Yvonne Koenderman: X – “Er is geen juiste tijd om iedereen die van je houdt te verlaten. je wil dit niet met kerst of op oudejaarsavond. Godverdomme ik ga je missen…’

De harde eenvoud van een X.
Deze week schreef ik je mijn afscheidsbrief. “Verdomme!” schreef ik “Hoe durf je ons kankerclubje te verlaten, nu zit ik dadelijk alleen met die “puddinglul” zoals jij hem al van kinds af aan noemt opgescheept en…hij met mij, misschien nog wel erger.” ik schreef meer, bedankte je voor je vriendschap van al 50 jaar en steun de laatste tijd en dat je niet van me af zult zijn en ook niet van die “puddinglul”, want je zit in ons hart en mocht je gaan overwint onze vriendschap de dood. Eigenlijk hadden we tussen kerst en oud en nieuw ons jaarlijkse rondje Schiedam gaan doen, wandelen door de buurt. Vlaardingerdijk, Aleidastraat, de oude Roomskatholieke begraafplaats waar we vroeger door het hek klommen om beukenootjes te rapen om dan uiteindelijk te eindigen bij het jenevermuseum voor een drankje/borrel om ongetwijfeld de herinnering aan de ratten voor de film Nosferatu naar boven te halen die in de lange haven rondliepen en waar we op afstand naar keken als kleine kinderen. Vorig jaar gingen we niet vanwege mijn kuren  en dit jaar komt jouw op handen zijnde afscheid  ineens hard om de hoek kijken. Je hebt de brief gelezen, ik stuurde hem ook digitaal voor als de tijd te snel zou gaan en je antwoorde met een X. Jouw kennende verwachten we dat je  dit overwogen doet. Er is geen juiste tijd om iedereen die van je houdt te verlaten. je wil dit niet met kerst of op oudejaarsavond. Godverdomme ik ga je missen. Nooit kwam een simpele enkele X zo hard binnen.

Yvonne Koenderman

Share This:

welkom in de wereld van VON SOLO, nooit meer die…”Die zich dag in dag uit in hun auto’s naar kantoren, bouwplaatsen of fabrieken rijden. Als vals gemotiveerde of afgedraaide werkmieren hun rol als radertje in een ziek systeem vervullen, dat onder de streep enkel gericht is op lineaire ‘economische groei’. …’





‘Hoe borgen we de kennis als ‘die ene medewerker, die alles weet onder de tram loopt’? Wat een vraag! Niet wéér met één of ander flutsysteempje, mag ik hopen?! Wat wel de oplossing is, zijn androïden. Dat zijn robots die menselijke trekken vertonen. Als je iets wil weten, dan werkt het net als bij Siri. Je stelt gewoon de vraag en krijgt in menselijke maat uitleg over wat je wil weten. En ze herinneren zich alles. Door kunstmatige intelligentie, kunnen ze al deze kennis ook in context plaatsen. En het grote voordeel is, dat ze na een jaar niet gaan jobhoppen en hun op dat moment nog beperkte kennis meenemen en een leegte achterlaten die weer door de volgende passant wordt ingenomen. Een androïde kan makkelijk vijftig jaar in functie blijven. En het mooie is, dat ze in principe voor een jaarsalaris van een schaaltje dertien al te koop zijn. Dat bespaart aardig op personeelskosten. En ik hoor sommigen nu lachen, maar dit meen ik! Jullie vragen een oplossing. Dit is de oplossing. Je kunt er voor kiezen te blijven hangen in je op Lotus 123 gebaseerde, statische database systemen met alle kwetsbare koppelingen en blijven zwammen en dromen over ‘Big Data’, ‘blockchain’ en ‘Internet of Things’. Maar dat is achterhaald. Stop er mee en maak nu de stap naar de toekomst. Als je dit tenminste echt wil.’

Daarmee eindigde ik mijn korte interventie. Er viel een stilte in de vergadering. Hakkelend werd nog geprobeerd om toch nog even te praten over een systeem om kennis in vast te leggen. Ik hield mijn mond maar. Voor mezelf was het al lang zonneklaar. Van de twintig deelnemers aan deze teams vergadering was zeker tachtig procent rijp voor de zachte droomwereld. Alles mooier en beter en vooral leuker. En niet te ontwrichtend. Sentimenteel hopend op een soort menselijke wereld waar wel alles goed gaat. Achterhaald gewauwel. Later die avond herhaalde ik mijn betoog tegen een wetenschapper en gaf aan, dat ik mijn huidige werkzaamheden op niet al te lange termijn zou willen laten doen door een mailbot, een chatbot en een androïde. Dat zou moeten kunnen. Wat voor mij dan over zou schieten, zou het bewaken van de morele en ethische principes van mijn digitale onderdanen. De ethicus is de manager van de toekomst. Dat klonk al te hoopvol.

Vanochtend onder de douche dacht ik er aan, hoe ik al die (onbekende) mensen om me heen niet uit kan staan. Al die neo-utopische peuterbreinen, die zich de toekomst wel zullen laten overkomen. Die zich dag in dag uit in hun auto’s naar kantoren, bouwplaatsen of fabrieken rijden. Als vals gemotiveerde of afgedraaide werkmieren hun rol als radertje in een ziek systeem vervullen, dat onder de streep enkel gericht is op lineaire ‘economische groei’.
 
Afgelopen weekend keek ik met mijn zoontje van twaalf ‘The Matrix’ weer eens. Hij snapte er niets van. Wat mij vooral bijbleef, was de opmerking van Agent Smith, dat de mens het best vergelijkbaar is met een virus, een woeker. Die opgebruikt, vermenigvuldigt en koloniseert, zonder enig ander doel dan het stillen van een hersenloze vraatzucht. Er is geen enkel bewijs hiertegen aan te voeren, tenzij (valse) intentie tegenwoordig ook geldt als rechtvaardiging. Ik denk werkelijk, dat we een groot deel van de mensen, die nu ‘werken’ beter zouden kunnen vervangen door androïden. Ik denk ook, dat veel van deze mensen zich veel beter zouden thuis voelen in een virtuele wereld, waar ze het aan niets ontbreekt. Ik denk zelfs, dat er nu al velen zouden zijn, die er voor zouden kiezen, als ze nu vandaag de keuze zouden krijgen. Kijk zelf maar op uw telefoon. Oh wacht, dat doet u al.
 
Het viel me in, dat niet God, maar de Duivel de mens naar zijn evenbeeld geschapen moet hebben. En dan te denken, dat we dachten, dat zijn slimste truc was, de mens te doen geloven dat hij niet bestond. En daar bungel ik dan. Ergens aan een verkoolde wortel onderin de hel van mijn geest.  Ik zal niet rusten tot ik de androïden binnengeloodst heb. Als mijn  zendingswerk gedaan is loop ik de zee in en kijk niet meer om.
 
Of luister nog eens:
https://youtu.be/fHiGbolFFGw

Von Solo
www.vonsolo.nl

 

Share This:

Merik van der Torren neemt het er maar weer eens van – héél december één vakantie



Buitenzorg, dagboekaantekening

Het licht is hier anders.
 
Het lost de zwaarte op.
 
Problemen verdampen in dit licht
en je ruikt zelfs niets.
 
Alleen de zon die de Oost-Indische kers beschijnt,
een late roos.
 
En dan Betty kwispelend over de laan
die mijn hand likt
voor het zout en de warmte,
 
dat is het op dit heerlijke dagje
in december.

Merik van der Torren

Share This:

pom wolff: ‘ik kwam heel dicht bij jou – bij iemand die een moeder mist en nu dus alles mist…’



ik las een paar mooie gedichten
van je hand – een over je moeder
niks bijzonders natuurlijk
ieder mens heeft een moeder
iedere dichter wel twee
een echte en een voor wie geschreven is
 
maar toch
door het geschrevene heen
voelde ik iets wezenlijks
niet dat ik dichter bij je moeder kwam
bij hoe ze was
belangeloos gul en mild
 
zoals moeders zijn
ik kwam heel dicht bij jou
bij iemand die een moeder mist
en nu dus alles mist
van de vrouw die van het leven wist
en nooit over haar moeder sprak
 
 
pom wolff
 

Share This:

IEN VERRIPS vandaag met én in een hartverwarmende december hartstocht: ‘ik vatte vlam toen ik je zag – zo mooi was je…’



ik vatte vlam
toen ik je zag
zo mooi was je
 
ik wist niet wat ik zag (zo mooi)
maar zeker dat ik
daar wil zijn dichtbij
bij jou wil zijn
 
en dat terwijl
die anderen
deden alsof ze niet zagen
hoe mooi je was
jou doodgewoon
tegemoet traden
als één van ons
en jij deed mee
 
pas later hoorde ik
jouw antecedent van
verschroeide aarde
 
maar toen daar zag ik jou
nakende schoonheid
ontbrandende hartstocht
verzengend vuur
wij
 
dec. 2021

IEN VERRIPS

Share This:

Vrouwen voor vrede – én voorop Karin Beumkes: ‘je verloor je kind – je verloor je been – maar je ziel ging niet kapot, die droomde over wilde bloemen…’

Dear Pom


Nergens is er zo veel vrede als in dit huis. De poes ligt bijna in de centrale verwarming, twee saucijzenbroodjes liggen warm te worden in de oven. Nergens is er zo veel vrede als in dit huis. Laten we de vrede koesteren in dit gedicht.



Liefs

Karin



Oorlogsslachtoffer


Weer schrijf ik over je gebarsten buik
en de baby die niet werd geboren
je kwam in vuurzeeën terecht, je huis
brandde tot op de laatste sponning af.

Had je maar geluisterd naar dwingende gedachten
die nacht luisterde je naar niets
God kon niet op je wachten
en veranderde je lot.

Je lag daar bleek, er kwam
een stok tussen je tanden
je been werd afgezet,

Je wilt er niet meer over spreken
oorlogsbeelden – je verloor je kind
je verloor je been, maar je ziel
ging niet kapot, die droomde over
wilde bloemen en hoe het vrede wordt.

Karin Beumkes



Muziek: Melanie Safka – Peace will come https://youtu.be/0b9W_z7Rm9E

Share This:

PETER BERGER voor even terug in KATWIJK (kattuk): “Daar aan de voet van de duinen bij het prikkeldraad ga ik straks even liggen. Op m´n rug. Want ik wil de wolken in het blauw voorbij zien waaien totdat m´n oogleden zwaar worden…”


Ik hou van Katwijk. Niet omdat Katwijk eigenlijk Kattuk heet maar omdat het pal aan de kust ligt: Kattuk Aan Zee. Strand. Zand. Zee. Soms zeehonden zelfs. Maar die zie je er eigenlijk maar zelden en dus ook vanochtend vroeg valt er op dat vlak weinig leven te bespeuren. Een spoor van door paardenhoeven omgeploegd zand verraadt echter wel die eenzame ruiter die hier bij eb in alle stilte voorbij is komen razen. Niemand heeft hem gehoord of gezien en het wassende water zal het bewijs van zijn wilde ochtendrit weldra volledig wissen. Zodat vandaag gewoon vandaag zal zijn. ´s Zomers, met beide poten stevig in het warme rulle zand, voel ik hier de aarde altijd zachtjes trillen wanneer Poseidon ergens ver weg aan de Bretonse kust z´n drietand tegen de rotsen rost. Kedang! Zelfs hier in Kattuk kun je dat dan voelen.

Maar daar is het nu te fris voor. Voor blote voeten. M´n schoenen zijn doorweekt en m´n enkels koud en stijf als hagel ijs. Toch ga ik het doen. Daar aan de voet van de duinen bij het prikkeldraad ga ik straks even liggen. Op m´n rug. Want ik wil de wolken in het blauw voorbij zien waaien totdat m´n oogleden zwaar worden. Blootsvoets ook, want ik moet het zand tussen de tenen kunnen voelen. Zodra alles overal danst en draait dartelt Pegasus, hoog in de lucht, woest briesend aan de wereld voorbij. Maar of ´ie ook echt boos is of gewoon verdrietig, dat wolkenbeest daarboven, dat weet niemand. Als ik die wolk zou zijn zou ik het wel weten en de verleiding niet kunnen weerstaan. Zwanger van verdriet zou ik die treurnis daar beneden van top tot teen onderzeiken. Het hele sneue zooitje. Met de ogen toe hoor ik Poseidon ondertussen luidruchtig rondbanjeren in de bruisende branding. Gierend van plezier port hij her en der z´n drietand in het drijfnatte zand. De vloedlijn klotst en schuurt terwijl de aarde onder mij hartstochtelijk begint te schuddebuiken. Het kietelt! En miezeren doet het inmiddels ook. Kortom, hoog tijd voor een vers gebakken visje. Ook al is het daar nog veel te vroeg voor.


Peter Berger

Share This:

CARTOUCHE schrijft deze week het gedicht van de week op pomgedichten punt nl – het thema – de aanwijzing luidt: schrijf een ode aan de door de dichter uitgekozen korrie-vee!


C.V.
 
Haperende thermostaat
roestig expansievat, flakkerende waakvlam
zo goed als ingeblikt, over de datum haast ik G
gdv*, die nog nooit uit volle borst een ode
totdat jouw stem, C, je hand, mijn lieve al
de kou uit ‘t lijf ,mijn bloed aan de praat
je ogen warmgroen als het malste gras
mijn grijs tot gloeien konden krijgen
 
je mij, zanger zonder naam
de geest wist te geven – tot schrijven
hoeveel wij samen in de melk hebben
brokkelen en te verhapstukken, jij, mijn a
b en c – Cariña, mijn omicron en omega
en ik, leeghoofd, hoe we de v van Viva
la vida zuchtend het gat dichten, vet
hoe jij heel mijn C.V weet te vullen
🔥‍❤‍
*GDV geïndividualiseerde distributievorm

11-12-2021 / GV


<!
het is dan toch nog net op de valreep gelukt Cartouche aan de praat te krijgen op pomgedichten punt nl – dit weekend en gelukkig maar – een liefdevolle uitbarsting van een ontploffende vulkaan mogen we meemaken – wie zou er niet smelten voor warm groene ogen in het malste gras – elke lezer luidt het antwoord. bijna had ik al ANKE LABRIES ODE  uitgeroepen tot het gedicht van de week – maar deze week na lezing van het CV van Vromen voor CARTOUCHES C. van harte! een prachtig gedicht – met dank aan de dichters voor insturen en toch ook een eervolle vermelding voor Anke Labrie.


ode

en lyrisch lofdicht ligt me niet
geen helden meer en geen idolen
ik breng aan niemand meer een ode
behalve aan die ene jongen

alleen hij kan me laten zweven
hallucinerend zing ik dus zijn lof

hoe hij naar boven ijlt
gelijk een jonge god
vleugels aan zijn sandalen
een goed gevulde tovertas
met alle kleuren van de regenboog

hij laat me weer geloven
in wat een arts ooit zei
voordat hij me ter plekke platspoot
‘de middeleeuwen zijn voorbij’

de pijn vermindert al als ik hem zie
en wankelend aan zijn voeten kniel
dus deze ode én vijf euro zijn voor hem


anke labrie


<!- –>
nou voor vijf euro verandert dichter labrie de hel in een hemel. een hemels gedicht vol van hallucinaties. anke gaat het druk krijgen in deze barre donkere tijden daar in amsterdam zuid – allemaal voor de lock down naar booster-anke. ik zie rijen in de staat met verlichte geesten zwevend huiswaarts gaan! een waar feest van licht.
 
“Goed weekend verder, mooi wandelweer!” voegt dichter toe in een persoonlijke noot.
 
  • FRANS TERKEN: laat mij daarom geen namen noemen
  • ANKE LABRIE: alleen hij kan me laten zweven
  • RIK VAN BOECKEL: in het koude blauwe licht rent zij dromend
  • ERIKA DE STERCKE: o man van mijn dromen
  • CARTOUCHE: jij, mijn a b en c – Cariña, mijn omicron en omega

het voorkeursgedicht van de vorige week werd geschreven door de door een ieder bejubelde Andrea van Herk!



ode aan ghislaine

o ghislaine plag of plak
ik ben geen gek
geen maniak noch etterbak
ik zoek geen vrouw
maar hoor ik jou
jouw stem die naam


ghislaine

dan springen hier spontaan
de rozenknoppen open
you know die ronde
wat best wel raar is
omdat er nooit rozen
in mijn kamer staan of stonden

pom wolff

wie schrijft deze week het voorkeursgedicht van de week op pomgedichten punt nl – het thema – de aanwijzing luidt: schrijf een ode aan de door de dichter uitgekozen korrie-vee – u kent de voorkeur van uw webmaster inmiddels wel. u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.

Ode

Dat je een ode schrijft
voor Ghislaine of Gerrie of een ander
waarvoor je bij het aanschijn van
in katzwijm op de knieën gaat

het blijft de afstand overbruggen
met roze woorden van adoratie
de liefde verklaard van jou aan haar
of hem – dat zal om het even wezen
in tijden van gender neutraliteit

laat mij daarom geen namen noemen
maar het in stilte aanbidden
tot tweede natuur maken

een kussen voor de gepijnigde knieschijf
met de foto van wie ik mateloos bemin

© FT 10.12.2021


<!–>
een beeldende neergang van de dichter terken – ja de houten kerkbankjes zijn ook niet alles hahaha – maar nee ‘de tweede natuur’ van frans zal niet het knielen op het uitgesleten rozerode matje zijn in heerlens laatste kerkgebouw.
een mooi geschreven reactie op het ghislaine gedicht van webmaster, in genderneutrale woorden opgezet geheel, de geheime liefde van elke dichter verwoord en gepersonificeerd – de knieschijven doen het nog maar ze piepen wel. een beminnelijke ode.
Over de lichtrivier

Over de lichtrivier danst zij
zoals ze schaatst met de moeder
van eeuwenoude koude tochten

ze werpt de herfstdromen weg
geeft ze geen naam meer
zingt een ode aan de toekomstige tijd

ze gooit een balletje naar de hond
hij springt met de stroom mee
glijdt langs de oevers van winterland

in het koude blauwe licht rent zij
dromend en dansend die tijd tegemoet
brengt hem aangelijnd terug naar zijn hok.


Rik van Boeckel
11 december 2021


<!– –>
Anke Labrie schreef het gedicht ‘Langs de oevers van de droom’ – Rik van Boeckel schildert  er een winterlandschap bij. de lichtrivier, de tijd tegemoet in een winters landschap. Rik van Boeckel weet elk gegeven te vertalen in de elementen die ze hoog achten op een vrije school. wat er vrij is aan een vrije school is mij volkomen duister – het sektarisme viert op die instituten meestal hoogtij –
wel weet ik dat dichter van Boeckel de elementen tijd, seizoenen, water en lucht en op zijn tijd een levendig hondje – in alle vrijheid los laat in zijn gedichten. 

dag Pom
groetjes uit een killig Gent


— 

ode aan de aanval
 


o man van mijn dromen
met jouw rondingen 
en haren in de oren 


je blijft mijn liefste
aan de tafel, in bed
tijdens de wandelingen 
met zachte tred


hoe onze schouders 
elkaar raken 
de handen op zoek
naar wat komt


mijn man van aanpak
zonder woorden  
strooi je strelingen 
van hoog naar laag


Erika De Stercke


<!- –>
 
ach  Erika toch  heb je een hondje aangeschaft in tijden van lock down? ik neem toch niet aan dat de woorden voor webmaster geschreven zijn? nee een dichter is hier niet beschreven: ‘een man zonder woorden’ – laten we op een geliefde houden. een aanpakker zoveel is zeker. zeg even dat ie scheerapparaat langs zijn oren haalt – dat staat wat netter. de handjes zijn wel goedverzorgd mogen we lezen – leuk gedicht ook.

Share This:

dichter Ingrid Noppen adviseert: gooi kleurrijke kerstballen door uw huiskamer en laat je kleinkind de hele bliksemse boel slopen!

Ingrid noppen:
Joh, gooi er kleurige ballen in en laat dat kind verdikkie lekker enthousiast slopen. En trouwens, maar 1x jong, hoor! Je bent wel een krent van een opa met je ene Nijntje zeg, kon je het missen? Arm kleinkind! En waar zijn de pakjes onder de boom verdikkie?


Pom Wolff aan mevrouw Noppen:
ik ben zo vrij uw advies ‘gooi er kleurige ballen in…’ niet over te nemen. in dit huis wordt niet met ballen gegooid en zeker niet met fragiele en uiterst breekbare kerstboomballen. hoe durft u mijn kleine Mio te laten kruipen door glasscherven. Neen Mio niet luisteren naar tante Noppen! zij smijt met ballen door de zo met zorg opgeruimde kamer! en dan nog iets over uw opmerking ‘je bent wel een krent etc..’ – mag ik u erop wijzen dat de boom nog een weekje buiten staat zoals – behalve voor blinden – waarneembaar is op de foto. ik weet niet hoe het bij U is maar hier in 020 leggen we geen kadootjes in de zeiknatte vrieskou voor de kinderen en zeker voor mijn Mio niet. verder maak ik u bekend met de prijs die de firma De Bijenkorf meende te moeten rekenen voor één kerstbalnijntje – de som van 16 euro 95 – noem dat maar krenterig. ik vermoed dat u geen ballen van 16,95 in uw huiskamertje heeft opgehangen. verder ben ik het wél me u eens – dat – zoals u treffend opmerkte – ‘een mens ‘maar 1x jong’ is. sprak u uit ervaring? een fijne kerst nog tussen al die scherven in uwes kamertje.


toestanden weer op pomgedichten punt en el vandaag – de anders zo bescheiden en de poëzie omarmende lieve Ingrid Noppen gaat helemaal los op pomgedichten vanochtend. goed dat we haar zachte poëzie nog hebben. voor mama:

Share This:

VON SOLO: ‘Waar ik me de eerste maanden van 2019 nog hevig verzette tegen het defaitisme, dat alles voor altijd anders zou worden, ‘de anderhalve-meter-maatschappij’ en ‘corona-is-hier-om-te-blijven’, moet ik nu toegeven, dat alles anders is geworden…’




<!
Op geen enkele manier heb ik geleden onder het juk van de heersende pandemie. Mijn werk en loon zijn nooit in het geding geweest. Vanaf week één was ik regelmatig op kantoor te vinden. Mijn favoriete koffietentje steunde ik met dubbele fooien in de afhaal. Iedereen is gezond gebleven, op degenen na, die aan kanker overleden zijn. Een kalander vol afspraken werd vervangen door spontane vrijdagmiddagborrels aan de overkant of bij ons in het atelier. Een jaartje of twee een vakantie naar Frankrijk overslaan, is ook overkomelijk. En langzaam aan, went alles wel. Optreden doe ik als ik kan. Net als twee weken geleden in Brussel nog. Mensen omhelzen, dringen en klappen aan de bar. Je vergissen in het biertje van je makker. Ach, wat maakt het. Niets te vrezen. En na twee jaar hetzelfde nieuws wordt je er sowieso doof voor.
 
Terwijl ik dit schrijf zit ik in mijn trainingspak met een dik hoofd achter mijn computer. De GGD gaf me gisteren uitsluitsel dat de test negatief was. Ik heb dus gewoon een ouderwets virusje opgepikt, dat me mottig en ziek maakt. Bijna niet te geloven, dat dat ook nog kan. Ik schaam me er bijna een beetje voor. Zo iets onbeduidends onder de leden te hebben, waarvan ik helemaal niet weet wat het is en waar ik me ook nog eens niet op kan laten testen om te bewijzen, dat ik het wel echt heb. Uit ellende en gewoonte nam ik vanochtend dan ook maar plaats achter mijn scherm en heb de meeste van mijn teams meetings brakkig afgewerkt. Vroeger had ik me ziek gemeld en was ik in bed gekropen. Maar dat lijkt iets uit een andere tijd.
 
En al schrijvend realiseer ik me, dat de tijd verandert. Stilletjes doet zij dat. Waar ik me de eerste maanden van 2019 nog hevig verzette tegen het defaitisme, dat alles voor altijd anders zou worden, ‘de anderhalve-meter-maatschappij’ en ‘corona-is-hier-om-te-blijven’, moet ik nu toegeven, dat alles anders is geworden. Dingen waar ik twee jaar geleden om gelachen had, zijn nu doorgedrongen tot de meest basale organisatiestructuren in onze samenleving en stevig verankerd aldaar. Alles draait nog maar om één ding. Dat ding, dat ik zo slordig als maar mogelijk is, al twee jaar uit mijn buurt weet te houden. Het is een vast onderdeel geworden van het dagelijks leven. Ingeburgerd zoals men dat zou noemen.
 
En dat is het moment, dat ik het gevoel heb, dat er een schaduw over me valt, alsof het elk moment kan gaan regenen en ik vergeten ben mijn regenkleding mee te nemen. Een dreiging. Er is de afgelopen twee jaar wel degelijk iets in mij veranderd. Ik weet nog hoe ik februari 2019 tegen een collega zei, dat ik een zorgeloos leven had. En ook al lijkt het of ik me nergens zorgen over hoef te maken, toch is dat gevoel weg. Waar vroeger de blik op oneindig stond, kan nu op elk moment een nieuwe beperking intrede doen. Niks is meer zeker.
 
Mijn wereld is een kleiner geworden. Mijn gaan en staan niet meer gratuit. Dat is sluipend gegaan. Mijn vrijheid, die ik in mijn hoofd, dacht te bezitten is niet meer wat het was. Ook daar beweeg ik me voorzichtig tussendoor gedachten en dromen, die ik niet meer te dicht bij wil laten komen. Omdat de kans, dat de vervulling er ooit in al zijn puurheid zal zijn, verdwenen is. Het blad van de toekomst is niet meer onbeschreven. De kanttekeningen, staan er voortaan vooraf al op.

 

VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST

Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
 
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl  

Share This: