
De muis,
hij heette doctor Snabbel,
was professor in de kaas.
Ik las Lourenza voor
uit haar favoriete boek.
Juist op het moment dat
ik vertelde hoe een gigantische kater
hem had binnen geslokt,
-zijn das hing als bewijsstuk getekend
een lang eind, uit zijn bek-
zag ik de echte muis,
-die van gister-
over het keukenkleed gaan,
hoe hij snuffelde langs het kruimelspoor.
Kijk, wees ik.
Alsof hij uit het boek
was gesprongen,
-magie van het woord-
en voor ons optrad.
Net zoals daarvoor
de kikker had gedaan
in het door ons gebouwde theater.
Mijn taak was het geweest
de liefde op te draaien.
Zij zag er op toe
dat het roze plastic hart
langs wandelde
als hij de verlossende zoen kreeg
van de prinses.
Nu liep er een opgewonden meisje
met open armen op de muis af.
Vera Jongejan
















