ze dansen om haar heen laten zich van hun beste zijde zien bedelven haar met complimenten vooral zichzelf bedoeld er staat wat op het spel tenslotte zal zij moeten kiezen haar man al zo lang weg zal wel gedood zijn in de strijd zeggen zij
ze wil niet kiezen ze weet maar al te goed dat haar begeerlijkheid voortkomt uit wat van haar zal zijn ze wil nog wachten ook al weet ze niet of hij nog leeft als dat bewijs geleverd wordt is er geen ontkomen aan dat weet ze
De oceaan ruist en suist. De branding knarst, breekt en barst. De wind blaft en fluistert. Een klein stroompje zoekt de zee en kabbelt frivool vanuit de heuvels langs de grauw glimmende rotswand. Afgezien van een paar scharrelende steltlopers is het strand leeg. Rust! En dan? WTF? Daar, een paar meter verderop. Drie letters in het zand. Haar letters! Kordaat en sierlijk. Met vaste hand geschreven. Gekker moet het niet worden. It´s all in her name. Iedereen weet het. Dat ik op Eva ben. Een eeuwigheid al. Happily lost in a never ending love story. Overal de weg kwijt. Altijd. Gekkigheid. Maar dit? Hier? Liefde. Geschreven in het zand? That ́s all new to me. Surprise! You´re home.
Welkom in het land der dwergen. Eenogige trollen. Haar stem. Bienvenida! Een ondeugende nymphe, de zwaartekracht tartend op een drakenrug, vertolkt flierefluitend het leven. Una cancion de amor. Dat kan ook niet anders. Zo hoog in de lucht. Zeg hier nooit dat je in Spanje bent. Nunca! Dit is Galicia! Het is er ruig en woest. In het land der Kelten. Nergens is het groener. Nergens is schoonheid zo dichtbij. Er is geen plek waar het nog meer mist en regent. Waar de zee blauwer is dan al het blauw aan de hemel. Nergens. Ik ben er dol op. Zwemmen in zee. Jammer alleen dat het water zo koud is dat het je de ballen in de buik doet schieten. Dat gaat ´em vandaag dus niet worden. Zwemmen.
De tijden gaan voorbij Maar ergens zit die herinnering, geankerd in mij
Het thuisland Mijn moederwond Mijn vaders werk De palmen, klappermelk Het schaafijs
Warmte, de warmte die ik zo mis Mijn lieve zussen en tantes Kibbelen in de keuken Hier neem ik nu afscheid Van een geliefd Indisch kind
Dag lieve zus
naam dichter bij red bekend
bij de dood van Ferial
Ferial Lindeboom-Poortman is zondag overleden. voor ons – onze kleine familie was het Ferial. voor mijn dochters vooral was zij Ferial. sommige mensen zijn zo belangrijk in je leven dat je er maar geen poëzie aan waagt. net voor de geboorte van onze tweede dochter verhuisden wij van medemblik/wervershoof/onderdijk naar amsterdam – en zoals zoveel ouders wisten we het even niet meer. hoe werk en 2 kleine prachtige dochters – de ene baby de andere 7 jaar jong – te combineren in opvang en oppassen. tante henny – hielp ons uit de nood. zij noemde een naam en die naam was Ferial. Ferial kwam bij ons oppassen – deed en verzorgde baby zinzi en bracht dochter sonne naar school. ferial heeft 12 jaar onze dochters verzorgd, wijze raad gegeven aan sonne en zinzi, en met haar gegeven liefde onze dochters groot zien worden. we hielden allemaal van haar. wij als ouders in de wetenschap dat niemand beter had kunnen zorgen voor onze kinderen. en voor onze dochters was en is en blijft Ferial een onlosmakelijk deel van hun leven – een deel van het liefdevol gelegde fundament van hun bestaan. Lieve Ferial vrijdag zullen we – moeten we wel – afscheid nemen van een Indisch kind. met pijn.
Asturia heeft iets weg van een kruising tussen Normandië en de wintersport. Dat is niet adequaat, helemaal niet zelfs, maar een goed gevoel geeft het wel. De sfeer hier. Het landschap. Soms idyllisch; maar meestal rauwer dan bruut. Altijd groener dan groen. Zee. Steile kliffen. Bergmassief. Twee en een halve kilometer hoog. Atmósfera Atlántica. Daar sta je dan. Ontheemd. Onthutst. Impressed. Een gorgelend zinkgat even verderop braakt zeeschuim en huilt als een walvis wanneer de golven twintig meter down gierend op de rotsen breken. Todo es amor.
Ik wou dat ik een pickup had. Nou is het wegennet hier puur Europees en dus duizend keer beter dan in Belize, maar ik kan nu eenmaal nergens de neiging onderdrukken om steeds weer een nog kleiner wegje in te willen slaan. Totdat je het geen weg meer mag noemen. Als het dan steil en modderig wordt is dat te veel van het goede zonder four wheel drive. Het gaat steeds goed, maar een paar honderd meter achteruit op een steil glibberpad blijkt toch een heikele onderneming voor de Renault. Haar banden blazen rokend stoom af. Weer eenmaal boven: aan de kant met het Franse kreng! Dan maar lopen, al was het maar om uit te vinden waar je beneden uitkomt. Eucalyptusbos? Further down: nog meer Eucalyptus. Daarna alleen maar Eucalyptus. Na de volgende bocht gaat het pad weer steil omhoog. Duh. Ik hoor de zee beuken. Beneden. Rechtsomkeert dan maar. En daarna uitzweten op het bankje boven. Naast het rotsblok. Drie kilometer staat erin gekliefd. Waarom is mij een raadsel. Of het moet die ruïne zijn, daar beneden. In die laatste bocht.