het platteland een oord waar ik geniet omdat ik weet ik ga weer weg
het is de polder die ik liefheb de weidsheid van het groene land de strepen sloot de luchten grijs waarbij de zon verlegen schuilt in wolken die zich roeren in de wind
daar kwam ik ter wereld daar ging ik vandaan naar ’t schurende genot waar stad voor staat ik heb gevonden wat ik zocht kan niet meer zonder
er is geen sprake van verlies wel van gemis een zoet ontberen waar verlangen aan ontbreekt het dorp van mijn geboorte werd mij vreemd het platteland een oord waar ik geniet omdat ik weet ik ga weer weg van hier ik ga naar huis
Dear Pom Een oud gedicht over mijn lievelingsmaand. Ik zie in september het zomerse loof als roestplekken op de grond. September is mijn maand, ik krijg er een diep spiritueel gevoel bij. Gepofte aardappels bij een warm haardvuur, zoiets dus. En droom stil.
Liefs Karin
September feeling
Ik wil vrijen weet je. Hij zegt dat wens ik ook. We hebben bakstenen gestolen en earl grey gerookt. Mijn ogen zaten potdicht van al die rare kruiden en in de verte huilde een oud kasteel.
Ruk niet aan ons, september is los alles wordt zichtbaar kun je er tegen? Beweeg je als ons, als ons, ons Als, Ons Als.
Ha Pom, Allereerst een mooie middag gewenst. Door een typefout in het mailadres is het inzenden van mijn gedichtje vanmorgen fout gegaan. Ik stuurde het later alsnog even op, na de deadline, met de link ‘doorsturen’, maar misschien werkt dat niet bij een fout e-mailadres van de doorgestuurde mail.
Omdat gevraagd werd, n.a.v. mijn felicitaties op fb (en vermelding van mijn mislukte inzending), of het alsnog te lezen is, stuur ik het betreffende gedichtje nog maar een keer naar jou toe. . Misschien kun/wil je er later nog iets mee (hoeft niet hoor, was al leuk om het te schrijven) zie maar.
Met hartelijke groet, Anke
onderop de plank beland de vermoeide filosofen stoffig in de loop der jaren
de dichters nu op ooghoogte zomaar voor het grijpen en niet eens op alfabet
in de kern van hun bestaan cirkelt altijd wel wat liefde rond het vangnet van de taal
maar zelfs binnen handbereik alle woorden nog zo mooi liefde laat zich niet ontleden
Frans Terken en Ien Verrips delen vandaag het goud – zij schreven gouden regels over het ongewisse binnen laten – hoe het verleden leidt tot het heden en hoe het heden lijdt onder het verleden – hoe het zijn schaduwen werpt op het da sein. dank aan de dichters voor de ingezonden gedichten -mijn felicitaties aan Frans en Ien:
Waar je dan bent
Je bent er maar daar ben je niet zoals een spiegel twee zijden heeft je ziet jezelf in het glas aan de voorkant de achterkant een donkergrijs verleden
dat je bij jezelf meerstemmigheid zoekt een diep fluisteren op de achtergrond je stemt af op de juiste toon
– niet zoals roeptoeters in een spervuur hun haat etsen in de huid van de liefde –
je koestert je woorden zet ze op de goede snaar trekt die strak voor een sprong
je veert uit schaduwen van vroeger omhoog zweeft in het ongewisse
–> een meer filosofisch thema deze week – da sein en das Sein – je kunt er van alles bij denken. er moet in ieder geval leven in zitten. zoveel is zeker. frans belegt het leven in tegenstellingen: in vroeger en nu, in wat bekend geacht kan worden en in het ongewisse. wat betreft het gevraagde thema is het gedicht ook zo mogelijk:
Je bent er maar daar ben je niet zoals een spiegel twee zijden heeft je ziet jezelf in het glas aan de voorkant de achterkant een donkergrijs verleden
je koestert je woorden zet ze op de goede snaar trekt die strak voor een sprong je veert uit schaduwen van vroeger omhoog zweeft in het ongewisse
voor mij mag het zo – mooi rond en klaar. de vijftussenregels brengen iets van actualiteit in het gedicht. misschien moet de dichter deze vijf maar aan de actualiteit laten.
als ik je binnenlaat maakt mijn verlangen plaats voor jaloezie
hoe kon ik weten dat delen zo zou raken in mijn zijn
je streelt mijn droevig hart neemt wat de liefde toebehoort en gaat
ik schraap mijzelf bijeen tot ik weer ben
sept 2021 Ien Verrips
–> ‘binnen laten’ en ‘gaan’ als vervangers voor da sein en Sein worden door Ien hier letterlijk en figuurlijk verkend. (een tastbare plaats en het innerlijk van een mens) – zo vertaal je de filosofie in poëzie – de uitkomst van deze verkenning draagt iets van noodlottigheid en droefenis. ja dames en heren dichten is op zich geen pretje. er moeten heel wat stenen door een maag om tot een mooie tekst te komen – maar dan voel je wel door de woorden het soortelijk gewicht van de observaties heen. hier lukt dat Ien.
Frans Terken – zweeft in het ongewisse
Rik van Boeckel – schrijvers van verhalen ze zweven in het voortdurend nu
wie wint de enige echte virtuele ‘ergens tussen das sein en da sein’ trofee op pomgedichten punt nl? mevrouw merkel zal het volgende week met enkel nog ‘das sein’ moeten schaffen. dichters zoeken de grens graag op – zwevend tussen da sein en das sein – ach ja wie niet – op een dag zweven we tenslotte allemaal ergens. graag uw bijdragen al dan niet zwevend – met vaste voet mag ook natuurlijk – u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
foto: Ben Kleyn
zo op de vroege ochtend bijna zwevend boven het bestaan ergens tussen das sein en da sein
(in de loop van de dag maar eens kijken of ik dat vertalen kan) mijn god wat een toestand
al die woorden ook die maar aan elkaar blijven hangen tot ze verteren natuurlijk
het lijkt wel liefde
pom wolff
Het hart samen
De dag rust in alleen zijn geen eenzaamheidspijn
het hart is samen het klopt de armen zeggen amen
omhelzen het geluk ogen zullen het beamen
het hart zal hier en da sein in het temperament van de tijd
meningen verlaten vele monden liplezen is aan schrijvers van verhalen
ze zweven in het voortdurend nu tot de mens er een draai aan geeft
Rik van Boeckel 25 september 2021
–> een gedicht vol associaties. ik ben geen filosoof – misschien begint filosoferen wel met associatief denken – dan krijgen we hier van dattum voorgeschoteld – de filosoof tracht daarna te komen tot een sluitend geheel – de dichter kiest uit de woorden stroom die woorden die de taal en de lezer onder stroom zetten. in die zin en zo gezien is deze tekst een voorfase van een gedicht of van een filosofisch betoog.
Perspectief
Soms is er een dag met het juiste licht, dat alles toont zoals het is de waarde van schaduw
de intensiteit van reflectie het ontegenzeggelijke belicht dit is wat het is
gisteren kon je nog twijfelen in plaats van zien, kon je geloven onverbeterlijk kon je dromen
Kom kind er is weer een morgen en licht is maar licht.
Vera van der Horst
–> ze zal wel weer boos worden… zei ik vorige week bij eijlders nog tegen een jonge en beginnende dichter – geen filosofische notities graag in een gedicht! – lezen we bij vera over ‘intensiteit en reflectie’ en dat dan ook nog in een licht ‘perspectief’. hoe maak je van de woorden proza – nou zo!
een mooi voorbeeld deze tekst van een tekst zwevend tussen proza en poëzie – dichter wil wat zeggen maar raakt onderweg in de taal verstrikt in filosofische termen. je kunt het ook onaardiger zeggen: met termen uit de filosofische gereedschapskist timmer je de poëzie vakkundig je gedicht uit. eigenlijk kent deze filosofische notitie maar een mooie en spannende dichtregel: ‘gisteren kon je nog twijfelen in plaats van zien,..’
Dag Pom,
Paul Bezembinder bezocht de dierentuin en stuurt (heel twintigste-eeuws) de lezers van pomgedichten.nl een ansichtkaartje.
Mooie avond gewenst, groet! \Paul
Zoo, en nu een ansichtkaart
“What shocks the virtuous philosopher delights the chameleon poet.” ― Keats
Wat stoer dat de kameleon hier het да-sein van het ὄν en het niet-zijn van het non in zijn kunst betrekken kon!
Paul Bezembinder
–> dank aan de dichter voor de attentie aan pomgedichten. en wat een inzicht – de kameleon bezembinder groet de dingen, dieren en mensen in de avond – kleine jongens worden groot – van ostaijens marc groette in de ochtend. fijn dat de dierentuin -tegenwoordig- ook in de avond is geopend.
finale lucas kloosterboer – sexueel getinte lik hap snot poëzie – rijmelaar – ‘banaan in je kut’ dat soort regels – een frustraat in een gele geile broek – ‘laat me een baarmoeder zijn’ en nog wat scheten mogen we van hem op het podium horen
monique hendriks – -erg limburgs dat accent – weer een tekst over een vader – en over zichzelf – ‘alles wat pijn doet is ROND’ – een adreanaline junk is ze zegt ze – en dat is waar – maakt een lijst van haar complexen – haar hoofd gaat nooit uit zegt ze en dat is ook waar
nou moet monique maar winnen want anders is het einde van de SLAM daar – de verwarde frustraat kloosterboer hoort in ieder geval niet in een finale thuis – in geen enkele finale thuis
2e ronde:
monique hendriks 2e ronde (9-8,5-8,7)
erg limburgs dat accent – weer een tekst over een vader – en over zichzelf – alles wat pijn doe is ROND – een adreanaline junk is ze zegt ze – en dat is waar – maakt een lijst van haar complexen – haar hoofd gaat nooit uit zegt ze en dat is ook waar
lucas kloosterboer 2e ronde – (5,5-7- 6,5)
sexueel getinte lik hap snot poëzie – rijmelaar – ‘banaan in je kut’dat soort regels
een frustraat in een gele geile broek – ‘laat me een baarmoeder zijn’ en nog wat scheten mogen we op het podium horen
suzanne krijger 2e ronde (jury 8-8-8)
over anders zijn – ik trok mijn step uit de kast en ging met jongens spelen
de vraag is
is het dan nooit echt goed
had ik als vrouw meisje meisje moeten kiezen
maar ja ik stepte naar de jongens toe
wederom een indrukwekkende performance
mag ik zo vrij zijn
als mens!
marit jellema 2e ronde (7-8,5-8,2)
wederom heel veel IK – heel veel angsten – heel weinig afstand
ze vindt de stilte angstaanjagend stil en leegt leeg (ja ik ook)
ik zeg neem nog een pilletje kind – en schrijf maar raak maar ga niet het toneel op
effie ophelders 2e ronde (jury:8.5-8-8,6)
weer over relatie dingetjes
hoe je iedereen kunt martelen
een soort betoog – begint wel als een truukje te lijken
ik zeg: na 2 minuten heb ik deze proza-ist wel gezien
zit niets van poëzie in
maar ja het is utrecht en utrecht stemt haar de finale in
jeroen naaktgeboren: ‘er is geen wolf die een mens nodig heeft om een schaap te verscheuren’
jury: 7.5-7-8
rotterdam helpt rotterdam met een 8.
jeroen komt niet goed over – een opsomming – zagen we vaker – de magie van de woorddanser voorbij
Levi Noe
jury 5,5 – 6-7
‘meneer de jonge – waromme
sinterklaas dingetje – óok nog verder flauwe ggd versjes
bekvechter
jury: 8-6.5-7.5
hitler en stalin in een dialoog – mengele ook nog
met wat maanwandelingen – vertrouwen
toneelstukje met een hele slechte acteur – hopeloos
effie ophelders – sterk optreden
jury: 8-8,5-9
over een stem, een hoer, over hoe het voelt alleen te zijn. jouw stem moet lief voor je zijn.
utrechts applaus voor utrecht
ellen oosterwijk
jury: 8-8-5.8
niet uit het veld geslagen
met een boodschap
niets zeggen is ook verzet – over verkracht worden – erg terepeuties
marit jellema
jury: 8-8-8 –
wat een vreselijke jurycijfers – slaan de plank volkomen mis hier
ze is een looser zegt ze en een astronaut – over pillen en het kindzijn – erg chaotisch en waarom moet zo iemand in de finale staan – mes in der jaszak – veel poeders weer en pillen ook – kortom hopeloos
hindirk hannema
jury:5-4-6
mijn moeder is een maagd – wil beschermd worden tegen zijn moeder
soort hitler performance zonder snorretje – slechter zie je ze niet vaak
monique hendriks
jury: 8 -7,5-7,5
je moet altijd de sprong wagen
zelfs als er niets is dan is er altijd nog de BTW – woorden van haar vader
goede performance effecten – het is toch meer een toneelstukje dan poëzie
lucas kloosterboer
jury: 8-6-6
in een geel pak – nogal wat frustraties – ik ben een mens een godverdomme mens – veel drie letterwoorden. en maar opsommen opsommen opsommen – een mens uit de hele hoerenwereld – nou ja – ik zeg neem nog wat moedermelk jochie
suzanne krijger
jury: 7,5-7,5-8
indrukwekkend perfect optreden – wist je dat benen gemaakt zijn om te rennen
de schoolbel gaat op het goede moment
gesprek met haar moeder – bracht woorden onder woorden over haar afgezakt hart – telt achter haar bureau de lege vellen van …
hoe is het stoepkrijt weggespoeld?
sannemaj betten
jury: 8-8-7.5
goede performance –
neem mij mee – wil meegenomen worden – naar de blauwe plekken van de aardkorst –
De dag sluimert terwijl ik naast mezelf loop en kijk naar het lachende gezicht luister naar de vrolijke babbel. Ik schop tegen wat bladeren en onderdruk het onderbuikgevoel alsof het er niet is. Maak van de door medicijnen onderdrukte koliek een komiek die alle zorgen wegwaait en hoop zelf ook meegedragen te worden door de wind welke dagelijks weer de bloempotten bij de voordeur omblaast. Ik naast mijzelf geniet van het thuis en laat alles in rust. Het mezelf naast de ik geniet van de ontmoetingen waar het ik zichzelf even kan zijn omdat het niet alleen de zorgen wekt, maar ze ook wegstrijkt onder een mantel van begrip waar men om vergelijkbare reden ook soms naast zichzelf staat en blij is even te kunnen zijn om daarna te kunnen genieten zonder bang te zijn dat het over gaat, want over gaat het vroeg of laat uiteindelijk voor iedereen. Laat het maar laat zijn, laten we nog maar even naast ons zelf doorwandelen hopend dat het weer één kan zijn. Vooral geen onrust zaaien, geen gesteun , geen pijn laten zien zoals kan zijn. Wie weet waait het gewoon weer over en zijn alle zorgen voor niets…laat de komiek het maar winnen, het scheelt tenslotte maar een letter die eerst komt.
De woorden hervonden druppelen tijdens het lezen langzaam binnen. Er is een jaar voorbij en de koliek is verdwenen, de komiek daar in tegen heeft overuren gedraaid het afgelopen jaar, op momenten dat een lach meer deed dan een traan. Het was van vele kanten angstaanjagend stil, terwijl je zou wensen dat iemand even de moeite had genomen om langs te komen, maar de grote dood doener was corona…..”nee meis, ik kom nu niet” of “ja, ik zou het leuk vinden om even met Armand op pad te gaan, maar denk dat dat nu niet verstandig is?” Zelfs de telefoon zweeg. Verstand, angst en belang, een probleem wat voor veel mensen een moeilijk iets zal zijn geweest de afgelopen tijd.
Nu het goed met me lijkt te gaan is daar ineens van diverse kanten weer de wil om eens langs te komen. Geen moeilijke gesprekken over ziekte, dood en ellende, maar weer terug naar het oude, naar dat huis wat altijd voor iedereen open stond, waar feestjes gegeven werden, altijd meegegeten kon worden en de drank altijd vloeide voor degene die daar behoefte aan had, maar het lijkt te laat.
Wat al die tijd gewenst werd is in een tijd van stilte zonder zelfs dat telefoontje van hoe gaat het onbelangrijk geworden. Soms is daar het besef dat datgene wat je wenste ook niet meer gemist wordt, dat vriendschappen van jaren ineens niets waard lijken te zijn als het moeilijk wordt en dat juist degene waar je het niet van verwacht zou hebben, je doen verrassen.
Het knaagde eerst, deed zeer, maar nu lijkt het een soort van bevrijding en het geeft ruimte voor nieuwe ontdekkingen, andere inzichten en vooral mooie mensen die onverwacht daar waren in een erg moeilijke tijd.Buiten kunnen we weer bijna schoppend door de bladeren lopen, dit keer met een lach die gemeend is. De wind waait nu even niet, maar als hij waait, dan neemt hij de muizenissen mee. We wandelen een nieuwe tijd in.
Ze had zwart wild krulhaar. Het was op de schouders recht aan afgeknipt. Het liefst zag ik haar in een zwart, strak shirt met lange mouwen en een grote open hals die haar schouders bloot liet. Er liepen geen bh-bandjes over haar schouders. Haar nek was mooi. Strak, elegant, krachtig. Ze danste op een manier, die de overgang van haar brede heupen naar haar slanke taille benadrukte. Vandaar liep de lijn door naar haar schouders en explodeerde in een wild zwierende krullentooi. Het vreemde aan haar was enkel dat ze geen borsten had. Ook al had ze die gezien haar leeftijd al lang moeten hebben. Toen wist ik niet, dat het leven niet draait om zoeken naar die ene ware. Dat het niet draait om wat een ander ervan vindt. Ik wist helemaal niks. Idealen van liefde uit liedjes boden geen houvast. Als alles zo perfect is, zoek je uit twijfel de minpunten. Ze zat op de huishoudschool en rookte. De psychische drempel was gecreëerd. Het zaad van mislukking gezaaid.
Toch konden dergelijke obstakels niet verhinderen, dat iets in me haar op een gegeven moment aansprak. Of ze mee wilde naar het spookhuis? Een dichtgetimmerd blok tegenover de disco. Tot mijn verbazing wilde ze mee. Een meisje, dat alle jongens kon krijgen, zo kwam het mij voor, verkoos met mij op spooktocht te gaan. Gezien het spookhuis op de begane grond geen ingang had, hielp ik haar klimmen naar de eerste verdieping. Vandaar doolden we door het donker van de verlaten kamers, trappen en gangen. Onze jonge lichamen werden als magneten door elkaar aangetrokken. De spanning van de jacht en de nakende vangst zetten de lucht onder stroom. Mijn hand gleed langs haar verleidelijke lijnen en bereikten de plek waar haar borsten hadden moeten zijn. En zachte gekreun ontsnapte haar.
Niet eerder had ik zulke harde tepels gevoeld. Het was wonderlijk om mee te maken hoe het gebrek aan tieten gecompenseerd werd door de overdaad aan dierlijk magnetisme. Alles was hard aan haar. Hard en heet. We belandden in een kamer met een vuil bed met doorgezakte veren. Vastbesloten haar lichaam van kruising tot kruin lief te hebben, knoopte ik haar broek open en trok haar slipje naar beneden. Op het moment, dat ik toe wilde happen, werd ik een geur gewaar. Ze stonk daar beneden, echt heel erg. En ze wist het. Ze schaamde zich en verontschuldigde zich. De betovering was verbroken. En niet alleen dat.
Terug in de disco liep het niet meer. Om twee uur ging ik naar huis. Zij bleef achter. De volgende dagen volgden de berichten via de tamtam. Een maat van me had Corine plat weten te krijgen later die nacht. Dat deed zeer. Zeker omdat hij een lelijkerd en een opportunist was. En ik achttien en zinloos. De week daarop zag ik haar op zaterdag aan zijn zijde. Dat deed weer pijn. Diezelfde avond nog kregen ze ruzie. De week daarop hoorde ik van iemand, dat ze spijt had en met me wilde praten. Gekrenkte trots weerhield me hiervan. Ze moest er maar van leren. Ik heb ze nog zien huilen terwijl mijn vrienden haar op afstand hielden achter de kerk en ik me omdraaide en wegliep. Geen woord. Ze heeft me daarna nooit meer een blik waardig gegund. Ook niet als ik vol drank, spijt en geilheid weer probeerde.
Afgelopen week was het volle maan. In negenentwintig jaar had ik er niet één keer aan gedacht. En ineens voelde ik die tepels weer onder de zwarte ribbelstof van haar shirt. Alsof het gisteren was. Het moet zinsbegoocheling zijn geweest. Maar het hield me uit mijn slaap.
Bij deze een tekstje dat ik gisteren schreef op Schrijfgroep de Klus. Iemand heeft ook een foto van mij en Betty gemaakt; ik heb die geprobeerd te delen, maar weet niet of hij bij jou aangekomen is, groet, Merik
Ontmoeting
Zij was drie meter breed, gooide schaduw over mijn krant, die ik verfrommelde in de vuilnisemmer. Ik had nog nooit zoiets meegemaakt.
Haar zwarte boezem wiegelde. Ze zei: “Lekker weertje.” Wat moest ik nu nog zeggen ? Voor ze de klapstoel onder me wegschopte.
“Weet u de plek van het gevoeg ?” vroeg ze. En: “Speelt U ook piano, ik zing, “Summertime blues.”
Ze was drie meter breed. Ik stond met mijn bek vol tanden, smolt in de hete zomerzon en ze dweilde me lachend op