ik leer je woorden lieve kind woorden van ons zomerweer de nachten koel ’t verlangen van de zwoele avonden te tellen op 1 hand de geile dagen de zon die als tie brandt dan brandt tie goed de hemel blauw en strak sproeten op je neus
met straks geschuifel van wat wolken voor de zon een frisse wind misschien kippenvel op je gebruinde huid je wilt wat aan het trekt voorbij toch maar weer uit ik leer je vestjesweer
terwijl klein als jij zie je de autoos drijven langs huizen een metro die wordt opgeslokt een dorp dat kopje onder gaat in de hitte
Ze kwamen met bussen tegelijk in een donkere novembermaand
Dear Pom
Overal maken we ruzie die vaak nergens toe leidt. Het worden dan kapotte momenten, maar laat de stemmen niet verstommen en ga de barricades op tegen onrecht. Een oud gedicht. Helaas nog steeds actueel.
Proost. Ik hou van je
Karin
Asielverzoeking
Ze kwamen met bussen tegelijk in een donkere novembermaand met op de velden stoppels pijpenstelen tegen de beslagen ramen.
Mina bezoekt mij dikwijls nu met gekorte haren en een piercing in haar lippen lacht ze oh mooie zomer twee liederen uit haar mond.
In keelklanken heb ik haar iets uitgelegd toen ze gierde zo doe je nog de vogels na ik zei ahoem en focuste me op een tulpenbol je krijgt zilver riep ze.
Haar gouden echo schaatste als dun ijs op mijn netvlies ik verlies dit nooit heb ik begrepen al worden mijn haren langzaam grijzer.
Een kind met een hoge paardenstaart is een gelukkig uit de winterstallen uitgebroken Demonen bewonen haar Kaboel.
Wie wint de enige echte virtuele CULT trofee op pomgedichten? STOP DE PERSEN MAAR! We hebben de enige echte CULTHELD op pomgedichten gevonden. GER BELMER – nu al goud voor ger! ger belmer wint de culttrofee ruim voor sluitingstijd van de wedstrijd!
Gepost door op 2015/2/8 7:50:00 (742 keer gelezen)
‘Met droge ogen zingen kan ik niet.’
STOP DE PERSEN MAAR! We hebben de enige echte CULTHELD op pomgedichten gevonden. GER BELMER – ger kan zo ‘man bijt hond’ in op weg naar nationale faam en meer – we liggen aan zijn voeten. GOUD voor GER en niet zomaar goud – blinkend goud –het goud van tante leen rammelend om haar net te dikke polsen – glimmend als de gouden kronen van sjonnie jordaan. We schreven:
Het criterium lerou: Het personage moet heel dicht bij zichzelf blijven – moet het vooral ook menen – en het selecte publiek (de ergernis voorbij) gaat er eens even lekker voor zitten. – geldt ook voor ger belmer. Maar dan heel anders. Onze zangeres met een naam ger belmer gelooft zo erg in zich zelf dat ie erbij glimt. Hij vindt het zelf ook mooi! Neemt zichzelf bloedserieus. Is max lerou nog op weg – ger belmer is al bijna de vlees geworden cult held voor zijn publiek. Verder dan max en ger kunnen dichters niet uit elkaar staan. de instelling van ger levert op termijn toch de grootste kans op om door te breken als cultheld (buiten purmerend). Hoe trots hij ook is – nog steeds en overal waar hij optreedt te horen – dat hij ooit voor conny vanden bosch een nummertje schreef – draagt bij aan de nationale status die inmiddels in de purmer al is bereikt. Het – de definitieve cultstatus – wordt in gers geval wel een race tegen de klok. Hij zou daar een prachtig liedje over kunnen schrijven. In tegenstelling tot max voldoet ger ruimschoots aan het criterium: “zo slecht dat het weer goed wordt”. Bij ger vergeleken is max nog een kleine jongen. Nee met ger zijn we niet ver af meer af van een definitieve cultstatus – hij voldoet óók aan het derde cult criterium – niet gek doen om op te vallen maar geadoreerd worden vanwege die exclusieve bijzonderheid die je eigen is. Wel voldoen aan alle criteria van een cultstatus en dan nog die niet te hebben bereikt. tragiek! Zoveel droefheid maakt ger vandaag tot de enige echte en ware cultheld. Aan zijn gedicht kan het niet liggen.
Leed en ellende
Zij was er gedwongen met hem mee te gaan zojuist van de schoolbank, bij moeder vandaan Ach vadertje riep zij, wat heb ik misdaan Wil niet met die man mee, hij staat mij niet aan.
Haar vader, één snodaard, hij lachte haar uit Met hem zul jij mee gaan, jij wordt er zijn bruid Hij heeft haar genomen met al zijn brute kracht Zij kon zich niet verweren, zij was in zijn macht.
Negen maanden later toen kwam het kind er uit In het stijfselkissie lag een kleine spruit Toen vader dat hoorde sprong hij door een ruit en kwam een meter lager in z’n voortuintje uit.
Leed, leed, leed en ellende Pijn, pijn, pijn en verdriet Het was in haar leven een bende Met droge ogen zingen kan ik niet.
Ger Belmer
http://www.youtube.com/embed/K72skS5JCGk
FRANS TERKEN over hoe en waar ze wat uitkneep MARC TIEFENTHAL en de primitieven RENÉ BRANDHOFF houdt het op mooi DITMAR BAKKER en waar de dood huist RAYMOND VAN DE VEN en de NS in zeeland ANNE BORSBOOM sag mir wo die V&D sind YVONNE KOENDERMAN fluisterstil MARTIN WIJTGAARD over jonge vrouwen en kauwgom JOLIES HEIJ over surrogaatgeluk MAX LEROU over Gerben ANKE LABRIE koffiepot GER BELMER stijfselkissie
U kunt het zo gek maken deze week als u wilt. – Maar het moet wel van de CULT zijn – ouwe zangeressen heerlijk – of neem een voorbeeld aan onze leidse cultdichter MADJ. te excentriek, te bizar, controversieel of anti-establishment om door de meerderheid van het publiek te worden geapprecieerd – dat is CULT ook. of de profielfotootjes op FB als dat geen cult is? die van van der schaaf of die van le nobel. lerou ken er ook wat van. van rooij en de rooie. heerlijk allemaal! Of “zo slecht dat het weer goed wordt” zeggen ze weleens. Leiden gaat ons voor:
Kaarslicht
Mijn kamer is een grote bende mijn leven is een en al ellende. Ik sta voor het raam en fluister je naam maar jij hebt mij verlaten en wilt niet meer met mij praten. Ik vind het heel, heel erg gemeen. Nergens, nergens kan ik heen. De tranen stromen over mijn wangen want ik blijf nog steeds naar jou verlangen.
Martin M Aart de Jong
U kent de regels: Gedichten niet te lang, tenzij noodzaak. Als u er een eind aan wil maken, ok, dan mag het een regeltje meer zijn. (hooguit 20 regels). de commentaren als altijd verzekerd. Insturen voor zondag 11.00 uur.
Ha Pom, ik las iets over Cult, met het gedicht waarin MA de Jong weer eens verlaten is. Ongetwijfeld door iemand die Bekende Nederlanders afwerkt, in volgorde van binnenkomst. Ik zag het vorig jaar al aankomen, lees het hieronder. Groet weer, tot spreeks, Frans
Triomf
Ik durf het zonder blozen aan zoek de grenzen van mijn kunnen op en neuk me omhoog in de wereld van kwart Bekend Nederland
niet dat ik daar slechter van word ik kom achter kasten van deuren die doorgaans gesloten blijven lik me een geheime liefde in
en nog is het niet genoeg publiekelijk kom ik klaar in de schoot van een tv coryfee deel mijn kunst in mediapanels
triomfantelijk kijk ik de kring rond ik knijp het talent uit m’n kut
Frans Terken 2014
‘waar onheil naast de aanstoot ligt en aanstoot naast triomf, ze noemen het triomf’
triomf wel een echt cultthema. Op de achtergrond la dietrichs stem hier. Dat nivo haalt de dame in het gedicht niet. de cultstatus ook bij lange na niet. een beetje in het rond neuken om omhoog te vallen heeft weinig met cult te maken. Het is andersom – niet gek doen om op te vallen maar geadoreerd worden vanwege die exclusieve bijzonderheid die je eigen is. Dat is cult. De dame in het gedicht is meer aan het deckmoppen heb ik het idee. Laten we daar maar een nieuw werkwoord van maken: deckmoppen. Een perfect gedicht met de nodige woede geschreven én een wereldregel passend bij deckmoppen: ‘ik knijp het talent uit m’n kut’. 1000 deckmoppen op een rijtje dat is ook cult op een gegeven moment stralen ze rozeblauw uit als mariabeeldjes.
Vlaams-Waalse primitieven
Ja, dat zal zo, jawel, zo zal ik niet betogen hooguit ogen niet erbarmen breed omarmen vleugels kweken & opgaan, raadsel dat zichzelf oplost: ja ja dakeda.
Ja, dada, si merci merrie, sire mijn paard voor dit koninkrijk.
Met de avond val ik mee, met de ochtend doem ik mee op. Weg met alle gedonder, bliksem die me doorslaat, jawel, dat zal zo.
marc tiefenthal
net iets teveel de dadakant belicht lijkt me gelardeerd met de primitieven – dan krijg je een bevreemdend mengseltje waar tiefenthal natuurlijk wel de taal bij weet te vinden als geen ander. De gedichten van de tief zijn niet van de cult, tiefenthal zelf heeft inmiddels de cultstatus bereikt. Een als een zangeres zonder naam door velen afgebrand herrezen dadamonument die met de avond meevalt en met de ochtend weer opdoemt.
mooi
dan nemen we de dag zoals die komt alsof het een mooie vrouw is niet omdat er iets diepers achter zit maar omdat we het lekker vinden
dat is het mooie van aanbidding de stille bewondering voor wat we niet begrijpen
06-02-2015 – René Brandhoff
een pareltje – een pleidooi voor de lust en het leven – gewoon omdat het lekker is – het is die groningse nuchterheid die rene brandhoff hier een cultstatus verleent. Het is goed dat hij het doet – verder zou niemand op DAT idee gekomen zijn. We houden er wel een prachtig gedicht aan over. Kopland heeft er een concurrent bij.
Tweeëntwintig
Een rotzooi was hem geenszins onbekend, Twee huizen terug was hij méér troep gewend: Onzichtbaar, onbekend zelfs was zijn vloer… Ik leid u door het huis heen. Le grand tour! Een hellend dak; een bruine balkenbrij, Een douche met een keukentje erbij En beige–of oranje het tapijt: De stofzuiger was toen al maanden kwijt. Een vuilniszak, wat kleding op de vloer, Wat afwas ook, en zelfs een klein parcours Van sigarettenpeuken naast hun bak. Door ’t raam scheen maanlicht een projectievak, Daarin geconcentreerd een vies matras. Venster, bank, een raam, het schimmerplein. Pas Op de plaats. De stank. De gekte. Drank op. Daarbuiten valt een eerste regendrop. Getakkel op het plein. Een sigaret. Aan moeder denken: Wenen op het bed. Een jointje–áán die stereo; muziek! Gevolgd door platte auto-erotiek. De ogen toe, reikhalzend naar het licht Waar huist de dood, geluk…en dit gedicht.
Ditmar Bakker
bei mir bist du schön – ditmar – cult of camp? Wat een rotzooi heeft meneer weer bij elkaar weten te slepen. die frische lola even uit het oog verloren? ‘een klein parcours/ Van sigarettenpeuken naast hun bak..’ – we laten ons graag leiden aan de hand van Ditmar de hele route. Hoe je van gewone dingen bijzonderheden maakt is ditmar gegeven als geen ander. Voorbij aan de ‘De stank. De gekte.’ Maar wel even pas op de plaats. Ja we passen op alle plaatsen waar ditmar ons heen brengt. Ditmar bakker is geen cult ditmar bakker is rauwe seks verpakt in de gedichten die hij ons schenkt. Hij blijft om op te vreten. Om leeg te slurpen. Je moet alleen altijd even geduld oefenen totdat meneer de omgeving in zijn rijm heeft gegoten.
ns-dienstregeling
In Zeeland rijdt men nog met paard en wagen men is er ook zo zuinig naar verluidt dat men alleen maar warm eet op even dagen waarna men met gebed de maaltijd sluit
in Zeeland wordt ’s mans lot devoot gedragen er valt geen onvertogen woord nee zelfs geen geluid de trein heeft het station overgeslagen een Zeeuw maakt dat geen ene donder uit
in Zeeland rijdt men nog met paard en wagen.
(De NS blijft Zeeuwse stations overslaan als ze dat nodig vindt voor de dienstregeling.)
Vriendelijke groet, Raymond van de Ven
zo hebben we zeeland ook meteen op de kaart. Warm eten alleen op even dagen. Prachtig. Als we er een strenge klederdracht bij denken en porceleinen beeldjes komen we in de buurt van de cult. Hoe strenger de zeeuwse dames ingesnoerd zijn hoe culter. We gaan er natuurlijk niet voor naar zeeland – je moet ze niet in hun eigen omgeving zien. Nee op een rijtje in de nachtpaleizen van aanstoot en verderf waar de pilletjes het werk doen.
Chuck
V&D is draaideuren achter borstels terugduwend Louwman nu die Porsches inzet, uit nostalgisch oogpunt maar ook om de bank te tarten
aan de overkant, bij de Bijenkorf, zingt alle dagen van de week zijn gitaar, applaus of niet
’s nachts kraakt bot boven oud kinderhoofd zijn mond verloor alles wat misbaar was
alweer geen kerstlied het leger gaf niet thuis vannacht
toch zingt hij door en soms houd ik een hand tegen zijn hoofd, schilder zijn geheugen dan lachen zijn lippen
ik draai mij om, zie de oude deuren van V&D en Chuck, wat als die er nog zouden zijn…
Anne Borsboom
Wel een beetje veel cult zo bij elkaar. De V&D kan in ieder geval een doorstart maken – zoveel rommel zie je niet vaak bij elkaar in een warenhuis – niets meer aandoen – anne borsboom de nieuwe filiaalcheffin en de zaak loopt weer als een trein. Kijk daar komt het leger des heils reeds aangemarcheerd – alles krijgt anne voor elkaar – voor het goede doel – en dan weet zij voorheen de ballentent ook nog poëtisch op te poetsen – in alle etalages haar prachtig regels:
toch zingt hij door en soms houd ik een hand tegen zijn hoofd, schilder zijn geheugen dan lachen zijn lippen
we staan in rijen voor de deur – voor die oude deuren – ja zo zal het zijn.
Het fluisterstille moment van staal op stalen snelheid razende gedachten ontspoort en hooguit één stap tot het einde lijkt gelukzalig zo nu en dan
Geluk zit hem in kleine dingen onbegrijpelijk voor de een herkenbaar voor de ander sensationeel als een vrije val zwevend zonder parachute
De klap kom je toch altijd te boven dieper dan de bodem is alleen de weg terug enkele reis hemel na hel
Yvonne Koenderman
Vallen en opstaan – maar dan zo over de top vallen en zo over de top ook het hemelse licht weer in – dat lees je niet vaak. Yvonne breekt een lans voor de hulpverlener die zelf geheel uit het lood is geslagen en in zijn/haar kolkende emoties zijn/haar clientele de hemel in jaagt. De homeopathie van koenderman – ik ben er wel voor in. We worden toch nooit beter dan maar met een parachuutje van yvonne omlaag en op haar poezie weer omhoog.
meubilair
het achteloze savoir-faire waarmee een man van zestig jaar een opdracht op het schutblad krast gaat hem nog niet zo lekker af
nu plotseling, zoals dat heet, ‘een nieuw publiek zijn werk ontdekt’ en hij na jaren lauw applaus zomaar volle zalen trekt,
nu vier decennia te laat zijn jongensdroom bevredigd wordt door een gehoor van jonge vrouwen dat stimorols zit bloot te kauwen
en in hun leuke startersflat zijn bundel op het plankje schikt tussen de ansicht van doisneau en het cd’tje van piaf.
nu enkel nog de rietveldstoel en het is af.
Martin Wijtgaard
wel een goed gedicht, hele aardige schets, maar van de cult is het gedicht niet. een aardig tijdsbeeld waar nodig wat cult doorheen moet.
Dansant voor gerijmde geliefden
De hele dag staarden wij uitzinnig uit het raam en trokken thee als de tranen van onze synchroonhuiselijke vrede dit surrogaatgeluk om des avonds naar het bal
voor sterren en andere hemellichamen te gaan dansten wij ons naar de top van de prijzenvulkaan met de helden van de Turinglotto want met een postzegel
op de juiste ansicht word je miljonair zwermen we als motten om het licht van Ilja’s geslacht en steeds een ander meisje om mee de afgrond in te sleuren
alleen omdat je benieuwd bent hoe een berg er van onder uitziet weet dat vallen altijd nog kan zo lang je maar niet misstapt uit je maatpak scheurt.
Jolies Heij
Weinig cult aan te ontdekken of ligt het aan mij. De ik wil zo graag gezien worden feestjes zijn zooooo gewoon inmiddels. Facebook live. Nee mevrouw heij gaat aan het voorgeschreven thema voorbij. Vroeger had je fabiola om de boel nog een beetje op te tuigen in amsterdam. nu loopt brummen uit in maatpak. Over het geslachtsorgaan van zweethoofd pfeiffer zullen we maar zwijgen. niet gek doen om op te vallen maar geadoreerd worden vanwege die exclusieve bijzonderheid die je eigen is. Criterium niet gehaald.
gerben
zijn naam betekent speer van de beer hij is dus niet meer dan een varkenslul u weet zo een met een krul
die zich vastdraait in de zeug ook als zij tegen heug en meug de poten spreidt
zijn piepend zwoegen lijdzaam in het kleinste gaatje ondergaat en blij is als hij weer de stal uit glijdt
ml
aan het criterium – te excentriek, te bizar, controversieel of anti-establishment om door de meerderheid van het publiek te worden geapprecieerd – voldoet max met menig gedicht – en dit is er ook eentje. Voor cult ga je even goed zitten. Eens even kijken wie max vandaag te pakken neemt. En ja hoor daar gaat gerben de lucht in. Het ‘jaaaaaa verfpoppetjes…..’ klinkt niet veel later – zo vult max met sonore stem de ruimte. En zo trekken de klassieken een voor een voorbij. Het personage moet heel dicht bij zichzelf blijven – moet het vooral ook menen – en het selecte publiek (de ergernis voorbij) gaat er eens even lekker voor zitten. Max komt heel dicht bij de eretitel cultheld. Aan het criterium ‘”zo slecht dat het weer goed wordt” voldoet max echter niet, wil ie ook niet aan voldoen. Dat staat hem in de weg.
‘Heb je even voor mij’ hij plakt zijn wijsheden op tegels in de veel te kleine ruimte: 24 uur
Zij vult in haar eentje heel Carré twee hele avonden lang zal ze leve en iedereen zingt mee
Hij gelooft in haar en koos het luchtruim Is nu een echte ster geworden verlengd tot in der eeuwigheid
En hij mag ook weer las ik gisteren in de krant lekker op een bed met rozen vlij ik me naast hem neer
morgen zet ik koffie voor hem in die saaie koffiepot van V&D en die bewaar ik goed
Anke Labrie Bauer en afgeleiden van Hazes en Bon Jovi
een aardige poging anke. maar zo tussen de helden lerou en belmer word je vermalen kind – je had het niet slechter kunnen treffen met de plaatsing van je gedicht. je ziet dat de heren lerou en belmer dat specifieke en zo eigen ‘door alles heen’ die door alles heen mentaliteit tot op het bot beheersen – daar staan wij – wij kunnen niet anders – als onschuldige basisschoolkinderen bij te kijken.
Leed en ellende
Zij was er gedwongen met hem mee te gaan zojuist van de schoolbank, bij moeder vandaan Ach vadertje riep zij, wat heb ik misdaan Wil niet met die man mee, hij staat mij niet aan.
Haar vader, één snodaard, hij lachte haar uit Met hem zul jij mee gaan, jij wordt er zijn bruid Hij heeft haar genomen met al zijn brute kracht Zij kon zich niet verweren, zij was in zijn macht.
Negen maanden later toen kwam het kind er uit In het stijfselkissie lag een kleine spruit Toen vader dat hoorde sprong hij door een ruit en kwam een meter lager in z’n voortuintje uit.
Leed, leed, leed en ellende Pijn, pijn, pijn en verdriet Het was in haar leven een bende Met droge ogen zingen kan ik niet.
Ger Belmer
Het criterium lerou: Het personage moet heel dicht bij zichzelf blijven – moet het vooral ook menen – en het selecte publiek (de ergernis voorbij) gaat er eens even lekker voor zitten. – geldt ook voor ger belmer. Maar dan heel anders. Onze zangeres met een naam ger belmer gelooft zo erg in zich zelf dat ie erbij glimt. Hij vindt het zelf ook mooi! Neemt zichzelf bloedserieus. Is max lerou nog op weg – ger belmer is al bijna de vlees geworden cult held voor zijn publiek. Verder dan max en ger kunnen dichters niet uit elkaar staan. de instelling van ger levert op termijn toch de grootste kans op om door te breken als cultheld (buiten purmerend). Hoe trots hij ook is – nog steeds en overal waar hij optreedt te horen – dat hij ooit voor conny vanden bosch een nummertje schreef – draagt bij aan de nationale status die inmiddels in de purmer al is bereikt. Het – de definitieve cultstatus – wordt in gers geval wel een race tegen de klok. Hij zou daar een prachtig liedje over kunnen schrijven. In tegenstelling tot max voldoet ger ruimschoots aan het criterium: “zo slecht dat het weer goed wordt”. Bij ger vergeleken is max nog een kleine jongen. Nee met ger zijn we niet ver af meer af van een definitieve cultstatus – hij voldoet óók aan het derde cult criterium – niet gek doen om op te vallen maar geadoreerd worden vanwege die exclusieve bijzonderheid die je eigen is. Wel voldoen aan alle criteria van een cultstatus en dan nog die niet te hebben bereikt. tragiek! Zoveel droefheid maakt ger naar ik vermoed vandaag tot de enige echte en ware cultheld. Aan zijn gedicht kan het niet liggen.
Het was met recht een klote week. Vanaf het moment dat de politie voor de deur stond, we het ziekenhuis inliepen niet wetend wat aan te treffen tot de gezamenlijke nacht van moeder ziek op de bank en dochter op bed in de woonkamer. En toch…eigenlijk was die week zo slecht nog niet. Als je alle narigheid, angst en ellende op een hoop gooit viel het eigenlijk wel mee. Een steunende dochter en kermende moeder in één kamer zorgt naast bezorgdheid meer vanuit dochters kant naar haar moeder ook voor humor. “Ik heb je nog nooit zo vaak horen vloeken mam” was eigenlijk al genoeg om tussen de pijnscheuten door te lachen, vooral als het antwoord was ” stap dan ook uit dat verdomde gips en help me even. Het waren enerverende dagen met angst blijheid, angst opnieuw, want die rotpijn lijkt toch wel heel erg op toen het vorig jaar fout ging, troost door een onverwacht lief kaartje van Troost vol troost, hoe simpel ook en dan verlaat door het leed de uitzending van Dorrestein en Bergsma. Eentje vol kommer en kwel en laten we niet vergeten zelfbeklag. Stella heb ik al eens mogen ontmoeten op een Ongehoord moment, mooi mens en lekker gebekt of dat nu qua zang is of qua verhalen, maar dan wel met dat kwetsbare randje. Met Hans zou ik me best wel kunnen vermaken denk ik, zomaar ergens in de natuur en stilte genieten van vogels en verhalen of juist de stilte die dan weer genoeg zegt. Conclusie van deze week…we krabbelen weer op zoals altijd, ik iets sneller als dochterlief. Het leven is nog steeds mooi, zelfs met zijn dieptepunten, of misschien zelfs wel daardoor. Een glad en zacht glooiend bestaan kan heerlijk lijken, maar wordt misschien al gauw dodelijk saai…
Godverdomme God ver domme ik God ver van mij en domme ik op zoek naar…. wat?
Ha Pom, Zondag jl. in Eijlders heb ik dit gedicht voorgelezen. Ik had het speciaal voor jou gemaakt, maar zag je niet.
Als je zo gek bent mijn gedichten mooi te vinden, ben ik zo gek om een vers voor je te maken!
Love Karel
.
Voor Pom Wolff Mistschreeuw/roestblad. (Alzheimer)
Verdwenen uit het beeld Opgelost. In blauw bloed verdronken. Mooie ogen vol onbegrip, zinnen uit een hiernamaals, wellicht. Grote honden namen je mee, wolven kwamen uit de wouden en renden door de vlakte van mijn ziel. Tanden flikkerend in het maanlicht. Er viel iets op de grond maar het licht was uit, je schreeuwde we konden het niet meer vinden voorlopig dacht ik. Maar het duurde langer. “Als ik je niet meer herken, houd ik nog steeds van je.” zei je. Je gilde: ”Karel!!!” Ik zat slechts 50 centimeter van je vandaan. Een mistschreeuw. Troost bestaat niet meer voor mij. een Titanic vol is vergaan naar een troosteloze bodem. roestbladeren. Nu houd ik alleen nog van regen, liefst bakken vol. Doe geen jas meer aan. Op welke bodem ben je dat ik je niet meer kan opduiken? Had al mijn zuurstofflessen voor jou gevuld met liefde Geeft niet in het Rusthuis bezorgen ze jouw krant ook. En smeren een bruine boterham voor jou, omdat ik kwaad werd over zoveel witbrood. Wilt u Hier niet schreeuwen meneer?” “Rustig aan, we horen u wel!” “Mijn vrouw houdt niet van Bingo!” “Dat komt wel meneer!” Een man op jouw afdeling lijkt op de Hulk, maar hij heet eigenlijk Rinus alleen hij weet dat zelf niet meer en hij krijgt nooit bezoek. Ik heb mij gemeld als zijn zoon en hij groet mij, kan opeens weer praten. Ligt niet meer de hele dag tussen dood witte lakens. Heeft U wel eens geprobeerd ‘lieve schat,’ tegen iemand te zeggen, zonder dat U het meent?? Verpleegsters kunnen dat heel goed, zit in de cursus inbegrepen. We zien elkaar in de hemel guys! Daar is geen Alzheimer en geen bingo. Hier wel!
Het moet ergens tweede helft jaren negentig van de vorige eeuw zijn geweest. Ik dronk vodka, omdat Guggenheimer dat ook deed. Hij was mijn fictieve held, geschapen door Herman Brusselmans. Guggenheimer had alles voor het grijpen en dronk doorlopend vodka, zonder dronken te worden. Dat probeerde ik dus ook. Knetterlam werd ik ervan. Maar ik durfde alles, vergat de grenzen van het betamelijke en ook voortdurend de dag van gisteren. Er was dan enkel een grauwe morgen met een houten kop en onvaste benen en één verlangen. Dat maakte het leven simpel. Drinken, vergeten en opnieuw. Tussendoor gloorde hoop en maakte ik mezelf wijs, dat ik net zo cool als Guggenheimer zou zijn. Het verschil was echter dat ik een echte persoon was en hij slechts een hersenspinsel.
Op een zaterdagnacht belandde ik in de ‘Blauwe Vis’. Dat was de plek om te zijn en er heerste een sfeer alsof alles kon. Zo’n atmosfeer is zelden echt, maar je beeldt je wat in om toch die droom levend te houden. Drank helpt daarbij. Het helpt je ook te vergeten hoe je je echt voelt en je gedurende de slaap de desillusie van de vorige nacht te wissen, zodat het in de ochtend lijkt alsof je weer helemaal opnieuw kunt beginnen met een schone lei. Na vijf vodka’s had ik dan ook een solide plan. Ik zou me gedragen als een echte man. Blijkbaar wierp dat zijn vruchten af. Op een gegeven moment zat ik aan de bar op schoot bij een knappe, jonge vrouw met grote borsten. Samen dronken we vodka en zoenden. Precies zoals dat echte mannen natuurlijk overkomt. Vervolgens was het een kwestie van geld tellen, waar ik altijd ontzettend slecht in ben ik beschonken toestand, en we waren onderweg om een taxi te pakken naar haar studio aan de Jagthuisstraat.
Daar aangekomen was de muziekkeuze aan mij. De keuze viel op David Bowie. Terwijl ‘Diamond Dogs’ uit de speakers knalde, rolde ik een zwart condoom af en bracht mijn aanzienlijke lid bij haar naar binnen, terwijl zij sensueel schuddend, haar grote begeerlijke billen naar achter stak. Het was hangen en wurgen om een hoogtepunt te bereiken met zo’n berg drank achter de kiezen. Hoe dan ook brachten we het spel tot een einde en ergens daarop moet de slaap gevolgd zijn. De volgende morgen scheen er een flets licht de studio in. We maakten niet veel meer klaar. De drank van de vorige avond maakt plaats voor een andere blik. Voor andere prikkels. Zij bleek een stijlvolle, mooie vrouw en ook nog eens een begiftigd kunstenares. Veel te goed voor een alcoholistische leegloper zoals ik. En dat wist ze zelf ook wel.
Ik trakteerde haar nog op een ontbijtje bij café Rotterdam, en daarna namen we koeltjes afscheid en was het voor mij tijd om in een toestand van aanstaand delirium in te storten. Ik beeldde me tijdens wat koortsdromen in dat ik verliefd was. Die spijt van niet volledig kunnen op gaan in van een moment van intimiteit. Het leven is geen boek. Met de kater kwam ook weer de depressie. Ik moest haar weerzien. Ik kon haar niet laten lopen. Ik schreef haar na drie borrels een brief waarvan ik niet meer weet wat ik erin zette. Onderweg van mijn werk naar huis de volgende dag zette ik mijn wagen aan de kant en belde haar om mijn liefde te verklaren. Dit werd gelaten aangehoord. Ik begon te snikken, terwijl ik als een echte zielepoot dacht mijn hart uit te storten. De verbinding werd verbroken en ik jankte als een kind in de regen. Er stopte een politieauto voor me op de vluchtstrook. Een agent stapte uit en vroeg me of het goed ging. Ik zei van niet en nog wat onsamenhangend, zelfmedelijdend gebrabbel. Meewarig keek hij me aan, schudde zijn hoofd en liep zonder nog wat te zeggen terug naar zijn wagen en reed door.
Gelukkig zijn er altijd mensen, die verstandig genoeg zijn je op het juiste moment in de steek te laten. Die je een keuze geven, die je jezelf niet gunt.
7 daadwerkelijk door mij gevoerde gesprekken (of delen daarvan) tijdens mijn carrière als telefonisch klantenservicemedewerker.
IK: Goedemiddag, u spreekt met Ditmar Bakker. Waarmee kan ik u van dienst zijn? KLANT: Wat een rare naam! IK: Toch zal ik het ermee moeten doen, mijnheer…
***
KLANT: Maar…hoe moet ik dat formulier dan invullen?! IK: Met een pen, mijnheer.
***
IK: Goedemiddag, u spreekt met Ditmar Bak- KLANT: *woedend geschreeuw* IK: Gggoed. Heeft u uw postcode en huisnummer voor mij? Dan ga ik kijken waar het probleem zit… KLANT: *woedend geschreeuw met ergens daarin nummers* IK: Ik heb uw gegevens gevonden! Wat kan ik voor u doen… KLANT: *schreeuwt* IK: Goed. Een ogenblik alstublieft. *muzak* IK: U belt over het beëindigen van de aanvullende verzekeringen misschien? KLANT: JA *woedend geschreeuw* IK: Dat heeft te maken met de betalingsverplichting waar u niet aan voldaan heeft, en… KLANT: HOU JE KANKERBEK! IK: Goedemíddag, mijnheer! *klik*
***
KLANT: Ik krijg een brief waarin staat dat niet het juiste document is ingestuurd! IK: Ik ga even voor u kijken. *muzak* IK: Ik zie dat u een begeleidend schrijven, maar niet de originele nota hebt ingestuurd. KLANT: Maar wat is dan het verschil tussen een document en een nota?! IK: Wacht even. *pauze* Elke nota is een document, maar niet elk document is een nota. KLANT: Geef mijn portie maar aan Fikkie!
***
IK: Goedemorgen, u spreekt met Ditmar Bakker. Waarmee kan ik u van dienst zijn? KLANT: Ik wil graag een nieuwe zorgpas. IK: Mag ik dan uw postcode & huisnummer, dan pak ik uw gegevens er even bij. KLANT: Nee.
***
IK: Een ogenblik, mevrouw. Ik ga de ingediende nota’s er even bijpakken. KLANT: Das is gut, schatz. Voor jou hab ik alle zeit. Niet für die waiven. IK: … KLANT: Zullen wai één bank beroven? IK: Mevrouw! U spreekt met een vertegenwoordiger van het Zilveren Kruis!
***
KLANT: Ik bel voor mijn dochter. Die heeft bedacht dat ze wel naar de sportschool wil om af te vallen en dat de verzekering daar vast een vergoeding voor heeft. IK: Ik betwijfel het, maar ga het graag voor u na. KLANT: Ja, het is een pubergril, maar ik heb beloofd om te bellen, dus dat doe ik dan. IK: Snap ik helemaal, mijnheer. Een ogenblik. *muzak* IK: Mijnheer? KLANT: Ja! IK: Er is inderdaad geen vergoeding voor sportscholen…maar ik heb wel een gedeeltelijke vergoeding gevonden… KLANT: Ja? IK: …voor het ‘Dikke Maatjes’-kamp! KLANT: … IK: Een recreatiekamp dat specifiek gericht is op het begeleid afvallen van jongeren in de leeftijd van 13-17 jaar, waarbij voedseltrainingen en begeleid sporten wordt aangeboden. KLANT: … IK: Dus misschien zou dat iets voor uw dochter zijn! KLANT: Ik zal het aan haar doorgeven. IK: Heeft u verder nog vragen? KLANT: Nee, was duidelijk. Dankuwel. IK: Dan heeft u gesproken met Ditmar Bakker en wens ik u nog een fijne middag toe. KLANT: U ook. Dahag! *klik* IK: Ik ga naar de hel. *tuut* IK: Goedemiddag, u spreekt met…
Hoi Pom, Mijn thuiskomst na het bezoek aan de dichtersmarathon in café Eijlders bracht me tot dit tekstje. In de bijlage, groet, Merik
Dichtersmarathon in café Eijlders
Na het feestelijk samenzijn in café Eijders en de enthousiaste verwelkoming thuis door hondje Betty, wist ik ineens zeker: mijn pet lag nog in Eijlders, mijn grijze pet, voor een prikkie gekocht op de Albert Cuyp.
Er zat niets anders op: maandag bellen en informeren of de pet gevonden was.
Maar gelukkig zag ik hem liggen gewoon op de hoedenplank, boven de jassen, ik was hem niet vergeten, mijn grijze pet.
Ik schonk nog eens in, de maan rees boven de huizen, het was een perfecte dag.
Merik van der Torren
In café Eijlders heeft er op zondag 25 juli 2021 een Dichters Marathon plaatsgevonden ter gelegenheid van het 80-jarig jubileum van hetzelfde café. 85 voordragende dichters hebben op de trappen van dit illustere etablissement gestaan om met al hun krachten deze prestatie te leveren. Dank aan de volgende dichters: Gwedolyn Rammeloo, José Aerts, Marijke Hooghwinkel, Kees Godefrooij, Nellke Lamme-den Boer, Chatfant, Jan Willem van Hamel, Jan Wagenaar, Stanislaus Jaworski, Louis van Londen, Robin Veen, Marije Hendrikx, Harry Oonk, Hiltje Hettema, Gert de Jager, Petra Fenijn, Maarten Douwe Bredero, Tine van Wijk, Kat Kreeberg, Karel Wasch, Rita van Loon, Bob Kalkman, Barney Agerbeek, Odile Schmidt, Junior van Rijn, Kees Leeuwerink, Renate Spierdijk, Ton Houtman, Paul Roelofsen, Adri Menheere, Paul Lokkerbol, Dave Bouw, Gerard Vroman, Loes Raymakers, Juan Tajes, Marlou Visser, Koos Hagen, Depipro, Melvin van Eldik, Christiaan van der Heijden, Marten Janse, Merik van der Torren, Remy, Mirjam Al, Eric Jansen, Amanda ten Cate, Ernest Kramer, Jeroen Sloof, Wim van Til, Seraphina Hassels, Anne Nederkoorn, Jolies Heij, Babak, Aurora Guds, Martin Wijtgaard, Michiel Matthes en Martin Aart de Jong.
Het leek wel een romance die daar over de golven deinde
Het leek wel een romance die daar over de golven deinde met oesterduiken in een afgelegen baai en oesters eten op een verlaten strand
heel zacht drukte ze haar vinger in de oesters schaal: ” tsja, ’t is net een vagina “
daarna was het wind en water in de zon en over zee terugzeilen naar de haven waar hij na afloop vond: ” dat ze samen en dat ze ook en wat zij zei….
dat stuitte op een misverstand kortaf bitste ze toen terug: ” als je voortaan nou es beter kijkt “ en nogal verongelijkt: ” en jij, jij kan dat zonder spiegeltje ”