
Het komt niet in haar op dat ook zout bederven kan. Zoals ze zegt, er zijn doden gevallen. Een mededeling. Ze vallen nog van haar af. Nooit naar haar toe. De dood als het zout. De dagen los van elkaar en elke dag is een belofte in een belofte. Het leven moet nog komen. Er zijn doden gevallen. En in de dag die nog geen dag is rijd ik langs de plek waar alles tot stil stand kwam. Een bord. Het waaide om. De dag beweegt genadeloos. In de zon die opkomt, de flarden mist die verdwijnen. Je was bijna thuis, denk ik. Een stap. Een tel. Bijna. Thuis.
YAYA






















