www.pomgedichten.nl heeft het exclusieve recht gekregen om 65 teksten van Miriam Al tweewekelijks op de woensdag te publiceren – dat gaan we doen! de teksten zijn door haar helaas overleden vriend Merik van der Torren nog net voor zijn dood uitgetypt en van een nummer voorzien én in een blauw mapje gedaan. vandaag tekst nummer 8 – dank je wel Merik – dank je wel Mirjam Al.
Het jaarlijkse etentje was ronduit amusant. Oude vrienden, ouwe koeien! Maar eerst dronken we een spreekwoordelijke borrel, omdat dat nu eenmaal zo hoort. ¨Petertje weet altijd alles beter,¨ zei ´ie, ¨net als vroeger.¨ Compleet uit de lucht gegrepen, nog voordat ik de kans kreeg om serieus in te haken op zijn minzame opmerking over de politiek. De formatie. De democratie. Het gekonkel. Het laatste nieuws. Wetende dat de goede man altijd gedwee meegaat in het Haagse narratief deed ik er inhoudelijk maar het zwijgen toe. Jeugdvriend. Lagere school. Goede vrede. ¨Haha. Nog altijd even tegendraads,¨ grapte hij desondanks, om vervolgens tussen neus en lippen door twee bier te bestellen. ¨Juffrouw!¨ Met veel kabaal. ¨Twee vaasjes om de kelen te smeren.¨ Het meisje keek me aan met een blik vol ongeloof. ¨Voor mij een Spa rood graag.¨ Ze knikte instemmend. Dat meiske. Ik ken haar van om de hoek.
Ik probeerde het punt te maken dat, hoewel ik dingen vaak wel anders zie, ik geen intentie heb beter te weten. Proberen begrijpen is al lastig genoeg. Lukt zelden. Uitzoomen. Onze zintuigen zijn nu eenmaal beperkt. Sta in de weg. Dat sloeg aan. Tegendraads! ¨Weet je nog? Iedereen spaarde voetbalplaatjes maar jij was helemaal bezeten van je bonte verzameling schedels.¨ Op de vensterbank in mijn slaapkamer prijkte inderdaad een lange rij in chloor gebleekte mini doodskoppen. Meeuw. Rat. Kraai. Mol. Konijn. Haas. Enzovoort. Wit als schoolkrijt. Ik liet geen gelegenheid onbenut om gevonden kadavers te decapiteren. Stad en land heb ik afgestruind. Droomde stiekem van grotere exemplaren. Kat. Vos. Hond. Geit. Ezel. Een en al schoonheid. Maar eer het zover kwam, lag de complete collectie al in de vuilnisbak omdat ik mij inmiddels aan het bekwamen was in het maken van de ultieme pijl en boog. Boemerang. Catapult. Avontuur overal.
¨En toen iedereen Levi´s droeg, ging jij voor een versleten Lee. Of droeg je die belachelijke blauwe afgeragde bootschoenen met witte zolen terwijl suède met spekzolen de trend was. Bordeelsluipers. Weet je nog?¨ I confess. Middelbare school. Maar is dat betweterig? Tegendraads? Als ik er al een intentie mee had, was dat hoogstens omdat ik op basis van uiterlijke kenmerken niet bij een bepaalde groep wilde horen. Ik wil ook nergens bij horen. Want als je nergens bij hoort, ben je overal thuis. Krakers. Punkers. Kakkers. Koninginnen. Criminals. Corpsballen. Discussie? Dat was nog maar het voorgerecht.
Als hoofdgerecht moest er per se biefstuk komen. Saignant. Nee beter nog. Bleu! Lauwwarm rauw koebeest. ¨Gewoon om een keertje te zondigen,¨ zei ´ie likkebaardend; het vlees steeds schertsend boefstuk noemend. Bij hem thuis ondenkbaar, maar hij wist dat ik er geen bezwaar tegen zou hebben. Helemaal juist. Onder het genot van de bloederige vleeshomp wist hij het zeker: ¨Over een paar jaar eten we allemaal gewoon kweekvlees. Geweldig! Heb je het nieuws niet gezien?¨ Hij wist me te vertellen dat een kilootje kweekvlees nu ergens rond de zeshonderd euro kost, en dat de prijs bij verdere schaalvergroting zo ver zou dalen dat die boerenschoften binnenkort allemaal wel zouden kunnen inpakken. Dat wist ik niet, dat van die kiloprijs, maar ik hou wel van dat soort feitjes.
¨Okee,¨ zei ik, ¨een kilootje laboratoriumvlees is nu dus ongeveer even duur als een complete koe, dus er moet nog wel wat water door de Rijn stromen eer die twee in lijn zijn.¨ Volgens hem zou dat echter heel rap kunnen gaan omdat iedereen tegenwoordig wel inziet dat kweekvlees de oplossing is voor alle ellende in de wereld. ¨Dat boerentuig heeft straks het nakijken!¨ Sorry, maar zoveel disrespect kan ik niet aan. Ik probeerde hem derhalve uit te leggen dat ik daar toch wel anders over denk. Namelijk, dat we eerst vooral moeten nadenken of we de boerenstand, klootzakken of niet, wel willen inruilen tegen grootindustriëlen die dat soort ontzield fabrieksvoedsel stelselmatig door onze strot zullen willen gaan duwen. Dat gebeurt ook al met vegan. ¨Het zijn industriële voedingsmiddelen, die vegaburgers, en daar ben ik niet zo van,¨ poogde ik uiteen te zetten. “Geef mij maar vers. Ik heb nog nooit een potje pastasaus gekocht. Hou trouwens wel van pasta met paddenstoelen.” Dat bevestigde zijn standpunt. ¨Zie je nou wel! Petertje weet alles beter. Nog steeds!” riep ‘ie triomfantelijk.
Dan het dessert. Dame Blanche? Dat kon echt niet meer. Volgens hem. Inclusiviteit. Daar draait het om. Het ijs? Koud, romig en stroperig. ¨Jij bent nog niet erg Woke, zie ik, maar dat komt vanzelf nog wel.¨ Volgens hem. Omdat het niet anders kan. Logica enzo. Hij lichtte toe dat hij er eerst ook weinig van begreep, van Woke, maar dat z´n derde vrouw hem daarin de weg had gewezen. Adam en Eva? Ik kon er niks mee, maar weerstond de verleiding hem eraan te herinneren dat ie vroeger toch vooral z´n lul achterna liep. Een ragfijn spel. Volgens Heer Bommel; en daar begrijp ik nu eenmaal weinig van. “Je hebt helemaal gelijk,” antwoordde ik daarom maar, “maar ik stel wel prijs op het recht om ongelijk te hebben.” Dat snapte hij dan weer niet. Ook goed. Volgend jaar zien we verder. Alles is.
voor mij – onder dankzegging natuurlijk voor het insturen van die prachtige zondagochtendpoëzie door alle dichters – gemiddeld hoge kwaliteit dank jullie wel – wolfje hoeft zich niet te ergeren – maar twee gedichten springen er uit – zeg maar goud en zilver – van harte proficiat voor Erika de Stercke goud! het thema op zijn jan arends op bijzondere en kale wijze ingevuld met existentiële pijnscheuten – en omdat we van de romantiek zijn – de zwarte en zware dus de echte – zilver voor Cartouche – als cartouche de cartouche bombarie – het teveel van Cartouche – weglaat uit zijn gedichten krijg je als lezer wonderschone bijna zwevende poëzie – van harte!
onder het dak
in de kamer bij het vale licht geen toegiften
waarom mezelf nog bewijzen ga weg jij
zo wil ik het nu in de leegte van niet spreken
de nacht wordt van mij voor altijd
Erika De Stercke
een stercke Jan Arends hier – bij erika gaat het altijd over ik en jij – bij jan arends alleen over het ik geplaatst in die boze buiten wereld. maar de kaalheid is treffend en ook toepasselijk in dit gedicht – de hij moet eruit, wegwezen jij, het pand uit: weg jij – wat rest is iets van pijn stilte en de leegte die hij achterlaat. mooi!
Opgave
men kan zoveel woorden schrijven of vuil maken maar tijd is altijd relatief en ruimte om in te nemen beperkt
het enige wat voor mij valt te doen is bewegen, blijven buiten de geijkte kaders om ons heen – in de geest
delven naar wat geboren wil worden de zin die iets te zeggen heeft weet van hoe te bestaan
ga er maar aanstaan de opgave, van een vol leven een existentie zonder weerga tot de laatste snik
een paar scheppen haar vormgeven en neerlaten op een vel, aanhoudend de pijn -troost van het pogen
19-04-2024 / Cartouche
een gedicht om een paar keer te herlezen maar wat dan blijft is een uitleg, een min of meer te begrijpen uitleg die overgaat in iets wat zachte zware romantiek genoemd kan worden. ik houd van dit soort poëzie. en het is mooi als Cartouche de bombarie – zijn vaak teveel – weet te elimineren en dat is hier het geval. cartouche op zoek naar: ‘de zin die iets te zeggen heeft’ – ja daar vallen we voor.
Cartouche – tijd is altijd relatief
Rob Mientjes – data-isme
Frans Terken – een kop thee
Etwin Grootscholten – iets met een fiets
Rik van Boeckel – aan het firmament van vrije wegen
Anke Labrie – uitgebeend
Vera van der Horst – dat me raakt dat raakt me
Erika de Stercke – in de leegte
Babak – laat me jou
foto: Ben Kleyn
wie wint de enige echte virtuele – ja ga er maar aanstaan – trofee op pomgedichten.nl? deze week gaan we voor de kaalheid in de poëzie – niet de boodschap, geen moralisme maar iets van jan arends – hoe het gedicht ook loopt of afloopt – de woorden bieden iets existentiëels aan de lezer – ja ga er maar aan staan – de existentiële pijn trofee met of zonder pijnscheuten – haha – nu binnen uw bereik. en u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 8 uur. stuur in op het u bekende gmail. com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd. dit
dit wil niets verdedigen niets rechtvaardigen dit wil niet overtuigen dit wordt alleen geschreven om dit te laten zien
ik bedoel wil je rib krijg je rib en mijn schouderkarbonade had je al
maar geheel los daarvan en wellicht overbodig maar dan toch hier ben ik
er zijn open plekken en ook blauwe gaan we weer eens samen huilen?
pom wolff
Vanochtend de documentaire ‘The Waste Land’ van Chris Teerink gezien in de Cacaofabriek van Helmond. Uitgangspunt vormt het gedicht van T.S. Eliot, bekend bij jou veronderstel ik. Ik was er in ieder geval door geroerd, zeker met de beelden en het commentaar erbij. En dan de muziekscore van Blaudzun niet te vergeten. Wijze woorden ook van Ilja Leonard Pfeijffer. Dataïsme een voltreffer. Niet te verwarren met dadaïsme. Ga dat zien. Hij draait nog in Eye. https://filmkrant.nl/interview/iffr-2024-chris-teerink-over-the-waste-land Hier mijn dichtwoorden bij de zichtdaad.
Dataïsme
Verslagen is mijn woord Beeldspraak verstomd Netvliezen breken Geboorte van AI
Data zijn de doodsteek Apen en drones worden wild op Planeet van bits en bytes Lineair is de schrik
Zelfs de tijd is ongerust Beperkt en beheerst door data Land gemeten in X en Y Stapeling van geweld
Kwaliteit van leven Bepaald door nul en een Ruimte berekend in kwadraat Industrie gevoed door informatie
Onderliggend en hoe onwijs Is mijn verlangen Naar wat verwonderd Niet te verklaren is
Liever leven in chaos De weg kwijt raken In bossen zonder controle En liefde van het slot
Rob Mientjes
de woorden leiden uiteindelijk naar die in de laatste strofe waarin de ontmenselijking eindigt in een levendige mensenwens. een mooie samenvatting in statements van wat dataïsme genoemd wordt.
Teveel
Twee bekers is een te veel voor mij
een kop thee maar niet te warm
van een schotel een voetenbad drinken
het valt niet goed
geef mij een glas vol bij een open raam
om te doorzien dat lijf en geest blijvend vocht vraagt
een poging om te schrijven zoals jan arends schreef – in dunne bomen en vertakkingen. de existentiële pijn van jan arends is niet aan de woorden meegegeven – de vorm gehaald de inhoud minder.
Etwin Grootscholten: ‘Als ik het begrepen heb, is dit mijn inzending. Fijn weekend, Pom! Etwin’ –
dat etwin ook een fijn weekend mag hebben – die groet is wederzijds – dichter speelt met de inhoud van de woorden en hoopt dat de lezer mee gaat in het onwaarschijnlijke om met een glimlach te eindigen – de lezer is nauwelijks onderweg of de weg wordt onder zijn voeten afgebroken
De tijd van jong tot oud
Als je eergisteren jong was ben je nu een volwassen baby overmorgen een oude kale grijsaard en als je het leven verlaat een zoekende ziel die tranen achterlaat zoveel herinnering omarmt ‘t hart
als je vandaag volwassen bent en eergisteren een rebelse puber ben je morgen een veelzijdige ster aan het firmament van vrije wegen en overmorgen een oude levende ziel die niet meer in het verleden valt.
Rik van Boeckel
rik filosofeert het thema door de tijd en levensfasen heen. de rebelse puber die uitgroeit tot een veelzijdige ster. mooie beelden maar ook het noodlot en het verval gaat de dichter niet uit de weg – wording en verwording het is allemaal genade zou reve zeggen – rik van boexkel zegt – het is allemaal een kwestie van tijd. de tijdelijkheid een gegeven.
gestript gedicht
elk woord werd door hem uitgebeend
in die kale taal bleef hij ontheemd
zelfs in de beste raamvertelling zal hij later ook altijd ondoorgrondelijk blijven
(i.m. Jan Arends)
anke labrie 20-04-2024
een I.M. Jan Arends – en niemand kon in taal zo karig schrijven als Jan Arends. niemand kan in taal zo karig een treffend I.M. schrijven als Anke Labrie.
Eén
De ochtend komt altijd alleen om mij te verwijten
De ochtend verwijt mij dat ik de nacht verjaag
maar het was de honger nu blijf ik wakker tot de dood me verlost
Twee
De nacht is bevriend met mijn vijanden dat helpt
De ochtend is altijd alleen met mij hij haat me schopt me de dag in
Ik struin door de dag verlang niets krijg wat ik niet wil
Drie
De avond is een sluipschutter ligt verborgen achter een glimlach ik grijns
De avond heeft alles wat ik wil en niet wil dat me raakt dat raakt me
De avond laat me leven kijkt terug en vooruit een huichelaar dat is het
Vera van der Horst
ook hier weer de vorm goed getroffen en zelfs ook de pijn is navoelbaar – maar het is wel teveel. jan zou van het vele een gedicht maken. de andere woorden en regels en zinnen zou hij uit de tiepmachine trekken en verfrommelen met de verbeten woede die hij kon opwekken bij zichzelf. zoals dat te zien is in de film die met hem en van hem gemaakt is op het roelof hartplein onder andere. ik doe een poging om het geheel te ver-arend-sen.
De ochtend verwijt mij dat ik de nacht verjaag
De ochtend haat me schopt me de dag in
Zo krijg ik wat ik niet wil
Laat me jou lief hebben met mijn huidige ik die van toen is er niet meer
Laat me jou beminnen met wie ik nu ben die van toen wist niet beter
Laat me jou haten voor betere redenen die van toen lijken zo absurd
laat me jou zwijgen voor nu en voor later
Groetjes Babak
de tijd heelt alle wonden zoals babak haar lijkt te helen in het zwijgen – al wordt er wel toch en wederom een gedicht aan haar geschreven. ik hoorde zaterdag een wetenschapper die doorgeleerd had in geluk. hij besprak de top drie van de mens gelukbrengend/makende zaken – 1 -niet teveel maar ook niet te weinig geld op je rekening – een tonnetje is precies goed – 2 – het hebben van een goede relatie en – 3- het vermogen om negatieve gevoelens in korte tijd – zeg maar binnen een uur – te elimineren. dit gedicht voldoet in ieder geval niet aan punt 3.
vrouwen kunnen alles tegelijk de liefde bedrijven zuurkool in de gaten houden flirten met de buurman door het keukenraampje door de week naar het werk zonder klagen stof afnemen, ongesteld zijn, uien snijden kinderen krijgen, collega’s pijpen al wil het ramenlappen er wel eens bij inschieten vrouwen zijn ook makkelijk in de omgang wat je ook zegt, het is altijd goed
Het spookt in mijn hoofd. Het stormt schaduwen. Wolken schuiven aan de hemel voorbij in ijltempo en laten flarden van groen en rood, stroboscopisch licht door. Ik zou bijna denken, dat ik voor een stoplicht sta, maar daarvoor gaat alles veel te hard. Dan ineens komt het tot stilstand en is alles stil. Alsof er geen geluid meer is. Als in een betonnen kelder onder de grond. Enkel mijn eigen ademhaling is nog hoorbaar, één ademteug, dan maak ik me stil. Enkel mijn hartslag voel ik zelf nog. Regelmatig en krachtig, maar rustig. Het is donker. Soms flikkert er even een tl-balk. Ik sluit mijn ogen en probeer iets te horen. Enkel elektrische ruis. Dit zou wel eens een lange nacht kunnen worden, als ik geen veilige plek vind, waar ik de slaap kan vatten. Op de tast zoek ik een weg naar buiten. Een trap die naar boven leidt. De kou komt me tegemoet, maar is altijd nog beter dan de stilte. Het gieren van de ijskoude wind in een gitzwarte nacht. Er zijn enkel contouren te onderscheiden. Ik kruip onder een tafel in een bijkeuken zonder ruiten in de sponningen en ga zitten bibberen in een hoekje. De tijd verdwijnt. Het heeft ook geen zin meer.
De jeuk tussen mijn tenen is het eerste dat ik ontwaar, terwijl ik langzaam weer bij mijn positieven kom. Ik hoop, dat alles weer normaal is en ik weer in mijn bed lig, maar dat is niet zo. Het is een ziekenhuisbed op een kamer, waar verder enkel drie lege bedden zijn. De deur is dicht en de gordijnen ook. Mijn enkels en polsen zitten met leren riemen aan het stalen frame van het bed vast. De overweging te schreeuwen onderdruk ik. Dat zou enkel het verhaal compliceren en erger te weeg kunnen brengen. De lijn van de hartslag op de monitor naast het bed is regelmatig en rustig. Er is geen piepend geluid. Enkel het geruis van warm water in de verwarmingsbuizen van de centrale verwarming. Het ruikt steriel. Honger heb ik niet. Dan wordt het licht heel fel en ik zie niets meer.
Een immense donderslag en bliksemflitsen halen me uit mijn slaap en doen me rechtop veren in mijn bed. Naast me ligt de echte wereld te snorren. Buiten is een tempeest aan de gang. Mijn horloge zegt, dat het half vier in de nacht is. Ik knijp mezelf in mijn arm en zet mijn benen naast bed. Als de dood, dat een hand vanonder het bed mijn enkel zal grijpen. Mijn voeten glijden in mijn slippers en ik sluip naar de badkamer om af te wateren. In de spiegel kijk ik niet. Dat durf ik niet. Dan ga ik zo stil als ik kan, weer naar bed en schuif voorzichtig nog even de gordijnen open en zie de lichtjes van het Nationale Nederlanden gebouw. Het bed is nog warm. Alles lijkt zo echt nu, zo midden in de nacht. Slapen durf ik niet meer, te onzeker over mijn lot. Er lijkt geen ontsnappen aan. De vlakken beginnen weer te hellen. Dan glijd ik weg.
Mijn pen krast het papier en de zon schijnt op mijn bureaublad. Er is geen enkele plek, waar je voor altijd kan schuilen. De letters en de woorden stel ik veilig. En stuur ze ergens heen, waar ze vrij kunnen zijn. Als vluchtelingen uit een oorlog die nooit ophoudt.
VON SOLO DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl
de deze week overleden Anne Nederkoorn presenteert drie gedichten inhet youtube filmpje – in het tweede gedicht filosofeert zij over wat de dood volgens haar is. wij van hier wensen haar dierbaren sterkte.
niet ons gezond verstand dat ons beweegt het weten rationeel en koud geeft op het is de hoop die hopeloze hoop die onze wanhoop overtreft ons drijft de hunkering dat het toch goed zal komen dat het beter worden zal dat de wereld mooier worden zal