Merik van der Torren en Betty steunen de partij vd dieren bij de algemene politieke beschouwingen

Een activiteit van Betty in de late uurtjes, groet, Merik.
In Bar Baut
Dat bij de borrel van de
Groen-Links-deelraadfractie
of die van de Faculteit Politicologie
van de Universiteit van Amsterdam
Betty naast de stoel van de
voorzitter van het gebeuren
een vergeten patatje bespeurt
en opsmikkelt,
een manifest van de
Partij van de Dieren.
Merik van der Torren
IEN VERRIPS wacht weet luistert en…
PETER BERGER en de jurk – Smakelijk! schatert de jurk. Alleen een walvis kan het tij nog keren….

“Geloof maar niet dat het nog uitmaakt,” pruttelt een doffe meisjesstem uit een prachtlijf dat gehuld is in iets wat je geloof ik een mannelijke jurk zou kunnen noemen. “Stemmen.” Het standpunt meteen helder: “We gaan naar de klote.” Met hoofdletters. Hoe dan ook. Niemand! Over links of over rechts. Goede bedoelingen. Kamerclowns. SOS. De koers is gezet. Paniek. Waterval. Volgens.
Nou kom ik in de nachttrein wel vaker ondergewaardeerde psychoten of andere onbestemde profeten tegen, maar deze helderziende raakt een heikel punt. “Het politieke bestel staat bol van uitgesmeerde macht. Wie waarover gaat is volstrekt troebel. Een beetje zoals destijds met die rommelhypotheken, weet u nog?” De jurk beweegt, de lippen strak. “Ik weet dat je van haar houdt. But no worries! Eva redt zich wel.” What the fuck? Eva? Liefde? Dat is een mondvol. Overrompeld door dit statement vraag ik wat Eva in godsnaam met politiek te maken heeft en haar er voortaan buiten te laten. Een vrolijke schaterlach klatert van de zachtroze lippen. “Tout. Et rien.”
Keynes. Marx. Nietzsche. Hawking. Bohr. Einstein. De hele mik komt in een razende lawine voorbij. Godsdiensten erna. Woordenbrei. Pffff. Dan suist de deur open: Station Leiden. Salvation. Ik heb trek in een kroket. Goulash of saté. Hapklaar uit de muur. Pinnen. Hoge hakken klikken voorbij. “Smakelijk!” schatert de jurk. “Alleen een walvis kan het tij nog keren.” Het is de piep in mijn oren. Dat doffe.
Peter Berger
Rob Mientjes wint de enige echte virtuele – verzoent u zich met het afnemen van de betekenis der dingen – trofee op pomgedichten punt nl
dank aan alle inzenders voor de mooie gedichten ingezonden naar aanleiding van de publicatie Alja Spaans prachtbundel – het langzaam voorovervallen – de zondagochtendwedstrijd genereert prachtige gedichten – het thema vanuit vele kanten belicht waarbij de esthetiek en het activisme niet worden geschuwd zijnde ook functies van de poëzie. ik kies deze week voor de taalkracht die Rob Mientjes in zijn woorden heeft gelegd. op indringende wijze weet hij van proza poëzie te maken. van een zakelijke tekst – een oproep – een dichtwerk met sprankelende taalkracht – van harte! goud voor Rob Mientjes.


Verzoening met de afname van de betekenis van dingen een trieste zaak. Het raakt mij als kei. Immers zo voelt het, de verlorenheid. Hard, rotslos en door alle goden verlaten. Een sirene die niet loeit maar huilt.
Betekenisvol leg ik de hand onder mijn kei. Emoties mogen never nooit niet afnemen. Mijn Elvis huilt glitters en ik juich tranen. Kom op zeg, bekijk het eens even. Zie, luister, tast, ruik, kus en zoen.
Vrij vrij en aard aardig. Laat de dingen met rust. Het zijn zijn, het onverklaarbare onverklaard. Ding niet naar dingen. Noch intrinsiek noch excentriek. Laat muziek muziek.
Het enige ding dat telt, niet zo moeilijk, is uiteindelijk de liefde. Toch?
Groet,
Rob Mientjes
we lezen een indringend en zeer indrukwekkend en voor zijn doen ook helder in ieder geval zeer krachtig betoog van Rob – poëzie moet en kan ook een daad van verzet zijn – en dat is het hier zeker. ik vind het een prachtig poëtisch betoog – dichter legt zich niet neer bij het afnemen van de betekenis der dingen – ik lees hier bijna de levenslust en de aanmoedigingen het leven en het lieven te vieren van een Simon Vinkenoog terug. op deze wijze kan poëzie ook zijn waarde bewijzen in de kracht van de woorden het leven in vuur en vlam.
- Rik van Boeckel – Laat het leven duren
- Erika De Stercke – dat er hoop is
- Frans Terken: alsof het tasten is in het donker
- Rob Mientjes: de verlorenheid
- Anke Labrie: de woorden wankelen
- Vera van der Horst: de veerman, het licht de horizon
- Paul Bezembinder: die noodlottige decemberdag
- Ditmar Bakker: als alles minder wordt. buiten deelname wedstrijd

laat ik Alja nog een keer kort citeren: “Dames de B. en Z. zitten in de hal al te wachten, handen in hun schoot. Mevrouw de B. zou later zeggen dat ze geen idee had waarop…” – of hoe de tijd genadeloos inwerkt op de mens – trofee.
hoewel de trage teloorgang van een mens al door alja prachtig is verwoord wellicht zweeft er ergens nog iets van poëzie rond die we zo graag leggen op de tijd, op het leven of op de teloorgang van de mens en de dingen. u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.

voor haar
ik zal haar troosten als ze verdrietig is
een dekentje over haar heen leggen
als ze slaapt in haar stoel
alle stekkers weer in het stopcontact doen
de wc ontstoppen als ze de kattenkorrels weer
ik zal op tien plaatsen hetzelfde briefje neerleggen
elke dag voor haar koken en haar geheugen zijn
en ik zal chocola kopen omdat ze dat lekker vindt
pom wolff

Het licht van de toekomst
Laat het leven duren
jaren nemen langzaam toe
bitter of verwonderd
muziek maakt jou jong
danst met de tijd mee
verfijnt komende maanden
herinnering zingt het heden
naar de oorsprong van verleden
ademt beelden van nu en toen uit
verwonder om de hoek zo luid
dat de gang nimmer verzaakt
de toekomst stilaan licht aanraakt.
Rik van Boeckel
16 september 2023
een bijna onmogelijk thema, nouja nogal moeilijk door mij verwoord – de teloorgangtrofee is aan de orde en wie wil daar nou aan? het verbaast mij niet echt dat het Rik lukt om de woorden in een dimensie van tijd en ruimte te plaatsen – we lezen een beetje shaffys – huil, bid lach, werk en bewonder – rik van boeckel kiest altijd de aangename optimistische kant van het leven en biedt de levenslust alle ruimte. hoe en waar en wanneer dan ook.

leeftijd
heb jij het leven in handen
laat het einde op de metalen
instrumenten achter
gun ze geen traan of woord
al hoort het bij het bestaan
zeg
wat we willen horen
in een onverbloemde taal
dat er hoop is
de wereld nog kan ademen
vermoedens kunnen slapen
Erika De Stercke
onze Erika wil er niet helemaal aan lees ik in dit mooi kort gehouden aansprekende gedicht. ze geeft goede raad op hoopvolle wijze – roept op sterk te zijn in de eerste strofe – gun ze niks die doktoren – laat de wereld met jou daarbij ademen in de tweede.

Dag Pom,
el een overgang, van ‘verwachting’ naar het ‘langzaam voorovervallen’.
Maar mooi om bij beide thema’s stil te staan.
Zo wordt ook een gedicht ‘geboren’.
Weekendgroet,
Frans
Onmacht
Zie ik hoe jij de lippen krult
maar woorden je ontvallen
in de schemer van je achterhoofd
een begin van leegloop
die gaandeweg in je neerdaalt
bij zoeken naar wat kwijtraakt
alsof het tasten is in het donker
hier en daar nog iets vinden
maar niet meer weten wat het is
flarden opvangen die ergens nog
naar herkenning ruiken
een vleug van een oude geur
aarzelend een handgebaar
waar je je even aan vasthoudt
dat het bij zwaaien blijft
de onmacht van uitzwaaien
© FT 16.09.2023
Frans beschrijft vrij natuurlijk en precies de toestand waarin we komen te verkeren – bijna een eindpunt – een gedicht over wat allemaal verloren gaat en over het beetje aan beweging wat ons na verloop van tijd dan nog rest. hoe lichaam en geest in harmonie aan het slotstuk beginnen. en inderdaad na onze gedichten over de tijd vol verwachting en de geboorten van Liva en Fiene – ook in de teloorgang worden gedichten geboren.

het hijgend hert voert haar
door het gewiste
landschap van haar leven
hoog gaat ze
dan weer laag
de woorden wankelen
de klanken binnen
de melodie
verweven met haar kinderjaren
is vastgeklonken aan haar geest
versleten op haar schoot
de plattegrond
een zwart gekafte bundel
goud op snee
anke labrie
het hijgend hert doet mij denken aan de horeca in bloemendaal waar je met je vader na een fietstocht een flesje limonade met wat zoetigheid op verantwoorde wijze voorgeschoteld kreeg. in ieder geval iets van vroeger -(het toeval wil dat op de zuil enige horecawoorden te lezen zijn) – maar dat terzijde – ook anke kiest voor de beschrijving van de teloorgang en kiest daar een paar sprekende voorbeelden voor uit. je kunt over 1000 dingen schrijven het is aan de dichter te kiezen – anke kiest voor mooie taal die ze op een persoon legt zacht en met liefde.

De dood en de weg erheen
klinken meestal zo mooi in poëzie
de veerman, het licht de horizon
de berusting en sluiks verlangen
De pijn en angst, klinken nooit rauw
en worden zelden met naam genoemd
maar behoedzaam ingestopt
in wollige metaforen
Ik voel me bevoorrecht dat ik
dichters ken en vraag aan hen
mij te laten sterven
in hun mooiste woorden.
Vera van der Horst
Vera schreef in een begeleidend schrijven dat het gedicht nog maar en idee is en verder uitgewerkt moet worden – dat ben ik met haar eens – fijn als mensen meteen hun eigen recensie toevoegen aan hun eigen gedicht haha. van de strofen een en twee moet nog poëzie gemaakt – strofe drie niets meer aan doen die is perfect. die strofe kan ook prima alleen een gedichtje zijn. ze moet uitkijken dar ik die niet aan haar graf…

Baadster
Was hij als jongen uit zijn lood
toen hij haar zomaar baden zag
en heel zijn leven voor hem lag,
meer nog uit zijn lood stond hij
op die noodlottige decemberdag
dat hij zijn zieke echtgenote zag.
Hij zag niet hoe, hij zag niet wat.
Een zuster hielp haar net uit bad.
Paul Bezembinder
een kleinood, in de zin van kostbaar taalmateriaal gekneed en gevormd door de dichter – prettig lopend rijm en in een achttal regels het thema getroffen en de lezer.

Ditmar B
10:48
ingezonden helaas na de deadline

DE LIJSTER
Die zanger is bekend bij iedereen;
midzomers vliegt hij luid door bossen heen
en doet de stammen ronken als voordien.
Hij noemt ’t blad oud, zegt ‘qua bloei, verhoudt weer
zomer tot lente zich als één tot tien.’
Hij zegt—de vroege bladerval geschiedt
in peer- en kersenbloesemregens neer
op dagen dat men haast geen wolkje ziet.
Hij zegt, bij neergang die ook najaar heet,
dat ’t stof der wegen al bedekt, compleet.
Hij zou als elke vogel zijn, en stil,
wist hij niet, zingend, wat aan zang toch schort.
De vraag, die men in woorden vatten wil,
is wat te doen als alles minder wordt.
Ditmar Bakker
DITMAR BAKKER vertaalt! 17 weken de reeks ‘Sonnets From An Ungrafted Tree’ van Millay – 6
De reeks ‘Sonnets From An Ungrafted Tree’ werd, al experimenterend, door Millay gemaakt, en, tja, grossiert in prachtig leedwezen. Het heeft me vrij veel werk en tijd gekost om de ruwe omzettingen, die je website sierden, te schaven en politoeren naar contemporaine(r) werkjes, later dan 1975 wordt ’t niet denk ik—zelfs van een telefoon wordt in de reeks geen gewag gemaakt, wel van grutters die maar ‘bezorgers’ zijn geworden e.d.—maar ach, Millay stierf zelf al 25 jaar daarvoor, en deze reeks bleef onafgerond(?). Het líjkt echter grotendeels gaaf, en behelst het ziekbed-en-sterven van een man, bezien door de bril van zijn vervreemde wederhelft, die terugkeert naar hem als hij ziek is (ondanks het feit, dat zij niet van hem houdt, wat dat dan ook precies moge zijn—hier verwijs ik graag naar het andere werk van Millay) en hem verzorgt tot het eind. Ik stuur je de eerste negen, van de zeventien, oorspronkelijke sonnetten en hun schaduwrijke fluisterstem in het Nederlands toe. Geniet, of niet!
Liefs!
D.

VI.
Ze opende de kelderdeur, wat aarz’lend,
stapte de keuken in, en zag het spoor
daar op de vloer van modderige laarzen,
een stapel aan pakketjes stond ervoor
op het aanrecht; ze knipte heel voorzichtig
de touwtjes door, vouwde de tassen met
beleid op, nadat zij ze evenwichtig
(zou een kind denken) open had gezet.
’t Was nauwkeurig, simpel werk… maar vertier,
verveling voegden zich vervaarlijk samen
totdat uiteindelijk toch die vragen kwamen:
‘Wie zet nou frisdrank daar? En suiker hier?’
Toen brak de droom. Stil pakte zij een dweil,
prikte de bon op de bekende spijker in de stijl.
Then cautiously she pushed the cellar door
And stepped into the kitchen — saw the track
Of muddy rubber boots across the floor,
The many paper parcels in a stack
Upon the dresser; with accustomed care
Removed the twine and put the wrappings by,
Folded, and the bags flat, that with an air
Of ease had been whipped open skillfully,
To the gape of children. Treacherously dear
And simple was the dull, familiar task.
And so it was she came at length to ask:
How came the soda there? The sugar here?
Then the dream broke. Silent, she brought a mop,
And forced the trade-slip on the nail that held his razor strop.
Ditmar Bakker vertaalt
VON SOLO schrijft van zich af – ‘De Übe-Airbnb-globetrotter die op de centen van zijn vader en de subsidies van de Nederlandse staat een jaartje pretstudie meepikt…’

Zojuist ben ik het Muizengaatje gepasseerd. De passage van mijn blanke compound naar het Oude Noorden. Ik duw mezelf de helling op. Uit tegengestelde richting komt een Latijns-Amerikaans typ aan op een nieuwe swapfiets. Hij fiets tegen het verkeer in. Als hij straks naar beneden suist en bij het bochtje onderdoor het viaduct komt, zal hij een zeer gevaarlijke situatie veroorzaken. Die bocht is namelijk totaal onoverzichtelijk en je verwacht daar daarom ook geen tegenliggers. Dus als hij daar de helling afkomt en het tunneltje in gaat en van de andere kant komt er iemand, dan is dat een zekere botsing. Nu swappert hij wat ongemakkelijk mij voorbij. Zijn gezichtsuitdrukking zou ik het best vergelijken met een cavia die net te veel hooi op heeft en zich afvraagt wat voor groot dier hij likkebaardend voor zicht zich bij het aanschouwen van een grote poes. In Vlaanderen zouden we zeggen, een onnozelaar.
Maar hij komt er waarschijnlijk mee weg. Het gaat bij dat soort lui nooit fout. En als het dan toch fout gaat, dan speelt hij dom. Hij spreekt de taal niet, kent de gebruiken niet. En hoe kon hij dat dan ook weten. Nederland is zo ingewikkeld. Een swapfiets huren dat gaat dan nog wel. Hij is van de generatie die alle dure gemakken van het leven als norm beschouwt. De Übe-Airbnb-globetrotter die op de centen van zijn vader en de subsidies van de Nederlandse staat een jaartje pretstudie meepikt, alvorens weer ergens anders de tussenjaren te vullen en wat expat-appartementen onder te schijten.
Maar hij is niet de enige die zo leeft. Het lijkt of dit symptomatisch is voor alle ‘gen-Z-ers’, of hoe je dat tuig ook wilt noemen. Onnozel en dom te spelen wordt tot kunst verheven. En heel verongelijkt te doen als er iets misgaat. En vooral ontkennen, dat er iets zou zijn, dat je er zelf aan had kunnen doen. De wereld om je heen is er namelijk om dienstbaar te zijn aan jij, jij, jij!!! En als je dat lang genoeg volhoudt, dan ga je er zelf in geloven. Dat creëert een hele generatie slachtoffers, die ook nog eens niet kunnen bevatten hoe dit hen had kunnen overkomen.
VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl
Merik van der Torren noemt het als volgt: ‘droevig filosoferen’ (zie foto)

Hoi Pom,
Een impressie van zo’n zomerse dag in september van Betty, Buitenzorg en ik, groet, Merik
Betty in Buitenzorg
Hondje Betty, je lijkt droevig te filosoferen
over het leven, staande naast mij
staar je in de verte
en op deze prachtige nazomerse dag in
de schaduw van de notenboom
in de tuin in Buitenzorg,
kijk je maar eens de andere kant op, Betty.
Ik zie een koolwitje fladderen naar de buren,
dan is het even goed,
laten we een rondje lopen.
Merik van der Torren
Peter Posthumus: “zo jongen” zei hij – “ben je daar uiteindelijk”
” zo jongen ” zei hij
” ben je daar uiteindelijk “

De deurbellen ooit gepoetst
en glimmend op een rij
maar nu, die van tweehoog
aan een draadje door de deur geboord
de andere hing erbij
die van driehoog was verdwenen
van tweehoog werd geschreeuwd
daarna hoorde ik z’n stem
iets later z’n bleek gezicht
de rimpels en ogen die
geen hardheid konden weerstaan
” zo jongen ” zei hij
” ben je daar uiteindelijk “
en toen ook
” Nee moeder niet, nee
die is al jarenlang
niet meer onder ons
Peter Posthumus
FIENE is geboren – een zondagskind – welkom in het leven FIENE
met Frans Terken schreef ik wekenlang ‘over en weer’ in afwachting van onze kleindochters – en nu zijn ze er – LIVA en FIENE – welkom in het leven hier – hoe zij de wereld mooier zullen maken – in ieder geval voor de opa’s frans en pom. onder het item leest u bij de ‘#terken en wolff over en weer’ alle gedichten vol verwachting en blijdschap – zo u dat wenst. vader en moeder – frans en familie van harte!

Lieve Fiene
Zoals het in de sterren stond
aangekondigd maanden geleden
het begin van leven met echo’s omlijst
nu als zondagskind gekomen
fiene als de ware fine fleur
geboren op deze septemberdag
die in alle toonaarden geschiedenis schrijft
klein meisje in ons leven verschenen
je komst nog onverwacht
draagtijd niet tot het einde gehouden
de hitte van deze zondag getrotseerd
om het licht van de wereld te zien
en wie je zo onmetelijk liefhebben
je stoere moeder en vader de schatten
aan je zijde die je voeden en verzorgen
om dag na dag groter te groeien
zijn ook wij oma’s en opa’s oneindig blij
jouw aanwezigheid die ons bestaan verrijkt
© FT 11.09.2023