De laatste tijd kijk ik wel eens het programma ‘Married at first sight’. Hierin trouwen een paar mensen, die elkaar nog nooit gezien hebben. Ze zijn gekoppeld via een algoritme en wat zogenaamde experts, die er bijna altijd voor weten te zorgen dat het nooit helemaal een perfect koppel is. Dat geeft de mogelijkheid daarin wat heen en weer te manipuleren. De slagingskans is bijzonder gering blijkt na een aantal seizoenen. Toch probeert men het telkens weer. Het levert vermakelijke televisie op.
De afgelopen weken was er een koppel, waarvan na de bruiloft al snel duidelijk werd, dat de vrouw geen zin had er veel moeite in te stoppen. In het normale leven zouden we dan zeggen, dat er geen klik is en dan is het klaar, maar in dit programma is het natuurlijk al te laat dan. Ze zijn tenslotte al getrouwd. Dan moet de gifbeker tot de bodem leeg. Het is bijzonder pijnlijk om te zien. De ander krijgt dan toch nog hoop en kansen aangepraat krijgt vanuit zijn omgeving en de omstandigheden. Mijn sympathie zou nog bijna uitgaan naar de sukkelaar, die probeert er nog wat van te maken.
Intussen lang geleden gingen we op vakantie met een bevriend stel. De relatie liep bij hun niet zo soepel. Maar toch kreeg het, vooral vanuit de vrouw, nog wel een ‘laatste kans’. De vakantie verliep soepel en het was erg gezellig. Alsof alles was, zoals het zou moeten zijn. Gewoon twee gelukkige gezinnen op vakantie. Na twee weken reden we weer naar Nederland en nog geen dag later belde mijn vriend me, dat zijn vrouw definitief een einde aan de relatie had gemaakt. Hij had het niet zien aankomen. Mevrouw Solo kon het ook niet plaatsen in het perspectief van de twee weken, die we ons voor ons neus hadden zien voorbijtrekken. Waren we dan collectief zo voor de gek gehouden?
Veel, veel langer geleden kreeg ik ooit een relatie met een meisje. Eigenlijk was ik verliefd op haar beste vriendin. Maar zij was de troostprijs. Uiteraard gaf ik dat niet aan mezelf toe. Ik bleef mezelf wijsmaken, dat er iets was als liefde, tot het moment, dat deze leugen echt ondraaglijk voor me werd. Niemand had dat zien aankomen. En ik kon uiteraard niet uitleggen, waarom ik niet verder kon met haar. Ik was een eersteklas klootzak vond iedereen. Voor mezelf restte slechts de veiligheid van geveinsd zelfmedelijden.
Voor de achterblijvers zijn het de vragen die blijven en vervagen. Uiteindelijk wint niemand, bij voorbedachte rade.
VON SOLO DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl
Ik ga fietsend de gele brug over langs de snackbar de vrouw van de eigenaar zit voor de ingang kijk ze schilt echt zelf de aardappelen en de Coca- Colavlag wappert families zitten aan de houten tafel ze smullen patat met meeuwen zeilen langs in het water zwemt een paartje futen ze duiken onder en in het gras met de klaprozen zit een man vast aan zijn hengel hij slaapt
.Dit afbladderende lijf waaruit de kracht is verdwenen m’n gerimpelde ziel die nog wat na tolt de scheuten in m’n rug bij de gedachte aan beweging de vervetting, de vaat schade en m’n geasfalteerde longen
maar niet zeuren, hoofd omhoog het is voorjaar en mooi weer misschien rijden ze me vandaag naar het raam dat open kan lopen er mensen in de straat de buurman die z’n hond uitlaat en een praatje maakt mooi toch, dat mensen je nog steeds zien zitten al is het maar achter een raam
Peter Posthumus
aan peter ik mag toch hopen peter dat deze poëzie niet geheel en al met de werkelijkheid overeen komt? gooi er in ieder geval een goede jonge jenever in – dat helpt altijd XXX
Op ma 12 mei 2025 om 14:52 schreef peter aan mij Ga ik doen, je hebt gelijk dat helpt. En de tot de werkelijkheid behoort ook het vermogen om je van alles en nog wat voor te kunnen stellen
dank aan de dichters die werk instuurden – mooi werk – onverwacht werk – de schoonheid van het onverwachte! – dank aan stef bos voor de inspiratie – de eremetalen gaan er vandaag op moederdag uit aan de mannen – goud voor frans terken – zijn gedicht als valscherm van poëzie gemaakt – zilver voor een totaal door mij onbegrepen gedicht van Rob Mientjes prachtig van taal en brons voor Cartouche die met mij de liefde voor het werk van stef bos deelt – van harte!
Luk Paard – dat’n droom zich nog
Frans Terken – dat er belofte schuilt in wat ons wacht
Rik van Boeckel – De literaire schoonheid van Casablanca en Rabat
Rob Mientjes – voor wie het wil zien
Cartouche – in woorden die je nooit afgeschreven krijgt
Anke Labrie – na meer dan honderd sessies
Goedemorgen Pom, Eropuit op deze zonnige dag(en), dan kom je onverwacht van alles tegen. Geniet van de schoonheid ervan, mooi weekend! Warme groet, Frans
Over straat
Laten we de stoep voltekenen met betekenis taal eroverheen vegen en eraan toevoegen dat over woorden niet te struikelen valt
hoe we ergens een hoek omgaan en opeens in schoonheid geraken een onder de voeten geschilderd beeld dat de armen naar ons uitstrekt als wil het voor vallen behoeden
handen om aan vast te houden niet verdwalen in het onbestemde maar de zekerheid van verstaan door alle straatrumoer heen
wat hier leeft op de tegels lezen dat er belofte schuilt in wat ons wacht
een prachtig standbeeld dit gedicht van Frans – de woorden, de taal als een soort levenselixer gegoten over de stoepen die wij in barre tijden betreden. op weg naar ja op weg naar waar dan ook – naar waarheen wij allemaal wel willen – de belofte die we hopen te mogen ontmoeten en te delen. het is deze week een zacht vallen in de beschermende handen van een dichter, het gedicht een valscherm van poëzie gemaakt.
Onverwacht ligt schoonheid op de loer voor wie het wil zien
iets verder om het hoekje kijken blindstaren met ogen open en goed luisteren
naar liftmuziek van John Woodhouse in de wilde bossen van Stef ergens tussen etage drie en vier
geen noodtrap nemen en zeker geen zwak excuus op brandladder linea recta de hemel in
op goddelijk geluid tussen witte rookflarden zien wat iedereen wil zien
in de ark van serendipiteit roeien zonder riemen het verstand op duizend
en dan heel langzaam sterven van lijdzaam geluk
Rob Mientjes
het ultieme penicilline gedicht van rob mientjes – in de ark van serendipiteit – ik vind de taal mooi onverwacht en aanstekelijk hier – wat john woodhouse tussen de regels door moet weet ik niet – maar ja in liften zal ie gedraaid. of dit gedicht over de bijenkorf of over de pausverkiezing gaat ik weet het niet. ik geloof ook niet dat hier de betekenis voorop dient gesteld. de vorm kent een eigen netwerk van betekenissen – bij elkaar prachtig.
ja Stef Bos, oud en jong als nooit tevoren nam me bij de hand en voerde me terug naar Antwerpen, lang geleden waar hij voor het eerst in levende lijve mijn oog en hart wist te raken en nu opnieuw te ontroeren hier
chapeau voor deze grootheid en een grand merci, dank je zeer voor het over het voetlicht weer
het zingt rond
elke voetstap in het zand langs de vloedlijn van de zee zie ik jou lopen naar de kant waar wordt gewacht eindeloos spoelen golven af en aan nemen me in gedachten mee
de kunst van los te laten – jezelf weg te geven en niet kwijt te raken in de maalstroom van onuitgesproken dromen als flessenpost van een onvoltooid verleden – jij
die als de beste weet wat weemoed kan betekenen, wat wel en niet het wonder schone van het onverwachte dat je leidt naar haar lelieblanke vel
waar je de man kunt zijn voor een paar ogen en blikken zonder pijn neergespreid in woorden die je nooit afgeschreven krijgt, ook al wat niet gebeurt zo zing het rond kent nooit een eind
10-05-2025 / Cartouche
ik deel met Gérard mijn enthousiasme voor het werk van Stef Bos. prachtig. het brengt en inspireert de dichter hier tot een poëtische vertaling van de prachtsong van Bos. maar dan de andere kant op – de kant van het verlangen – de kant van hoe het ook zal aflopen elk moment met de geliefde is meegenomen en geleefd. mooi!
wie wint de enige echte virtuele over – ‘de schoonheid van het onverwachte..‘ (naar een nieuw lied van STEF BOS ‘eindeloze stroom gedachten’) trofee op pomgedichten.nl? de presentatie van zijn nieuwe programma Kaartenhuis deze week en later in veel theaters – Stef Bos met werkelijk een prachtig nummer ter inspiratie – ik citeerde Stef al in mijn bespreking van zijn generatiegenoot Margreet Schouwenaar bij het uitkomen van haar bundel Hazenslaap – laat dit prachtnummer u ook tot inspiratie zijn – u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
foto: Ben Kleyn
het oude liedje
volgens mij waren het vliegen je keek of je ze zag
of je met andere dingen bezig was met andere mensen wellicht
geluk ligt niet op straat probeerde ik nog
al wist ik dat het niet meer wij niet – niks niet
nooit meer dacht ik nog voor je
pw
haha’et is vrijdag en ik ren de tijd wat vooruit…de zondag dus!!!!………….(de rockdichter): zo de zondag…en dat’et nu wel echte lente is zelfs bij pom en de wedstrijd die geen wedstrijd…u weet wel en ik schrijf dan in’n romantische bui van hoe …asof’r toch die lente en…hoe ik me laat verrasse en jij’et onverwachte bent ja zou jij dan…
“ zou jij dan “ luk paard
dat’n droom zich nog zoas’et proeve aan geluk van hoe ’n lijf zich buigt en laaft met zoveel van liefde
in alles de zon weerspiegelt ‘et verlange zich voltrekt en ergens lente drijft
hoe het onverwachte alle kanten uit kan gloeien – zoveel is zeker – en hoe het thema van zeer diverse kanten is aan te vliegen – zoals luk paard de poëzie kan aanvliegen is bijna een spreekwoordelijk gezegde – zijn eindeloze stroom gedachten gaat maar door en door en het is altijd lente in zijn poëzie. heel nederland tussen de 18 en 35 lijdt aan burn-out – ik zeg lees luk paard op zondag en u bent maandag weer compleet en fris om het leven aan te gaan.
Hallo Pom
Ik ben vannacht teruggekomen uit Marokko waar ik succesvol heb opgetreden op het Casablanca International Poetry Festival. Ik ben na het festival ook nog naar de hoofdstad Rabat geweest. De poëzielezingen werden behalve door mij gehouden door Marokkaanse dichters zoals Mohammed Moutana uit Casablanca en dichters uit de wereld waaronder de Amerikaanse dichter George Wallace, Mohamed Al Amin uit Irak, Amin Kamiel uit Indonesië, Karina Miñano uit Peru, Sonnet Mondal uit India, Marwan Ali uit Syrië, Rizwan Al-Ajroudi uit Tunesië, Nashmi Mohna uit Koeweit, Ali Al-Hazmi uit Saoedi-Arabië,, Shaalan Sharif uit Irak, Maryam Al-Zaraouni uit Emiraten en Mahmoud Sharaf uit Egypte. En ik droeg mijn gedichten voor in het Nederlands, Engels en Spaans. En ze waren al in het Arabisch vertaald en na mijn voordracht in het Arabisch voorgedragen voor het Marokkaanse publiek. Deze gedichten: De ochtend van Leiden naar Casablanca, Met jou wil ik in Marokko zijn, De poëziebaan van Casablanca, The hump express in the Sahara en Yemayá. In dit gedicht vat ik mijn mijn prachtige ervaring met het Casablanca International Poetry Festival samen en beschrijf ook het verblijf in Rabat.
De literaire schoonheid van Casablanca en Rabat
De zon als vliegende dichter meegenomen uit Casablanca na de onverwachte inspirerende impressies van het internationale poëzie festival
op het schone podium spelend op de in Tanger gekochte bendir framedrum laat ik het Marokkaanse publiek dansen en meezingen over de Sahara
over de rails reizend naar hoofdstad Rabat komt de wonderlijke schoonheid van de stad me als gepassioneerd reiziger tegemoet en laat me wandelen langs hoge palmen
de literaire tijd verblijft moedig en weemoedig in Marokko als de zon blij en warm opkomt langs de kust van Casablanca en Rabat
de schuimende Atlantische golven leiden me langzaam de zee in de vliegende zon leidt me terug naar Leiden via poëtisch fado land Portugal.
Rik van Boeckel 10 mei 2025
rik in euforie – zoveel is zeker – zijn fenomenale poëziereis door het marokkaanse – op FB mochten we al meegenieten. een lovesong op land, leven en de dagelijkse ritmes van rabat tot verder. het onverwachte mooi op elke hoek van de straat in geuren en kleuren beschreven.
ongrijpbaar
na meer dan honderd sessies minstens heeft hij begrepen dat men hem ook hier nooit begrijpen zal
eindelijk is hij vrij
anke labrie
in de bijsluiter geeft anke aan het gedichtje geschreven te hebben met ergens jan arends in het achterhoofd ooit. nu vermoed ik dat in het hoofd van jan arends niet echt kan en kon worden gekeken. de zelfgezochte vrijheid door de dichter uiteindelijk zelf veroorzaakt door zijn harde val op de stenen van het roelof hartplein. het thema hier wel heel ruim genomen.maar ok voor jan arends zal de schoonheid van het onverwachte hebben gegolden: de dood toch nog een bevrijding.het is een keuze.
bij de teksten van E krijg ik altijd bijzondere gedachten
niet dat zijn teksten heel specifiek over liefdevolle aanrakingen gaan van zeer intieme delen bij geliefden nee ze gaan vaak over andere zaken natuur en zo
maar toch het resultaat van het lezen van E’s woorden is wel bijzonder – heel bijzonder
het kan je natuurlijk altijd een keer overkomen bijzondere gedachten maar bij E’s teksten zijn die gedachten onontkoombaar heel vaak blijft het bij gedachten een enkele keer ligt dat anders.
Ze zeggen dat niemand weet wie hij was. Die man op dat kruispunt in Peking, met in elke hand een plastic tas. Alsof hij net groenten en rijst had gekocht en onderweg besloot dat het zo niet verder kon. Vier tanks kwamen eraan. Hij stond in z’n eentje in de weg. En toch ging hij niet opzij. Niet uit heldendom, vermoed ik. Meer omdat er niks anders overbleef.
Soms droom ik dat ik bleef staan. Voor de deur. Voor de rechter. Voor de dingen waar ik nu van wegkijk onder het mom van: wat heeft het nog voor zin.
Soms schiet hij door m’n kop als ik weer op haar naam klik. Mijn dochter. Niet omdat ik denk dat ze antwoordt. Haar profielfoto op WhatsApp is weg. De berichten blijven bij één vinkje. Ik typ, wis, typ opnieuw. Alsof dat iets uitmaakt. Het enige dat echt beweegt ben ik. En zelfs dat voelt steeds vaker als hangen. Alsof ik blijf hangen op de schommel. Tussen lucht en val in.
Ze is bijna dertien. Dat weet ik. Zoals ik nog weet hoe haar mooie donkere haren zwierden toen ik haar duwde. Hoe ze schaterend van het lachen riep: hoger papa, nog hoger! En ik bang speelde, maar stiekem hoopte dat ze heel even weg zou vliegen van alles.
En nu. Nu doe ik niks. Ik sta niet op. Ik roep niks terug. Ik blijf zitten waar het zacht is en alles wat ertoe doet vliegt langzaam uit beeld.
Hij stond. Niet om de held uit te hangen. Gewoon omdat hij niet wist waarheen.
Soms is dat alles wat er nog overblijft: niet opzij gaan, ook als niemand kijkt, en je niks bij je hebt behalve twee plastic tassen. Een stilte die zich niet gewonnen geeft, en een duif op een elektriciteitsdraad die er al uren zit zonder te zingen.
En ondertussen is de stilte doodleuk over mij heen gewalst. De veren komen langzaam neer.
www.pomgedichten.nl heeft het exclusieve recht gekregen om 65 teksten van Miriam Al tweewekelijks op de woensdag te publiceren – dat gaan we doen! de teksten zijn door haar helaas overleden vriend Merik van der Torren nog net voor zijn dood uitgetypt en van een nummer voorzien én in een blauw mapje gedaan. vandaag tekst nummer 36 – dank je wel Merik – dank je wel Mirjam Al.