
De harde eenvoud van een X.
Deze week schreef ik je mijn afscheidsbrief. “Verdomme!” schreef ik “Hoe durf je ons kankerclubje te verlaten, nu zit ik dadelijk alleen met die “puddinglul” zoals jij hem al van kinds af aan noemt opgescheept en…hij met mij, misschien nog wel erger.” ik schreef meer, bedankte je voor je vriendschap van al 50 jaar en steun de laatste tijd en dat je niet van me af zult zijn en ook niet van die “puddinglul”, want je zit in ons hart en mocht je gaan overwint onze vriendschap de dood. Eigenlijk hadden we tussen kerst en oud en nieuw ons jaarlijkse rondje Schiedam gaan doen, wandelen door de buurt. Vlaardingerdijk, Aleidastraat, de oude Roomskatholieke begraafplaats waar we vroeger door het hek klommen om beukenootjes te rapen om dan uiteindelijk te eindigen bij het jenevermuseum voor een drankje/borrel om ongetwijfeld de herinnering aan de ratten voor de film Nosferatu naar boven te halen die in de lange haven rondliepen en waar we op afstand naar keken als kleine kinderen. Vorig jaar gingen we niet vanwege mijn kuren en dit jaar komt jouw op handen zijnde afscheid ineens hard om de hoek kijken. Je hebt de brief gelezen, ik stuurde hem ook digitaal voor als de tijd te snel zou gaan en je antwoorde met een X. Jouw kennende verwachten we dat je dit overwogen doet. Er is geen juiste tijd om iedereen die van je houdt te verlaten. je wil dit niet met kerst of op oudejaarsavond. Godverdomme ik ga je missen. Nooit kwam een simpele enkele X zo hard binnen.
Yvonne Koenderman