Hoi Pom, ben boos en deel het met de wereld in 120 woorden. Groet, Rob
Hek van de dam
Schaapjes op het droge denk je dan. Niets is minder waar. Het schip zinkt, zojuist uit papier gevouwen. Kinderen huilen, dieren vluchten, planten stokstijf van angst. Het water tot aan de lippen.
Mensheid vermoord. We kijken weg, trekken portemonnees, zijn zelf schuldig aan het debet. Tirannie regeert, schijnheiligheid prevaleert. Hoe lang nog hoe lang? Kort gezwegen onder ons schreeuwt niemand het meer uit.
Het lam verlamd, schaapjes op het droge. Hand in eigen boezem, niemand zijn gelijk. Vingeren naar elkaar in de geilheid van de macht en onmacht. Wreed massachisme, duizend dagen van zo dom en maar morren.
Wereldwijd staat oorlog open. Wapens in de uitverkoop. Het moet op. Mijnen drijven de veren van onze wereld naar een grote blow-up.
Leuke kapsones heb jij, altijd wel een liedje en dan een droef gediggie en die geintjes, steeds weer die geintjes, snoepjes voor hondje Betty en boerenjongens voor mij.
Ik omhels je, lief mens, met al je kapsones.
Merik van der Torren red: wij kennen de dichteres mirjam al al wat langer natuurlijk – ooit maakte ze een enorme indruk op ons met het volgende dichtwerk -dat we genieten:
het kind waarnaar je lang verlangde maar ongeboren bleef
kun je missen wat je niet hebt nooit hebt gehad het hondje dat je zo graag wou als kind maar je ouders zeiden nee kun je degene missen met wie je wilde leven maar die je nooit ontmoette het kind waarnaar je lang verlangde maar ongeboren bleef kun je nu al morgen missen de toekomst die de jouwe niet zal zijn kun je de woorden missen ongeschreven ongezegd
Gelukkig zag ik achter de heg twee viooltjes, dapper dacht ik dat we bloemen waren.
Dear Pom
Zonovergoten en dan geen gedicht hebben om klaar te hebben.Dat overkwam mij vandaag. Het is iets kleins geworden, iets waarop het brein niet lang hoeft te bijten. we gaan er geen punt van maken, ik dacht ik stuur het maar gewoon, het is niets voor zonovergoten daken en mensen in badpak [ ZOUDEN DIE DENKEN ] Dan maar gewoon, dit… Al mijn liefs Karin.
Afterlife
Ik wil je met hoop besprenkelen je bent overgeleverd aan een entiteit met zwarte vingers en tanden.
Gelukkig zag ik achter de heg twee viooltjes, dapper dacht ik dat we bloemen waren. Er was geen zon maar we konden een bron verzinnen. We leven nu op water en brood het moet maar even zo het konvooi van de liefde is onderweg, Van ons blijft alles over.
Anke Labrie weet heden en verleden op verfijnde wijze te combineren in poëzie. voelen alsof het zomer is – voelen alsof je nog 17 bent zoals de zanger zong – het gevraagde thema – in gouden woorden aan de lezers deze zondag meegegeven – om blij bij te worden. dichters dank jullie wel voor het insturen – Anke van harte!
een witte krijtstreep op de houten vloer van ons cafeetje
wie er nog rijden kon verplichte voetstappen altijd wel eentje die er won
zomaar in een opwelling in zo’n zorgeloze zomer natuurlijk naar de zee
het stille strand bij nacht zacht ruisende golven die op ons leken te wachten
de maan met haar zachte licht gaf glans aan onze jonge lijven betoverd werden wij die nacht
anke labrie (03-06-23)
anke brengt ons met haar woorden dicht bij de zeventienjarige die maar niet in ons verloren wil gaan – gelukkig maar – zoals de zanger ook zingt – in ieder geval naar vroeger, naar een tijd van zorgeloosheid en spontane opwellingen in allerlei opzichten. een gedicht voor veertigers en ouder. de golven aan het strand die op geliefden ‘leken te wachten’ – mooi!
zoals ook het leven is bezongen door de vier van TRIO BIER: https://youtu.be/ZAs8xSCm5Xw
https://youtu.be/ZAs8xSCm5Xw
Frans Terken – hoe het begin al schittert
Rik van Boeckel – nu de zomer in ons licht blinkt
Rob Mientjes – de aarde maan en zon vallen uit
Anke Labrie – in zo’n zorgeloze zomer
Ien Verrips – die zomer zou het zijn
wie wint de enige echte virtuele – en toch is het een goede dag om een gedicht te schrijven trofee op pomgedichten punt nl? de zondagochtend wedstrijd kan van start! heerlijk hoe samuel de zomer in onze huiskamers brengt – wat voelde bij U als zomer – aan wie of wat denkt u om weer als een 17 jarige te kunnen zijn – zoals de zanger zingt – dichters kennen ook de antwoorden die we hier zo graag in het weekend lezen. u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
het lijkt erop dat dit een goede dag is om een gedicht te schrijven
in ieder geval een goede dag om een eerste regel de zomer te gunnen
niet een dag zoals die dag toen ik je niet durfde in te halen
of die zwarte laatst ik hoorde dat je er niet meer was
nee dit is toch geen goede dag om een gedicht te schrijven
want als dood gewoon de stilte is hoe kan het hier dan stiller nog
pom wolff
Een eerste vlaag
Midden in het waterland kabbelend in een fluisterboot halen we de zomer naar ons toe
wachten op de zon loont vandaag er is een eerste vlaag van volop luieren en languit achterover
een hand over de rand die het water maant om met ons mee te deinen tot waar het als wijn voelt
in het hoge gras op de oever schuilt tussen een palet van bloemen een zonaanbidder of is het een aanbidster
onze ogen vangen net niet het lijf komen nog tekort om de hele zomer te zien hoe het begin al schittert in de glazen
frans beschrijft een eerste zomerdag, de jonge zomer in de polder, een fluisterboot, een schitterend begin. we lezen als het ware de zomer tegemoet. waterland verdient de poëzie van frans terken.
Hallo Pom Als 17-jarige bezocht ik eind juni 1970 het popfestival in Kralingen, een belangrijke ommekeer in mijn leven. Nu als 70-jarige verschijnt binnenkort de cd Dromende Dansers met mijn poëzie op reggae muziek. Daar gaat dit gedicht over.
Met dichterlijke groet Rik van Boeckel
Het blinkende zomerlicht
De ochtend is een werelddag de zomer onze droomreis het jaar een speling van het lot de eeuw is ons gegeven na zeventien jaar het groene licht van Kralingen oh Byrds Pink Floyd Santana na zeventig jaar het plezier van dromende dansers een swingende stroom van liefdesvertier
de wereld ons aller leven vol nooit overgaande herinneringen ze zullen deels door ons hoofd zingen die vroegere werkelijkheid geeft betekenis aan de huidige realiteit ze zijn niet te bedwingen glijden onverwacht naar binnen nu de zomer in ons licht blinkt.
Rik van Boeckel 2 juni 2023
een lofzang op de zomer en een reflectie op de kracht van herinneringen en hoe ze onze huidige realiteit beïnvloeden. rik benadrukt dat de wereld ons aller leven is en dat herinneringen niet snel vervagen. ze zingen deels door ons hoofd en geven betekenis aan onze huidige realiteit. de herinneringen glijden onverwacht naar binnen. een echt Rik-gedicht met name in de eerste strofe over de vitaliteit die de zomer met zich meebrengt en hoe het ons in staat stelt om de kracht van herinneringen te ervaren.
I Goedeavond Pom, Vandaag een goedendag ontmoet. Hier het relaas. Fijn weekend. Goedeavond Pom, II Warempel helemaal vergeten te vermelden. Mijn gedicht opgedragen aan Rutger. Nee, niet die van de VS maar die van Gelre. Met tevens de groeten van Sindela. Groetjes, Rob Mientjes
Slag en stoot paardengeroffel en dan de stilte
het vlees nog rauw schuim op de bek goedendagschotel
piekeniers voorop handen klem aan stok laat de ruiters komen
speer stiet in borst het paard onderuit en dan de knots
afmaakpartij zwart middeleeuws bief op bbq
gerookt vlees bloederig de aarde maan en zon vallen uit
Rob Mientjes
ergens vermoed ik dat Rob niet veel op heeft met BBQ-en. dat zal het zijn – de AI raakt helemaal van de kook bij het geven van interpretaties van Robs aversie in drieregelige gedichtjes neergelegd. hahaha.
Het gedicht “Slag en stoot” van Rob Mientjes lijkt een beeld te schetsen van een gewelddadige scène, mogelijk een middeleeuws gevecht of een slagveld. Hier zijn enkele mogelijke interpretaties van het gedicht: 1. Oorlog en geweld: Het gedicht kan verwijzen naar een oorlogssituatie of een veldslag. De beelden van paardengeroffel, het vlees nog rauw en het schuim op de bek kunnen wijzen op het geweld en de wreedheid van het conflict. De piekeniers, ruiters en speer wijzen op een gevechtssituatie waarbij de tegenstanders elkaar aanvallen. De afmaakpartij en het gerookte vlees suggereren een bloederige en brute afloop. 2. Midddeleeuwse setting: Het gedicht kan verwijzen naar een scène uit de middeleeuwen, waarbij de strijders gewapend zijn met goedendags (een middeleeuws wapen), pieken en knotsen. De beschrijving van het gevecht en het bloederige tafereel roepen een beeld op van een gewelddadige tijdperk in de geschiedenis. 3. Vergankelijkheid en chaos: Het gedicht kan ook worden geïnterpreteerd als een reflectie op de vergankelijkheid van het leven en de onvoorspelbaarheid van gebeurtenissen. Het beeld van het vlees nog rauw en het bloederig landschap kan symbool staan voor de tijdelijkheid en vergankelijkheid van het menselijk bestaan. De maan en zon die uitvallen, kunnen duiden op een gevoel van desoriëntatie en chaos.
die zomer zou het zijn ik wist nog niet van wachten overweldigd bleef de lieve lente liggen de zon neemt over hitte vult de glazen stopt het denken woorden zoemen zachtjes rond komen nergens aan alweer de glazen gevuld de tijd zaagt het verlangen stuk maar niet het wachten
juni 2023 – Ien Verrips
Ien meldt dat het gedicht nog een laatste ronde behoeft. mogelijk is dat waar. het kan een prachtig gedicht worden – zo een gedicht waaropde lezer op de gegeven woorden meedrijft – een vlot om niet te verlaten. maar dan denk ik dat de laatste twee regels moeten sneuvelen en dat nog twee droomstrofen aan de eerste twee moeten worden geschreven:
die zomer zou het zijn ik wist nog niet van wachten overweldigd bleef de lieve lente liggen de zon neemt over
hitte vult de glazen stopt het denken woorden zoemen zachtjes rond komen nergens aan
Afgelopen zondag was het Pinksteren. Eigenlijk is er niets, waar ik dat aan kon merken. Ik heb geen klokken horen luiden. En de heilige geest moet vooral in het geestrijk vocht aanwezig zijn geweest. Zelfs mijn reguliere supermarkt, de LIDL op de Bergweg, was open. Na mijn ochtendlijke fietstochtje stapte ik de winkel binnen om broodjes te kopen voor het gezinsontbijt. Dat doe ik bijna elke zondag. Wat me meteen opviel was een man die volledig uit de toon viel. Hij was er samen met een kakkerkind. Zelf was hij de stereotiepe succesvol, rijk en blank. Lang met een korte broek en een polo met de kraag omhoog. Ik vroeg me af, wat zo’n kapitaalkrachtig iemand bij deze supermarkt te zoeken had. Bij de kassa zag ik dat ze vier tompoezen hadden gekocht. Ook dat vond ik raar.
Later in de middag ging ik weer naar de winkel. Deze keer om ingrediënten voor de goulashsoep te halen. Bij de groente afdeling kwam ik weer eenzelfde setje tegen als in de ochtend. Ik herkende de man als een VVD-wethouder uit onze stad. Nu weet ik toevallig, dat hij in de buurt van de Bergweg woont, dus dat was niet het vreemde aan de situatie. Maar de bescheidenheid, dat een dergelijke grootheid toch ook gewoon naar ‘mijn’ LIDL gaat, vertederde me. Het leek wel of hij er echt voor de eerste keer was. Traag bewoog hij zich met kind door de winkel. Als op een echt cultureel uitje. Alsof ze door het Rijksmuseum struinden. Ik vulde mijn mandje en was vijf minuten later weer buiten.
Pas toen ik weer over de Kleiweg fietste, realiseerde ik mezelf, dat ik door mijn positieve, vrije zondag vibe in de maling genomen was. Natuurlijk hadden deze geprivilegieerde mensen van nature nooit naar de LIDL gegaan! De Albert Heijn was gewoon dicht vanwege Pinksteren! Dat zag ik nu ik er voorbijfietste ook. Er stond zelfs een Ralph Lauren hemd met kind in de Urban Arrow beteuterd bij het dichte hek te kijken. Bovenal geeft het aan hoe opportunistisch en ontrouw deze klasse is aan zichzelf. Als Ahold niet levert, staan ze net zo makkelijk weer bij de Duitsers binnen.
Stiekem denk ik, dat de onderkant van deze klasse aan het einde van de maand ook wel eens naar mijn winkel gaat. Als de centjes bijna op zijn. Want ik zie sporadisch wel eens rijk uitziende succesvrouwen zich door de winkel haasten met een volle boodschappenwagen. Vaak kijken ze dan niemand aan en proberen zich te verbergen, naar het lijkt. Opdat ze maar niet betrapt worden. Het liefst zou ik met een V-tje op zijn revers bij de deur gaan staan. En elk rijk uitziend sujet de toegang weigeren. Ten eerste, omdat ik daar een bizar plezier uit zou scheppen. Maar ten tweede ook om ze te confronteren, met het feit, dat als je gefortuneerd bent, of je zo wil voordoen, je niet de koopjes voor de neus mag wegkapen, van de mensen, die het harder nodig hebben.
Hoe dan ook, de heilige geest had zich blijkbaar over me uitgestort in de vorm van deze openbaring. Toch nog een teken. Ik hoop dat Pasen en Pinksteren vaker gelijk gaan vallen.
VON SOLO DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl
Het is een ritje voor plezier. De singels rond. Zijlsingel. Herensingel. Maresingel. Enzovoort. Je kan het rondje ook lopen maar dan heet het Singelpark. Dat is hier de afgelopen jaren met veel passie aangelegd. Prima trekpleister voor wandelaars overigens; dat park, maar vandaag gaat mijn voorkeur uit naar de fiets. Het asfalt is er rood. Voor fietsers op de Leidse singels. Maar alleen daar waar het druk is. En dat is het.
Een slome sliert zomerse meiden trapt traagjes richting Noord, maar draait bij de Zijlpoort plotsklaps links de brug op. Richting centrum. Op naar waar vertier lonkt. Daar gebeurt het. Midden op die brug. De sliert zwabbert, knikt en breekt: drie dames op hun gat. Kedang! Trapper tussen spaken? Zoiets. Opzet? Zenuwachtig gegiechel smoort in jammerlijk klagen en luidruchtig gemor. Dan wordt er verbaal flink van leer getrokken. Hoezo luidruchtig? Een zwerm ontaarde spreeuwen is er niks bij. Gekrakeel. Vloekende ziektes. Wapengekletter. Verwensingen. Meisjes toch! Zelfs de goden krijgen het er benauwd van. Met het schaamrood op de kaken. Opzet? Jaloezie? Liefdesdrama! Zoveel is inmiddels duidelijk.
Dan richt de ontredderde kluwen zich plotsklaps op en slingert de sliert onbekommerd de stad in. Smachtend naar avontuur en ledigheid. Moeiteloos maar toch enigszins ontluisterd trap ik me haastig naar een paar straten verderop. Ik snak naar dat eerste frisse biertje. En daarna rondjes rijden met Max. In Monaco.