
Gedragen
Een foto. Zomaar. Het achteloze beeld. Vier vrouwen in het zachte voorjaarslicht. De kamer op het schip waar we woonden. Hoog. Laag. Het water. Van dag tot dag kon alles anders zijn. Mijn oma zit in een schommelstoel en houdt jou in haar armen. Ze kijkt. Met levenslange blik die weet van hoeveel waarde jouw onbevangenheid is.
Met een blik die weet dát er geschonden zal worden. Maar niet als het aan haar ligt. Mijn moeder naast haar. Zo trots. Het kind van haar kind. Ze kijkt alsof ze het niet geloven kan. Hoopje slapend kind voor wie zelfs verlangen nog een belofte is. Ik voor mijn moeder. Ik kijk de camera in. Blauw wit gestreept t-shirt. Alles fris. Ogen die geloven en in wat ze geloven is geen vraag. Zo jong nog. Zo meisjesachtig.
Vier generaties. Vrouwen. En ik dacht dat deze foto zo belangrijk was als vastgelegd beeld van het woordloos weten hoe het is om moeder te zijn. Om door te geven. De geheimen. Het leven. Maar dat is het niet. Het is het weten van blijven. Hoe het is om nooit meer weg te kunnen. Hoe het is om te dragen. Hoe het is om onvoorwaardelijk lief te hebben. Door het vuur zonder denken. Door roeien en ruiten. Door alles heen. Dat sterke vrouwen sterke vrouwen voortbrengen. Dat de generaties achter en om elkaar heen staan. Dit beeld. Een belofte aan dit kind.
YaYa















