Peter Posthumus in euforie


Dit is winter, dat wordt weer wachten.
de tuin is omgespit en
ligt erbij in koude grauwe kluiten
alles wacht verlangend op het voorjaar
en de zomer die zeker komen zal
dan veert wat leven kan
weer uit de kluiten op
dan schreeuwt het om schep en schoffel
om zaden en om pootgoed


daar komt geen supermarkt
geen fabriek meer aan te pas
niets groeit hier nog op commerciële gronden
maar steevast op
uit zui’ vre aarde
uit de geest onder het maaiveld
en hoog daarboven uit
de appels en de peren
dwars door de open keukendeur naar binnen
de groentes uit de tuin tot op de tafel


dan druipt het van de vitamines
de mineralen en de energie
dat is leven, dat is euforie. 


Peter Posthumus

Share This:

Rob Mientjes – waar blijft de tijd


Schuld zonder boete

Blik op oneindig
puinhoop in woestijn
zee niet langer gewaarworden
waar blijft de tijd


opa bij de kachel
oma in de keuken
zorgeloos voldaan
van noeste arbeid


rijkdom gebouwd op slavernij
voedt boze gedachten
geworteld in armoede
zet dor land in brand


schaamte schommelt
en kijkt weg
keert rug toe aan slachtoffers
met stille overpeinzing


schuld zonder boete
is wat resteert
in diep, diep
delftsblauw


Rob Mientjes

Share This:

Max lerou wint de enig echte virtuele – vrij naar MartinB – willen we niet allemaal weten met wie en/of waar het leven het waard is om te leven  –  de ultieme plek om te leven- trofee op pomgedichten.nl – Jorge Bolle zilver, Elbert Gonggrijp brons

onder het gedicht van Max Lerou leest u waarom het goud deze week toekomt aan de grootmeester uit Den Haag. van Harte. hebben we nog de beschikking over twee eremetalen. dank allereerst aan alle inzenders. wereldreiziger Bolle schuiven wij het zilver toe – voor het subtiele gedicht waarin hij pijn en geluk naast elkaar laat bestaan. voor de overwegingen bij de liefde het brons voor Elbert Gonggrijp.

ragnarok

ben ik stoer genoeg nu het bloed mijn ogen zonder
mededogen breekt of moet ik wachten tot de kolere
zijn vlag plant op mijn kookpunt voordat ik u vertel
zeg ik hier dan eerst maar tot de heren
dat de gel in jullie haar mij niet bevalt

of dat het stijfsel in die net te strak
gestreken smoelen en het gesteven hemd
zo quasi losjes niets om het lijf
mij spontaan doen overlopen van respect
voor zuur verdiende centiemen

en u lieve dames – door jullie kerels ook wel
wijven genoemd –  vergeet de lomschoolvermomming
u die zich zo gaarne laat beroeren door de wimpers
van het geitenoog en exquis talent met afgekloven woorden
lucht te binden aan lucht

-en het was nog wel zulk zacht weer- snottert u
en voelt zich geringeloord in valkuil muil
waar kniezelstenen tederheid vergruizen
ja mijn verfpoppetjes de avonden razen voort
seconden glijden mee de maan die de tijd duwt om
dan geruisloos te vertrekken als water in zand

bevallen deze woorden beter of hoort u toch liever
van het bloed dat stolt waar het niet kan gaan

tot u allen zeg ik nu dit leven is geen leven
uw vlees geen mensenvlees en toch
u maakt een leven als mens van vlees en bloed
in dit schaduwrijk waar u zich een twijg weet
met hooguit een vermoeden van de boom waaruit u spruit

en de wereld
de wereld ziet het voetstuk stuk gaan onder uw voeten
teenrot en schimmel woekeren het blok aan uw been
waarheen, waarheen

ml

de ‘verfpoppetjes’ met een lichte glimlach in de nacht weer welkom geheten – het ultiem ‘dit leven is geen leven’ gedicht van de grootheid uit den Haag – de dichter max lerou die hier even het zo troostrijke ‘waarheen waarheen’ gedicht voor ons heeft uitgelegd en voorgelegd – dat we het zullen weten dat zekerheden in het leven nooit hebben bestaan en ook niet zullen bestaan – hoeveel verf of stijfsel ook! de eerlijkheid gebiedt! vandaag kan er alleen gestreden worden hier op de pom om zilver en brons. Max van harte. (we gaan op weg – ik denk dat MartinB van dit gedicht wel opkikkert.)
Reiziger

Nu ik van twee walletjes eet,
draag ik huizen op mijn rug

als ik vlieg in niemandsland
ben ik ergens nergens en gelukkig
met jou
zonder jou
met jullie
zonder jullie

onderweg naar onderweg
down under
met een hoofd
dat geboren aan zee
meeuwen en kangoeroes mee neemt
naar een nieuwe plaats

Jorge Bolle

ja een heel subtiel bekentenisgedicht – minder dramatisch het geheel verwoord dan het inspiratiegedicht van B – maar toch –

ergens nergens en gelukkig
met jou
zonder jou
met jullie
zonder jullie

klinkt dramatisch genoeg om de pijn door het geluk heen te voelen. als Jorge schrijft zit ik altijd rechtop – hij komt binnen. en is welkom.


De dag waarop de maan begint te verdwijnen, de
bomen enkel kruinen in de lucht – vind ik mijzelf
terug, hoef ik mij niet uit te proberen, kleurt de
campanula weer in een laatste hemelsblauw.
Had ik jou even zeldzaam gezien,

Ben jij desondanks de sleutel tot de liefde of heb
ik je eertijds te laten varen – nu je nog slaapt, de
morgen weer eens een grijze morgen – het
moment is waarop ook ik jou bemin.

Dat wat er uiteindelijk is, dat je weet wat het is
geweest – hier was het, heb ik gezien hoe het
zich afspeelde, hoe die bomen en die morgen,
even langzaam en besluiteloos als altijd – 

Elbert Gonggrijp,
Egmond aan den Hoef,
zaterdag 6 december 2025

mooie overwegingen bij de liefde en het leven van Elbert. het zijn van die gedichten die je wil declameren met een geliefde liggend in je armen – dat je de woorden zachtjes voorleest – en dat twee mensen bij elkaar en in elkaar wegdromen in de taal der liefde.



  • Max Lerou – tot u allen zeg ik nu dit leven is geen leven
  • Jorge Bolle – onderweg naar onderweg
  • Cartouche – een dodelijk gegeven
  • Vera van der Horst – of je eigen hart nog durft
  • Ingrid E. Noppen – Leven voor jou
  • Ien Verrips – laten we toch proberen
  • Rik van Boeckel – beleeft het rijke poëzie festival Bassamat
  • Luk Paard – zodat’k voel hoe groot
  • Elbert Gonggrijp – de campanula weer in een laatste hemelsblauw
  • Rob Mientjes – Me, myself and I
  • Ditmar Bakker – de wijzen moeten leven als vroeger dwazen
wie wint de enig echte virtuele – vrij naar MartinB – willen we niet allemaal weten met wie en/of waar het leven het waard is om te leven  –  de ultieme plek om te leven- trofee op pomgedichten.nl?


MartinB eindigde deze week zijn zo spraakmakende column met de woorden – zijn  woorden onze inspiratie deze week: ‘En als ik ooit weer wakker word in een cel, of in een berm, of in de ogen van iemand die me liefheeft, dan wil ik dat het iemand is die eindelijk trots kan zijn. Want dit is mijn bodem. Alles daaronder is geen plek om te leven.’


leven
 
laten we het
nog één keer uitpakken
en bewonderen
 
waar we zo goed in waren
een leven over deden
het verbergen
 
achter onze veilige schaduw
de held uit hangen
wat zo makkelijk is
 
dat je eraan voorbij gaat
het jachten en jagen
het hollen en vliegen
 
in hoeveel gedichten
stond het niet beschreven
in hoeveel ongelezen gedichten wél
 
dat je eerst bijna sterven moet
om het lief te zien
om het ademloos lief te hebben
 
 
pom wolff
Leven

leven is een gegeven
‘das gewisse etwas’ waar
niet om gevraagd of verzocht
het overkomt je gewoon in een
golf van verbijstering – te zijn

op een plek, een stip
op een blinde landkaart waar je
op goed geluk je weg dient te vinden
naar wat in zichzelf van waarde is

uit eigen schaduw te treden
en het ware licht te zien van wat
liefde, zo mateloos bezongen
en overdreven neergepend
in werkelijkheid vermag

meer zijn
dan een dodelijk gegeven
waar leven voor gehouden wordt
een lange les, een reis zonder einde

zo lees ik in jouw ogen

06-12-2025 / Cartouche

in de laatste twee strofen lezen we de onverwoestbare cartouche – de onverwoestbare romanticus. de beschrijvingen uit de eerste strofen geloof ik wel – of eigenlijk niet – de dichter moet liever niet benoemen – beleven moet ie. en dat doet ie in de laatste 5 regels.
Waar het leven wachten wil

Soms is leven niets meer
dan een kamer
waar het licht aarzelend binnenvalt,
alsof het eerst wil weten
of het het welkom is.

En soms, op een onverwachte middag,
ligt het leven in een gebroken straathoek
te glinsteren alsof iets dat gevallen is
niet altijd verloren hoeft te zijn.

Wie naast je staat,
is minder bepalend dan
of je eigen hart nog durft
te antwoorden wanneer het vraagt
waar het wil blijven.

Vera van der Horst

ja ze kan niet elke week winnen hoor – de strofen twee en drie zijn gouden strofen. om jaloers op te worden – of B aan deze woorden iets heeft? ik vermoed van niet – zijn hart zal sneller kloppen gaan maar een hartaanval ligt tegelijkertijd op de loer – onregelmatige hart-slag-ritme zal de cardioloog vaststellen. of liegen – het zijn dichters mijnheer – bij die gasten weet je het nooit zeker of het nog wel klopt. het hart.



LEVEN VOOR JOU

Jouw adem zijn
mij vlijen in jouw dromen
horen met jouw oren
en met jouw ogen zien

de dagen niet meer tellen
maar in de rijpheid van de uren
beseffen dat ik leef voor jou

waar jij de eindstreep niet mocht halen
plaats ik mij straks voor de finale
jouw warme hartklop in mijn lijf

ik loop die marathon voor jou


Ingrid E. Noppen 

ja wel mooi maar ik heb toch wat te morren hoor – ik vind de overgang van regel 1 naar regel 2 een beetje stroef gaan – en ik houd niet van sommige woorden – rijpheid en hartklop bijvoorbeeld – maar los daarvan geeft het gedicht wat de titel van het gedicht belooft. heten we Ingrid welkom – ook al staat ze natuurlijk op haar achterste benen – ze heeft er twee – bij dit commentaar, zo goed ken ik haar wel – het gedichtje komt binnen – laat ik zo eindigen – misschien kan ik de mattenklopper nog net ontlopen dan.


laten we toch

laten we toch proberen
de zin te zien
het zijn
te weten 
wat te delen
al wordt het weer geen witte kerst
’t geloof verloren
met jou wil ik het wel proberen

IEN VERRIPS – dec 2025

geen witte kerst – mooi gevonden keerpunt in een gedicht dat anders  te zwaar geworden zou zijn – van het zijn het leven en het wezen – lekker kort gehouden – we kunnen Ien binnenkort genieten –  tijdens een optreden in de groote weiver – vijdagavond – een plaats waaraan de dichters van pomgedichten warme herinneringen hebben – alwaar een peter nobel als juryvoorzitter de pomgedichtentrofee in duizend stukken liet spatten om alle dichters een scherf te gunnen – een virtuele scherf vandaag voor Ien- mooi dingetje. en nee een witte onschuldige kerst zal het nooit meer worden.

Leven thuis en elders

Leven in poëzie en muziek
is vaak thuis met beelden van elders
zoals Senegal, Portugal, Cuba en Casablanca 
landen en steden met herinneringen 


thuis is leven een mentale gebeurtenis 
met liefde voor steden en bossen
reizen verspreidt de comfort zone
over een wereld van gevoelens 


beweeg nu als een strateeg 
naar Tanger de Noord Afrikaanse stad
met het poëzie festival Bassamat
om een rijke geschiedenis te beleven. 


Rik van Boeckel 
5 december 2025
Schiphol 

fijn gedicht van Rik die momenteel in het land van zyech zijn poëzie en zijn ritmes ten gehore brengt – een samenvatting van zijn belevenissen zullen we zeker te lezen krijgen – in een euforisch ritmisch geheel samengevat.
(de rockdichter): zo zondag ter pom en dus de wedstrijd die geen….u kent’et al lang….ik doe en schrijf van hoe

“ met jou’et draaie “


hoeveel hande had ik
met alle vingers elke keer
om af te likke


dat ‘k je lief en zo
en jij door alle drome
dans na dans in me wereld


ontwaak dan toch
dans en proef aan
alles wat ik rake’ kan


zodat’k voel hoe groot
met jou’et draaie
lang


tot’n dag nie meer van tel
en’r alleen nog aan jij en mij
gevlijd zo lief


© luk paard

Luk heeft de zware operatie overleefd en het hart heeft alles doorstaan – wat zeg ik en wat mogen wij lezen – het hart kent meer zuurstof dan ooit eerder – het is één hart – slag en ritme dat dit hart de taal in pompt. op de pom op een vroege zondagochtend zijn we blij met zijn woorden.
Me, myself and I

Het leven is verrukkelijk
met alles erop en eraan
een fris geschoren koppie
gaan met de banaan


rijkdom in mijn armen
goud in beide benen
mirakels in het hoofd
een hart vol bonken


fijn om bij mezelf te zijn
overal en elders
genieten van het huis
jarenlang gebouwd


voelt als een warme jas
de kachel brandt als nooit te voren
nestel mezelf in een warme trui
en zomers draag ik Adam zijn kostuum


verrukkelijk mijn leven
wie wil er nou niet bij mij zijn
bevrijd van weeklaag en gezeur
altijd open deur

 Rob Mientjes

gedurfd om het thema aan te vliegen met het ultieme geloof in jezelf. leuk gevonden – en inderdaad het is ‘gaan met die banaan’ – het gedicht leest als een trein door een bananenplantage.

VEREENIGDE STATEN


Te lande zagen interpreten ’t baken
traag constelleren in de paarse lucht.
Ze zijn het onheilsteken snel ontvlucht;
wie gek werd, zou men later beter maken…


…en later kwam: in fraaie woorden spraken
zij van hoe ’t vroeger beter was, dat tucht
kledij noch voeding gaf… En niet beducht
op zottenklap, die hen direct zou raken.


Voortaan zouden de wijzen moeten leven
als vroeger dwazen—duikend voor de dood:
de grootste gek kon iedereen doen sneven.


’t Verstand bleef binnenskamers enkel groot,
want en public werd naam en daad bedreven
van één of and’re zot, of die zeloot.

***[T.C., vert. D.B.]

een buitenbeentje dit gedicht. de liefhebber zal bij de woorden en de vertaalwoordvondsten genieten. het is mij een beetje te vroeg allemaal op de maag. ik ga voor de derde strofe. het buitenbeentje van Ditmar is altijd ook hier en nu weer van een aangename bijzonderheid.

Share This:

INA BOT – vleugels zullen uit de hemel dalen – witter dan licht..

pomgedichten eert de komende vrijdagen INA BOT – we laten haar ‘godvergeten talent’ nog even spreken – wij willen haar ‘godvergeten talent’ niet vergeten.

lies sprak nog een keer over INA BOT. aan het tafeltje viel het stil – het schreeuwen voorbij:

Ina heette ze.
Ina Bot.
We speelden samen poezieliedjes, met Lisan erbij gingen we alle poeziepodia af, op zoek naar nieuwe dichters, we maakten teksten door haar godvergeten talent. We lachten, huilden, een requim, nu

Toen ze dood was, na drie pogingen:
aspirines met chocoladepudding, uitgekotst in de vroege ochtend,
met vuilniszakken de oven het gas naar haar toe laten stromen, gefabriceerde luchtslang met afplaktape, net op tijd gevonden,
en toen, de in Frankrijk gewonnen pil die godzijdank het einde voor haar in zicht bracht

Ze kon niet meer

Ik zie nog de blik in haar ogen toen ze, na de eerste poging, wakker werd en lag in een steriel ziekenhuisbed, zo ontzettend gelaten…
Toen ze weg was en verdwenen kwam er een vlinder in mijn huis. Ze dwarrelde om me heen en als ik huilde kwam ze naast me op de muur rustig zitten. Drie dagen lang bleef ze. Toen heb ik haar naar buiten gebracht.


Het gesloten huis
 

Je staat voor het huis
het huis zoals beschreven in de handleiding
je belt aan
je belt nog een keer aan
misschien is de bel stuk
je loopt om het huis
in de ramen zie je slechts jezelf
je klopt aan
je bonkt tot je knokkels bloeden

je zet het op een schreeuwen
is daar iemand, zeg lets…

je schrikt van je eigen stem
je hart blaast zich op
een rode plastic zak
waarvan de houdbaarheidsdatum
allang verlopen is

je weet dit duurt niet lang
je herinnert je

de dood aan het hart
is een prachtdood
vleugels zullen uit de hemel dalen
witter dan licht
zachter dan zwanendons

maar wat te doen
voor de vleugels landen

INA BOT 
Dit gedicht is geïnspireerd op het gedicht Vänern van Ad Poppelaars

Share This:

MartinB – ..het kind dat ik hoop ooit weer aan te kijken zonder dat mijn fouten eerst aanbellen en binnenkomen…


Zes uur van haar


Ik ben drie keer in de cel beland. De eerste keer dat ik in een berm lag, brachten ze me nog thuis. De tweede keer: niet zo lief. Die keer kregen ze me in de boeien. En daarna nog een keer of twee die allemaal hetzelfde geurden: beton, TL, spijt.

De eerste bermavond was bijna komisch. Ik lag met mijn fiets half in de slootkant, alsof ik een dronken flamingo was die net uit de opvang voor mislukte vogels was ontsnapt, veren in de war, benen scheef, kijkend of iemand hem zou komen ophalen.


Twee agenten (types die je eerder bij een frietkot tegenkomt) waren opvallend beleefd. Ze zetten me thuis af, bijna op de deurmat, alsof ik een verkeerd geprinte weekenddeal had gekocht in mijn eigen dorp.


De tweede berm was minder charmant. Boeien, omdat het anders blijkbaar te saai werd. Ik met mijn ontvlambare drankkop in discussie, alsof ik op dat moment morele autoriteit had. Een dronken man die in discussie gaat is als een hond die probeert te schaken: gênant voor iedereen die toekijkt.


De andere keren (café, bankje) waren remixen van hetzelfde nummer: mijn grote smoel, mijn kleine grenzen, mijn overtuiging dat ik nog “goed tegen drank kon”. Een mythe tussen Sinterklaas en de romantiek van de functionele alcoholist.


Maar de échte straf ligt niet in boeien, niet in het kale bed, niet in het dichtvallende slot dat een hoofdstuk afsluit. De straf zit in wat die vier muren met je doen. Een cel laat niet zien wie je denkt te zijn; hij toont wie je geworden bent.


Daar zat ik, op die koude vloer, de tijd villend met mijn nagels. En pas toen ik mezelf betrapte op boter-kaas-en-eieren spelen met de voegen tussen de tegels, wist ik hoe lang de trap was. Je tekent zo’n denkbeeldig kruisje en denkt: nog één stap omlaag en men kan me opvegen met een stoffer en blik. Een volwassen vent die kinderspel doet om niet te hoeven luisteren naar het geluid van zijn eigen schaamte.


In die betonnen doos zat geen dichter. Geen charmante reus. Daar zat gewoon een kloothommel die zijn vriendin weer teleurstelde. En een vader die niet in de buurt komt van wat zijn dochter verdient.


Tussen die vier muren waaide Ammie binnen in mijn hoofd. Haar lach, die ik te vaak alleen nog van foto’s ken. En ik vroeg me af wat zij later over haar vader zou horen: over zijn fouten, zijn bermen, zijn cellen. En of ze ooit zal geloven dat ik méér was dan dat.


En dan is er Deeltje. Deeltje die alles droeg wat ik liet vallen, die met één blik meer gaf dan ik ooit fatsoenlijk kon vasthouden. Ik scande andere vrouwen alsof ik iets miste, terwijl de jackpot gewoon naast me lag. 
Wat een klootzak kan een mens zijn als hij zichzelf verliest.


Drank maakt je blind. Niet zacht, niet romantisch, domweg bruutblind. Je ziet niks van wat telt en alles van wat je beter had laten liggen. Je voelt troebel, je denkt troebel, en je maakt keuzes die passen bij iemand die zichzelf allang verkeerd gebruikt.


De laatste keer zat ik zes uur.
Een agent kwam me halen en zei dat de combi onderweg was om me thuis te brengen. We rookten buiten een sigaret. Ze klaagden over werkdruk, ik zweeg. Iemand die net uit een cel komt, heeft weinig recht van spreken. Misschien zijn niet alle agenten bastards. Misschien was het rustig op de dienst. De waarheid rook naar beide.


Het zwaarste moment kwam thuis. Deeltje die niet schreeuwde, niets kapotsloeg, maar die die blik had. Dat stille verdriet dat je in je slaap achterna zit. En achter die blik: Ammie. De vraag of ik ooit nog vader kan zijn zonder dat de schaamte eerst mijn stem dichtsnoert.


Ik ben nooit bang geweest voor cellen. Ik ben bang voor de mensen die me nog altijd geloven. Voor de liefde die ik keer op keer verkeerd adresseer. Voor het kind dat ik hoop ooit weer aan te kijken zonder dat mijn fouten eerst aanbellen en binnenkomen.


Verandering begint niet in een cel. Een cel is hoogstens de echo van wat je al wist en weigerde te veranderen. Verandering begint als je merkt dat een kind niet wacht, dat een vrouw stil kan breken, en dat geluk (hoe groot ooit) een breekpunt heeft dat jij met je eigen handen hebt getest.


Ik stond daar, zes uur later, mijn jas die nog rook naar Jägermeister en schaamte, en het werd eindelijk pijnlijk helder: dit is niet “nog één kans meer”. Dit is de kans. Niet om te pleiten, niet om nog meer excuses te bouwen, maar om dingen op slot te doen die niet meer open horen te zijn. Mijn excuses, mijn vluchtwegen, mijn dronken versies, die moeten op slot. Ik moet op slot. Tegen mezelf. Omdat anders alles wat nog blijft, van me wegglijdt.


En als ik ooit weer wakker word in een cel, of in een berm, of in de ogen van iemand die me liefheeft, dan wil ik dat het iemand is die eindelijk trots kan zijn. Want dit is mijn bodem. Alles daaronder is geen plek om te leven.

MartinB

Share This:

Vera Jongejan – en de proppen van papier


Zwart wit zijn
de pianotoetsen die zelf
beginnen te spelen
lied van de laatste geliefde

het is dat ik proppen van papier maakte
en mateloos gooien bleef
binnen graasden schapenwolkjes
in alles nachtzwart
iemand bracht een paarse orchidee

Vera Jongejan

Share This:

een Mexicaans pak aangeschaft – een dichter mag ook wel eens wat – op naar de cursus!

de cursus

dit is een tweedaagse cursus
waar we het vandaag over gaan hebben
gaan we het over hebben

vooraf even het cursusgeld
heeft iedereen 1250 euro betaald
een koopje – gaan we het nog over hebben

de kleding – de kleding is vrij
aan uniformen doen we niet
en zeker niet aan zwarte pakken

bezweet
gaat wel te ver
gaan we het nog over hebben

seks – seks is ook vrij
liefst in de avonduren
gaan we het over hebben

drank – de drank is vrij
maar in de ochtend al kachel
is wel een dingetje

gaan we het over hebben
in de cursus
vandaag


Pom Wolff

Share This:

Ien Verrips – als ik oud ben omarm me


als ik dan echt oud ben
in de war en bang misschien
vergeten wie je bent
dat je bij me hoort

blijf bij me komen alsjeblieft
en hou me vast

als het verleden leegte is
de toekomst een zwart gat
kom bij me af en toe
en hou me vast
laat me voelen
dat ik niet alleen ben

ook als ik boos of koppig ben
verdrietig en lelijk praat
juist dan
kom dan en hou me vast
omarm me

als dat niet gaat 
omdat ik zo een vreemde ben voor jou
neem dan alleen mijn hand
aai die dan zachtjes

nov 2025 IEN VERRIPS

Share This:

tot zover sinterklaas – vroeger had je maartje nog…


tot zover sinterklaas
 
er zijn van die avonden dat
de computer 9 graden meldt en lichte regen
iemand op FB heeft een profielfoto gewijzigd
reden onbekend
cohen zingt in mijn kamer over
een famous blue raincoat
songs of love and hate
kan er ook nog wel bij
 
de vrouw met de nieuwe profielfoto
maakt zich druk over de wereld
die van amerongen nee van de algarve
heeft weer een stukkie geschreven over een misstand
top oss – almere tijdelijk gestaakt
vechten – ook dat nog
how can i tell you
hoe heet ie ook al weer
wel een mooi liedje
later in de heer gegaan toch
 
tot zover een kwartiertje 020
ik ga maar eens een gedicht schrijven
over die goeie ouwe sint:
 
van het dek geschoten
niet links niet rechts gewoon voorover
middenstandrechtelijk neergemaaid
er golft wat bloed
de schimmel staat er verloren bij
de kindjes huilen
zij zetten voortaan zwarte schoentjes

vroeger had je maartje nog die graag bij de feiten bleef
en over een mistig landschap sprak
passend bij de droeve dag
 
pom wolff

Share This:

Rob Mientjes -niemand die op je wacht…


The last Viking


Je zult de Sinterklaas zijn
en niemand die op je wacht
ergens in het hoge Noorden
een soort van laatste Viking


betrekkelijk het leven en de dood
waar wieg of stal heeft gestaan
waar ze al dan niet lampjes ophangen
aan gevels of in kerstbomen


ach … laten we maar naar de film gaan
die van ons eigen leven misschien
want de wereld wordt steeds kleiner
gaat voortdurend op herhaling


het is nog niet te laat
na het kadootjes kopen dan maar
gezellig met zijn twee
er komt sowieso niets op tv


je zult de laatste Sinterklaas zijn
met niemand die op je wacht
een zwarte roetpiet toebediend krijgen
als een soort van laatste Viking

Rob Mientjes

Share This: