
een onvervreemdbaar recht
is gaan en gaan is veilig
de wind bepaalt waarheen
de stam verbogen
aan alle kanten nieuwe woorden
en toch trekt huiver door mijn huid
toen ik het eigenlijk niet meer geloofde
kwam de tram, vervoerde iets
een regelmaat aan laarzen
de punten liepen dood
alsof er een orde is van ongepaste stilte
én ingekochte mode
een laatste poging één te zijn
verborgen in plastic tasjes
de stemmen hielden stil, er bewoog nog wat
blauw
ik verloor drie moeders
van de week
ben uit alle drie geboren
het huis hier
is te koop
een vochtig huis
bij vlagen laten foto’s los
ze vallen niet
ze buigen
ik hoor je uitgesproken
stappen nog
weer waait papier op
ik dacht je kiest voor rood
voor schaamte
kies je godverdomme blauw
voor altijd blauw
hoe het komt en vraagt
de tijden teert
hoe het onontkoombaar samenvloeit
verwekt, verkracht alsof het hoort
hoe het uitwerkt
te machtig is én snijdt
de grond rot blauw
vel van been door been
en as een kras
van leed de wereld
de gong de laatste ronde ring
het zilver van venijn
verloren
ik wou dat ik je was
je schreeuwt zo mooi om hem
dit is zo’n dag
waar je van vermoedt
dat die niet bestaat
ik wil deze stad niet zijn
geen geblakerde parasol
mijn stem niet meer
verheffen
een dwerg stelt water vast
rammelt aan het ritme
“fuck you all my friends”
zo moet een einde zijn
sixteen flowers in the rain
en wat rest
van het laatste gras
pom wolff





















