YAYA op de vrijdag – Ik rijd de liefde.


Ze zit op de achterbank.

Ze zit op de achterbank. De bruid. In haar jurk. Die de mooiste is. Haar sleep zorgzaam over haar knieen gevouwen. Ze kijkt. Ze verzinkt. Ik kijk naar haar, ze lijkt zo breekbaar. In dit niets. Op weg van het huis van haar moeder naar het huis van haar bruidegom. De dijk waarover we rijden lijkt iets onvermijdelijks te hebben. Ik breng haar weg maar weet steeds minder waarheen. Van het ene leven naar het andere misschien. Ze houdt van hem, het is zichtbaar in haar ogen, haar serieuze blik, de verwachting die meer dan alleen verlangen is. Ze laat na ook, neemt afscheid, van iets. Van alles. Van het meisje dat ze was. Van haar moeder. Van haar plaats in de generaties die vanaf vandaag een andere zal zijn. Ze weet van kinderen. Ze droomt. Van hoe zij straks moeder zal zijn. Hoe haar moeder ruimte maakt. Voor haar.

Als hij instapt en zegt hoe mooi ze is geeft ze zich over. Ze buigt naar hem. Hij naar haar. Zachte stemmen die omhelzen. Hij kust haar voorzichtig, zijn grote handen zachter dan ooit omvatten haar in een vanzelfsprekendheid, die maakt dat ze niet meer breekbaar hoeft te zijn. Zij breekt niet. Ze is bij hem. En deze dag een eeuwigheid.

Ik rijd en ik rijd. De hele dag. Ik besta niet. Ik rijd de liefde. Maak zo maar deel uit van iets dat beginnen gaat. Dat lang geleden al begon. Ik zie haar moeder in haar. Zijn vader in hem. En ik zwijg dat ik gelukkig ben.



Yaya

Share This:

MvG – dichteres van de wind en haar dankwoord



Over dat alles en over de zee (The Wanderer – we’re all going home)

De regen kletterde overal “maar we hebben drie paraplu’s” verzekerde ik en
we gingen dwars door de wind dwars door de regen dwars door diepe plassen, langs hemelshoge hoge huizen, kriskras door straten
en we dansten.

“Drie paraplu’s ” zei de grote liefde vrolijk en hij vloog over modderplassen, trotseerde de regenbuien en vloog – lichter dan licht – dwars door de avond.
“Ga met me mee” bulderde ik ongeveer alles trotserend – en we vlogen – bijna zoals vroeger.

“Hier gaan we wonen” fluisterde ik toen de wind was gaan liggen, “hier gaat het goed komen” bezwoer ik terwijl we nog een keer omkeken
“Hier moet het dan zijn – ongeveer hier”
Hier bij de zee.

(I will find my way back home)
Proost lieve FB vrienden. Op het leven op de wind en de zee.
Dank voor alle lieve mooie verjaardagswensen enzovoort!
Zoen uit het late Dedemsvaart.


Margo van Gelder

ach kind nu ik je zie
dan voel ik weer de wind
en sluit ik mijn ogen

ik zie de boom nog
waaronder ik ons droomde
misschien had ik

toen
iets

dat het zich niet vouwen laat
en niet kleiner laat maken
dan het is

zo waren er soms dagen
ze gingen met de wind
en het weten dat niet wilde


pw
 

Share This:

VON SOLO terug in de tijd – ‘Haar opschik, parfum en weelderig decolleté hadden me zodanig in de stemming gebracht dat we bij gelegenheid elkaar deden op de motorkap van mijn vaders Ford Mondeo stationwagen…’


Met mijn zoon en dochter waren we zaterdag in Zeeland. Mijn moeder was jarig en het was ringrijden in de straat. Tegen lunchtijd moesten we mijn vader op gaan halen, die nog aan het werk was op zijn post-pensioen baantje bij het lokale gemeenschapscentrum ‘De Vroone’. 

Mijn zoon en ik fietsten erheen. De hoofdingang was afgesloten. De ingang van het terras ook. Maar aan de zijkant van het gebouw zat nog een ingang met een bel. Na aanbellen deed mijn vader daar open. Hij was bezig geweest met de voorbereidingen van een buffet voor later die middag. Een vijfentwintig jarig trouwfeest. We maakten kort kennis met de chef-kok en zijn collega’s. Daarna stelde mijn vader een rondleiding door het gebouw voor. Ik was wel benieuwd hoe het er zo’n vijfentwintig jaar na mijn laatste bezoek uit zou zien.


We liepen de keuken uit en kwamen in de centrale hal. Daar was het buffet al opgesteld. Grenzend aan de centrale hal lag in open opstelling de grand café ruimte. Ik herinnerde me, dat dit vroeger een soort biljartzaal was met leren harmonicadeuren. De broer van mijn vader had er zijn tweede huwelijk gevierd. Met een Zuid-Amerikaanse. Etnische huwelijksgasten, die ik  niet kende dansten daar op latino muziek. Ik was nog te jong om bier te drinken. Stiekem hoopte ik natuurlijk op een exotisch meisje, maar ik had daar nooit op af durven stappen. Zeker niet met al mijn familie erbij.

We staken de centrale hal over en kwamen in een privé dineerzaal. Alles was voorzien van stemmige wandbetimmering. Ik kon me nog voor de geest halen dat betonstenen de wanden sierden en de tafelbladen nog van formica waren. In die zaal had de oma, waar ik een hekel aan had, haar vijfenzeventigste verjaardag gevierd. Ik weet nog, dat ik een zwarte schipperstrui droeg van de Zeeman. Niet heel feestelijk, maar wel zoals ik ben. Ik weet nog dat ik ze feliciteerde. Terwijl ik over mijn bierbuik wreef zei ik erbij, dat ik zelf ook naar de vijfenzeventig ging. En moest hard lachen om mezelf. De rest ook.

Ten slotte belandden we in de grote zaal. Daar was nog steeds het grote podium en de coulissen. Er was verbazingwekkend weinig veranderd. Mijn ouders vierden hier hun vijfentwintig jarig huwelijk. We stonden met zijn allen op het podium om wat te vertellen. Het was druk en mijn vader danste met mijn moeder. Een foxtrot. Toen had ik nog geen notie wat vijfentwintig jaar huwelijk kon betekenen. Ik was bezig met de stormachtige relatie met mijn toenmalige, roodharige vriendin. Op een onbewaakt moment verlieten we het feest. We gingen naar het huis van mijn ouders, dat slechts een straat verderop was. We hadden geen sleutel bij, maar de garagedeur was open.

Haar opschik, parfum en weelderig decolleté hadden me zodanig in de stemming gebracht dat we bij gelegenheid elkaar deden op de motorkap van mijn vaders Ford Mondeo stationwagen. Onze afwezigheid was niet ongemerkt gegaan. Maar dat kon ons niets schelen.

‘De Vroone’ kan etymologisch meerdere betekenissen hebben. Het kan zoveel betekenen als de visvijver van de lokale landheer of een heerlijkheid. Als bijvoeglijk naamwoord kan het duiden op dat wat van de goden is of iets heerlijks. Ik denk niet dat er veel mensen op het dorp dat weten. Het doet er ook niet toe. Het is wat het tot het jouwe maakt, dat het betekenis geeft. Verder is het een hoop stenen met een naam. Een plek zoals er duizenden zijn.

VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl 

Share This:

Mirjam Al – dingen zeggen met een stalen gezicht

www.pomgedichten.nl heeft het exclusieve recht gekregen om 65 teksten van Miriam Al tweewekelijks op de woensdag te publiceren – dat gaan we doen! de teksten zijn door haar helaas overleden vriend Merik van der Torren nog net voor zijn dood uitgetypt en van een nummer voorzien én in een blauw mapje gedaan. vandaag tekst nummer 42 – dank je wel Merik – dank je wel Mirjam Al.

Share This:

Ien Verrips over de liefde total loss



de liefde total loss is niet te repareren 
de lust bedorven 
als een lang vergeten beker yoghurt 
ook de boosheid verstomd 
het zwijgen niet meer gehoord 
 
en als je denkt 
dit is wel goed voor mij 
al is het koud en zeker saai 
’t is mij de rust wel waard 
 
nog niet bewust  
van ’t schuilend verlangen 
vrij van verhaal vrij van verleden 
de kop opsteekt 
stilaan transformeert 
in hopen op 
het verdomde hopen op 
dat het misschien toch beter wordt

 Ien Verrips
 

Share This:

André Heijnekamp wacht in de tuin

 
Verschillen

 
 
Ik dacht dat je langs zou komen
 
niet aan de voordeur maar als vriend
 
dus ik bleef in de tuin
 
met de poort van het slot.
 
 
 
De enige die kwamen waren de vogels
 
beesten kennen geen grenzen
 
vliegen over de schutting heen
 
scheumen ongegeneerd in perken.
 
 
 
Pikken in de bodem en trekken
 
oude grond omhoog op zoek
 
naar iets dat is begraven
 
en zal worden blootgelegd.
 
 
 
Dan kan je gaan schreeuwen
 
dat ze moeten opdonderen
 
maar het zijn vogels
 
en die komen terug.


André Heijnekamp 

Share This:

Rob Mientjes – Venster van verdriet



Venster van verdriet

huizen in puin
straten verloren
geld onder de bank
stoep niet langer geveegd

oorlogen slorpen energie
diplomatie in spijkerbroek
bouwvakkers de soldaat
metselen met pistolen

treurig het uitzicht
vanuit gebroken ramen
deuren op slot
niemand komt meer binnen

dun de rafels blauw
het geel dat zal toch winnen
slagveld in rook op
torenhoog rijst de collectieve schuld


Rob Mientjes

Share This:

wat plukt de dichter van de dag, wat put de dichter uit het leven? het voorkeursgedicht van de week: Andrea van Herk – die van ik geloof in jou en mij  – ik geloof in mij –  heeft gemaakt.

de zondagochtendwedstrijd van december 2021

we kregen hele mooie gedichten binnen deze week – dichters dank jullie wel – de wedstrijd even de koelkast in – mijn voorkeursgedicht heb ik bovenaan geplaatst – deze week het gedicht van Andrea van Herk. zo gaan we dat de komende week doen. het voorkeursgedicht van de week! Andrea van Herk dus – die van ik geloof in jou en mij  – ik geloof in mij –  heeft gemaakt. een bevrijdende gedachte.

  • Andrea van Herk – Misschien is het de liefde, de vrijheid, misschien zijn het de sterren die hier neerdalen en fluisteren
  • Cartouche – we blijven alleen – raken aan die ene zenuwpijn
  • zaken uit het leven van Rik van Boeckel en een herinnering aan wat verloren ging
  • en MEAU kent Riks diepste angst
  • Frans Terken is al waar warme dagen wachten voorbij onstuimig vaarwater
  • Ton Huizer met lijn 8 van de RET naar de GGD

in plaats van de befaamde zondagochtendwedstrijd een uitnodiging deze week/ dit weekend aan de dichters om aan te sluiten bij dit item – mochten de vragen dichter inspireren tot een opmerkelijk gedicht – een opmerkelijke visie op de mens of de dingen. de commentaren als altijd verzekerd en insturen tot ongeveer half elf op zondagochtend. er verandert van alles in de wereld maar deze twee laatst genoemde zaken niet.



het zijn die avonden
die altijd weer
terugkeren, elke maand
wel een,  twee
of dertig keer
 
regen of  geen regen
rugpijn of geen rugpijn
je put wat uit je leven
je plukt wat
van de dag
 
je ontkomt niet aan je moeder
aan je vader, ook dichters niet
hoor het bezweren
van het uiteindelijke
wezenloze niets
 
het is alsof de woorden
meer en meer
naar beneden vallen
ook zij ontkomen niet
aan de zwaartekracht
 
nu alleen nog
het verband eruit
dat ze lichter worden
dat je ze weg kunt blazen
op dat ene ene na

pom wolff


 

Ha Pom,
Ik twijfelde…maar hierbij vanaf Texel de overdenking van de dag.
Liefs,
Andrea



LANGS VELDEN EN NIEUWE WEGEN 

Tussen de velden van het verleden zie ik haar
een vrouw die ooit hield van een jongen
een vrouw geworden wie ze misschien toen al was.

Woorden, herinneringen, flarden van gedachten
de altijd maar terugkerende vraag:
wat achter te laten en wat te doen bij afnemend tij?

Hoe verhoud je je tot alle veranderingen
Hoe schrijf je over dat wat niet valt te verklaren
Hoe laat je los en houd je hem ook stevig vast?

Misschien is het de liefde, de vrijheid,
misschien zijn het de sterren die hier neerdalen en fluisteren
“Laat maar gaan meisje, zo is het goed,
alles kan en mag.”


Andrea van Herk


–>
nu we een keer geen wedstrijd doen hier op de pom kunnen we vrij uit over de leesbaarheid van de woorden spreken. sommige dichters lijken te dichten zoals ze praten. Andrea is een van die dichters. maar zo is het niet – hoe gewoner de taal in een gedicht hoe moeilijker de woorden gekozen uit de vele woorden. wat is er van die vrouw geworden vraagt de dichter zich af – en ze geeft de lezer ook een antwoord – ze is geworden wie ze was – nou ja dat vermoedt de dichter.
en hoe te handelen bij afscheid nemen van wie je lief is of lief was. ik denk dat de niet geoefende lezer hier het gedicht inkruipt. goede raad is altijd duur. de dichter weet het ook niet precies – misschien is het de liefde  – misschien weten de sterren wat raad. Andrea van Herk weet in de door haar genoemde onzekerheden woorden van  troost te leggen voor de lezer die het heel vaak ook niet weet.

Draagbaar
 
De dichter
wil enkel vingers
en handen branden
aan een wereld
man, een vrouw
 
dag na dag
 
de eenzame knuppel
weg waarop hij alleen
zich volop zuigend
zigzaggend
bewegen kan
 
**
Zwaluwstaart


Alsof een kussen enkel
in luwte kan gedijen
 
een peluw eeuwig
verlichten kan
 
een zwaluw
met een pen te beschrijven
 
alsof jij en ik dag in dag uit
een wit doodskleed met ons mee
 
ja en nee, we blijven alleen
raken aan die ene
zenuwpijn
 
04-12-‘21 / Cartouche


< –>
hoe mooi meau ook zingt – ik  geloof in jou en mij  – cartouche schrijft over een alleen zijn – wellicht de diepste angst van een dichter – de alleen gang door het leven – in wezen ook hierboven verwoordt door andrea van herk – die van ik geloof in jou en mij  – ik geloof in mij –  heeft gemaakt. zover is Cartouche nog niet. de eenvoudige ongeoefende poëzielezer zal toch een beetje opkijken – 2 gedichten en wat wil ie nou eigenlijk allemaal zeggen zal die lezer zich afvragen. de geoefende lezer zal antwoorden dat cartouche de eenzaamheid van de mens uitschrijft voor zich zelf en de lezers. en dat alles voorbij gaat – ook het leven – ook het leven van een dichter. en dat dan als een diepe diepe dichtersangst.
Vanuit de hemelput


Om de dag luisterrijk te doorgronden
de mogelijkheden zijn klaar en eindeloos

de sterren kijken toe vanuit de hemelput
hoe de dichter wandelt door bos en leven

de woorden vallende bladeren
uit de bomen dansen door zijn hersenpan

hij slaat ze op in zijn rikketik
een vrouw luistert naar zijn gedachten

het beeld van de wereld slaan zij op
samen en alleen als de liefde wankelt

de maan beroert hun angsten
laat ze dansen in hun dromen

de dichter put uit de put
rent er af en toe aan voorbij

herinnering aan wat verloren ging
slaat hem langzaam door de tijd heen.


Rik van Boeckel
3 december 2021



<
over de leesbaarheid van een gedicht:
dichters tocht door bos en leven in 8 strofen, van hoog naar laag, van vroeger en nu –  van de herinnering naar wat het leven hem nog brengt – zo beschreven door Rik van Boeckel in fragmenten van taal, in fragmenten van een verhaal van angsten en dromen- om de dag én de tijd door te komen.
ik vermoed dat de niet geoefende poëzielezer de gedachtensprongen, het verhaal van deze levenstocht door de dichter beschreven  in fragmenten niet tot het einde wil meemaken.
wat mij betreft mag de laatste strofe ook een gegeven zijn in het begin van het gedicht als een soort leesinstructie.
 
herinnering aan wat verloren ging
slaat hem langzaam door de tijd heen.

als een poëziekan waarin alle andere strofen een voor een geschonken kunnen worden. om klaarheid.
Ontstijgen

Deze dag dat de dichter vast
in waterdichte wandelschoenen staat
hij sopt door polder en langs dijk
met het hoofd diep in de kraag

de oren gespitst
op onverwachte geluiden
door noordwestenwind gedragen
krijsen nijlganzen een hese roep

alsof zij bij de dichter om taal bedelen
van hem graag horen wat hier gezegd
vreemde eenden die dit landschap
door zijn woord willen kennen

zegt hij dat hij vleugels wil
weg van de ganzenmars in dit gebied
en meevliegen met de trek
naar het verre zuiden

waar voorbij onstuimig vaarwater
dagen van warmte wachten

© FT 03.12.2021


<!>
de dichter is op ook in dit gedicht op pad – een poldergedicht – we wanen ons in de polder – een dichter in gesprek met de overal in de lage landen oprukkende nijlganzen – de asielzoekers onder de vogels in de polder – de taal nog leren en vliegen maar – in overdrachtelijke zin is de dichter wel toe aan de meer warme gebieden die verlaten zijn door vreemde vogels – nederland wordt steeds kouder zo lijkt het – ook in medemenselijkheid. dichters voelen dat aan als geen ander. in zoverre zijn ook dichters vreemde vogels.
ook de niet geoefende poëzielezer leest in 22 regels poëzie een verlangen naar warmte en medemenselijkheid in dit gedicht van Frans Terken.


 
Black Friday voor de Dikke van Dale
 
We tonen een QR-Code op een I-Phone
bij binnenkomst in het café
en downloaden een podcast via de PC
 
Mijn partner werkt vanuit huis en heeft
via Zoom en WeBex contact met haar
MT
We hebben het aardig voor elkaar, maar
 
er is alweer slecht nieuws van het OMT
De intensivist verwacht een piek op de
IC
 
De driehoek komt voor overleg bijeen
op het HB
dus tram ik met lijn 8 van de RET voor
een booster naar de GGD
 
Ton Huizer


<!–>
bijna zou je zeggen dat dichter Huizer het cabaret in moet. een geestig spel met afkortingen die overal lijken op te duiken. in ieder geval dichter Huizer heeft ze opgedoken voor dit gedicht. actuele afkortingen zo geordend en bijna zo normaal gevonden dat ze nauwelijks nog opvallen. goed dat er toch dichters  zijn als Huizer die ons wijzen op de absurditeit van deze communicatie in letters. vanaf nu moet ik mijn mailtjes voortaan ook anders beëindigen – mijn XXX zal bij Ton Huizer niet in goede aarde vallen. de niet geoefende poëzielezer zal dit gedicht omarmen voor wat de leesbaarheid betreft. dat is tenminste een man naar hart die begrijp je tenminste – hoor ik ze hier op twee hoog achter in de jordaan brullen. dat heb je niet bij die andere skriftgeleerden hoor ik tante sjaan schreeuwen. als tante sjaan zou weten dat Ton uit 010 zou komen zou der gebit van verbazing uit de mond vallen. dat de RET het openbaar vervoer in 020 verzorgt was haar nog niet opgevallen.

Share This:

pom wolff in gesprek met… 8


pom wolff in gesprek met … 8


het lijkt wel of ik in gesprek ben met je
en niet uitgesproken raak
maar dat er toch altijd weer iets tussen komt
 
een gedicht met iets
van liefdesleed of oorlogslust
van roeka soms
 
nou weet ik wel
dat het leven in je gaat zitten
en dat je krijgt wat je verdient

 
maar om het allemaal
maar op te schrijven
is ook zoiets

pw
over pijn gesproken – pom wolff in gesprek met… 6
 
 
ooit was er een dichter
die met haar wandelde
bedacht
 
en schreef over
geluk happen in het vondelpark
tot het pijn deed
 
in die aangedane stad
liedjes neuriënd van een overleden zanger
die over precies hetzelfde zong
 
ik ken dichters
die nergens anders meer
over kunnen schrijven
 
 
pw


pom wolff in gesprek met… 7
 
laten we trachten een plek te vinden
tussen nooit meer en altijd nog
 
laten we daar een plaats reserveren
een tafeltje voor ons alleen
 
misschien drink je wijn
misschien drink je geen wijn
 
misschien eet je garnalenkroketten
misschien at je nooit garnalenkroketten
 
misschien herken je het verlangen naar een moment
dat nooit voorbij zal gaan – misschien ook wel niet
 
pw
 
 mocht u willen weten hoe de eerste gesprekken verliepen – zie dan hier
 

Share This:

YAYA op de vrijdag – weet je nog



Weet je nog…
 
Weet je nog, kind dat je op school zat? De school met de grote kastanjeboom op het plein. Waaronder alle moeders verzamelden. Boom om te schuilen. Tegen de zon. De regen. Het leven. De lange uren. Het leefde onder die boom. Het leefde. En juffen die omarmden. Aan één blik hadden ze genoeg, die juffen. Knuffel voor een kind hier, voor een moeder daar. Een grote beweging. Gul, zo gul was de eenvoud van het leven daar.
En jij. Met je blonde krullen. Witte wimpers. Alles aan je bewoog. Je vertederde. Had iets vrij’s. Iets zo eigens. En niemand die die schuine blik zag. Die. Waarin je ogen onverzettelijk. Waarin je eigen logica school waarvan ik wist dat je er aan vast zou houden. De dagen daar. Je klepperde op je rode klompjes door de straten. Door de steegjes achter de huizen die een wereld vormden voor de kinderen die daar woonden. Een wereld om te ontdekken. Een wereld om te bespelen. Een wereld om vrij te zijn. Om te vechten. Om te huilen. Om te rennen. Om te vliegen.
Daar. Daar in dat kleine huisje. Waar het licht altijd viel alsof het zomer was. Waar de eenvoud van de kamers precies de goede was. Dat huisje. Waar weinig dingen hoefden te wonen. Omdat wij er woonden. Wij.
 
 
 YAYA
 

Share This: