Onlangs was ik in Utrecht. Het was een mooie dag. Het bedrijf waar ik moest zijn, lag tussen een gracht en een park. De fietstocht daarheen was bijzonder ontspannen. Het was of ik jaren jonger was. Na het werk had ik mezelf beloofd een biertje aan de Oudegracht te gaan drinken. For old times sake.
Voordat dat zou gebeuren bezocht ik eerst nog een tweedehands boekwinkeltje. Na wat grasduinen, had ik mijn een korte verhalenbundel van Gore Vidal gevonden, die me geschikt leek voor bij een biertje in de zon. Ik legde de bundel neer op de ordentelijk gevulde tafel, waaraan de boekverkoper gezeten was en vroeg hem of ik de bundel van hem kon kopen. Hij antwoordde, dat hij eerst zou bepalen onder welke voorwaarden dat mogelijk zou zijn. Hij ging met zijn rekenmachine aan de slag en sloeg de prijs met gelegenheidskorting af op vier euro, die ik tot genoegen van de verkoper contant afrekende. Dat leverde me nog de complimenten voor mijn keuze op en een uitleg over de auteur. Het warrige krulhaar, de dikke bril en de stem uit een andere tijd zorgden, dat ik de winkel met een goed gevoel verliet, mezelf de belofte makend, hier nog eens te komen.
Dat had ik mezelf ook beloofd van Kafé België. Ik stapte binnen en bestelde een Koninck van de tap. De vriendelijke barman mocht zich verheugen in een mooie fooi. Daarna nam ik buiten plaats op de bank langs de gevel. Ik luisterde wat naar het gesprek naast me, dat werd gevoerd door twee oude stamgasten. Het kabbelde. Het zonlicht werd gefilterd door de bomen aan de gracht.
Het was fijn, dat er geen auto’s voorbij reden. Ik zag een verdwaasde jonge vrouw schichtig langslopen. Ten slotte opende in mijn boekje en begon te lezen. Een halve pagina onderweg hoorde ik de man aan de andere kant naast mij zeggen, dat het boek wel een toepasselijke titel had voor op terras. Dat klopte. Het boek was getiteld ‘A thirsty evil’. De jonge vrouw die ik eerder had zien dwalen, kwam ineens op de bank tussen ons in zitten en praatte onverstaanbaar voor zich uit. Ik riep naar de man dat er storing op de lijn zat. Zonder hier verder aanstoot aan te nemen verdween ze weer.
De man begon een monoloog over boeken en films, waar hij er telkens voor wist te zorgen, dat ik door mijn antwoorden op zijn vragen, weer nieuwe aanknopingspunten gaf ter voortzetting van zijn gesprek. Na twintig minuten kwam er een jonge man aan de andere kant naast hem zitten, waar hij waarschijnlijk een betere conversatieklik mee verwachtte. Rust. Staarde voor me uit. Bestelde nog een Duvel en zag het dwaallicht om de paar minuten door het plaatje bewegen en vroeg me af hoe lang ze dat al deed.
Het werd steeds rustiger. De praatgraag was intussen vertrokken. Er fladderde onhandig een vlinder rond het gietijzeren hekwerk van de gracht. Telkens wist de vlinder de fietsers die voorbijkwamen met onhandig uitziende capriolen te ontwijken. Na een tijdje zag ik dat de vlinder een eindje verder op de bank was neergestreken. Ze miste een facet in één van haar vleugels. Van een afstandje was me het niet opgevallen. Ze steeg weer op en wist rakelings weer alle fietsers en ook de terugkerende schim te ontwijken. Vandaag zou het allemaal nog wel gaan. Ik stond op en liep naar mijn fiets. Wilde wel. Maar wist dat omkijken geen zin had.
VON SOLO DICHTER, PERFORMER, COLUMNIST EN CINEAST www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl En volg VON SOLO ook op Facebook, Twitter en LinkedIn!!!
ja zeg aan poëzie doe ik niet wil ik ook niet aan beginnen ik heb te veel te doen ik moet vandaag nog sterven en morgen weer vroeg op pad zo is er altijd wat
ik heb ook geen tijd voor gedoe al die martelgangen waar ze zich zo graag in begeven doe vooral wat je niet laten kunt sta op de strepen van je borderline mij kan het echt niet schelen
en ach schrijf toch maar een mooie regel voor me met een glimlach erin als het kan dat ik het ben die jou echt wil kennen
pw
Share This:
Mirjam Al – over honderd jaar – waar was het gisteren dat je even dacht
www.pomgedichten.nl heeft het exclusieve recht gekregen om 65 teksten van Miriam Al tweewekelijks op de woensdag te publiceren – dat gaan we doen! de teksten zijn door haar helaas overleden vriend Merik van der Torren nog net voor zijn dood uitgetypt en van een nummer voorzien én in een blauw mapje gedaan. vandaag tekst nummer 41 – dank je wel Merik – dank je wel Mirjam Al.
toen ik omviel terwijl je in de verte staarde de beelden van je dromen die jou overeind hielden toen ik omviel was het alsof daarmee jouw horizon verbreedde met een glimlach op je gezicht deed je een stap opzij liet je me liggen
Dagelijks kilometers rijden langs wegen, auto, snel, streek en rijk. Het oog valt dan op borden, spandoeken en graffity, schreeuwend, brullend van ‘Petra, wil je met me trouwen’ tot WB was here. Gezien en gezien worden, dat is wat zij willen. De borden en de bordenmensen, vol van woord en daad. Wie ben jij en wat doe jij hier? Waar ken ik jou toch van? En dan nog een extra rondje rijden of heel erg goed opletten de volgende keer … want de letters zijn zo klein en het beeld zo vol. Bordspraak. Bordbreedspraak. Luchtspraak. Tenzij de boodschap duidelijk is en binnenkomt. Een soort van serendipity maar dan geheel verwacht. De hersenen weten immers altijd beter. Opslag die loont, prikkelt en geldelijk slaatjes slaat uit onbewust vermogen. Niet vergeten vanavond kaarten te reserveren, want hij treedt weer op. En ga nu niet langzamer rijden voor zo’n bord of aandachtsteken. Voor je het beseft bekijk je de wereld vanuit de hemel. Nee, maak gewoon een foto liggend op je stuur en zoek het juiste momentum. Schrijf daar je eigen tekst bij en voor je het weet staat overal RM gespoten. In rood. Zijn favoriete kleur. Liefde neemt nooit afscheid en alles gaat voorbij … in een flits. Nu nog hopen dat er geen bekeuring op de mat valt.
Als alles dan verloren raakt als al dat leeft dan sterft als alles slijt wat is gemaakt als al het vlees bederft als al vervalt geef mij dan gezang dat ik herken waarin ik mij verliezen kan opdat ook ik verloren ben.
Natuurlijk. Pom Wolff staat bekend om zijn associatieve, vrije stijl, waarbij beeldspraak, klank en onverwachte wendingen een centrale rol spelen. Zijn gedichten zijn vaak fragmentarisch, zintuiglijk, licht absurdistisch en bevatten soms een ondertoon van melancholie of vervreemding.
Hier is een gedicht in die stijl:
⸻
tijdens het vouwen van de maan
de stoelen stonden recht als herinneringen een vis gleed uit mijn ooghoek – blauw van binnen, alsof hij iets wist
ik hield een lucifer tegen de wind maar de wind was vergeten waarom
onder mijn nagels kraakte het grind van gisteren, of misschien van een droom met te veel regen en een vrouw die nergens begon
de tijd droeg een hoed met gaten erin alle uren vielen eruit behalve die waarin je niets zei maar alles hoorde
ik liep niet naar voren niet naar achter maar langs de rand van je afwezigheid zoals een mier langs een god
⸻
Laat me weten als je graag een gedicht wil met een ander thema, of in een iets andere toonaard binnen Wolffs stijl.
met de dik gedrukte regels kan ik leven.
gisteren misschien was het die droom met te veel regen en een vrouw die nergens begon
de tijd droeg een hoed met gaten erin
alle uren vielen eruit behalve die waarin je niets zei maar alles hoorde
de dichters bedank ik voor de bijdragen. deze week geen wedstrijdwoorden. de woorden in dit item zijn allemaal gemeend en uit het hart – een dankwoord aan de dichter – zanger – die voor velen een leven lang meeging en in zijn poëtische songs nog wel een tijdje onder ons blijft. wie leonard niet kan waarderen kan van alles zijn, een goed mens ook nog wellicht, maar een dichter is hij of zij niet. dank jullie wel.
vrij naar ‘dance me to the end of love’
ons eerbetoon aan het leven is dat van hongerige honden die hun bot afstaan draag ons door de hel tot we zekere oevers vinden wees voor ons de merel die de hoogste takken zoekt dans ons naar de vloedlijn van de liefde laat ons schreeuwen in woestijnen de ooggetuigen zingen
jako fennek
eerbetoon (maar ook een lesje spint) van DITMAR BAKKER
_ – – _ (-) A
_ – – _ (-) A
_ – – _ (-) A
-_ (-) Xn
dichteres MIRJAM AL heeft laten weten op zondag een eerbetoon af te geven
met een eerbetoon van MAX LEROU: het zijn altijd de verkeerde
met een eerbetoon van MARTEN JANSE: blauw als de jas die zij droeg
met een eerbetoon van MERIK VAN DER TORREN: laten we lachen en schreeuwen
met een eerbetoon van JOOP KOMEN: nu mijn idool is overleden weet ik pas wat sterven is..
met een eerbetoon van RIK VAN BOECKEL: door de brokate hemelpoort
met een eerbetoon van CARTOUCHE: je rookmond, je stem een bezwering
we kunnen lisan lauvenberg citeren die ooit eremetaal won in de zondagochtendwedstrijd over een regel van de dichter cohen: ‘En toen zag ik jouw thema, en heb het nachtgedicht geschaafd tot wat het nu is, niet af, maar in werking, zoals het verdriet. Dank voor de prachtige song van Cohen, ik was even weer helemaal gelukkig. Liefs Lisan.’
”and you who had the honor of her evening”
misschien bent u ook aangeraakt door de zanger, de dichter leonard cohen die over mensen zong – over zoveel – stuur uw gedicht – uw eerbetoon aan pomgedichten@gmail.com
of u kunt uw gedicht als reactie plaatsen – onder ‘leave a comment’ – (even registreren, dan inloggen en dan uw reactie) – of stuur in voor zondag 1100 uur onder ‘contact’. (zie rechtsboven) – ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst.
.
zoveel
het zijn de mensen
die weten dat er mensen zijn
het broze lijf naar zoveel nog
dat er geen grenzen zijn
en in elke dag een begin
pw
.
groeigedicht bij de overgang van leonard cohen
namen die we lezen in de sterflijst van de dag het zijn altijd de verkeerde
nooit eens staat er mark edith halbe of jetta voor mijn part was het diederik geweest nee
lezen we godverdomme weer van leonard na eerst al david habakuk marnix joris gerrit met de grote snor leo lou maarten rutger gerrit zonder snor adriaan harry rudy ramses en simon mies gerard jan hugo en anders is het johnny wel – die van de kicks
zal je zien dat morgen alsnog de naam van een klootzak opduikt en dat ik er dan niet ben om die te lezen
ml
Blauw als de jas die zij droeg achter papierdunne wanden in het hotel waar ik mij nooit thuisvoelde, in het land waar ik niet woonde, in de rol die ik niet speelde
Jij wilt het donkerder? Blaas dan de kaarsen uit! Juist waar de barst zit glijdt het licht naar binnen Ik voel mij de sergeant die straks voorgoed verdwijnt
Ik twijfel aan het lot omdat het onbeholpen onvoorspelbaar en ook onbegrepen toeslaat Dood, daarentegen, was ook voor mij voorspelbaar
Marten Janse
I.M. Leonard Cohen
Jaren geleden liep ik met Suzanne langs de rivier te wandelen,
nu mijn idool is overleden weet ik pas wat sterven is..
So long Marianne
Ik zwierf maar miste ieder doel. Het leven was voor mij een doos vol avonturen. Tot jij koos te leiden, onbarmhartig koel.
Ik weet het wel, ik trouwde jou in tijden, onbezorgd en vrij. Wij zweefden, maar ik voelde mij langzaam verankerd aan een vrouw.
Jouw brieven vormen nu de draad naar een verleden zonder haat. Soms zachte pleisters, soms een kerf.
In mijn hoofd gonst Leonard Cohen, als ik weer eenzaam, doelloos zwerf, klinkt snijdend: “So long, Marianne.”
Joop Komen
—
Het nimmer laatste lied
Er is geen tijd meer voor hen die sterven als dichters troubadours van het nimmer laatste lied
so long Leonard als je met Suzanne wandelt door de brokate hemelpoort waarachter de zusters van genade wonen luisterend naar jouw dichtzangstem
je zingt neuriet met de melancholieke intonatie van de eeuwig geboren verteller oh Lady Midnight ik was een man ik ga nu maar ben bereid om te gaan als een gelukkige partizaan de wind waait over de graven neemt mijn stem mee
zo ging die tijd voor hem zijn hoed en regenjas hangen voor altijd aan de kapstok van zijn geschiedenis.
Rik van Boeckel 12 november 2016 RIP Leonard Cohen
(in a class of one’s own)
Boek van verlangen
Winterman, novemberregen, hoelang ik jou bleef volgen, bard van mijn hart merrie die mij meenam in het zadel van ballades stapte ik in een lawine ze dekte mijn ziel
kwikzilverogen en gezangen als rijmen je rookmond, je stem een bezwering denken ze echt ze kunnen je begraven de aarde in donkerte laten verdwijnen
ik leefde met een kind van sneeuw als partizaan, soldaat in een loopgraaf bevocht ik elke man die ik tegenkwam tot de dagen kouder en kouder werden ik was alleen
een halte, een statie op je weg ik weet ik ben niet de laatste liefde, als je wilt dat ik niet meer spreek, stil zal ik zijn wil je dat een stem oprecht is laat me op deze plat gebroken heuvel
meezingen van liefde, haat en weemoed naar de rivier waarheen jij mij leidde de vogel op de draad, de rollende steen de nacht die niet overgaat, nooit meer dezelfde, ik, die de eer kreeg, Suzan Lisan, een stuk van je avond te zijn
in alles
zit een barst, dat is de kras waarlangs het licht binnenglijdt en de vogels, ze zongen ze zingen bij het breken van de dag, maak een nieuwe hoorde ik ze zeggen, blijf niet staan bij wat was of komen gaat
Hineni, hier ben ik, heer, bevlekt en bezield dat is zoals het is, zoals iedereen weet een goede manier om gedag te zeggen stof te over, meer dan as, een boek van verlangen, een slaapliedje
van liefde die haar eigen weg kiest halfweg – in eenenveertig verzen- nooit zelf overgaat
11-11-2016 Cartouche
Pom, liefste, Stilgezeten heb ik níet, nu ons wederom een grote bard ontvallen is. Ik stuur je hierbij een spintje toe. Een wat? Een spint. Wat is een spint?
De vorm:
_ – – _ (-) A
_ – – _ (-) A
_ – – _ (-) A
-_ (-) Xn
Uitgaande van de choriambe (drie in totaal per stanza), waar een onbeklemtoonde lettergreep aan vastgeplakt kan worden, maar die niet noodzakelijk is. Het maakt het geheel makkelijker, omdat mannelijk en vrouwelijk rijm allebei gebruikt kunnen worden. Het rijm dan: hierboven staat schematisch een stanza van de spint, bij herhaling naar stanza twee, drie, vier, ad infinitum, verandert rijm A in rijm B, rijm C, rijm D, ad infinitum. Deze zijn steeds in drietallen gelijk. Dan het X-rijm waar elke stanza in een jambe mee afgesloten wordt. Ongeacht het aantal stanza’s blijft deze rijmklank (mannelijk) gelijk.
I.M. Leonard Cohen
Leonard Cohen, -ik ben een fan- beter qua stem dan Maywood,
Uit het meerdelige werk ‘VERS van de markt van Den Bosch’ uit de bundel ‘Dag licht of Dichters, ze stelen de show’ Beschikbaar gesteld aan Pom Gedichten op 2 juni 2025 ter promotie van de bundel. Contact: frisowoudstra@hotmail.com – 0032470605944
…er is hier geknutseld aan zotte dromen…
Onze vader
als de lange neuzen dezelfde kant op staan en we onze statuur even te grabbel mogen gooien
dan krijgt het leven eenvoud en kan kinderlijk plezier van weleer zijn korte tocht naar het daglicht voltooien
er is hier geknutseld aan zotte dromen
in een klaarlichte roes van plezier slaapwandelt men er gezamenlijk doorheen
een prins uit ons midden is in het zadel gehesen en de blauwe kieltjes zijn volgeprikt met insignes het zullen allen boeren wezen
zeg eens, wat is er mooier dan een grap die je niet hoeft te vertellen? de kinderen kijken simpelweg om zich heen en omhoog
daar is even geen hoogbouw te zien want dit is een oergezellig dorp in fluïde, vloeibare motie geworden oeteldonk zal ze heten op de mért verkleurt een oud bruin café dat vrij vertaald ‘onze vader’ heet naar het bekende rood-wit-geel er staat een wachtrij
kroegbaas bert is ook de portier is ook de stem die zegt komt u maar of nog even niet
is ook de bedenker van smoesjes voor stamgasten is ook degene die dan ‘loodgieters’ of zelfs indien gelijkend zijn zogenaamde vaders uit de wachtrij plukt komt u maar
bert is schatplichtig en zijn gasten kennen dit ritueel en het kan allemaal omdat de lange neuzen dezelfde kant op staan
een bekende met bolhoed en kiel twee koppen kleiner dan kroegbaas bert zoekt contact vanuit de rij
hij vraagt bijna verlegen kroegbaas bert mag ik nu ook eens een keer je vader zijn?