Anne van Walraven over verlangen

jij beveelt,
ik schreeuw

maar het geluid
besluit
te zwijgen

zodat het verlangen
in mijn lichaam
kan blijven


Anne van Walraven
Instagram: @annexwalraven

Share This:

Karin Beumkes: ‘mijn mamma gaat de dikke bramen zoeken noemt de krekeltjes cicaden olijfgroen is haar hoed…’

lieve Karin, en mooiere tweede pinksterdag had je me niet kunnen geven. dank je wel. moeders, nou ja de meeste verdienen een eerbetoon voor al het verrichte onbaatzuchtige moederwerk in stilte. dat jouw moeder bekroond is met dit gedicht maakt haar onsterfelijk. ik heb jouw moeder een keer mee mogen maken op hoge leeftijd in de negentig. en ze heeft een onuitwisbare indruk op mij gemaakt. zoals zij in het leven stond maakt het natuurlijk voor de dichter wel makkelijker om een prachtig gedicht te schrijven. maar je schreef geen prachtig gedicht je schreef een eerbetoon in poëzie dat uitstijgt boven termen als  – ‘wat goeddd…’ – of ‘prachtig’. je schreef een gedicht waarin je haar terug brengt in het leven dat zij leefde – dikke bramen gaat zij voor haar dochters zoeken in haar olijfgroene hoed. zo zie jij haar weer staan, zo zien wij haar ook staan. zo zie jij jouw moeder en wij als lezers de onze. en zo is die laatste strofe in dit gedicht dan ook geschreven voor alle moeders – een eerbetoon.

Ik dacht iets moois uit te kiezen voor tweede pinksterdag en ik heb iets genomen, waarvan ik weet dat jij dit mooi vindt,

Belofte

`t Wordt buiten kouder
en de ballerina`s van de zomer
maken plaats voor de diva`s van de herfst.

De bolle spinnen walsen op het rag
en ergens op de wereld begint Maria Callas
een herderslied te zingen.

Het geluid van onze radio`s draagt ver
de stem zingt van haar bladwerk uit ledergebonden boeken
mijn mamma gaat de dikke bramen zoeken
noemt de krekeltjes cicaden
olijfgroen is haar hoed.

En als mijn mamma sterft
hoef ik niets van haar te erven
ik zal haar lippen verven
omdat de engelen in de hemel
zo dol op mooie doden zijn.

Karin Beumkes

Muziek: Sigrid – Home to you https://youtu.be/fvUmrVnqLV0

Maak er een mooie tweede pinksterdag van!

Karin

Share This:

Anne Borsboom en Rik van Boeckel winnen de enige echte virtuele – in die mooie staat van achteloosheid verglijden de dagen, de uren, momenten van geluk – trofee op pomgedichten

Dichters dank jullie wel voor de mooie ingestuurde werken. onder de gedichten van Anne Borsboom en Rik van Boeckel leest u waarom zij vandaag met goud worden bekroond – van harte!
Vergetelheid

Die tijd aan zee in stilte van liefde
het schuimend sop achter de branding
hangt in vergetelheid

geruisloos gaat ‘t Zijpe
voorbij aan paden langs Burgerbrug
langs ‘t romantisch zand
de vergeten zee van toen

het leven met jou een brug terug
voorbij de tweesprong van onze harten
de tuin van de dood
verbergt het voorbije leven
de dagen tellen niet meer
de jaren zijn verlaten in vergetelheid.

Rik van Boeckel
30 mei 2020
–>
een mooie en zachtaardige ook weemoedige weg terug langs ’t zijpe, zoals het Zijpe altijd zal zijn en aan het leven voorbij gaat. aan de liefde beschreven voorbij zal gaan, de voorbije  liefde,  het voorbije leven waarin niets meer telt en ook later niets meer telt, omdat alles voorbij gaat omdat alles voorbij is gegaan, in vergetelheid is opgegaan –  ’t Zijpe de stille getuige, de dichter nog aanwezig om van het voorbije te schrijven. mooi in alle eenvoud. indrukwekkend mooi.
 

Ik ruilde het balkontafeltje in voor Frankrijk nu het nog kon
de beurzen stonden hoog het rentepercentage laag
In dit oude land gaf niemand een gulden voor het leem dat droop,
de fundering die zakte

De dorpskapel deed al lang niet meer aan blaasmuziek
Het kerkhof lag er armzalig bij
En ik, ik dacht nieuw leven te blazen
en zocht om het leem te stutten, in de kapel blies ik mee

Tot een virus en failliet ging nog meer failliet
De tafelpoten braken
onder de stoelen een weggegooid masker,
haar dienst gedaan niet en nog eens om de mond gesnoerd

Maar U bevuilt Uw stad, zei de burgemeester,
let op Uw eigendommen
U kunt Uw stad niet nog meer bevuilen.
Geef U toch over aan een nieuwe tijd

Maar de bewoners wilden houden wat er was
en aten opnieuw van overtolligheid
Zij groeiden en groeiden en droegen niet bij
aan waar een virus voor had willen waarschuwen

Ik zag het en overwon
een stap die over alle bitterballen en moules et frites heen
zal leiden naar rust, ruimte en regelmaat.

Anne Borsboom

–>
de opdracht deze week – geef de lezer iets van dat achteloze geluksmoment – zoals de dagen ooit voorbij gingen aan geliefden, de dagen, de uren, de momenten van geluk – om te delen om op terug te kijken met iets van weemoed, maar niet te veel – zo prachtig ingevuld door de dichters deze week. zo vurig verlicht was pinksteren nog niet, zo mooi ook beschreven door anne borsboom. over het oude land, over leem en de kapel – de mensen die maar niet willen weten van de rust en de ruimte. door anne in haar poëzie gevonden. het oude en het nieuwe in woorden weergegeven om te genieten van het nieuwe oude – het jachten en jagen voorbij – daaraan voorbij gaan, gaat anne. ik zie haar staan, ik zie haar lopen.
 
 
  • Anne Borsboom – Ik ruilde het balkontafeltje in voor Frankrijk
  • Elbert Gonggrijp – Kijk het aan, blijf bij mij.
  • Petra Maria – misschien zijn wolken wind en blauw vandaag genoeg
  • Frans Terken – zoals woorden hier wortelen
  • Anke Labrie – zoiets te zien zoiets altijd te blijven zien
  • Rik van Boeckel – geruisloos gaat ‘t Zijpe
  • Cartouche – wij tweeën voet aan voet
  • Ien Verrips – hem op te knopen aan zijn zijden das
  • Lisan Lauvenberg – Dan vergeten we de dagen van pijn

wie wint de enige echte virtuele – in die mooie staat van achteloosheid verglijden de dagen, de uren, momenten van geluk – trofee op pomgedichten? deze week is het aan de dichter om aandacht te besteden aan wat zomaar gegeven is, zomaar voorbij kan gaan, zomaar voor geluk kan zorgen. geef de lezer asjeblieft zo een achteloos geluksmoment mee om te bewaren lieve dichter, een moment om bij stil te staan – in alle achteloosheid die ons zo eigen is. u kent de regels: de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.


ik was die bloem weet je en altijd bereid tot bloeien
in die tuin met een heg tegen de buren
het plastic tafeltje voor als het weer op frankrijk leek

de dagen die achteloos voorbij gingen
oplosten in diezelfde achteloosheid
waarin ook wij bestonden
 
in de mooiste woorden die te vinden zijn
ze had ze graag gelezen
ze wist dat hij ze schrijven zou
 
pom wolff

vergeet niet de uitnodiging om mee te doen aan die schrijfwedstrijd ‘puur natuur


Kleinschalig gedicht
 
Niet verder dan hier. Aanwezig tot en met. Ik
bedoel dit – deze ruimte een tuin aan de kant
van het geluk, dierbaarder dan wat ik ooit zag,
een doodstille plek – niets te verliezen en
ook daarom – bomen bijna verlegen,

bloesem bijna in bloei. Kijk het aan, blijf bij mij.
Je verhaal gaat eens voorbij. Verdrietige vreugde,
het geluk van het gelijk tot het ophoudt daar
waar ik sta, stond, heb gestaan –
 
Elbert Gonggrijp,
Egmond aan den Hoef,
vrijdag 29 mei 2020

–>
blijf bij mij – dat tedere moment, die ene overweging, elbert en de tuin aan de kant van het geluk – mooi gezegd. klein gehouden – alles staat nog te gebeuren. een romantische natuurobservatie en alles doet mee. de bomen verlegen, de doodstille plek. tot het ophoudt, gezien door een dichter, door elbert.
 
ONSCHULD

er zit iets in het ritme
van de dingen
hoe het gonst en zweeft

waarom volgen wij
de groeven van de rivier

met de wereld
als een verdwaald
bijenvolk
om ons heen

misschien zijn
wolken wind en blauw
vandaag genoeg
onschuld

zijn wij
vandaag genoeg

petra maria

–>
ik houd niet van vragen in een gedicht gesteld die de dichter zelf dient te beantwoorden. ik weet ook niet waarom wij de groeven van een rivier moeten  volgen. wellicht kun je de vraag voorleggen petra maria aan arjan peters. dan is je lunch vandaag verzekerd. hoe dan ook. dit gedicht behoeft geen vraag – een antwoord wordt in de laatste twee strofen geopperd – de lezer verzint er zelf wel een vraag bij. en peters zijn eigen onschuld.
 

misschien zijn
wolken wind en blauw
vandaag genoeg
onschuld

zijn wij
vandaag genoeg
 
met de wereld
als een verdwaald
bijenvolk
om ons heen


zo is mooi en genoeg geschreven petra, zo is het gedicht volkomen.
 
Dichter bij de tuin

In de tuin meer dan ruimte
genoeg om de zon te vinden
aan het houten schrijftafeltje
torent de klimroos boven het hoofd

groeien en laten groeien
zoals woorden hier wortelen
en volmondig bloeien
legt de dichter de hand erop

niet die van schuttingtaal
maar de zacht geurende
uit de bloemschermen
stijgen ze weldadig op

als bijen zoekend naar nectar
zoemen ze onverdroten rond
om later behoedzaam te landen
de lading met liefde toegedekt

© FT 30.05.2020

–>
in zacht geurende woorden gaat de dichter ons hier voor. in een natuurlijk verhaal van de liefde met een zachte landing op een bloemenbed op het eind. de observatie in de tuin in strakke strofen gegoten. frans terken laat geen poëtisch moment zomaar voorbij gaan daar is ie teveel dichter voor.

Dit gedichtje is opgenomen in de bundel ‘De geest van 2020’, een bloemlezing die begin 2020
al uitkwam (Stichting Spleen), nog niet echt iets vermoedend van de huidige situatie.
De afgelopen maanden, waarin ik thuisbleef, kwam dit gedichtje nogal eens in beeld.

Met hartelijke groet,
Anke


Amsterdam 2020 (III)
 
 
hoe de schaduw van een boom
die iets verder staat
in de smalle straat waarin ik woon
onzichtbaar vanuit mijn raam
door de storm beweegt
op de hoge muren aan de overkant
even beschenen door de zon
 
dan weer ineens verdwenen
door voorbij zeilende wolken
donker met daartussen flarden blauw
wel zichtbaar in het kader
van mijn kleine raam
 
zoiets te zien
zoiets altijd te blijven zien
 
anke labrie

–>
de laatste twee regels maken het gedicht, geven aan de nauwkeurig beschreven observatie  poëzie mee. was eerlijk gezegd ook wel nodig omdat we – ‘in het kader van …’ – ik weet niet wat – bijna in een vergadering waren beland van ik stel me voor gemeenteambtenaren die in het kader van stadsherstel en straatinrichting en in het kader van natuurlijke aanleg  met duurzame aspecten  een vergadering hadden belegd om …. en toen brak gelukkig de dichter in op de woorden met die twee laatste prachtige regels van poëzie. en vielen de monden van ambtenaren open – viel de vergadering stil.
 
Een loopje
 
van achteren een halve maan
in strakblauw gestoken
boven een bomenrij
 
langszij een kleine stuw
waar voorbij water licht
langs boorden strijkt
 
een loopje neemt als run*
golfjes van lijzige haast
spiegelschrijft
 
tussen scheerklaar gras
en een mat van biezen
wij tweeën
 
voet aan voet
argeloos voor de draad
door het prikkelgroen
 
hakend
aan een zo goed
als tastbare einder
 
Cartouche
300520
 
 
* de Run, een mooie waterloop in Kempenland.

–>
de herinnering van die twee is me veel  liever dan de loopjes die de dichter met de taal neemt. (spiegelschrijft/scheerklaar gras/strakblauw gestoken) de laatste 7 regels maken dit gedicht. maar meneer wolluf krijst bettie hier in de VU op de IC – dichter Cartouche heeft toch een aan loopje nodig om die laatste 7 regels zo mooi te laten uitkomen. rozen komen uit bettie – gedichten niet. meneer cartouche heeft geen spitsvondigheden nodig om mooi te schrijven. gaan we vanmiddag lunchen bettie?

De duurste stropdas ter wereld is de Suashish Necktie die werd gemaakt door Satya Paul Design Studio en een prijs heeft van €189.190. Om dit meesterwerk, dat onovertroffen is op het gebied van luxe en buitensporigheid, te kunnen maken heeft Satya Paul Design Studio samengewerkt met Suashish Diamond Group. De stropdas is gemaakt van pure zijde van de hoogste kwaliteit en is verfraaid met 150 gram goud en 271 diamanten, waardoor het een prachtige en dure accessoire is.


voor ons bestaat er geen gewoon
voor ons alleen bijzonder en apart
zijn wij ook zeer markant
 
de dingen die wij zeggen zijn nooit ordinair
maar diep doordacht  voortreffelijk verwoord
 
ons huis design de meubels en de schilderijen
kunst met een grote K exquise o zo fijn
 
op een doordeweekse dag leek het heel normaal
hem op te knopen aan zijn zijden das 
the suashish necktie

Ien Verrips

–>
Ien had er graag een plaatje bij – had ze ook opgestuurd – maar ik ken de rechten niet Ien van de bijgevoegde foto. met dit soort jongens moet je oppassen. als ze voor een sjaaltje al twee ton vragen dan ben je zomaar een ton kwijt voor een fotootje. ik probeer te bedenken wat deze tekst te maken heeft met het thema = wat zomaar gegeven is, zomaar voorbij kan gaan, zomaar voor geluk kan zorgen. Ientje beschrijft haar moordlustige neigingen tegenover een uit de hand gelopen consumptiemaatschappij en knoopt er lustig op los – de woorden bedoel ik – best wel geestig. ach moordlustige dames op een mooie pinksterdag – wie kan er op tegen  zijn. ik niet. we weten zonder handschoenen aan is het met Ien slecht lunchen.

Vandaag weer eens genoten van een fietstocht door de stad. Dit komt nooit meer terug, dit blauw boven de de huizen, en de lege straten. Onwezenlijk, maar mooi, de stenen staan er, maar de mensen zijn het leven in de stad. Die komen terug. Liefdevol hoop ik.

De stad is intens blauw en groen 
in mij rijst het verlangen 
om ook Intens blauw en groen
en zo helder en weerspiegelend.

Dan vergeten we de dagen van pijn 
en wanhoop van langs de kant staan 
en geen houvast voelen in de engte
van het bed waartoe veroordeeld

Ik vang de zon voor je en de wind
mijn  kind en dan omhels ik je
en vergeten we het missen. 

© Lisan Lauvenberg
30 mei 2020
–>
de introductie bijna een gedicht en bijna mooier dan het zo  liefdevolle gedicht zelf. ze vangt de zon en de wind om het lelijke te vergeten en het mooie warm te koesteren. soms wil ik ook in lisannes armen in het zonnetje en in die zwoele wind. dat ze de zon voor me vangt. om de dagen van pijn te vergeten. dat ik er later over schrijven zal –
 
vandaag weer eens genoten
dit komt nooit meer terug

dit blauw boven de  huizen
de lege straten

onwezenlijk, mooi
jij en de stad

en toch
zo liefdevol veel


Share This:

met VON SOLO de nacht in GENT – ‘Grote namen als ACG Vianen, Philip Meersman, Jan Bucquoy en Christophe Vekeman moesten noodgedwongen gewoon binnen optreden…’


De hittegolf van 2019. Niet eerder was het op de Gentse Feesten zo stil geweest overdag. Lege pleinen, lege stegen. De avond maakte maar een weinig goed voor wat overdag verdampt was. De laatste zondag van de Gentse Feesten was ik gewoontegetrouw onderweg naar Dichters in het Raam van Frank Aesaert om mijn opwachting te maken. Ik stapte uit de trein en het regende…
Dat was weken wel anders geweest. En het resulteerde in de eerste keer Dichters NIET in het Raam. Grote namen als ACG Vianen, Philip Meersman, Jan Bucquoy en Christophe Vekeman moesten noodgedwongen gewoon binnen optreden. Mij maakte het niet uit. Ik was blij dat Akim Willems er al was om me te verwelkomen en bestelde een Orval om dat te vieren. Het enige dat me vanavond nog te doen stond was schminken en optreden en de dichter René van Densen vinden, alwaar ik had afgesproken te zullen overnachten.


De avond vertoonde een goede lijn. Met eerst kindertjes en lokale helden, gevolgd door een opbouwend vuurwerk. Een paar uur later, terwijl de laatste tonen van Dwangbuizerdeffect nog nagalmden, daalde er een weldadige rust neer. Na nog een aantal pinten gedegusteerd te hebben met de aangename dichteres Lyndah Nyirenda, was het tijd om afscheid te nemen. Frank bedankte me weer met zijn altijd innemende hartelijkheid en stopte me nog een envelop toe met gage en tussen de regels door dat de begroting gunstig was uitgevallen. Vervuld stapte ik de Gentse avond in.


Mijn Google maps leidde me richting Brugsepoort alwaar René me zat op te wachten in zijn lokale estaminet. Het was een vrolijk wederzien en we pintelierden nog rustig een tijdje door. We spraken over het leven en hoe alles was. En over de verliezen die hij dat jaar op persoonlijk vlak geleden had. Het drukte me met mijn neus op het feit, dat ik een heel makkelijk leven heb. Tegen sluiten wandelden we verder de wijk in. Op een hoek van de straat was een gezin met kleine kinderen het grofvuil aan het doorzoeken. ‘Moeten die kinderen niet op bed liggen?’, vroeg ik. ‘Roma’, antwoordde René.


We bleven nog even hangen op een pleintje met kunstig mozaïekwerk. René vertelde me nog over zijn vriend Jack, die hier voor zijn dood ook aan had bijgedragen. Vervolgens gingen we een poortje door en kwamen in een straatje met arbeidershuisjes uit eind van de negentiende eeuw. René deed de voordeur open en ik werd overvallen door een onbestemd gevoel. Hij leidde me rond en wees me mijn bedstede. Op mijn vraag waarom de blinden op de eerste verdieping tijdens deze hittegolf gesloten waren, antwoordde hij dat de kat anders zou ontsnappen. Slapen doe ik echter altijd met de ramen open.


We dronken nog een bak thee en praatten wat na. Toen toog ik naar boven en ging zitten op het bed. Ik begon me druk te maken, terwijl er iets vanaf mijn schouder tegen me fluisterde. Denk je eens in, half de nacht wakker worden met een volle neus van de kattenallergie, gevolgd door insomnia van het bier en onrust van de ziel. Ik stond weer op van het matras. Liep naar beneden en deelde mede dat ik weer ging. René stond uiteraard perplex. Ik kwam niet verder dan dat het niet uit te leggen was. Even later stonden we voor zijn deur op een lege straat in de nacht onder het spookachtige lantaarnlicht en keken elkaar schaapachtig en wederzijds verontschuldigend aan. Beiden wisten we niet waarvoor. We namen ongemakkelijk afscheid en ik liep de weg terug naar de stad. Onderweg uitwijkend voor wat ruziënde buurtbewoners. Het was halfdrie in de nacht.
Er viel een last van me af door de vreemde beslissing die ik gemaakt had. Want het was natuurlijk helemaal tegen alle logica in. Er reden geen treinen meer. Geen dak meer boven mijn hoofd. Maar vervuld van een weldadige rust, van iemand die ineens vrij van alle zorg is, liep ik via de Sint-Michielsbrug langzaam weer het nachtelijk feestgedruis in op de Korenmarkt. Verderop lag het Ibis hotel, dat wel vaker mijn plek voor de nacht was geweest. Daar aangekomen, informeerde ik of er nog kamers waren. Het jonge stel achter de receptie keek me meewarig aan en de jongen knikte nee. Het meisje keek nog even in het grote boek. Ik draaide me al half om, toen ze zei: ‘Wacht, deze is niet komen opdagen…’. Er bleek dus toch nog een kamer te zijn. Welke ik tegen de dagprijs kon huren. De moed zakte me in de schoenen, toen ik vernam wat die bedroeg en ik vroeg of ik even mocht gaan zitten in een fauteuil om na te denken. Daar liet ik het bedrag bezinken. Gedachteloos in mijn achterzak woelend, voelde ik opeens de envelop die ik van Frank had gekregen. Ik opende hem en het leek of er een licht uit straalde. Op dat moment hoorde ik de jongen achter de receptie zeggen: ‘Oké, we doen er tien procent van af en ontbijt erbij.’ Even dacht ik wat ik allemaal met dat geld had kunnen doen. Toen dacht ik hoe gemakkelijk dingen kunnen komen en hoe gemakkelijk ze soms gaan. ‘Ja, doet u de kamer maar’, klonk mijn stem.


Na op het gemak ingekwartierd te hebben, was er een gevoel van berusting in me gevaren. Op de rand van het bed dronk ik een koel flesje plat water. Na me in de badkamer opgefrist te hebben, liep ik tegen kwart voor vier het hotel weer uit, de nacht in. De Botermarkt, de Belfortstraat tot aan Bij Sint-Jacobs. Ergens bij avondwinkel kocht ik nog een ijskoud blik Stella. Het was druk en iedereen was aan het fuiven. Daartussendoor zweefde ik als een geest, voedend op sereen geluk. Net of alles niet meer was dan een film, het leven van anderen, een prentenboek, waarvan je over de bladzijden loopt. Tegen vijven raakte ik mijn kussen en sliep terstond.
Het ontbijt op hotel was heerlijk. De treinen hadden niet meer vertraging dan normaal. Rotterdam was er nog toen ik terug keerde.


René heb ik weken later nog een halfdronken brief van vijf kantjes verzonden met de beste uitleg die eruit kwam. Onnodig wellicht, maar wel gewaardeerd.
Frank ben ik ook eeuwig dankbaar. Maar dat weet hij niet.

Share This:

Laatste nieuws: Merik van der Torren buitengesloten!!!


Hoi Pom, Deze keer stuur ik je een beschrijving van een hachelijk avontuur in Tuinpark Buitenzorg; dus wel een stukje proza deze keer, groet, Merik

Uitkomst
(Avontuur op Tuinpark Buitenzorg)



Het slot klemt, omdat het scheef zit.
Buurman brengt uitkomst:
hij demonteert het en zet het meer waterpas vast;
het slot past veel beter.
 
En buurman sluit het slot
en de sleutels liggen binnen.
Wij zijn buitengesloten.
 
Met een breekijzer probeert hij het te forceren,
met een ijzerzaag open te zagen.
Hij belt een andere buurman voor een betonschaar.
Die zegt: die en die heeft een betonschaar.
Die en die zegt: zus of zo heeft een paar dagen geleden
van een insluiper een betonschaar afgepakt, ga daar maar naar toe.
Buurman komt terug met een betonschaar;
wel een klein model.
Ook die is te zwak voor het geharde staal van het slot.
 
De deur moet uit zijn hengsels;
de palletjes met drijver en hamer weggetimmerd.
Het lukt.
Ik heb de sleutels.
Het hangslot kan ik openen.
De deur kan teruggeplaatst.
 
Even later sluit ik mijn huisje af ( nu met de sleutels in mijn zak )
en verlaat Tuinpark Buitenzorg
 
Het slot is gerepareerd.
 

20 mei 2020

Share This:

Anne van Walraven met tekst en uitleg op de dinsdag

probeer maar eens
iets te schrijven
wat je alleen begrijpt
als je stil bent

schrijf dan maar
eens op
wat het is
wat wordt herkend

Anne van Walraven
Instag
ram: @annexwalraven

Share This:

la beum deze maandag – onze lieve vrouw op zolder

Aloha dichter


Zolder

Er kleven geesten aan de zolder van dit huis,
de dakrand roept. Alle naden zijn er volgepoept
door zwarte houtworm verwekt in dozen.

Tien jaar geleden hing er een vorm in een oude jas.
Daar zag ik je voor het laatst en ik wilde wenen.

Het ademloze lichaam, verschenen voor mijn oog
zweefde met ballen en bellen in mijn hoofd omhoog,

en zo is het mettertijd als een stervend insect
omhooggekruld verdwenen.


Muziek: First aid kit – My silver lining
https://youtu.be/DKL4X0PZz7M


Keep the faith


xx Karin beumkes

Share This:

pom wolff – weet je…


weet je
 
nu de clichés verworden zijn
en terug gebracht tot zeg het maar – niet meer
alles verworpen is wat aangedragen werd
zoals het groeide – nee zeg het maar niet meer
ik was die bloem weet je en altijd bereid tot bloeien
 
in die tuin met een heg tegen de buren
het plastic tafeltje voor als het weer op frankrijk leek
de dagen die achteloos voorbij gingen
oplosten in diezelfde achteloosheid waarin ook wij bestonden
in de mooiste woorden die te vinden zijn
 
ze had ze graag gelezen
ze wist dat hij ze schrijven zou
 
 
pom wolff

Share This:

Jako Fennek schreef over het gemis van elke lezer.



ik heb het gedicht vandaag al bezongen, bekroond en met goud voorzien. maar zo makkelijk kom ik er niet vanaf.  ik herlees 10 regels in volmaakte schoonheid geschreven.  het gemis zo  gelegd op alles wat een mens kan missen. natuurlijk heb ik niets maar dan ook niets met deventer of met de  ijssel – af en toe op de snelweg zie ik de ijssel liggen – meestal in zich zelf terug getrokken vanwege aanhoudende droogte. jako fennek schreef dus niet over deventer, schreef niet over de ijssel toen hij over deventer schreef en over de ijssel. jako fennek schreef over het gemis van elke lezer. elke lezer mist zijn of haar eigen deventer, zijn of haar eigen ijssel. 10 authentieke regels uit het hart neer geschreven voor iedereen – voor ieders hart.

Dag Pom,
Moet weer even meedoen. Het is een verslaving, maar ik red het niet iedere week. Vandaag schijnt hier de zon, een prachtige dag. Heb het goed! Jako

leemte

bij niets schiet ik zo vol
als bij het mijmeren
aan de oever van de ijssel

het weidse land en water
speelse wolken
geronk van schepen
zicht op deventer

zal ik ooit wennen aan’t gemis
van knotwilg, polderland en
moedertaal

jako fennek

Share This:

Jako Fennek wint de enige echte virtuele (vrij naar kosie) – in mijn hart moet ik wel huilen – trofee op pomgedichten – zilver voor Merik van der Torren en Henny Wieffering

de hele tijd dacht ik – dat de smartlap van merik van der torren en henny wieffering in het kader van koos alberts thema – in mijn hart moet ik huilen – het  enige echte virtuele goud zou opleveren op pomgedichten punt nl – een prachtige smartlap die we graag een keer gezongen zouden willen beleven. maar het wordt zilver – toch op deze gedichtensite wint uiteindelijk de poëzie van de smartlap. en één huilend poëtisch hart klopte zo indringend mooi en authentiek en dichterlijk dat goud niet kan uitblijven. van harte jako fennek.

Dag Pom,
Moet weer even meedoen. Het is een verslaving, maar ik red het niet iedere week. Vandaag schijnt hier de zon, een prachtige dag. Heb het goed! Jako

leemte
 
bij niets schiet ik zo vol
als bij het mijmeren
aan de oever van de ijssel
 
het weidse land en water
speelse wolken
geronk van schepen
zicht op deventer
 
zal ik ooit wennen aan’t gemis
van knotwilg, polderland en
moedertaal
 
jako fennek


ik hoor het kosie zo zingen dit prachtige lied van jako fennek. een lied met mijmering erin – mooi he melsen! zegt kosie na afloop van het lied , bewogen ook – zicht op deventer en dan sterven! de knotwilg – ojee volkomen authentiek dit enorme gemis van de eenvoudige dingen in het zo verre en onpersoonlijke zwitserland. heb je drop in zwitserland – nee je hebt geen drop in zwitserland. knotwilgen? polderland? moedertaal? eijlders? welnee je hebt niks in zwitserland. jako huilt een beetje zoals koos alberts ook kon huilen. in zijn hart.
  • Jako Fennek – zal ik ooit wennen aan’t gemis
  • Anke Labrie – die dag nog maar zo kort geleden die dag
  • Henny Wieffering en Merik van der Torren met het lied van verdriet
  • Frans Terken – klopt het oude hart nu weemoed en slaat van ontroering over
  • Rik van Boeckel – ik kijk naar je foto in een droom van geluk
  • Petra Maria – en jij stierf later van geluk in mijn armen
  • Erika De Stercke – in de kamers van mijn hart trillen de deuren


Wie wint de enige echte virtuele (vrij naar kosie) – in mijn hart moet ik wel huilen – trofee op pomgedichten? – dit weekend ruim baan voor het levenslied dat soms toch ook het gemoed van de dichter beweegt – gemengde gevoelens ook – hoe gemeend zijn eigenlijk de woorden van de zanger? maar als je foto’s van haar/hem verscheurt en zijn/haar brieven verbrandt dan lijkt het wel menens – ook al blijf je nog zo nonchalant. hahaha. EN DICHTERS VAN DE LAGE LANDEN MOET U OOK IN UW HART HUILEN? en doet u ook nonchalant? en wie vergeet u nooit meer? we lezen het hier heel erg graag – als het effe kan in poëzie met een knik in de stem! u kent de regels: de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
 
 
zo
 
die zomeravond weet je nog
die niet wilde ophouden
en we opgingen in iets van
een onaantastbare eeuwigheid
 
om nooit meer
nooit meer terug te keren
zo voelde dat
 
zo heet ook
dat duizelingwekkende zwarte gat
van de liefde van nooit meer
en nooit meer zo
 
pom wolff


Ha Pom,
Hierbij het ‘tranengedicht’, vers van de pers.
Een mooi weekend verder en vooral ook een goede gezondheid voor jou en je dierbaren gewenst.
Hartelijke groet,
 anke

 

ook van hen een mooi boeket
met lint
hij reikt haar zijn zakdoek aan
 
zijn eigen tranen slikt hij in
 
niemand kent hun geheim
dat zij nu meeneemt in haar graf
 
die dag
nog maar zo kort geleden
die dag
toen hij weer begon te leven
 
anke labrie
 

iets van een smartlap zal de tekst deze week toch moeten bieden. binnen het gevraagde thema. een huilend hart heerlijk. we hebben natuurlijk niet voor niets kosie van stal gehaald. (mooi he melsen – zijn tekst tussen de levensliederen door) – anke doet aan suspense – een spannende scene op het kerkhof – geheimen worden hier meegenomen in het graf. de levenden overdenken de situaties die in het geheim plaatsvonden. alles wordt afgelegd met een mooi boeket. ‘zeg het met bloemen’ krijgt hier een iets andere en een meer indringende inhoud dan de gebruikelijke. de O O is er nog HOOP? de smartelijke huilpartij met een goedgeplaatste knik in de stem – vind ik niet helemaal terug in deze bijdrage – hier zijn meer  de levensverhalen van de zangeres zonder naam aan de orde. in haar liederen liep ook niet altijd alles op rolletjes. en op het kerkhof was ze trouwens ook niet weg te slaan. voor dat element ten points.
 

Hoi Pom,
 Op basis van een gedicht van mij schreef zanger Henny Wieffering dit lied.
Hij zong het ook op buurtfeestjes. Verdrietig hoorde ik hem dit lied schallen over de huizen.
Het lied of nummer is dus geschreven door Henny en mij, groet, Merik


LIED VAN HET VERDRIET op muziek gezet door Henny Wieffering:



C 1 In de nacht zwerft hij C G
door de godverlaten stad Dm Am
in bomen kerft hij C G
zijn dromen, zijn hart. E 7 Am


C 2 Hoe vaak klonk zijn lied C G
hoe verscheurd niet zijn stem Dm Am
hij kent slechts verdriet C G
– en niemand kent hem. E7 Am


Refrein Door allen verraden C Dm
Kent hij slechts één les: G 7 C
Van zijn kameraden C+ F
Rest enkel de fles. G 7 C C


C 3 De weg is vol gaten C G
Zijn hart is een zeef, Dm Am
Door ieder verlaten C G
Geen vriendschap bekleef. E7 Am


Instrumentaal (couplet)


Break En zo zuipt hij voor twee F / F6 Em
Dat verwarmt hem effen, B7 Em
Maar niemand waarmee F Em
Hij het glas ooit kan heffen. F /G G7/ /G6 G+C/


C 4 Zijn weg door het leven C G
Liep uit in de goot – Dm Am
Hij was nog pas zeven, C G
Toen wou hij al dood. E7 Am


C 5 En hij moet nog zo lang C G
Van trottoir naar trottoir Dm Am
Nog te jong voor ’t gevang C G
Nog pas zeventien jaar. E7 Am


Refrein Door allen verraden C Dm
Kent hij slechts één les: G7 C
Van zijn kameraden C+ F
Rest enkel de fles. G7 C


Door allen verraden C Dm
Kent hij slechts één les: G7 C
Al zijn kameraden C+ F
Zitten in die fles. G7 C


Eind loopje C G Dm Am (4 x)



ja een heerlijke smartlap – merik! is er geen youtubefilmpie van? kunnen we hiervan ook met ons gehoor genieten? voor mij een hoogtepunt is:
 
Zijn weg door het leven C G
Liep uit in de goot – Dm Am
Hij was nog pas zeven, C G
Toen wou hij al dood.

 
leven eenzaamheid de goot en de dood heerlijke ingrediënten om van de smartlap te smullen. en dat allemaal al op die  leeftijd. O O is er nog HOOP zong kosie – nee kosie geen spat van dat – niets nada niente. wel een prachtig lied. meer leed kan gewoon niet in een lied gepropt. zo moet dat in het levenslied.
Dichter bij de tranen

Die twijfelaar onder roodwollen deken
voor twee personen breed genoeg
– we hadden deze omvang nog niet –
en piepen dat we als jonge vogels deden

op de vergeelde foto een twintiger
speelt langharig tuig met gitaar
voor de liefde van zijn leven
zoveel muziek als er in toekomst zat

getokkel dat nergens naar klonk
alsof daar dan revolutie van kwam
(Che op de poster aan de muur
zou het geroepen kunnen hebben)

verloop van jaren en lange haren
klopt het oude hart nu weemoed en
slaat van ontroering over om wat was

dat het vanaf vandaag altijd korter duurt
tot de allerlaatst geplengde traan


© FT 22.05.2020


hier blijft toch echt de dichter aan het woord met een zeker voor velen invoelbare ietwat weemoedige terugblik. iedereen had CHE aan de muur. we hingen in elkaars armen in kleine ruimtes en er was muziek. en inderdaad lange haren. frans schetst een tijdsbeeld uit de vorige eeuw in nauwelijks 2 paars bruin geschilderde kamers – twee hoog in de jordaan op dertig vierkante meter 100 personen – buiten  schalde het in middernachtelijke uren PAULINE! PAULINE! de inmiddels overleden regisseur frans roth schreeuwde naar een geliefde die hij op de beschreven verdieping vermoedde met open deuren. ja dat waren nog eens tijden. maar kosie gaat verder dan de dichter. het huilt in zijn hart. en in zijn stem. we missen bij de dichter hier in dit treffende tijdsbeeld  kosies snik in de stem.
De onwerkelijkheid

Tranen kennen de fles
zoals handen de les
word een vogel van liefde
met vleugels van goud
een kind van de rekening
wordt ook nog wel oud

ik kijk naar je foto
in een droom van geluk
doch in het leed van de tijd
gaat herinnering stuk
bezingen dagen vol smart
de onwerkelijkheid

zo gaan ze tezamen
liefde en leven geluk en verdriet
vergeten is weten 
wat vergeven kan zijn
van binnen een telraam
van liefde en pijn

tot ‘t hart niet meer tikt
zich in dromen verstikt.

Rik van Boeckel
22 mei 2020


ook dichter/musicus rik van boeckel lukt het niet om net dat ordinaire smartelijke kantje toe te voegen aan de woorden. om een hazes, een alberts en een zangeres zonder naam moet je ook lachen natuurlijk – zoveel leed als er in EEN liedje is gestopt is te onmenselijk om waar te zijn en ze zingen het met een overtuiging van een tientonner die aangeraasd komt om je hart te verpletteren. rik blijft te mooi, te haags.
het levenslied

in mijn ooghoek
onder mijn arm door
zwaaiend met de bezem
bloesem uit de boom
naar elkaar vegend

een kuiltje
in het zand
plant ik de bieslook
warme handen
in de aarde

zo bracht ik de dag
door
en jij stierf later
van geluk
in mijn armen

de vlinder
eveneens
maar dan
op de bloeiende
thijm


petra maria


nee nee nee veel te subtiel deze – met bloesem, bieslook en thijm – zo worden geen smartlappen gemaakt – dit is echt categorie poëzie – subtiel, klein gehouden en bijna ademloos ingetogen. NEEN IS ER NOG HOOP????? JIJ KOMT NOOIT MEER TERUG!!!! VOORBIJ!!!! HET GING ALLEMAAL ZO VLUG!! meteen in de eerste seconden van het lied weten we wat we moeten weten bij kosie – geen gethijm, gebloesem of gebieslook petra maria. niets subtiels, groots of meeslepends – zo is kosie. kosie is geen dichter.

Aan zee 

in de kamers van mijn hart trillen de deuren 
wekenlang en breken wanneer jouw warmte 
op een lentedag verdwijnt 

zelfs de nacht lijmt losgekomen stukken niet
splinters blijven onder mijn huid zitten  
etteren na een tijd om te overleven  

nu je weg bent, is de leegte een gek dier
het komt tevoorschijn geheel onverwachts
en sloopt vanuit een hoek de stilte 

knaagt aan alle uren van de dag, dondert 
naar de tafel waar een radio tegen me spreekt
ik antwoord zelden

doemdenken sluit zich buiten wanneer kaarsen 
heel zacht het denken uitdoven, in de ochtend 
bij het open raam weergalmt een bries  

Erika De Stercke   


Erika begon zo goed – helemaal in de lijn van kosie – met kamers in haar hart!!! en dat de nacht de losgeraakte stukken niet meer kan lijmen – zo moet dat – kosie zou trots op Erika zijn geweest. als ie niet dood was en begraven met dat ene been en die halve stemband.
hoe dan ook vanaf de derde strofe staat de dichter in Erika op – ze lijkt genoeg te hebben van de smartlap in originele vorm en slaat aan het dichten. maar dat was niet gevraagd.

Share This: