VON SOLO 5 jaar geleden met een fruitontbijtje

donderdag vonderdag – hoe ABRAHAM VON SOLO belangrijke delen van zichzelf verloor
Gepost door Pom Wolff op 2015/9/24 6:00:00 (504 keer gelezen)



POMgedichten presenteert de donderdag column:
VON SOLO, FEAR AND LOATHING IN POWEZIE LAND!!!
Openhartige openbaringen van de Jeff Koons van de vaderlandse powezie.



VON SOLO, FEAR AND LOATHING IN POWEZIE LAND!!!
Openhartige openbaringen van de Jeff Koons van de vaderlandse powezie.

Zes maanden geleden was mijn gewicht achtenzeventig kilo. Nu is daar nog drieenzestig kilo van over. En dat is goed zo. Ik heb mijn lichaam terug van mijn begin twintiger jaren. Een beetje buik zal nooit meer weggaan, maar daar kan ik mee leven. Ik ben dan ook eenenveertig. Daar gaan geen jaren meer van af. Wel krijg ik nu met enige regelmaat de vraag of ik ben gaan sporten en welk dieet ik heb gevolgd…



Deel 98. Afvallige

Er is geen sprake van een dieet. Ik ga nog steeds één keer per week naar de Fit4Freaks, als dat er van komt. En in het weekend sta ik vroeg op en ga op mijn gewone fiets een uur à anderhalf fietsen door het metropolitaanse landschap van Rotterdam. Om lekker even het hoofd leeg te maken alvorens thuis te komen waar de televisie de kinderen weer vermaakt. Doordeweeks sta ik elke dag rond zes uur op en ruim de keuken op. Struin rond als een op koffie beluste zombie en wordt langzaam wakker voordat de rest wakker is. Allemaal geen dingen die mijn fenomenale gewichtsafname helemaal verklaren.

De verklaring daarvoor zal waarschijnlijk zitten in het feit dat ik niet zo zeer anders, dan wel minder ben gaan eten en drinken. Waar ik vijf boterhammen at, eet ik er nu drie. En als ik met mijn maten in de kroeg ben drink ik twee pinten in plaats van acht. Ter compensatie nip ik wel eens een whiskey. En eet lekkere chocola. Ik eet gewoon nog koolhydraten. Eet worst en kaas op mijn donkere brood. Drink nog steeds bier en wijn dus. Gluten en pinda’s. Dikke Turkse yoghurt bij mijn fruitontbijt. Alleen speltproducten, lightproducten en superfoods eet ik niet. De truc zal ik u verklappen. Ik heb alle structurele overdaad uit mijn eetpatroon geschrapt. In de ochtend ontbijt, in de middag lunch en in de avond diner. Verder niets. Niet elke dag wijn. Wel koffie en thee. Drie of vier bakjes per dag. Als er echt feest of reden is spring ik misschien eens uit de band. Maar echt feest is het niet vaak. Als het dan echt feest is, wat is het belang van eten dan nog.

Met de hele ommezwaai heb ik de honger van mijn hoofd naar mijn maag verplaatst. Het was een structurele overdaad die ontstaan is toen ik ging werken. Ik kreeg meer geld en ging mijn vrije tijd die duurder werd vullen met meer dingen om te eten. En zo loodste ik de overdaad, die onze economie sterk maakt en ons in slaap sust, gewillig mijn leven in. Het kostte me slechts tien dagen om wakker te worden uit die gewoonte van bijna twintig jaar. En nu elke ochtend nog slechts een half uur. Structurele overdaad of overbodigheid ben ik op vele vlakken uit mijn leven aan het schrappen. Ik besteed zo weinig mogelijk tijd meer aan zaken die me niets brengen of zaken waar ik zelf niets kan brengen. En zo kom je ook weer vaker op plekken waar je er echt wat toe doet. Ook binnen je eigen huis en gezin. Hoe minder je aan planning doet, hoe meer je je handen vrij hebt om te doen wat op je pad komt. En je kunt leven met heel je hart.

Zo kan ik in relatie tot poëzie wellicht nog wel wat leren van mezelf. Poëzie gaat ook niet om de overdaad. Het is niet per definitie een arrangement onbeperkt spare ribs. Of een supersize McDonalds maaltijd. Het zou eerder beter een enkele oester zijn, een kleine, rijke salade met avocado en gerookte zalm, een nipje whiskey in goed gezelschap. Het zijn de weinige woorden die zo veel te zeggen hebben. En de oogopslag die alles zegt. Je leven koop je niet bij een bio winkel. Visie krijg je niet van een flatscreen met onbeperkt digitale kieskanalen. Een dure nieuwe auto geeft je geen bestemming. Flitsende merkkleding maakt je niet de man. Kaal en naakt is wat we in wezen zijn. We zijn lege onbeschreven bladen die elke dag opnieuw gevuld kunnen worden. En dat hoeft niet met veel woorden te zijn, maar vooral wel met de mooiste. Met onze lege handen kunnen we alles aanpakken. Met onze lege magen kunnen we het heerlijkst smaken wat het leven ooit maakte wat het was. Ik pleit dan ook voor herwaardering van leegte en soberheid. Ik gun het iedereen. Schrap de overdaad die ons als een blok aan de grond houdt en vlieg weer het leven in. Ga slapen met honger, wordt wakker met inspiratie.

Namasté!

Al het voorgaande is natuurlijk zo’n ongelofelijk succesverhaal, dat het niet waar kan zijn.
Het echte geheim heb ik dan natuurlijk ook enkel aan mijn medisch specialiste verteld in het ziekenhuis. Dit na eerst gecheckt te hebben of ze haar beroepsgeheim wel serieus nam. Waarna ze me van verdere bezoeken ontsloeg. Met de woorden: ‘Jij hebt het wel begrepen, dat komt wel goed.’ Om de zaak af te sluiten een klassieker die bewijst dat minder soms zo veel meer kan zijn.


Ze wordt wakker
Ziet mijn fruitschaal staan
Naast haar hoge hakken
Liggen mijn appels
Een banaan
Door een gretige hand omvat
Ze voert hem
Aan haar poes
Spant haar spieren
Knijpt hem tot moes

Mmmmmmm
Fruitontbijt

(Von Solo, 2001)

Share This:

pom wolff: van nooit meer en nooit meer zo

zo

die zomeravond weet je nog
die niet wilde ophouden
en we opgingen in iets van
een onaantastbare eeuwigheid

om nooit meer
nooit meer terug te keren
zo voelde dat

zo heet ook
dat duizelingwekkende zwarte gat
van de liefde van nooit meer
en nooit meer zo

pom wolff

Share This:

Mirjam AL voor jou: Het antwoord, beste vrind, is in het waaien van de wind, het schateren van een kind…


Hoi Pom,
 Deze keer levert Mirjam Al een bijdrage aan Pomgedichten. In dit versje zitten enkele thema’s, die ooit opgegeven zijn op Schrijfgroep de Klus, groet,  Merik


Voor jou
 
 De verwondering
in totale afzondering
over het wachten op de verloedering,
het laatste graaien naar de winst
en mijn eigen ego niet allerminst,
hoever gaat mijn verwondering
in deze afzondering,
daar heb ik nog niet over nagedacht.
Het antwoord, beste vrind,
is in het waaien van de wind,
het schateren van een kind
en ik die ’n kiezelsteen vind.
 
 
Mirjam Al, 18 mei 2020

Share This:

Sander Koolwijk – ‘bij de boom die daar staat voor het raam van het huis waar ik woon…’

Boom voor huis


Er staat een boom
aan de kant
van de weg
in de straat
van het huis
waar ik woon
waar ik slaap
waar ik ontwaak
dat ik verlaat
voor wat brood
en dan kijk
naar de boom
in de wind
aan de kant
van de weg
waar ik loop
richting brood
langs de boom
die daar staat
voor mijn raam
op de hoek
van de laan
die daar kruist
met de straat
die ik beloop
en dan verlaat
voor wat brood
om de hoek
bij de bakker
bij mijn huis
bij de straat
bij de boom
die daar staat
voor het raam
van het huis
waar ik woon
in de straat
die weer kruist
met de laan
waar ik loop
met vers brood
in mijn hand
op de rand
van de stoep
van de laan
die ik verlaat
voor het huis
met de boom
die daar staat
aan de kant
van de weg
voor het huis
waar ik woon
waar ik eet
van het brood
dat ik haal
’s morgens vroeg
aan het begin
van de laan
om de hoek
bij het huis
om de hoek
bij de straat
om de hoek
bij de boom
om de hoek
waar ik woon
met de boom
voor het raam
van het huis
met het brood
en een gat
in het raam
want de boom
was gaan slaan
door de wind
op het raam
en de ruit
had gekraakt
toen het glas
werd geraakt
door de boom
in de straat
met het huis
met oud brood
met het raam
met het glas
met de barst
met het gat
nadat de boom
door het raam
van het huis
was gegaan /S


(Sander Koolwijk)

Share This:

Peter Posthumus: ‘Totdat de nacht hen roept, hen drijft, hen toelacht en het volle leven door de kelen klotst…’


De ridders van het ware leven in het kielzog van de graal
met ongetemde dorst
rond de hoeken van een tafel
in de ronding van de bar

Dan dooft het kunstlicht
in de koude schittering 
van de straat
in de schemer van het sompig
veel te klein kasteel

Met hoofdpijn, slaap en tegenzin
de dag weer in
die omkomt in verveling

Totdat de nacht
hen roept, hen drijft, hen toelacht
en het volle leven
door de kelen klotst

De graal is bodemloos
de queeste eindeloos


Peter Posthumus

Share This:

Anne van Walraven in gedachten

Beste pom,
Het briefje voor de dinsdag!

Lieve groet,
Anne


mijn gedachten
bespelen mij
zij vervelen
en met vele
komen zij


Anne van Walraven
Instagram: @annexwalraven

Een brief aan jou is een ode aan de liefde. Sterker nog, een ode aan liefdesverdriet. Iedereen kent het wel. Je bent verliefd. Je bent gekozen en dat voel je in elk deeltje van je lichaam. Maar wat nou als de liefde steeds een beetje uit je vingers lijkt te ontsnappen? Anne van Walraven probeert in woorden te grijpen hoe het voelt als de liefde en de lust plaatsmaken voor onzekerheid, verwarring en angst. In openhartige brieven schrijft zij over haar gedachtes en gevoelens die voor iedereen herkenbaar zullen zijn. In de romantische en melancholische gedichten zal je even kunnen verdwalen. Tastend in het donker, maar niet alleen, nooit alleen.

Genre: Gedichten
Omvang: A5
ISBN: 978-94-640-3033-4
Aantal pagina’s: 112
Prijs: € 17,99
incl. verwerk- en verzendkosten naar Nederland en België
https://www.boekscout.nl/shop2/boek.php?bid=10344&utm_source=Promotiemailing&utm_medium=email&utm_campaign=10344&utm_content=Bestelknop

Share This:

Karin Beumkes op de maandag – en verjaardagswensen van partner ROOP richting 020

En ik bemin je

Jij weet immers hoe het hoort
als jij mijn liefje wordt moet je
veel weten van mijn duister.
En dat ik mijn gevaren altijd voor
het laatst bewaar.

Zo sta ik in vuur en vlam.
Zo ben ik zo chagrijnig
als een derderangs gitaar.

En je weet me te vinden,
lief, ik grom waar jij mij kietelen kan
en ik bemin je.


Muziek: Liesbeth List – De anderen https://youtu.be/Vc3pWch-_zM


Karin Beumkes
uw webmaster mocht gisteren zijn zoveelste in de zestig verjaardag vieren onder coronaomstandigheden in zijn tuintje – met dochters en jong schoon ander volluk. verrast door de filosofische woorden van max lerou in dichtvorm en ook iets later op die mooie dag wensen op leven en dood van die dekselse texelse eilanddichter – die we kennen onder de naam ROOP. grote dank en zoals de zanger zo mooi weet te zingen – er was ineens nog een tuintje maar nu ook in mijn hart.

van harte hoor


hij is weer eens jarig
dat moet weer gevierd
net als vorig jaar
alle jaren daarvoor
en de jaren hierna

als oom hans maar niet
over politiek begint
en dat nicht hetty
de wijn laat staan
we weten allemaal nog

laten we het daar maar
niet meer over hebben
de tijd is toch al een zee
er valt niet veel te zien
maar dat zie je heel ver

als hij is gedood
duurt alles nog langer

Roop

Share This:

Max Lerou – ‘vandaag telt vooral de som der delen…’


voor mijn vriend pom

vandaag telt vooral
de som der delen als was
de tijd een tapasbar

vriendschap komt stapsgewijs aan
tafels waar men drinken tot eetlust verheft
en woorden rustig blijven in gedachten

naderbij komen is als dichten in het diepe
weten van een samenloop langs onverlichte paden
en wij hoeven niet te raden wat nog in de verte

ml

Share This:

….de enige echte virtuele ….. en mijn trofee geef ik jou mee – trofee op pomgedichten!


Begrafenisblues

zet uw mobieltje uit, kijk niet meer naar de tijd
laat uw hond maar thuis opdat hij niet ten grave schijt
wij laten hier bewust geen Mieke Telkamp horen
dus pak maar op die kist en roep de rest naar voren

er was voldoende dekking voor ‘t huren van een vliegmasjien
die met de tekst ‘hij is gestorven’ aan de hemel valt te zien
houdt wel uw ogen dicht voor u uw oh’s en ah’s naar boven roept
voordat een feestelijk versierde duif u in de ogen poept

hij was mijn Oost, mijn West, mijn Noord en Zuid
mijn Geuzenveld, mijn Slotervaart, mijn Buit-
enveldert echt een ware Amsterdammer
(Zorgvliet ligt bekans in Amstelveen en dat is jammer)

kras de sterren en de volle maan nu beter door
gooi een baksteen door de zon of houd je hand ervoor
leg een snelweg door het Vondelpark en trek de stop maar uit het IJ
als de cake en koffie op zijn kom je toch niet terug bij mij

Tom Zinger
 
 

 

voor Ron
 
woorden houden zich nog schuil
in de nu zo stille straten 
 
ook in de smalle kieren
tussen de stenen van het plein
kan ik ze niet vinden
 
een zware schaduw
hangt over de stad
die het zicht belemmert
 
ik wacht maar op het zonlicht
het is nu nog te vroeg
om ze op te sporen
 
jij kende elke plek
ook in het donker
 
anke labrie
(16-05-2020)

naar aanleiding van het thema brachten  de dichters Frans Terken, Peter Posthumus en Merik van der Torren, Anke labrie en Max Lerou een eresaluut aan Ronald M Offerman –  de overleden Amsterdamse dichter – lokale held zoals ook beschreven in het Parool. wij van pomgedichten wensen dichters familie sterkte met het verlies. een waardig eerbetoon – herkenbaar kernachtig beschreven door Peter Posthumus:
 
‘…jij zei
toen je je bundel gaf
‘ nee laat maar zitten
we kennen elkaar 
zo lang’….’


Verder ook – en dank jullie wel – prachtige verstilling, berusting bij Antony Oomen en troostrijke woorden door de dichters  bij verlies van dierbaren. Anne van Walraven geeft de doodverklaarde toch nog een min of meer tijdloze  plaats – in de wereld van haar gedicht. René Brandhoff laat het aan de stilte, de grijze bloemen en de vogels die niet weten. over hoe weinig nog over is op zo een dag. Rik van Boeckel sluit aan bij de actualiteit en schrijft regels van hoop en leven uit het hart. Bij Elbert klinkt iets van bitterheid door – wellicht over de onmogelijkheden bij een plotseling verlies. Erika de Stercke spreekt over glorie. over de fase van de ontkenning lezen we bij Petra Maria – als ik wakker word ben jij niet gestorven. schrijft ze.  Ien Verrips laat haar hart spreken – dat ik je missen zal ontzettend missen zal  – in woorden die erin hakken. natuurlijk missen we onze dierbaren – de vaak zo onverteerbare onomkeerbaarheid die de dood op een geliefde legt. zo prachtig en o zo pijnlijk verwoord door de dichter Tom Zinger:

‘kras de sterren en de volle maan nu beter door
gooi een baksteen door de zon of houd je hand ervoor
leg een snelweg door het Vondelpark en trek de stop maar uit het IJ
als de cake en koffie op zijn kom je toch niet terug bij mij’

Tom Zinger

  • Tom Zinger: trek de stop maar uit het IJ / als de cake en koffie op zijn kom je toch niet terug bij mij
  • Anke Labrie: Voor Ron
  • Antony Oomen: rust nu maar vast en welverdiend / ik prevel Kaddisj aan het water als beloofd
  • Pom Wolff: ik ben een uur gaan zitten met een boekje in mijn hand
  • Max Lerou: tot de dood zijn stem verheft
  • Anne van Walraven: al wat overblijft is wat de tijd niet heeft gekend / daar waar jij nog steeds bent
  • René Brandhoff: Geschreven in witte ruimte / Ik wist niet dat grijze bloemen bestaan
  • Rik van Boeckel: het graf van pa en ma is nu een bloemenzee voorbij de velden van Lisse
  • Elbert Gonggrijp: toen je nog ter sprake kwam, toen je nog bestond
  • Erika de Stercke: Arm in arm over de kasseien onder de glorie van de nacht.
  • Petra Maria: lééf, lééf, lééf
  • Frans Terken: de twinkeling in je ogen onbehouwen gedoofd
  • Peter Posthumus: en wij wisten van Amsterdam van kroegen en cafe’s
  • Ien Verrips: dat ik je missen zal ontzettend missen zal nu al mis ik je
  • Merik van der Torren: laten we wandelen, de kade langs en bloeiende seringen

wie wint de enige echte virtuele ….. en mijn trofee geef ik jou mee – trofee op pomgedichten!

Geen goud, geen zilver, geen brons te winnen deze week. woorden, laatste woorden, aan een geliefde, aan uw geliefde, aan mensen die ons voor gingen, woorden aan doden die zo dicht bij ons waren dat, … de niet eens meer en nooit meer nog anderhalve meter woorden – TOM ZINGER en ANTONY OOMEN schreven prachtige woorden van cake en koffie en van een welverdiende rust – in deze – meer dan dit kunnen we toch niet – prachtige woordenrij sluit ik mij vandaag aan – nodig ik u ook uit om aan te sluiten – geen metalen alleen maar eerbetoon deze week op pomgedichten – tot zondag 10 uur 30 deze enige echte virtuele. de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst.

Mijn benedenbuurman voor wie ik het sonnet schreef Kaddish voor de Violist:

Kaddisj voor de Violist

ik hoor je lach nog schallen op de gracht
ik dacht de Keizers of de Heren
waar ik jou nooit had verwacht
maar jij was het durfde ik te zweren

en ja jij was het zei je later
met weer die gulle lach uit duizend
jouw jofele lach luidkeelse schater
galmend aan ‘t water tussen de huizen

nu brandt mijn kaars op ’t Homomonument
voor jou een mensch en goede vriend
je ziel is voel ik hier present

je fiedel klinkt nog na maar enkel in mijn hoofd
rust nu maar vast en welverdiend
ik prevel Kaddisj aan het water als beloofd
 
Antony Oomen
een zinloos uur
 
van mij had je mogen blijven
dat weet je wel
ik ben een uur gaan zitten
met een boekje in mijn hand
een pen om je te schrijven
het was een zinloos uur
 
er is er een vertrokken
en een is blijven staan
meer is het niet
ik adem nog
en jij in mij niet minder
dat is het dat ik schrijven kan
dat is het dat ik dood
 
pom wolff

                                                                       
geen pik zo hard als het leven

stervende dichters met het verongelijkte
smoel van een verstoten minnaar
hij heeft ze al zo vaak gezien
 
koud en bloedeloos het hoofd onder protest
verlaten denken ze nog eronderuit te komen
tot de dood zijn stem verheft
 
eens gegeven blijft gegeven
we doen hier niet aan bijna dood
 
tevreden kijkt hij uit over de akker die hij
al zo lang bewerkt en negeert de opstandigen
met hun al stomptandige monden
 
fris en monter gaat de dood
dan weer op weg vrienden
maken voor het leven
 
ml


Al wat zich aan de tijd ontleent
ieder dat zich aan de aarde geeft
zal gaan wanneer het aan het blote oog ontneemt
wat rest is het weten zonder het hoofd
en blijft daar ongedood
dus ga maar zachtjes
rust maar in de tijd
al wat rest is liefde
niet anders dan vroeger
niet minder dan morgen
verban de verlangens naar minder en vaker
en zie dat de cijfers van eerder en later
langzaam vergaan in de rest van het bestaan
al wat overblijft
is wat de tijd niet heeft gekend
daar waar jij nog steeds bent

Anne van Walraven 
Zonder stem

Een dag is voorbij
Er ligt geen namenlijst
Slechts een plakje crematiecake
Op een glazen schaaltje

Er hangt een geur van oude koffie
Meer is er niet
Zelfs geen dichter met aangepaste regels
Geschreven in witte ruimte

Ik wist niet dat grijze bloemen bestaan
De vogels zingen
Weten zij veel


René Brandhoff
Ode aan het leven

Waarom wij hier zomaar zijn
niemand die het weet
niemand die haar en hem vergeet
vertrokken naar niemandsland
verdwenen in het labyrint van de tijd
vastgezogen in het nu
verzwolgen door de onwerkelijkheid van de dood
ze heten Ronald Bas en Koos
ze leefden voor de muziek de poëzie
voor en achter de bar
andere namen mogen als geen ander

het graf van pa en ma is nu een bloemenzee
voorbij de velden van Lisse
toch laat je niet dissen
leef het leven dat je door pa en ma is gegeven
speel de snaren van ‘t hart
ontwijk een ieder die je tart
op meer dan de beruchte anderhalve meter
zij zijn het niet waard laat ze gaan
leef voor jezelf in solidariteit met elk ander
jouw waarde vertrouwt de wereld van deze gasten

laat culturen mixen op het ritme van deze tijd
laat de bossen met rust
laat de natuur bloeien
laat dit leven voortdurend leven
ons door het universum gegeven.

Rik van Boeckel
15 mei 2020

NADIEN
 
Toen ik terugging had ik je al vergeten,
toen je nog leefde behoefde je nog
geen krans. Ik had je nog even zo
graag, maar je weerstond niet
de verleiding van leegte.

Het graf was gedolven, de rozen verlegd,
de excuses verdwenen naar later. Toen je
nog een mens was, toen je nog ter sprake
kwam, toen je nog bestond,
er vele vragen rezen –
 
Elbert Gonggrijp,
Egmond aan den Hoef,
vrijdag 15 mei 2020

Glorie 

 
Je wordt kwaad wanneer de sleutel 
in het slot komt vast te zitten. 
Vloeken helpt niet.

Ik kijk op afstand, denk aan straks 
hoe ergernis moet wegebben 
met zachte woorden.   

Irriterend het interval van de lamp
het dempt jouw handigheid.
Op onze voorhoofden zweet de wijn. 

Zo dichtbij, nu mijlen ver van wat 
we willen, door het roestige 
van de spelbreker.  

Mijn afscheid knakt in niet meer 
omkijken. Door de gang rolt 
een lachbui, ze haalt me in.

Arm in arm 
over de kasseien
onder de glorie van de nacht.

Erika De Stercke
hoe schrijf je de dood

de woorden zijn
dragend in mijn hoofd
zo sereen
in een kille ruimte

het liefst zou ik
mijn hoofd verbergen
in de rokken van moeder

als ik wakker word
ben jij niet gestorven
schreeuwt de dood
met zijn wijsvinger

lééf, lééf, lééf

petra maria
RMO II

Voor jou een museum oprichten
een beste gedenkplaats in openlucht
met op iedere hoek een bruine kroeg
dat moeten we bouwen van deze stad

de stoepen plaveien met naamborden
van straten en pleinen waar je te voet ging
het park dat je op zwerftochten doorkruiste
elke tegel getekend als een markante plek

vrienden bekenden die je voorbij elke hoek
ontmoette en hoe groot ook de stad
je was er zonder zoeken zeker van je weg

het gemak waarmee je een praatje maakte
dat het veel mensen zijn teveel voor een
groot schilderij noem het een Nachtwacht
met jou als burgemeester stevig voorop

of een galerij met foto’s van mooie vrouwen
waar je in voorbijgaan even verliefd op was
daarin uitvergroot wie dan de ware werd

wie je verleidde met wat je wist te schrijven
het gesproken woord een gezongen akkoord
dichter en barman met een eigen toon

dat het nu meer dan bar is een vuile kutzooi
hoe dat jou op het hele lijf geschreven stond
de twinkeling in je ogen onbehouwen gedoofd

© FT 15.05.2020
In Memoriam Ron Offermans

Jij die voorde
bar
jouw Amsterdam
en mijn gemis
verwoordde

jij zei
toen je je bundel gaf
‘ nee laat maar zitten
we kennen elkaar 
zo lang’

en wij
wisten van Amsterdam
van kroegen en cafe’s
van het Amsterdams Tekort
so long, so long
het is te kort

Peter Posthumus

toen de dood op het raam tikte liep je naar de deur om open te doen
maar jouw einde had geen haast de dood kent niet de tijd
zoals wij die sprakeloos zijn doorgekomen
moe ben ik van het wachten op je vertrek  hondsmoe
lam als slappe sla ben ik
 
droeve woorden zal ik spreken van onze liefde jouw bijzonderheid
jouw slimheid zal ik roemen en hoe je drinken kon zoals jij drinken kon
dat ik je missen zal ontzettend missen zal  nu al mis ik je
je naam zal ik blijven noemen
van ons zwijgen zal ik zwijgen
 
 
IV mei 2020
Ien Verrips

Deze lente

Vegetarisch en mediterraan eetcafé Traffic,
trefpunt van menige uitbundige buurtborrels
met hemelse linzensoep,
 
Boekhandel Schimmelpennink,
toevluchtsoord voor ontheemden,
dagjesmensen en avonturiers,
 
sloten hun deuren
 
en dichter en Eijldersbarman Ron Offerman
hield er ook al mee op.
 
Kom Betty,
het stormt en regent niet,
laten we wandelen,
de kade langs en
bloeiende seringen
 
 
Merik van der Torren
15 mei 2020

Share This:

VON SOLO: ‘Ik stel me haar vluchtige gezicht voor zonder eyeliner en ze wordt weer mooi.’



De opkomende zon schijnt me in de rug. De molen langs de Rotte tekent zich scherp af tegen het laatste restje nacht. Het gras is net niet nat meer. De aarde van het platgetreden jaagpaadje is droog met hier en daar een barst. Ik heb een goede cadans in mijn lopen en de meeste kilometers zitten er al weer op en dit is het fijnste stukje, zo langs het water door het groen.
In de verte zie ik beneden op het fietspad een jonge vrouw aankomen rijden. Blond, met vormen die tot hun recht komen in haar spandex fietspakje. Kont naar achter, holle rug. ‘Perfect ! Lekkere fitgirl!’, is mijn eerste indruk. Te jong en te overbodig voor mij uiteraard. Ze zoeft me beneden op het fietspad voorbij. Ik zie dat ze eyeliner rond haar ogen heeft. Dat had dus niet gehoeven. Ik stel me haar vluchtige gezicht voor zonder eyeliner en ze wordt weer mooi.

Er is altijd wel iets dat maakt dat de realiteit nooit een fantasie blijft. Bij haar was het de eyeliner. Wat je je voorstelt als een bh uit gaat. De vorm van een borst, de kleur van een tepel. Wat een tastbaar persoon kan veranderen van een fantasie in een andere realiteit. En wat er dan nog overeind blijft. Of hoe het dan is om met die andere echtheid om te gaan. Kan dat dan nog wel?
Ooit had ik een vriendinnetje, waar ik tijdens het vrijen het liefst mijn ogen bij dicht hield. Wat mijn handen voelden, vertaalde zich in mijn hoofd tot schoonheid. Die verdween als ik mijn ogen opendeed. Dat deed me veel verdriet. Ik wilde dit ook niet begrijpen. En zag haar het liefst op de tast. Maar dat hield niet.
Je went aan je eigen beeld in de spiegel, omdat er weinig anders is daar. Voor jezelf gaat dat misschien nog wel. Stel je eens voorzichtig voor hoe dat voor die ander moet zijn.

VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl 

Share This: