www.pomgedichten.nl heeft het exclusieve recht gekregen om 65 teksten van Miriam Al tweewekelijks op de woensdag te publiceren – dat gaan we doen! de teksten zijn door haar helaas overleden vriend Merik van der Torren nog net voor zijn dood uitgetypt en van een nummer voorzien én in een blauw mapje gedaan. vandaag tekst nummer 4 – dank je wel Merik – dank je wel Mirjam Al.
Vierkoppige formatie uit Amsterdam bestaande uit een eclectische mix van doorgewinterde jazz fanaten en ruwe diamanten. Van rauwe improvisaties tot verfijnde ballads, is deze band altijd op zoek naar nieuwe wendingen in vertrouwde jazz klassiekers, maar ook niet te beroerd om vergeten jazz tunes nieuw leven in te blazen.
Saxofoon – Frank Paavo Gitaar – Christiaan Kieft Bas – Daniel Waas Drums – Arendo Marijnus
Reizen is steeds meer van A naar B waar nauwelijks nog iets tussen zit dan wat was met alles ongeveer hetzelfde die opgeklopte stress van nu nog niet of die verveling van nog steeds niet
iets meemaken is erg ver weg en tijd is wat zeurt zijn steeds dezelfde cijfers die verspringen
op 12 december was het bericht daar en hier – blijmoedig heeft Ko zijn lot gedragen – een paar operaties verder is er dan toch de dood. jacq mees schreef een mooi eerbetoon. pomgedichten wenst de nabestaanden sterkte.
Jacques Mees: ‘Ik kan er niet van slapen. Een paar keer per jaar hadden we urenlange telefoongesprekken over het wel en wee in de muziek en poëzie. Samen deelden we onze liefde voor Rijk de Gooyer. Vooral het lied *Kijk dat heb ik nou*. We raakte er maar niet over uitgepraat en hebben er veel om gelachen. De tekst van onderstaand lied heeft hij 16 jaar geleden geschreven en gaat over een mistroostig beeld van onze stad, Tilburg. Hij koos mij om er muzikaal iets mee te doen. In 2023 hebben we samen nog gewerkt aan een tekst over mijn geboorteplaats, Moergestel. We zijn een zachtaardige man en zeer productief columnist en dichter verloren hier in ons Tilburgse. Ik wens iedereen die Ko kende heel veel sterkte toe met dit groot verlies. Rust zacht Ko.’
Au supermarché. That’s where magic begins. Daar om de hoek bij die bar tabac van die vrouw die een fluwelen stem heeft en mij vorige week nog dat laatste biertje tapte. The last two people on earth. Het voelde als een flashback. Vorige week. Maar vandaag is dat vergeten. De sigaretten ook vergeten. Alles vergeten. Soms tuit ik buiten even kort de lippen om virtueel te inhaleren. Spontaan. Zuigfluiten. Maar dan anders. Dat lucht even op. Die voelbaar koele luchtstroom. Buiten.
Hoe dan ook, hierbinnen, bij die super, is vandaag cochon en promotion. Een complete varkenspoot voor vierentwintig euro. Épaule. Voorpoot dus. Een achterpoot voor een tientje meer. Dat is heel normaal bij de super hier: grote stukken beest in de koeling. Meedogenloos uitgestald. Halve varkenskoppen ook; messcherp overlangs gekliefd. Cirkelzaag denk ik. Ik probeer me de geur ervan voor te stellen. Maar er komt niks. Geen flits. Alles ruikt onbestemd ver weg.
Ik laat de poten links liggen en ga voor een stuk van de ribbenkast. Poitrine. Speklap aan het bot zeg maar. Een jambon gerookt in eigen schoorsteen komt een andere keer wel. Wat moet ik er ook mee? Zo’n mega stuk. De portie poitrine mag er trouwens ook best zijn. Eenmaal uitgebeend zeker goed voor een dag of twee pulled pork. Ook voor op stokbrood. Het restant kan in de nasi. Overmorgen. In Nederland.
De ribben liggen inmiddels bij de poubelles. In de grijze kliko. Het vlees nagarend in de oven. Ketjap. Harissa. Kerrie. Paprikapoeder. Peperkorrels. Komijn. Zout. Knoflook. En Piment d’Espelette natuurlijk. Uit Frans Baskenland. Een half uurtje nog. Touwtjesvlees. Met rijst. Wijn vergeten. Gelukkig heb ik wel tandenstokers. Boven. Op het nachtkastje.
de uitslag van de zondagochtendwedstrijd al heel vroeg deze week – in de ochtend bezoek ik ons webmeisje britt – in een utrechts revalidatiecentrum De Hoogstraat – van haar paard gevallen – en een paard is hoog – britt heeft deze site mogelijk gemaakt – ik ga haar goede moed in praten.
dank aan alle dichter die inzonden – prachtige inzendingen deze week en in de nacht onovertroffen – de eremetalen gaan dan ook naar Vera – goud – Ditmar zilver en Anke brons – heerlijke moedeloosheid om van op te kikkeren lazen we bij MartinB – zijn bijdrage gooien we niet weg – een speciale vermelding. Van Harte winnaars!
Vannacht was je er weer (je hebt je genesteld in mn bestaan) hoe doe je dat, zo ver van hier vandaan hoe ver kan liefde gaan
het sluimert (al zo lang) onder de oppervlakte van alles wat ik liefheb als lente wachtend op de zon
Maar vast in het voorspelbare nu van leven en dood en een dagelijks bestaan moeten er doden vallen om vrij te zijn droom ik van later
Elk uur geleefd brengt later en jou dichterbij
Vera van der Horst –
ik schreef al de nacht herbergt schoonheid deze nacht – de rauwe vorm van het gedicht verdient nog een kapmes her en der maar de gouden strofe is geschreven – en daar gaat het om in poëzie – alsof een nieuwe vasalis is opgestaan :
Maar vast in het voorspelbare nu van leven en dood en een dagelijks bestaan moeten er doden vallen om vrij te zijn droom ik van later
JIJ ALS EEN TENT Net als een canvastent in ’t veld ben jij, des middags als een zomerbries vol zon weer droog de dauw maakt, en de touwen vrij, zodat een zacht gezwaai beginnen kon met middenin één stok als steunpilaar die als het toppunt naar de hemel kijkt, aanzet der zielen zekerheid—ziedaar: geen enkel koordje nodig, zo het lijkt; door geen gestrikt, is losjes toch gebonden met talloos lusjes, liefdevol en zacht om al der wereld weidsheid heen gewonden, slechts in een licht verstrakken bij de kracht die dartel in de zomerluchtstroom rust ooit van de lichtste vastigheid bewust. ***[D.B.]
ook ditmar laat zich vannacht niet onbetuigd – het lijkt een antwoord op de woorden van vera hierboven geschreven – in haar tuintje de foto – maar elke lezer – ook deze – kan ditmars woorden op zich zelve leggen – om zo in de wereld te staan.
later als je groot bent mantra uit mijn kindertijd
wat je dan allemaal
nu ben ik groot en soms denk ik wel eens misschien heb ik dat later wel gemist of ik ben gelukkig nog niet groot genoeg
anke labrie (24-02-2024)
een kleinood gezonden in de nacht – de nacht die deze nacht schoonheid in zich herbergt – de woorden van anke, vera en ditmar – kopje thee erbij en genieten maar. wat als later nu is? zingt rob de nijs de zanger – tsja in zijn geval zou ik de tekst niet zingen – wij van hier vieren deze zondag het nu. met prachtteksten. bij anke in reflexie.
Anke Labrie – later als je groot bent
Vera van der Horst – in het voorspelbare nu van leven en dood
Ditmar Bakker – als een zomerbries vol zon weer droog
Ien Verrips – Liever het nu
Cartouche – fuck it – de toekomst ben ik eerder nooit nog tegengekomen
Martin B – weggooien
Frans Terken – alsof wij leven voor later
Erika De Stercke – Eureka
Max Lerou – liever geen vragen
Rik van Boeckel – Onder de muziek van nu
de zondagochtendwedstrijd naar DIGGY DEX – wie wint de enige echte virtuele “misschien is het maar beter om later nog even te bewaren” trofee op pomgedichten punt nl? – het leven in het NU de voorrang geven – mogelijk een levenswijsheid – al ‘bladerend door de jaren’ laat u inspireren door DD met zijn prachtsong ‘fotoboek’- hier kent u de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
en nu dan dit
daar dus dan ter wereld gekomen huist het op dikke stoepen asfalt vissen rokend in dieselgeuren
de eeuwen in laagjes in die tijd de dingen die gedaan zijn zijn nog steeds mooi
pom wolff
Liever het nu
beter is het geen krant te lezen het nieuws over te slaan beter een goed boek te nemen of brei anders eens een trui
beter is het te genieten van je kleinkinderen geen zorgen te maken over hun toekomst althans niet hardop niet tegen de ouders
feb.2024 / Ien Verrips
het leven in het NU de voorrang geven – dat is het thema deze week op de site der sites. ien stelt de kleinkids centraal en laat de wereld de wereld. een in deze wereld bijna onmogelijke opgave. een sympathieke gedachte. kleinkinderen hebben geen last van de wereld – tenminste hier nog niet. en in het gedicht niet.
Ho maar
bucketlijsten heb ik niet fuck it – de toekomst ben ik eerder nooit nog tegengekomen – ik ken haar alleen van lezen en horen zeggen dacht haar te ontwaren in het optrekken van een wenkbrauw, het wenken van een oog
in schenken en roodwitte slijterswijn beduimde glazen aan de rand van een vurenhouten ronde tafel geschraagd door zon voor het vallen van de dag – dat
in vlekken en scherven alles wat mij toekwam nu in gedachte grond gebonden vóór me lag – dat ik
voor later zou bewaren in een hema plak- en fotoboek
23-02-2024 / Cartouche
in de twee strofe raak ik cartouche kwijt – het denken en het schrijven slaan op hol – je voelt je als lezer op een ijsbaan geworpen terwijl je niet kan schaatsen. je glijdt op de reclameborden af als een ottenspeer om in cartouches plakboek te ontwaken. terwijl in de eerste strofe die prachtige gedachte toch werd ingezet: ‘de toekomst ben ik eerder nooit nog tegengekomen’ waarna een prachtig gedicht tot de mogelijkheden zou kunnen behoren.
ook b gaat bijna volledig aan het gevraagde thema voorbij in eigen woorden – maar wie kan een jongen die is opgegroeid met ‘brinta’ ook maar iets onthouden. het is die melodramatische toon die elke lezer verwarmt in ieder geval deze lezer – en dan lees/draag je als het ware het gevraagde thema het gedicht in – klopt alles dan valt alles samen – alles wat ie bewaart voor de toekomst is volstrekt nutteloos. heerlijk die moedeloosheid – zoveel defaitisme lees je zelden.
Wie wat bewaart
Wat van nu voor later borgen een daad om dat te verzekeren verzorgt men met technisch vernuft
tekens van leven op deze aardkloot afgeschoten naar lichtjaren verder neergestreken in een krater op de maan
een chip met Picasso Koons en Bowie aan boord kunst van het beste handwerk bewaard voor het nageslacht
voetstappen van hier en nu bestaan op foto’s vastgelegd als eeuwig bewijs in een tijdcapsule luchtdicht opgeslagen
eens kijken wie daar ooit gaat zien wat de mensheid vandaag vermag alsof wij leven voor later
een heel actueel gedicht – de missie maanlander landt deze week met kunst voorzien voor de toekomst en toekomstige bezoekers. voorlopig ligt het heden opgeslagen op een volstrekt troosteloze vlakte – het nu gereed voor de toekomst.
eureka
onder dozen uit jeugdjaren keek ik in schuiven waar papier vergeelde tussen boeken en op kasten
hoe ik zocht naar sporen van liefde toen waren er knipperlichten bij mannen met vluchtplannen
onder de zon legde ik mijn hart haar warmte gaf mijn mondigheid een nieuw gegeven
op een bed van ervaring viel ik neer telde zielsgelukkig de sterren heb je gevonden
Erika De Stercke
je weet als lezer wel waar het gedicht over gaat – ze zoekt en ze vindt zoveel is zeker – maar het is nogal moeilijk verwoord – of lees ik dat nou verkeerd. eerlijk gezegd ik kan er geen chocolade van maken. dan maar een paaseitje.
schatgraven
dit donker is haar donker ze gaat waar niemand haar gadeslaat wanneer zij schoppenaas tot gaten slaan verleidt
in bloed doordrenkte bodem waar zelfs zout uit vissenoog gelaten traan niets vermag tegen dit
driftig graven om wat komen gaat teleurstelling te kuilen liever geen vragen
ml
een mooie weergaloze slotregel hier in dit gedicht. een beschrijving van een duister geheel – haar wereld – waarin de beschreven persoon nu mee te dealen heeft – we zullen geen vragen stellen. we lezen de antwoorden graag in een opvolgend gedicht.
Onder de muziek van nu
Onder de muziek van nu tikt het ritme boven de muziek zingt het lied snaren tintelen de vingers tot het zichzelf arrangeert
stil staren wij naar de eeuwigheid onbewust van wat ons wacht geluk dwaalt om iedere hoek daar zijn wij dagelijks naar op zoek
wij zijn jaren onder mysterieuze klanken schellend als voetzoekers door de nacht melancholiek verrijst onze stem in het onbestemde levenslied dat zeker naar huis wegvoert
lichten aan de overkant schijnen door in de vele raaskallende huizen in dromen horen we het liefje uit lang vervlogen tijden zingen onder de muziek van toen en nu
Rik van Boeckel
de woorden doen het heden het verleden en de toekomst aan. rik laat ze luchtig over elkaar heen buitelen.
Er leeft een laksheid om me heen. Mensen menen steeds vaker, geen deel te hoeven uitmaken van de werkelijkheid om hen heen. Ze vluchten weg in slimme apparaten, thuiswerk of abstracties. Al staat hun huis in brand, voor zo ver dat hun zaak al zou zijn, kiezen ze er voor het blussen buiten zichzelf te plaatsen.
Vorige week liet ik de hond uit op de middag. Het was het tijdstip, dat de scholen uit gingen. Terwijl ik langs de Bergse Achterplas liep, ontwaarde ik een sjofel individu die op een markante wijze stilstond op het pad. Ik vroeg me af wat hij stond te doen. Een paar seconden later realiseerde ik me, dat hij stond te pissen. Gewoon midden op de dag, midden op het voetpad. De eerste kinderen passeerden al. Nog een seconde later knapte er iets in me.
Vloekend rende ik op de man toe. Met zware stemverheffing vroeg ik hem, wat hij dacht dat hij aan het doen was. Dat was evident. Vervolgens gaf ik hem in niet mis te verstane bewoordingen aan, dat wat hij deed zeer ongewenst was. Ten slotte stelde ik hem dwingende de vraag: ‘En wat zeg je dan?’ Daarop keek hij me glazig aan. Ik herhaalde mijn vraag enige decibels luider. Men had het schreeuwen kunnen noemen. Hij antwoordde: ‘Ik zal het niet meer doen’. Ik bevestigde dat dat het juiste antwoord was en dat hij nu kon opsodemieteren.
Even later moest ik lachen in mezelf. Het was een mengeling van verbazing, trots en twijfel. Had ik juist gehandeld? Dat besprak ik de volgende morgen met een collega-hondenbezitter. Deze vroeg of ik spijt had. Ik antwoorde van niet. Hij gaf aan, dat hij vond dat ik het niet kon maken, iemand zo uit te kafferen. Mijn repliek was, dat ik van mening was, dat het juist belangrijk is, dat zo nu en dan te doen. Iedereen is tegenwoordig, niet geheel onterecht overigens, bevreesd neergestoken te worden, als je commentaar geeft op wangedrag. We werden het in de te korte tijd die we hadden niet eens.
Het zette me wel aan het denken. Ik was van mening, goed gedaan te hebben, door verbaal geweld toe te passen. Ik had het gevoel gehandeld te hebben. En dat zou goed moeten zijn. Te vaak zie ik mensen niet handelen. Maar wel veel praten. En schrijven of beleid maken, zie ik ze ook. En meningen ventileren via digitale media. Maar hoe vaak zie je een burger op straat een overtreder terechtwijzen? Men praat en praat en praat, maar doen, ho maar. Het vinkje ‘ik vlieg milieubewust’. Het ‘beter-leven’-logo op gefabriceerde voedingsmiddelen. Het tientje voor Unicef. De digitale kerstkaart van Hallmark. Het is als je afrukken en er zoveel bij fantaseren, dat je jezelf wijs kan maken, dat het goede seks was met een lekker wijf.
Het typeert een ontwikkeling, waar ik mijn vinger nog niet op kan leggen. Ik denk dat de mens zo nodig losgeweekt moet uit zijn weefsel. Daarom ook de afkeer van geweld en confrontatie. Daarom de liefde voor yoga en brave beschaving. Individualiteit boven solidariteit. Kiezen voor zelfbedrog, vermomd als goede vrede. Maar ik denk, dat ik nog net met één gen te veel in ‘mijn andere wereld’ sta. Waar enkel nog dat echt is, dat bestaat, als ik de stekker uit alle andere dingen getrokken heb. En ik weet het, als schrijver heb ik geen recht van doen. Maar gelukkig besta ik ook nog buiten het papier.
(Daar hebben we in Rotterdam nog een motto voor)
VON SOLO DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl
Doe je het raam dicht tegen de duiven het zijn vliegende ratten zei hij voordat hij me achterliet met thee in een kwinkelerende avond.
En ik dacht aan Picasso’s gepenseelde vrede de heilige rat in India en aan een vriendin die men het huis uitzette omdat ze voor alle duiven van de buurt pannen eten kookte
en daarna aan mijn nieuwe achterbuurman die de planten uit zijn tuin rukte. Op vervuilde grond, zei hij, groeit niets en hij dekte zich in met zand en tegels.
Vrede, o duifje, pas op voor de mens doe je raam dicht!