodology.
Maar hier in Belize is het niet voor saus. Landsbelang. Na de negatieve testuitslag met de nieuwe taxi door naar het immigration office even verderop. Bagage wederom de kofferbak uit. Formulieren. Stempels en nog meer formulieren in alle kleuren van de regenboog. Ik overdrijf. Het valt best mee met dat papierwerk. Het appelleert aan iets moois van toen ik jong was. Toen men nog rust in het lijf had. Bovendien wordt je bij ieder loket vriendelijk bijgestaan door een immigration official. Het duurt even, maar loopt allemaal smooth en het helpt dat Engels hier de voertaal is. Het is er trouwens erg rustig. Bij de grensovergang. Slechts drie man en een paardenkop willen erdoor. Hoogstens. Okee, zes misschien. Soit. Dan ter afsluiting de verplichte bagagecheck door een donker rasta meisje die me onmiddellijk doorlaat zodra ze Bob Marley Untold in m´n tas ziet zitten. ¨Nice read sir!¨ Glimlach. Boks. Hup weer de taxi in, richting kustplaatsje Corozal. Morgen met de boot naar San Pedro.
In de taxi denk ik terug aan de dagen in het compleet uitgestorven Sisal. Good memories. Liep er een Mexicaanse vrijgevochten dame tegen het lijf die hoog jumpend met haar kite eenzaam de golven trotseerde. Brown skin. Blauwe ogen. Blond haar. Duitse vader. In short: a macho magnet. Lustobject. Volgens eigen zeggen. Dezelfde avond spelen we darts en domino bij haar thuis en drinken we te veel bier uit groene en bruine literflessen. Zie haar nog zo voor me. Aangeslagen vertellend over de lockdown vorig jaar. Andere koek. Het dorp dat zonder pardon een half jaar hermetisch werd afgesloten van de buitenwereld. Ze vertelt over de armoede. Over de macho cultuur. Dat je er als vrouw weinig tot niks waard bent. In Mexico. Gratis kiteles aan jongens uit het dorp? Door een chica rubia? Dacht het niet. Girl power? No way! Feministische idealen worden niet omarmd. Integendeel. Ze kreeg onlangs nog een boete voor topless zonnen omdat nota bene de buurvrouw bij de sheriff had lopen klagen. Waarom ze Mexico niet verlaat? ¨I need to feel the pain. I need to feel the pain,¨ zegt ze vol hartstocht. ¨This is my home. See? My home. I know you can understand. I know. You can feel the pain.¨ Tranen in beide ogen. Eenmaal flink aangeschoten lossen we alle wereldproblemen op: lack of freedom. ¨People just don’t realize what freedom is,¨ proclameert ze plechtig met haar hand op het hart. ¨And this makes me really sad.¨ Ik voel het kloppen. Haar hart. Meer tranen. Snikken. Meer bier. Weird dreams. Koppijn.
De bootreis is hobbelig en ik heb het voorrecht om hoog en droog op het bovendek een metertje achter het stuurwiel en de breedgeschouderde kapitein plaats te mogen nemen. Tussen beide matrozen in. Het is vroeg. Een paar local teenagers liggen te slapen op de bankjes aan weerszijden van het dek. Het is er een natte bedoening. Op die bankjes. De overige passagiers zitten benedendeks. Het is een polyester schuitje van nog geen twaalf meter met vier buitenboordmotoren van tweehonderd paardenkrachten elk. Komt u maar. Beuken met die hap. Twee uur vol gas. Eerst nog achter de beschutting van een langgerekte landtong. Daarna gaat het los. Open seas. De kapitein maant de bemanning soms wat meer naar links of rechts te schuiven zodat de boot zo vlak mogelijk op het water blijft. Mijn gewicht helpt. Er wordt instemmend geknikt. Serious shit.
San Pedro is Belize´s number one tourist destination. Circus? Yes, but run by locals. Op een kleinschalige, niet al te opdringerige, manier. Caribbean vibes. Toeristen zijn er momenteel weinig. I don´t mind. Een kwart van voor de pandemie? Minder zelfs zegt men; blij dat je in deze barre tijden van ver komt om hier je geld uit te geven. Tuurlijk. Je bent en blijft toerist. It works: er heerst hoop. Dat voel je. En dat terwijl men hier drie keer armer is dan in Mexico. Ook dat zie je hier terug: barre armoede. Natuurlijk. Eerlijk is eerlijk: het is soms schrijnend in de achteraf steegjes. Drugs. Drank. Ellende. Roes uitslapen. In de goot. Ik kom er een rastaman tegen die compleet verrukt is als ik ´em vertel Bob Marley te hebben zien spelen. Live. Long time ago. Hij drukt me een dampende spliff in de handen en valt me daarna spontaan om de nek. ¨Want some? From the heart,¨ drukt hij me op het hart. ¨No problem. Ten grams legal.¨ Vertelt vervolgens met veel passie hoe hij ooit in de jungle Bob Marley in de wolken zag verschijnen. Samen met Marcus Garvey. Haile Selassie. En Malcolm X. Rasta icons. ¨And I aint smoke nothin´. Nothin´. Tellin´ you brother! Only recognize Bob back then, but ten year later my sista teach me bout rising awareness and show their picture. Blew me away. All those men in my vision and I know nothin´ back then. I man only sixteen year old. How could I see these men in the sky?¨ Vraagtekens. Ik was ook zestien. Jaren zeventig. Houtrusthallen. Den Haag. Bob Marley and The Wailers. In de wolken was ik zeker. Knetter. That´s for sure. ¨You and I? We´re from the same branch man,¨ zegt ie, en vervolgt na een homie handshake z´n weg. ¨One Love!¨ roepend.
Eilandje verderop: Caye Caulker. Veilig verscholen achter het barrier reef. Further down south. Half uurtje met de boot. Rustig aan. Geniet! Take it slow. In de laagste versnelling wel te verstaan. Totally my thang. Hangmatten tussen wuivende palmen. Zweten. Dobberen in het zilte nat. Lukewarm ocean. Ook hier snakt men naar meer toeristen. Prices go up; visitors go down, maar men geeft de moed niet op. ´s Avonds na een uur of tien is het er uitgestorven; behalve in de plaatselijke Sports Bar waar de lokale jeugd rondhangt en onder het golfplaten dak danst met schaars geklede blonde backpacker meisjes die luidkeels met de karaoke meeblèren. Vroeg naar bed. Geen asfalt hier. Althans, er ligt een decimeter zand op. Paperwhite fine sand. Op de enige asfaltweg. Als het regent een witte plakkerige blubber drek. Erlangs staan kleurige houten huizen op hoge en lagere palen. BBQ op straat. Island vibes. Maar voor hoelang nog? Het is me inmiddels meermaals verteld: dat het strand hier op de eilanden twintig jaar geleden dertig meter breed was. Veertig zelfs misschien. Tot aan de laatste palen van de langste pier in ieder geval. Daar is nog geen vijf meter van over. Van het strand. En ook hier spoelt onwelriekend afgestorven zeewier aan. Sinds een jaar of vijf. Veel minder dan in Mexico; maar toch. Het wordt iedere dag afgevoerd. Waar moet dat heen? Zand scheppen en ophogen? Doet men al jaren; het zogenoemde opvullen, maar de zeespiegel blijft stijgen. Een meter inmiddels. Tja. Een man met plakkerige dreads, een heel linkerbeen en een korte stomp, vraagt me vriendelijk iets van hem te kopen. To support the repair of his wheelchair. Het verhaal hoe ´ie z´n rechterbeen verloor is schrijnend. Onnodig ook: gebrek aan medical care. Klein wondje. Gangreen. Maar hij is dankbaar het gered te hebben. Ik besluit voor een enkelketting met fel gekleurde kralen in red, gold and green. Voor om de pols. Een opdringerige Amerikaan dingt ondertussen een dollar bij ´em af en laat vervolgens z´n nieuwe aanwinst, een handgeregen schelpenketting, vol trots aan z´n vriendin zien die een paar passen verderop naast een waste bin plaatjes schiet voor Insta. She´s not impressed. Niet geïnteresseerd bovendien. Sea levels? People got other worries. Ieder voor zich: If u not 4give u ll not be 4given. Staat er. Geklad op de afvalbak. In druipende spuitbusletters.
zoveel liefde als vandaag heeft deze site nog niet eerder gekend – liefde van alle kanten op is mijn eerste indruk – de kleinzoon Mio uit Berlijn op bezoek – dochter en schoonzoon met vriendin naar de pure markt – “ga jij maar Mio lief met opa spelen”- u begrijpt het – het commentaar kan pas nu – nu ik de kleine voor zijn middagdutje het ledikant van binnen heb laten zien met nijntje – moet ik nog opschieten ook – in ieder geval is Mio een produkt van de liefde – zo is het toevallig ook nog een keer – dank aan alle dichters voor het insturen van alle liefdes – ik ga ze nu op mijn gemak lezen – en schrijf enige bevindingen onder de gedichten en ik zal een favo gedicht uitroepen tot favo gedicht van deze liefdeszondag. dank dank dank – en ga heen in liefde. zo was het ooit bedoeld – zo heeft de natuur het ook bedoeld.
mijn favogedicht is het gedicht van FRANS TERKEN – met lichte weemoed lees ik van ervaringen die zomaar ook de mijne hadden kunnen zijn. van het leven en de liefde.
Rode beek
Hoe we naast elkaar en met elkaar daar aan de rand van de rode beek
jij met een voet later een hand speeltje in het kabbelend water
al dat zand dat je schepte ik tekende er toekomst in we kregen het er warm van
ik zag de gloed in je groene ogen hoe hij glinsterde op de beek wat drijft zal niet zinken zei je nog
niet dat het bleef het gleed ons door de vingers als het water op die zomerdag
ik denk dat ik die locatie ken uit mijn vroege jeugd – bij oma limburg – bij zuidlimburgs brunssum – de brunsummerheide met van die opwellende en opwekkende bronwatertjes – ik zou er nog eens terug moeten gaan – frans is van daar en brengt de natuur op zeer natuurlijke wijze in het gedicht. wat toch gezonken is ondanks de ooit zo lief gesproken woorden – de eerste liefdes die geen stand kunnen houden maar met de herinnering meegaan – zo zwom ik in zwembad zeekoelen in brunssum met tal van eerste liefdes – maar als oma met de mattenklopper op me stond te wachten omdat ik weer eens te laat kwam was de liefde snel over – hoe het allemaal door onze vingers is gegleden – schrijft dichter terken – de herinnering aan die zomerdagen mooi.
ANNA EIKELBOOM POST: Als vanzelf
FRANS TERKEN over liefde op de Brunsummerheide
RIK VAN BOECKEL over liefde op een eiland in de zon: ‘de tijd heelt geen donder…’
CARTOUCHE: ‘Dat ze alles overwint, zelfs mij…’
GÉËRALDINE BANK CAENEN: ‘op de draden zaten vogels…’
TON HUIZER: en een likje Vaselien
JAKO FENNEK: wat achterbleef, je verwarde haar én vandaag NIEUWE FOTO!!! van onze Jako – de look jonger dan ooit
we houden het ook op de liefde deze week van de letterliefde op pomgedichten punt nl – we lezen graag van uw liefde, van uw liefdes, uw exen of van die liefdes die nooit werden beantwoord – of die liefdes die u nu ‘sue-en’ -geheime liefdes óók die zo af en toe nog opspelen. liefde voor mensen, of voor dingen wellicht voor uw hondje, uw overleden hondje of voor bitterballen – of toch nog weer anders….. graag uw bijdragen – commentaar natuurlijk als altijd verzekerd.
gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst.
hoe zo’n liedje van de zanger mij weer jou doet denken hoor hoe de zanger het ook niet weet hoe wij het niet – het nog niet – het nooit meer denken vraag het de zanger maar over zeven jaar maar vraag het de dichter niet nog niet – nooit niet pom wolff
Als vanzelf
in een stroom door de stad zie ik plots achter een raam
mijn lief mijn lief, maar één keer zo in rouw — om jou
een vogel gekapt uit boom even groot even zwart als jij sta ik ernaast streelt mijn hand als vanzelf zoals altijd bij een foei mijn hand als vanzelf zoals altijd als de dagen zwart jouw lijf als vanzelf tegen mij aan kroop
Hartelijke groet, Anna Eikelboom Post
inmiddels mogen we wel spreken van ‘onze’ Anna – de grote onbekende op deze site der sites maar inmiddels mogen we anna wel al weken welkom heten bij de zondagochtendwedstrijd. dit keer met een donker gedicht – ietsje ontoegankelijk ook. maar niet voor de dichter. de rouw wordt door de dichter benoemd – altijd oppassen zeg ik met dit soort woorden – je kunt beter om begrippen heen schrijven zodat de rouw voelbaar wordt. het woord op zich leent zich meer voor proza. we lezen over een lief – intrigerende deelregel is daarbij ‘maar één keer’ – waarom maar één keer vraag je je af. of is het maar een keer zo erg? we weten het niet. een geliefde – een vogel – zwart en de herinnering aan de geliefde en geliefdes warmte. ja dit dichterschap is op weg naar dichterschap.
Horizonten van liefde
De tijd neemt horizonten waar zij gaf geen grenzen aan verliet de dagen van gelukkig samenzijn
de laatste kus dat was de laatste dus vertrokken van het eiland in de zon waar onze romance stilaan begon
van rumba de amor tot tango de dolor de dagen laat ik achter in hoofd en hart met een diep nostalgisch gevoel
de tijd heelt geen donder mijn adem het gelukkige wonder knalt met expressie zonder leedvermaak en met onvolprezen letterliefde
Rik van Boeckel 9 april 2022
soms springt in een gedicht één regel boven alles en iedereen uit – een we~reldregel! een regel die ook meteen mij tot een brede glimlach aanzet: ‘de tijd heelt geen donder’– en het is omdat die regel zo heftig gemeend dat de regel zich buiten elke poëzie en proza weet te plaatsen. het is een regel die de dichter, de lezer, de mensheid en ook het cliché waaruit de regel is ontstaan omdraait en op zijn kop zet. neen schreeuwt de dichter het uit – de tijd heelt niet alle wonden – DE TIJD HEELT GEEN DONDER! hahaha – en zo is het ook – nou ja soms – in ieder geval in dit gedicht bij deze zo geliefde geliefde.
Vind je het erg als ik me vermom als de zwaluwen dan zie je mij als nieuw want dat maakt jou gelukkig plotseling een zwerm zwaluwen bij je thuis
En als ik wegga bijten mijn woorden dieper in je schouder onderweg achteloos de eenzaamheid bewaard in mijn winterjas zie ik de telegraafpalen zoals ik ze zag toen ik uit school naar huis liep in de late namiddag op de draden zaten vogels op de bevroren draden zaten ze roerloos in de schemer van de winterdag
Als in zwarte inkt geschreven woorden
Géraldine Bankcaenen
ik weet niet of het stellen van een vraag – zo in het begin van het gedicht – verstandig is in een gedicht. ik zou er heel voorzichtig mee omgaan – het maakt een gedicht al heel snel particulier – op zich niet erg – maar een effect is dan dat de afstand tot de lezer wordt vergroot. en dat wil de dichter hier niet. ook beelden met vogels – onbeweeglijke vogels als sombere tekens in de lucht. voor dat beeld val ik niet – wel voor die ene regel – die o zo subtiele regel die zo enorm binnenkomt: dat is poëzie – dat is de kracht van de taal – die enorme zeggingskracht die opgeslagen kan liggen in enkele woorden van eenvoud: ‘achteloos de eenzaamheid bewaard in mijn winterjas..’ – eigenlijk hebben we die vogels helemaal niet nodig bij zo een wereldregel.
Zij
Dat ze alles overwint, zelfs mij wist zij klein te krijgen
Ik stond aan haar voeten keek op naar haar en wat ik zag was om over naar huis te schrijven
Het beeld van drie gestalten haar jeugd – de illusionistische haar bloei – de bezetene – en ook de laatste de ouderdom van de gratie – de verlorene bij elkaar op een witmarmeren bank
Ernaast en erboven twee bronzen marmerzwart, de ene – de gewonde liggend met gebroken vleugels en de tweede een jonge Cupido – degene die pijn doet
Allemaal tezamen in de Glorieta van Adolfo Gustavo Becquer, de dichter in het midden rondom een moeras-cipres
“mijn oogleden sluiten zich, wat gebeurt er? Stilte! Het is de liefde die voorbijgaat”
10-04-2022 / Cartouche
liefde overwint alles – stond bij oma op een bordje in de keuken – in het limburgse – het bordje hing blijkbaar ook in brabant. onze Cartouche in de ban van marmer. mag het gedicht zo samengevat? ik denk dat het kleinkind van Cartouche als het met opa mee mag met grote ogen zal luisteren naar de wetenswaardigheden die opa hem/haar wil meegeven. zo zijn wij hier lezers ook als kinderen bij opa cartouche verzameld. en leren we hoe opa tegen het leven aankijkt – welke beelden opa daarbij inzet en leren we iets van wat opa ons meegeeft – hoe het allemaal voorbij zal gaan en dat we met liefde wel een endje kunnen komen. en nou een ijsje opa!
Ook in Rotterdam klotst de relatiepoëzie inmiddels over de drempels Persoonlijk ben ik daar niet zo van. Nooit geweest.
Als de relatie goed is heb je niet veel woorden nodig. Liefde is voor mij niet veel meer of minder dan gesublimeerde vriendschap met een sausje lichaamstaal.
Als de relatie niet goed is: geen gezeur, een rondje kringloop en, indien nodig, nieuwe sloten op de deur…
Warme groet Ton
Rotterdams liefdesleven
Bij voorspel hoort een biertje en een likje Vaselien dat scheelt een hoop getreuzel is verzachtend bovendien
dan nog tien minuten pezen kopje onder in het sop daarna spoelen we de glazen en schudden we het dekbed op
sinds die hoogbouw in het centrum, vervreemden we wat in onze flat groepsseks bleek een uitkomst
de oplossing lag in bed gezellig op of onder elkaar met de vereniging van eigenaren meestal op z’n hondjes
terwijl we samen naar de Lijnbaan staren vraag me niet met wie of waar want al die hokken en die ruggen
lijken sprekend op elkaar zelfs bij ons kan seks best fijn zijn als de sfeer niet wordt verpest door romantiek of slap gelul
wij gaan voor de inhoud, de rest is flauwekul
Ton Huizer
met enige rotterdamse zakelijkheid schiet dichter ton huizer alle romntisch ingestelde dichters – singersongwriters en dergelijk volk af. praatjes vullen geen gaatjes. het is drop en de rover en dan gaan we over tot de orde van de rotterdamse dag – dat likje Vaselien dat doet het hem. en haar natuurlijk. en dan weten meteen ook met dichter huizer te maken te hebben. want ik geloof dat er nog nooit en te nimmer eerder een likje vaselien een gedicht heeft gehaald. kijk die primeur krijg je zomaar hier op de site van ton huizer. hahaha. het is altijd met genoegen te lezen hoe ton de wereld voor zich uitrolt op zijn eigen wijze.
hoi pom,
hier in alpenland vandaag even zon, verbonden met gedachten over de liefde. je moet het maar doen! geniet van de dag groet van jako
tranen
op liefde zaten we niet te wachten die kwam vanzelf verdween ook weer even spoorloos
wat achterbleef, je verwarde haar en sporen van je nagels en bijna tragisch soms, tranen
ja, tranen op papieren zakdoekjes opgedroogd door de wind
wonderlijk wel liefde is niets anders dan nattigheid ze voelt ook zo
jako fennek
jako stuurde gisteren een nieuwe foto in uit het zwitserse. een prachtfoto. of die man steeds jonger wordt? hij zal rond de 80 zijn – ik denk dat over jako heel wat liefde is heengegaan in de loop der jaren. anders kom je nooit op zo een charmante wijze uit het liefdesleven. als jako nattigheid voelt – dames dek je maar. hahaha – iets van wijsheid der jaren vermengd met jeugdige springerigheid. die combinatie lezen we alleen bij jako fennek.
Hij komt nu al een jaar of zeven wekelijks langs. Soms met tussenpozen, dan weer twee maals per week. De man met zijn Jaquar, eerst het oudere type die ik persoonlijk mooier vond, maar nu de moderne volautomatisch waar je in wegzakt als je er in gaat liggen, want zitten wil ik het niet noemen. De eerste keer dacht ik aan de telefoon “wat een bal” en twijfelde of ik in moest gaan op zijn vraag, maar uiteindelijk ben ik blij dat ik hem heb leren kennen. De “oudere man” van de poolexpeditie, verhalen die ik in twijfel bracht, maar die steeds concreter werden. De foto’s van tocht met zoon. Bevroren haren die onder een capuchon vandaan piekten, helder blauw ijs vanonder de sneeuw en Noorderlicht.
Daarna bij terugkomst weer schitterende verhalen, geen bla bla en kijk eens wat ik allemaal kan en doe, maar meer die van een kleine enthousiaste jongen die volop geniet, maar ook goed kon luisteren. Toen werd zijn zoon ziek en even later ikzelf en het was fijn om met iemand te kunnen praten die geen familie was, maar ondanks zijn eigen leed een open oor had en wist dat dat omgekeerd hetzelfde was. Zijn verhalen sleepten me iedere week door een kut periode heen en ik was er toen zijn zoon het helaas niet meer kon winnen van dezelfde ziekte. Het werd even een maand stil. geen bezoek, maar berichtjes, want je hoort als ouder je kind niet te overleven, maar daarna was hij er weer als een prettige terugkerende factor,een ondertussen goede vriend die het leven weer oppakte. Natuurlijk wordt hij ouder, hij was altijd al ouder dan mijzelf, maar met eenzelfde achtergrond. Ouders van dezelfde leeftijd in een klein huisje met weinig geld, die van je hielden en stimuleerden vooral te doen waar je hart lag. Het maakte mij tot wie ik ben en daar ben ik trots op. Het maakte hem tot wie hij is, een man met enorm veel interesses die hem zonder middelbare opleiding brachten op plekken wereldwijd waar hij mooie dingen deed en nog steeds doet, maar ook het besef geld maakt niet gelukkig. Het is hooguit makkelijk, maar je koopt er bv niet gezondheid voor.
Momenteel zet hij zich erg in voor de wens ambulanche, vliegt rond nu het weer mag met zieke jongeren en zet samen met zijn kleinzoon een nieuw project op met het enthousiasme van een jonge hond. laatst hoorde ik een jonge knul tegen hem zeggen toen hij vroeg of het niet vervelend was om naar zo’n oude knar te luisteren. “Oud? U bent een jongen net als ik, die alleen wat eerder geboren is.”