Petra Maria wint de enige echte virtuele – het grote vakantiegevoel – trofee op pomgedichten – Ien Verrips zilver, Frans Terken brons

–>
toen ik het las wist ik het. ik heb goud in handen en dat is niet anders geworden in de loop der dagen – wat een prachtgedicht van petra maria. hier onder de hibiscus straal ik en bloei ik op als de bloemen om mij heen. ‘vergeten regen’ prachtig prachtig prachtig. een levensverhaal vol elementen waar dichteres heel gepast afgepast en zo ontzettend poëtisch over kan schrijven. het is werkelijk een prachtgedicht. zo lees je ze niet veel in dit weer maar ook niet in ander weer. ik kom er niet over uitgesproken hier in de tuin. petra maria heeft goud in haar handen met dit gedicht, we zijn getuige van een gouden dichterschap. van harte petra maria.
 


VRIJ

warme zwoele dagen
en vergeten regen
als het maar
ver van huis
gezichten
met nieuwe vragen
zijn

is het nog zomer
thuis
staat de schutting
tussen de
herinneringen
waait de kersenboom
met de holle winden

in de zoute golven
spelen
kindervoetjes
van verleden
veilig in de armen
van wapperende
zomerjurken

het gevoel van voorbij
wacht geriefelijk
achter de voordeur
de onmin ligt nog
op de mat
laten we de koffers
toch maar niet, nee

Petra Maria
het jurybankje onder de hibiscus
  • Frans Terken: in bakken met ijs koelte
  • Petra Maria: warme zwoele dagen en vergeten regen
  • Rik van Boeckel: de wind hoor haar waaien langs takken
  • Ien Verrips: poes ligt voor dood
kunstwerk muurschildering peter posthumus

wie wint de enige echte virtuele – het grote vakantiegevoel – trofee op pomgedichten? naar aanleiding van een berichtje van peter posthumus en zijn kunstwerk het thema van deze week: het grote vakantiegevoel. aan de dichters de vraag laat ons delen in uw grote vakantiegevoel – zodat we er in deze nare tijden vrolijk van kunnen worden – al is het maar de vrolijkheid van een gedicht lang!! peter schreef:

Hoi Pom, Ik ben druk bezig met zomerse activiteiten o.a. met het maken van een muurschildering ( zie bijlage ) en met het wat om me heen kijken hier in Denemarken. Tot september komt er wrsl. heel weinig van. Ik kom denk ik ook niet 23 augustus naar Ruigoord ( rebellenclub ). Laat het allemaal wat van de tweede golf corona in Nederland afhangen. Wil de komende tijd voor zover die strekt ook gebruiken voor de productie van een nieuw bundeltje ( op afstand ). Je hebt het denk ik al begrepen, ik schort mijn bijdragen aan de site even op tot september. Tenminste ik ga er vanuit dat ik dan weer welkom ben.
VI ses, peter ‘

ach u kent de regels: de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.


en ook dat
 
weet je nog dat we in vinkel liepen
langs de randen van ons onvermogen
het alleenrecht op onzekerheid
dat we deelden
 
er hoorden dagen bij
de lippen van de nacht toen we
te weinig nog en dronken van de scherven
de ruimte niet begrepen
 
er was vuur in de tuin in de regen
een vrouwenbeen hing in een boom
te overleven, jij leed aan orde
ik aan aarde, er was applaus
 
de wereld zwijnde
en varkens paarden schatje
zo leek het toch nog ergens op
de liefde stal iets van de oorlog
 
als een dichter van de woorden
dood van leven
in een ver veroverd land
we moesten lachen en ook dat verging
 
pomwolff
Dichter bij het ijs

Hoe je in een warm oord
zonder een woord niksigheid nastreeft
en ontdooien van dagelijkse sleur

in bakken met ijs koelte zoekt
voor het verhitte hoofd en
vermoeide voeten te rusten legt

gedienstige tafeldames schieten
met tropische versnaperingen toe
een wuift een waaier van palmbladeren

en jij ziet dat het goed is
onder de hoge zon aan de hemel
heb je aan een handbeweging genoeg

telt koel je zegeningen en
de restwaarde van je voucher


© FT 07.08.2020

–>
zeer geestige wending in de slotregel – als een Ien verrips hieronder de toestand in de wereld én in ons kikkerlandje beschreven. kunnen we rustig aan Frans over laten. het is dat ik niet vlieg en ook geen last van vouchers heb die uiteindelijk van weinig waarde zullen zijn. of de maatschappij is failliet of je kunt er volgend jaar nauwelijks nog meer naar Brussel vliegen – dat wordt bijbetalen zoveel is zeker. Frans legt op een zeer aangename wijze de maatschappij bloot in dit weer. doet u mij die dame maar met wuivende palmbladeren mijnheer! brons voor Frans
Het ritme van de natuur

Op het ritme van de natuur
dans ik door de Vogezen
zing: laat de bossen winnen
speel de snaren van de groene harp
met de magie van de poëzie
van Vittel tot Darney en Ecolonie

laat de natuur winnen
laat de bossen met rust
wandel op het ritme van de wind
hoor haar waaien langs takken
bladeren groene aderen van de lucht

oh wind oh adem der natuur
verbind de dagen met de weken
zing dat de bossen winnen
laat de snaren zuiver trillen
kus alle monden met het water
dat de tijd verdraagt.


Rik van Boeckel
Ecolonie . Vogezen. Frankrijk

5 augustus 2020

–>
rik deed zijn reisverslag en verslagen al eerder op de pom. gedicht past prima bij het thema. waar rik is is poëzie en is muziek. en verrassende regels: het water dat de tijd verdraagt. mooi hoor. als je rik van boeckel leest word je altijd vrolijk. dus alle depressieven in dit land, laat aan de dokter de pillen, laat de zomer de zon, drink een paar regels rik van boeckel, dans op het ritme van zijn woorden en de hibiscus zal ook weer in jou bloeien – zo dat de wereld weer een beetje te doen is.

poes ligt voor dood
stikkend
in de hitte
van de snikkend
hete zomerdag
trilling van de lucht
is alles
wat beweegt
 
ook ik hou me gedeisd
 
straks
als de zon
ondergaat
halen we weer
opgelucht adem

Ien Verrips

–>
keurig gedaan Ientje. zo is het. geen woord te veel geen woord te weinig in dit weer. prima gedicht. en och arme poes toch. terwijl de vogeltjes zo kwiek in dit weer van appelboom naar appelboom huppen. nou ja in de tuin van uw webmaster doen ze dat. webmaster gedoken onder en bij de hibiscus die in volle prachtbloei staat te glimmen. hoe dan ook erg blij met de realistische blik van Ien op het hete zomerse gebeuren. vanavond haalt ze weer opgelucht adem. lezen we. dan kom ik wel even langs om de witte gekoelde wijn daar achter in het noordhollandse tot mij te nemen. ik zeg een mooi gedicht ik zeg zilver – ik zeg gefeliciteerd Ien.

Share This:

VON SOLO in contemplatie uit een: ‘Een bekende schrijfster vertelde hem ooit, dat hij best met honderd andere vrouwen naar bed zou kunnen gaan, maar dan zou hij dat niet moeten doen om alleen te neuken, maar ook om te praten en vooral te luisteren…’



Voor sommige gesprekken is er nooit het juiste moment.

Ze fietsten door de polder. De zon scheen en voor het moment van de dag waren er weinig amateur wielrenners die de rust verstoorden. Hij vertelde haar al fietsend, wat ze al wist over hun intieme omgang. Zijn idee, dat hij lang daarvoor te veel druk op deze omgang had gelegd. En dat hij daar spijt van had. Dat hij graag met een schone lei zou beginnen. Naar haar wensen wilde luisteren. Hij had niet door hoeven praten, maar een paar overbodige woorden van verontschuldiging ontsnapten hem nog, om de stilte naar een antwoord te overbruggen. Ze vertelde hem, dat ze meer tijd moesten maken. Dat het goede moment er telkens niet was. Dat hij de voorwaarden zou kunnen scheppen. Hij wist voor zichzelf dat de boodschap op dat moment verloren gegaan was. Het was weer niet het juiste moment geweest
 
Een bekende schrijfster vertelde hem ooit, dat hij best met honderd andere vrouwen naar bed zou kunnen gaan, maar dan zou hij dat niet moeten doen om alleen te neuken, maar ook om te praten en vooral te luisteren. Dat zou erg leerzaam zijn. Maar hij was niet met honderd andere vrouwen geweest. En had enkel geluisterd naar de stemmen in zijn eigen hoofd en de stem van zijn eigen vrouw. Die zweeg door te spreken in banale alledaagsheden en facilitaire voorwaarden. Had hij nu werkelijk nooit geleerd te luisteren? Was hij doof geworden voor wat ze zei, of was de stilte achter de praktische woorden de grote ontdekking die wachtte? Hij besloot dat hij zou wachten. Na zoveel jaren samen was er geen enkele reden om te haasten meer met wat dan ook.
 
Dromerig draaide hij zich om. Daar lag ze, met een lach op haar gezicht, de ogen nog dicht. Een warm gevoel trok door zijn buikstreek en hij voelde bewust zijn rustige ademhaling. Het gouden licht van een voorjaarsmorgen viel door de stoffige ramen en verspreidde een filmisch gele gloed door de kamer. Dit moest een deel van de droom van zijn jeugd zijn. Een fragment van een verhaal dat al levende geschreven werd. De antwoorden op alle onbeantwoorde vragen lagen nog geen meter van hem af. En hij luisterde naar al wat in de stilte van haar besloten lag. De volgende morgen werd hij ergens anders wakker.
 
 
Een mens is incompleet.
Dat kun je belijden.
Er zal altijd iets zijn, dat ontbreekt.
Waarnaar je heel hard kunt proberen te zoeken.
Of erin berusten.
Dat het nooit het één zonder het ander zal zijn.
VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl 
 

Share This:

Rik van Boeckel viert de VOGEZEN

Het ritme van de natuur

Op het ritme van de natuur
dans ik door de Vogezen
zing: laat de bossen winnen
speel de snaren van de groene harp
met de magie van de poëzie
van Vittel tot Darney en Ecolonie

laat de natuur winnen
laat de bossen met rust
wandel op het ritme van de wind
hoor haar waaien langs takken
bladeren groene aderen van de lucht

oh wind oh adem der natuur
verbind de dagen met de weken
zing dat de bossen winnen
laat de snaren zuiver trillen
kus alle monden met het water
dat de tijd verdraagt.


Rik van Boeckel
Ecolonie . Vogezen. Frankrijk

5 augustus 2020

Share This:

Merik van der Torren over de buurman in de pijp: ‘die altijd timmerde, zaagde en boorde dat je geen muziek meer hoorde,…’


Hoi Pom,
 Een fantasietje over mijn buurman uit de Govert Flinckstraat, voor pomgedichten, in de bijlage, groet, Merik

 
Gerucht

Die onderbuurman
die altijd timmerde, zaagde en boorde
dat je geen muziek meer hoorde,
 
die buurman in die oude buurt de Pijp,
rende er op een dag vandoor,
omdat een man hem tegemoet kwam lopen,
eentje uit de Badcuyp.
 
Hoe het afgelopen is, weet ik niet.
Ik kwam hem laatst nog tegen.
Hij vroeg: “Alles goed ?”

Merik van der Torren

Share This:

Lisan Lauvenberg onthult na zoveel jaren uit het boekje van krokodillenleer: ‘Ik loop je Ik denk je Ik droom je Ik dwaal met je.’


Mijn mond herhaalt jouw glimlach
en de licht cynische blik
die je meestal draagt
voel ik vaak in mijn ogen.
 
Ik loop je
Ik denk je
Ik droom je
 
Ik dwaal met je.
Schop je heen en weer
tussen al die andere gedachten,
die mij moeten herstellen.
Ik raak je niet kwijt.
 
Ik voel je
Ik hoor je
Ik zie je
 
Ik zie je anders
dan toen
we kusten in de stad.
 
Ik zie je liever niet
als je
schichtig nu
voorbij schiet.
Lief
 
© Lisan Lauvenberg
1987
Gepubliceerd Viva 1988


 


Ik kwam een boekje tegen, een ringbandje dat ik ooit kocht in Italië, omdat ik vaak overliep van de vele zinnen die in mij opborrelden. Het heeft een kaftje dat lijkt op krokodillenleer. Ik werkte toentertijd in de Nes en in de zomers vaak op festivals met maffe Amerikaanse acteurs. Veel reizen, veel wachten, veel idiotie, omdat de acteurs liever stoned waren dan op het podium stonden.
In het boekje staan losse flarden en aantekeningen voor nieuwe stukken en de ergste gebeurtenissen. Maar ik heb mijn vriendin waar ik mee samenwerkte beloofd om daar nooit meer over te spreken.
Tussen alle rommel staat dit  bovenstaande gedicht.
Ik heb het dus opgestuurd naar de Viva en het werd geplaatst! Ik kreeg 75 euro voor de publicatie, wat een bevriende dichter veel vond, zoveel had hij verdiend met zijn hele bundel. (Ik noem geen namen)
Ik wist toen, of nam toen aan, dat ik geen serieuze poëzie schreef, maar Viva poëzie.

Maar nu 33 jaar later klinkt het nog steeds fris en ritmisch. Ik weet niet, nog steeds niet of het poëzie is. Maar het is helder. Bij Festina Lente werd het gezien als een slam gedicht.
Maar alleen ik, ken de man, het deel van de stad en het gevoel dat ik voor hem had.
Liefde verdwijnt in een wonderlijke leegte. Maar deze woorden brengen het gevoel weer tevoorschijn, over de verdwaasdheid en de wanhoop die ik toen  had.
 
© Lisan Lauvenberg
4 augustus 2020

Share This:

Anne van Walravens brief voor de dinsdag: “eenzaam zijn we toch wel…’ – (vanmiddag Lisan Lauvenberg op de pom met zeer persoonlijke ontboezemingen)



Verheerlijk maar, 
die binnensmondse klinkers
tijdens je zoveelste ziel verdovende dinertje. 

Leef je maar uit op het terrasje, 
terwijl je zwijgend in je herinneringen reist naar vroeger.

Houd maar van elkaar, levenslang, 
zoals je handtekening heeft beloofd.

Vergoddelijk het idee
dat je niet alleen bent. 
Betreur de alleenstaande. 
Verfoei het vonnis in stilte, 
eenzaam zijn we toch wel. 


Anne van Walraven
@annevanwalraven

Share This:

waddenmeisje Karin Beumkes groet, leeft, vloekt, erft en ontmantelt – de maandag van beumkes op pomgedichten punt nl

Aloha dichter
Hier is een bericht van het Waddenmeisje. Wees gelukkig en leef.
Al mijn liefs
Karin


Vloek

Een stapel viskisten tegen een muur
onbegaanbaar terrein, humusgeur en wilde bessen
en op een dag telde ik de flessen
meters gedistilleerd heeft hij gedronken
de brandnetels proeven alcoholachtig naast de schuur

wij wisten er allemaal van
een geheim, een vloek die kroonkurk
in ons gebotteld om ooit knal te gillen
wij hadden een granaat geërfd
die in ons verborgen lag.

Karin Beumkes

The Dubliners – Seven drunken nights https://youtu.be/5CWIIoSf4nw

Share This:

Frans Terken wint de enige echte virtuele roelof hartplein trofee op pomgedichten – Cartouche zilver, Petra Maria brons.

  • Frans Terken: koester de schatkist in je hoofd
  • Petra Maria: en we noemen het vrijheid verdomme
  • Cartouche: maakt dit hart, dit plein de mens

een verwoede strijd om de eremetalen goud zilver en brons deze week tussen de finalisten. de zondagochtendwedstrijd starten we langzaam maar zeer zeker weer op in deze maand augustus. in tijden van covid kunnen we niet zonder poëzie. het goud wordt gereserveerd voor Frans Terken. de wijze raad geschreven op het roelof hartplein 2020 zelf – nou ja zo lijkt het – in poëzie gelegde woorden vandaag in het zonnetje. doen we Cartouche zilver om zijn laatste 6 regels en Petra Maria brons – oprechte woede nooit weg in deze wereld die ze nederland noemen.


wie wint de enige echte virtuele roelof hartplein trofee op pomgedichten?
een eerbetoon aan de dichter  jan arends zou het kunnen zijn (‘Ik vraag geen mensen bij mij thuis. Ik weet dat wie koffie bij mij drinkt zich later ophangt.’ – Jan Arends)  die net voor zijn lunchpauze in 1975 dacht ik in vogelvlucht de wijk nam, of een eerbetoon aan de huidige wapperende vlaggen, wellicht een eerbetoon aan 020 of aan het grand café Wildschut tegenover de openbare – of z omaar een plein in zomaar een stad waar u nog zonder mondkapje kunt oversteken of moet wachten op de tram – op lijn 3, lijn 24. lijn 5. aan het Duivelseiland gelegen, bij het museumkwartier en bij de pijp ons aller roelof hart plein in het zonnetje. vernoemd naar de geneesheer en filantroop Roelof Hart 1837-1892. zomaar een plein zomaar een thema u kent de regels: de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.



het was zoiets als honderd uit
zoals ze over de dingen vertelde
maar toch ook
alsof ze nog geloven moest
in de woorden die ze sprak

én hoe ze langzaam weer in zich zelf verdween
onherbergzaam, wreed alleen

 
pom wolff

Dichter bij de mast

Zie de regenboog in top
geen mast waaraan je nu wilt hangen
er valt nog zoveel goud te vinden

neem er op tijd een kop koffie bij
even uitrusten van het gezwoeg
dat de tredmolen van je vraagt

en mijd de drukte de priemende ogen
van de meute die je op de hielen zit
ook daarvan ben je niet gediend

koester de schatkist in je hoofd
hijs zelfs de magerste woorden hoog
druk ze behoedzaam aan je borst

dat ze gestaag in het ritme wapperen
van het standvastig kloppend hart

© FT 31.07.2020

–>
aan de inmiddels imposante reeks ‘dichter bij..’ voegt frans terken deze week een mooie toe. het lijkt erop dat de dichter plaats heeft genomen op het terras van café Wildschut tegenover de openbare bibliotheek gevestigd in het wooncomplex  aan  het roelof hartplein – hartje amsterdam –  ik dacht toebehorend aan woningbouwvereniging ‘de samenwerking’. een mooie plaats voor goede raad die hier de lezer – en wellicht ook posthuum ‘de psychiatrisch gestoorde mens’ Jan Arends – de dichter/schrijver – gegeven wordt. ‘koester de schatkist in je hoofd’ een prachtige regel in het gedicht en zo vreselijk van de eenvoud dat er te vaak aan voorbij wordt gegaan. niet door professor Scherder natuurlijk. wel door de jagende en jakkerende mens, door dichters, door de opgejaagden in de wanhoop. het plein, de stad, de onrust, tramgeluiden, optrekkende scooters, rennende mensen naar overal heen. een kopje koffie drinken met dichter terken op een terras in amsterdam een verademing – gedicht als verademing.  
het voorbije plein

uit jezelf getreden
dwaas
de blauwe hemel
kon ik raken
vandaag
auto’s razen langs
waar de verschoten fontein
het middelpunt was
handen koelend
in het water
non potable
roze eclair
grote dromen
vandaag
op het voorbije plein
worden dromen
verkocht
van kinderen
van morgen
en we noemen het
vrijheid
verdomme
was het nog maar gewoon
een plein

petra maria


–>
petra maria in woede ontstoken – beschrijft een situatie die haar erg dwars zit. het plein dat niet meer het pleintje van vroeger is – zoveel halen we zeker uit de woorden. ik mis even de connectie met het roelof hartplein. maar misschien zien dichters andere dingen dan wij  gewone stervelingen. zien ze het voorbij aan zich voorbij trekken en schrijven ze dan een vlammend protest. als troost mag dienen het feit dat ook de tegenwoordige tijd van voorbijgaande aard is. wat zeg ik vandaag is sneller gisteren dan je denkt.

Hercules
 
De platanen op de Alameda*
deert de avondhitte niet, zij blust
de lust in genen dele, laait het vuur
in moorse tongval en weids gebaar
 
dicht bij elkaar of geschaard
rond een tafel borrelt het en bruist
hoe mee te gaan met het licht
hoe dicht je de ander
 
nabij kunt – juist in het ondergaan
van de zon, de slagschaduw van de nacht
het zwaarste van alle werken van Hercules
maakt dit hart, dit plein de mens
 
halfgod, held
 
GV / 041018/010820
*Op dit plein van Sevilla, de Alameda de Hércules staan twee grote Romeinse pilaren, waarvan één het beeld van Hercules draagt, die volgens de overlevering de stichter van Sevilla was en die het tweede deel van de naam vormt. Hercules wordt geflankeerd door Julius Caesar, die deze toenmalige romeinse nederzetting bezocht heeft. De Moren gaven Sevilla de Arabische naam Ishbiliya, dat later veranderde in Shbiya, waar ook het huidige Sevilla van is afgeleid.


dichter Cartouche neemt het ervan – waar wij het moeten doen in tijden van covid met het roelof hartplein – om de hoek – indachtig de dichter sander koolwijk – om de hoek van de straat waar ik woon … – reist dichter Cartouche af naar zonnige streken – welja daar zit meneer achter glazen ijs en alcohol zijn gedicht te doen – verantwoord dat wel – dat we weten wat we moeten weten. en in en met de laatste zes regels verovert ie dan ook nog mijn hart. ja zo zit je op een plein in het avondlicht ergens ver weg. en wij met hem, met zijn woorden.

Share This:

Abraham Von Solo in contemplatie: ‘Net als het schudden van een hand tegenwoordig. Het voelt of je bij de ondergrondse hoort en een strijdmakker tegenkomt…’


De zon stond nog hoog aan de hemel en straalde boven de landingsbaan van vliegveld Zestienhoven. Gevlogen werd er niet. Het gras was ten minste twee kontjes hoog, op het hoge talud, tussen de Rijksweg en de hsl-lijn, waar je alleen lopend kan komen als je de weg weet. Ik zat op mijn canvas pukkel om te zorgen dat ik geen nat achterwerk zou krijgen. Gras is toch altijd een beetje vochtig bij de grond, als het loof hoog staat. Ik schonk me een glas Duvel in, uit één van de flesjes die ik een half uurtje daarvoor bij de avondwinkel had gehaald. De wind woei aangenaam en de zonnestralen zorgden ervoor dat het leek of mijn glas straalde, toen ik het hief. Outdoor drinking. Hoe kon ik ooit vergeten zijn hoe fijn dat was. In Zeeland waar ik opgroeide leerde je dat wel. Er was verder niks.
 
Vanmiddag vond ik mij in Rotterdam op een benedenwoning. Naast mijn gezin was er nog een gezin aanwezig. Plus nog een man en een vrouw. Rotterdam is qua Corona nu ongeveer het Antwerpen van Nederland. En daar ben ik dan. Onder de mensen. Ongemakkelijk bleef ik wat in de deuropening staan en zo snel de mogelijkheid zich voordeed, ging ik weer naar buiten. Het achterplaatsje op. Het was alsof ik degene was, die de sigaret afsloeg, als het pakje langskwam. Degene die geen biertje hoeft als de rest wel drinkt. Het braafste jongetje van de klas. Terwijl ik dat helemaal niet ben. Drie weken geleden stond ik nog geheel Corona-onverantwoord, dronken te dansen met tieners op nineties muziek in een vage kroeg in Belleville. Dat voelde als een daad van verzet. Net als het schudden van een hand tegenwoordig. Het voelt of je bij de ondergrondse hoort en een strijdmakker tegenkomt.
 
Het zijn tijden, die me in gedachten terugbrengen, naar de tijd dat ik jong was. Dat er geen mobiele telefoons waren. Dat je echt alleen kon zijn. En ook toen moest je moeite doen echt de mensen te vinden waarvan je hield, en die van jou zouden houden. Je kon en mocht fouten maken. En je moest zonder oordeel de gevolgen dragen. Ook als niemand het zag. Tussen mij en de zee, was er niets, als ik aan de dijk lag. Er was geen hogere wereldlijke macht die zich te velde deed gelden. Als god bestond, was er niemand, die tussen ons in stond als we spraken. En niemand om me te beschermen tegen zonde. Geen kudde om me in te verschuilen.
 
Intussen behoor ik tot een kleine roedel, die mijn gezin heet. Maar nog steeds, als de maan hoog staat, huilt mijn hart, wetend, dat ik heiligdom nooit in de ander zal vinden. De wereld nimmer een kraal zal zijn voor mij. Slechts bij keuze een spiegelpaleis.

VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl 
 

Share This:

ook Merik van der Torren zet de jarige Mirjam Al in goddelijke bloemetjes: “hallelujah, looft den Heer”

Mirjam Al tachtig jaren

gisteren mochten we hier op de site al vooruitlopen op de heuglijke dag ‘die je wist dat zou komen’ – een koninklijke dag – de enige echte koninginnendag: Mirjam Al tachtig jaren!! de dichter die haar het meest nabij staat Merik van der Torren laat zich natuurlijk niet onbetuigd en zet zijn Mirjam Al in de poëtische bloemetjes. hoewel merik niet echt een kerkelijk tiepje is – laat ik het zo stellen – de kerkelijkheid van een merik van der torren is nog nooit iemand opgevallen – prijst hij spontaan de Heer in zijn eerbetoon en felicitatie – moet kunnen in deze tijden van pride en vlaggenparades. hoe dan ook merik op woensdag is geheel ‘gewijd’ aan de goddelijke grootheid van de amsterdamse poëzie: MIRJAM AL.


Hartelijk gefeliciteerd !

 
In rozenpracht en hortensia’s,
bij dagpauwogen en zoemende wespen,
allerliefste hondjes en de poes langs de weg,
de kakariki en de talloze merels en merels
vluchtend in de oude wilgen, hoor ze jubelen:
 
Mirjam Al tachtig jaren,
hoe heb je het kunnen klaren,
 
hallelujah,
looft den Heer,
 
29 juli  2020

Share This: