Het bloedde als een rund. Mijn wijsvinger. Ik wist het. Dat dat niet zo handig was. Om dat zo te doen. Met dat mes. Haastige spoed. Het dorp even verderop heeft een dokterspost. Maar zaterdagmiddag, dus gesloten. Het antwoordapparaat babbelt er lustig op los. Wat je doen moet bij afwezigheid. Er is een dokter van dienst, maar ook dat nummer heeft een keuzemenu dat daarna doorverbindt naar datzelfde ratelende antwoordapparaat. Schiet niet op. Dan maar het ziekenhuis. Op een half uurtje rijden. Eerst bellen. Daar neemt nog een mens op. Meteen. Lekker! Of ik langs kan komen. Snee in de vinger. ¨Bien sûr,¨ zegt de stem. ¨Altijd welkom.¨ Rijden maar.
Het ziekenhuisgebouw staat er vervallen bij. Doet denken aan een ouderwets zwembad. Of een gesticht ofzo. Oostblok. Op de eerste hulp weet de dame achter de balie al hoe de zaak ervoor staat. ¨Aha, u bent die meneer met snee in de vinger,¨ zegt ze meer dan vriendelijk. Na geduldig naam en adres te hebben genoteerd, gebaart ze me in de wachtruimte plaats te nemen. Er was daar al flink wat reuring toen ik zojuist de eerste hulp binnenliep. Daar in die wachtruimte. Nog steeds. Een jonge vrouw in shorts, compleet uit haar plaat, maakt onophoudelijk luid giechelend obscene gebaren. Flirt met iedereen. Haar kompaan, evenmin fris, vraagt me niet op haar te letten. ¨Dronken. Wodka. Overgegeven. Bloed.¨ Versta ik.
De wulpse dame huppelt ondertussen opzichtig met veelzeggende heupbewegingen door de gang. Het doet haar blote dijen wiebelen. Ze danst plotseling pal voor me. Verleidelijk lachend. Wat ze zegt versta ik niet, maar zodra ze knielt en met half open vuistjes draaiend een denkbeeldige pijp voor de getuite mond vormt barst ik in lachen uit. Ze knipoogt en knikt met het hoofd richting toilet. De blik is veelzeggend, maar het droge schuim op de krampachtig bewegende lippen verraadt dat er meer in het spel is dan alleen wodka. XTC all over. Ze heeft er zin in. Op iedereen verliefd. Wie wil kan een beurt krijgen. Ook de oude grijze vrouw met rollator, die half slapend naast mij zit. Het is een uur of drie. ´s Middags? Alles kan. Hier in de Picardie. Het wordt de dame achter het loket te veel, ze verlaat kordaat haar post en maant het wiebeldier vriendelijk doch dringend naast haar vriend plaats te nemen. Dan draait er een deur open en wordt mijn naam geroepen.
De verpleegster heeft het snel gezien. ¨Coupé jusqu’à l’os,¨ zegt ze. Tot op het bot? Daar moet een dokter bij komen. Ik word naar een ander kamertje gedirigeerd, via een corridor met een stuk of tien van dat soort piepkleine behandelruimtes. Allemaal bezet. Het gekerm galmt er traag. In die gang. ¨Cinq minutes,¨ geeft ze aan. De verpleegster. Korter nog, want binnen no time verschijnt een bloedmooie blondine die na een korte blik op mijn kwetsuur aangeeft de wond te willen gaan hechten. ¨Je reviens tout de suite.¨ De blote dijen dansen inmiddels ook hier ontredderd door de gang, achtervolgd door een stel nerveuze verplegers. Treurnis alom. De dokter komt terug met een wat oudere collega die me vraagt of ik het oké vindt om de wond te lijmen. Prima. ¨Mais tu ne devrais pas bouger ton doigt. Une semaine.¨ Mijn vinger niet buigen? Een week? ¨Impossible,¨ geef ik aan. De man lacht, trekt een laatje open en toont triomfantelijk de perfecte oplossing. Een aluminium spalk, die in het koude kunstlicht schittert als een klein kunstwerk. Daarna is de boel snel gefikst. Als ik vraag waar ik kan betalen zegt ie dat het tout gratuit is. Hôpital public. Mij hoor je niet klagen. Vive La France! Een prachtig sieraad houdt mijn gelijmde vinger inmiddels in bedwang. Van klussen zal niet veel terecht komen. Lekker rustig.
we zijn weer een jaartje verder – de grote droogte van vorig jaar is inmiddels vervangen door zoals het Parool kopte een natte herfst in juni – het item kan herhaald – groeide aan – is nog steeds en steeds opnieuw te genieten – uitgelezen dichters frans, rob, anke, ton, cartouche en rik, seraphina, elbert, geraldine, vera droegen bij. een lust voor de lezer – voor de webmaster een weekje geen wedstrijd om de handen vrij te hebben – wens ik jullie een fijn weekend niet met ‘spekjes’ maar met ZON! ‘die magistrale stralende zon’!
Goedemorgen Pom, Ja, kleinzoons groeien groter, daar weten we alles van. Ze kunnen blijven eten; kleinzoon B. is inmiddels klaar om zijn turnkunsten te tonen, a.s. zondagmiddag voor publiek in P. Warme groet, Frans
Freerunner
Pizza wordt het niet vandaag we scheppen pasta op zijn bord voegen rode saus en geraspte kaas toe genoeg energie voor weer een avondje 4daagse
vliegt hij bij terugkomst de tuin in de grote mat op een aanloop dan koprol in de lucht nog een flikflak en kijk papa kijk opa wat ik vandaag geleerd heb we zien hem stunten met een barani
kleinzoon is er klaar voor oefent verder op de trampoline springt voorover en achterover acrobaat in vloeiende beweging
honger heeft hij vraagt nog maar eens pasta boterhammen met pindakaas mag ook maakt zich zo op voor de grote finale
ja hoor het is weer zover – dit item kan vandaag herhaald – kleinzoon is inmiddels groter gegroeid – heeft over alles en iedereen een mening – net als zijn opa. stelt vragen – zijn ze schoon? en dan kijkt hij zijn opa indringend aan. hij bedoelt zijn handen. eten? en dan bedoelt ie waarom staat het eten nog niet op tafel. en de woorden met een P zijn erg in trek: pannenkoek, patat, pizza, pindakaas,paaseitjes – geen wedstrijd maar uw weekendbijdragen blijven als voorheen zeer welkom. het gedicht met de titel ‘pannenkoek, patat, pizza en pindakaas’ zal zeker in de smaak vallen.
bijdragen van CARTOUCHE – cartouche leest Nijhoffs Het kind en ik
Rob Mientjes – voor alle oma’s en opa’s
Rik van Boeckel – Het ritme van pannenkoeken
Ton Huizer: plas maar vrolijk naar de maan
nu met een bijdrage van Seraphina Hassels: ‘haar stille glimlach plots eeuwenoud, de blik op zijn handen gericht, …’
Anke Labrie: het water in de sloot was bijna zwart
bijdrage van Elbert Gonggrijp: ‘Beste Pom, ik stuur je bij deze maar eens een gedicht op ter troost. Moge het je wel bekomen…Hartelijke groet,Elbert‘
bijdrage van FRANS TERKEN:onder opa’s
bijdragen van: Rik van Boeckel – Vera van der Horst
met een bijdrage ook van Geraldine Bankcaenen: ‘en dan sneeuwde het kersen…’
op pomgedichten punt nl – deze week een keertje niet de enige echte virtuele zondagochtendtrofee – vanwege kleinzoon. lieve kleinzoon is een wakker tiepje. rond een uur of 6 in de ochtend hoor ik luid en duidelijk HALOPA HALOPAA! HALLOOOOOOOO OOOOOOOOOPAAAAAA en na 30 keer deze ACG VIANEN klanken rolt opa uit bed en begint de dag voor opa en kleinzoon. het is eten geblazen, pietsen geblazen – voor de kenners fietsen – het is wandelen geblazen, glijbaan geblazen – liedjes zingen geblazen samen met juffrouw roos – die ik niet vertrouw maar dat terzijde –
we spelen met autootje toettoet – hebben we toch even de beroemde dichter uit dordrecht ook over de vloer PETER M VAN DER LINDEN- kijk je op je horloge is het 10 voor 7. amstelpark piano spelen staat op het programma door weer en wind en 38 graden – mamma en pappa ja ja lekker op texel ja pietsen ja zeker pietsen – mamma pietsen pappa pietsen heel texel pietsen en wij maar smoren in die smoorhitte van dat altijd maar weer prachtige amsterdam. Kleinzoon heeft een bijzondere wijze van het uitspreken van het woord amsterdam: hij gaat er voor zitten kijkt opa met twee stoere ogen aan en brult – waar hij zich ook bevindt AM-STER-DAM! u begrijpt het 10 uur in de ochtend amstelpark klaar nog een een uurtje of 8 te gaan om vervolgens de kleine met nijntje en al in bed te begeleiden. nee voorlezen doen opaas niet dat doen alleen mammaas en pappaas – ciao ciao – dag dag – doeg doeg om kapot op de bank te ploffen in afwachting van NIETS NIETS EVEN NIETS MEER. vergeet ik natuurlijk wel even het verschonen van de luiers te vermelden – als PARFUM!
en dat is waarom we deze week even geen zondagochtendwedstrijd hebben -wilt u opa of kleinzoon steunen schrijf rustig een gedicht ik zal het plaatsen op de site – het leven is en blijft van de poëzie. u kent inmiddels het adres.
Het kind en ik
Ik zou een dag uit vissen,
ik voelde mij moedeloos.
Ik maakte tussen de lissen
met de hand een wak in het kroos.
Er steeg licht op van beneden
uit de zwarte spiegelgrond.
Ik zag een tuin onbetreden
en een kind dat daar stond.
Het stond aan zijn schrijftafel
te schrijven op een lei.
Het woord onder de griffel
herkende ik, was van mij.
Maar toen heeft het geschreven,
zonder haast en zonder schroom,
al wat ik van mijn leven
nog ooit te schrijven droom.
En telkens als ik even
knikte dat ik het wist,
liet hij het water beven
en het werd uitgewist.
Martinus Nijhoff
Goedemorgen Pom, Wee en wel in familia. Soms wens je hem haar anders. Een kort verhaal lang uitgemeten en een klein gedicht. Toe maar. Voor alle opa’s en oma’s dan maar.
Opa knuffelt oma stiekem in de keuken giechelend natuurlijk
nog nooit gezien gevoeld oud gedaan zo jong geleerd aangedaan
samen dansen kringetje van drie tranen biggelen op de vloer
ze zijn niet meer waterlanders in woestijn opgedroogd in liefde
hemelsblauw gegluur of toch een kleine blik op familie aarde
Groet, Rob Mientjes (alias Mien)
Hallo Pom
Ik geef veel djembé en percussie les aan kinderen en daar genieten ze van. Wellicht iets voor jouw kleinzoon. Ik gebruik lettergrepen van woorden om het aantal slagen aan te geven. Zoals ‘ik wil pannenkoeken: twee slagen aan de rand van de djembé en vier slagen in het midden op de bas. Hieronder het gedicht hierover.
Groetjes,
Rik
Het ritme van pannenkoeken
Een meester geeft het ritme aan vraagt veel schoolkinderen op te staan
ze zingen ik wil pannenkoeken tata tatatata zo gaat de drummer’s dag op djembé vellen
een meisje roept nee ik wil pindakaas een jochie lacht nee pizza zazaza
hij geeft een solo een hele ingewikkelde fijne je hebt talent hoort deze goede kleine
de meester laat hem verder spelen kinderen dansen zullen zich nooit vervelen.
Rik van Boeckel 25 maart 2023
Geboortegolfje
Welkom in de wereld kleine man poep maar flink in het papier plas maar vrolijk naar de maan
voorlopig ben jij nog de ster moeders mooiste onderdaan
denk maar niet aan alle waanzin alle oorlogen en epidemieën die je nog te wachten staan
geniet maar rustig van je beer beter wordt het echt niet meer
Ton Huizer
in de middag schreef ik al korte recensies en een kort dankwoord aan de dichters voor de ingezonden werken – sommige gedichten als troost – maar floep weg – moet je ook niet doen in haast en onrust – nu de avondrust is ingetreden – de kleine ligt te ronken toch nog maar even een samenvatting van wat ik mij herinner.
prachtig gedichtje van Ton Huizer hieronder over ‘moeders mooiste onderdaan’. in die waan waan waanzinnige wereld om die kleine heen – blijf zo lang mogelijk van je beertje genieten. zo simpel kan het leven zijn en mooi.
Vertrek,
maart, 2022, treinstation, Lviv, Ukraine
Uitgestrekte handen raken het koude glas daar waar
aan de andere kant peuterhandjes de zijne raken als ware het een onschuldig kiekeboe spel achter melkwit waas het gezichtje nu al een vaag verdwijnende schim in zijn geheugen geëtst haar stille glimlach plots eeuwenoud, de blik op zijn handen gericht, houdt leven in balans zij tillen elkaar op deze kleine eenheid van hoop tegen de wanhoop.
Seraphina Hassels.
zonder meer zeer zeer pijnlijke regels van Seraphina – verhalende poëzie – poëzie met een verhaal dat je eigenlijk niet kunt voorstellen – niet wil lezen – dat het niet mag bestaan. hoe kiekeboe met de woorden van het gedicht tot een hartverscheurend tafereel verwordt. dit soort treinen mogen niet rijden, mogen nooit nooit meer rijden. een gedicht voor de verjaagden uit de wanhoop.
watersnood 1953
het water in de sloot was bijna zwart het stroomde anders dan normaal heel snel in kleine golfjes het stond ook hoger soms spatte het gewoon over de weg
ik bleef in de erker voor het raam staan naar buiten mocht ik niet het stormde veel te erg en er liep niemand op de weg ook de hond moest binnenblijven
het hele land stond onder water hoorden we op de radio mensen verdronken of ze zaten op het dak ik kon niet zien of onze boot nog vastlag de grote schuur die stond ervoor
de radio bleef aan de hele dag vandaag mocht hij van mama hard er braken nog meer dijken door de koningin was er naar toe gegaan in een helikopter want de weg was weg
we hadden er die week een nieuwe baby bij die zou wel blijven drijven in het rieten wiegje die zou gered worden door een prinses of door de koningin op kaplaarzen want we waren veel aan het bidden
de zuster met de mooie ronde broche waar een kleine ooievaar op stond had haar een schone luier omgedaan en lekkere warme kleertjes aangetrokken ze lag zo lief te slapen en ze merkte niks
mama deed geen middagdutje ze ging tekeer tegen de zuster dat ze de stofzuiger moest laten staan want straks stond alles blank beneden onze kleren moest ze in gaan pakken
toen ik de zuster hielp op zolder de grote koffer leeg te maken zag ik over de weilanden langzaam het water komen stromen het was een mooi gezicht
ik mocht de onderbroeken tellen voor ieder twee en ook twee hemden de zuster zei dat mama bang was en daarom had gescholden ook op mij
ik was niet bang papa was ook nooit bang hij zwom zo naar de overkant van de rivier als er een wedstrijd werd gehouden en hij won altijd
mama kon niet zwemmen ik al wel een beetje bij de palen aan de kant papa had het me geleerd op de oude autoband bleef ik al drijven
ik kon ook al een stukje varen alleen het sturen lukte niet de vaarboom was te zwaar voor mij als papa hielp dan ging het wel zijn armen waren langer
met onze knechten en de buurman was hij al heel vroeg naar de dijk gegaan op een grote vrachtwagen met zand uit de schuur namen ze schoppen mee hij zou de dijk weer heel gaan maken
anke labrie
anke labrie schetst in een fors aantal strofen kindertaal – hoe het was toen. in kindertaal wordt iedereen geboren – het is van grote kunst om die taal later ook nog vorm te kunnen geven. over niet bang zijn – omdat papa ook niet bang was en omdat papa altijd wist te winnen. zo geef je je kind stevige zelfverzekerdheidsbagage mee voor het leven – zo kan een mens de grootste rampen aan.
Buitenissig Is het met de liefde eender, heeft het spel eenzelfde beweegreden om de verbazing te boven te komen – er zijn niet de juiste woorden voor te vinden. Geen gedachte lijkt op deze zomer en toch – de stilte juicht zijn heldere ogenblikken, lacht het geduldige gras, trakteert ons op de juiste bloemen – alsof het nooit anders was. Het is niet aan elk voorval hetzelfde te doen – het hoeft niet verklaard, leeft zijn eigen weg, geeft aan een déjà vu de terugkerende vraag, doet een zeker vandaag misschien zichzelf te suggereren – waarom het hier een gisteren betreft die hedendaags dezelfde dadendrang aanheft – bijna levensecht. Toevalligerwijs eenzelfde melodie. Vind het zijn synchroniciteit uit – wil het een heel universum worden vergeleken – dat je hier bent gebleven ongeacht rangorde of komaf, het pure kind gebleken, de origine niet langer ontkend. Je staat er maar verlegen, je bent hier nooit eerder daadwerkelijk gebleven als diegene die mij nu helder voor ogen staat – Elbert Gonggrijp, Egmond aan den Hoef, zaterdag 23 juli 2022
bij elbert schreef ik vanochtend dat ik het gedicht toch moeilijk toegankelijk vind. hermetisch. je kunt het gedicht vijf keer lezen en je weet nog niet wat er en waarover geschreven is., luchtdicht zeg maar en dat in dit weer. het pure kind staat centraal maar wat er met het kind aan de hand is in de relatie tot de dichter blijft volkomen ‘gedicht’.
Onder opa’s
Hoe het dromt en drumt gezeten tussen kleinzoons en -dochters als het spel op de wagen is
na mens-erger-je-niet nog uno gevolgd door familie poen tussendoor de boterhammen gesmeerd
dat het smullen is van kindervertier en voor wie al groter groeit groeit ook de schermtijd
kijk opa zo maak je een tiktokfilmpje klik maar als je ons volgen wilt kom hup doen we samen een dansje
nee hoor liever hop in de benen buiten wacht de ijscoman
voor de beginnende opa troostrijke en inspirerende woorden van dichter Frans Terken – dank je wel. er staat van alles nieuw te gebeuren – als de generaties elkaar opvolgen.
Een archipel aan stijlen
De jazz van Korpo een archipel aan stijlen geïntegreerde tango van Buenos Suomi het kwintet van dromerige klanken arrangeert de vibrafoon zachtmoedig
rode huisjes kleuren het groene licht onder de blauwe luchtige hemel tot aan het haventje van Korpoström en de boulevard van noord Nauvo
de saxofoon schettert jazzy tuinen in de Sea Jazz All Stars zijn de sterren de gypsy jazz viool kleurt de standard van eilanden zoals Herbie’s Cantaloupe.
Rik van Boeckel Skärgårdscentrum Korpoström 22 juli 2022
een echte rik van boeckel – in een fins ritme de woorden – zal ik ooit met mijn kleinzoon de rode huisjes zien kleuren in het groene licht onder de blauwe luchtige hemel tot aan het haventje van Korpoström? ik wil het na lezing van Rik hopen.
Zo
Soms wil ik alleen maar in je armen liggen dat je niet praat dan, nee ik ook niet zeker ik ook niet, gewoon allebei woordenloos, letterloos, geluidloos stil, zodat ik daar later niet op hoef te kauwen
met de ogen dicht, ze mogen ook open hoor, ja ze mogen zeker open en blazen mag ook
dat ik dan de haartjes in je nek in mijn adem zie bewegen
zo wil ik je houden.
Vera van der Horst
prachtig klein gehouden gedicht van Vera. een liedje van verlangen. het gedicht zou zelfs kunnen gaan over de liefde voor een kind – als we de laatste regels van het gedicht isoleren:
met de ogen dicht, ze mogen ook open hoor, ja ze mogen zeker open en blazen mag ook
dat ik dan de haartjes in je nek in mijn adem zie bewegen
zo wil ik je houden.
Beste pom, jouw gedicht 1953 is voor mij ook een rampjaar.De watersnoodramp , mijn ouders wilden een kind uit Holland opvangen dat zou voor mij 8jr leuk zijn Hij werd ziek 48jr en stierf in april 1953.
Gedicht: “ Toen we allen nog samen waren
In de zomer zaten we onder de kersenboom rond de witte tafel haalden herinneringen op schaterlachten en dan sneeuwde het kersen
Tussen de takken zweefde een schim een engel dachten we een mand met rode kersen aan zijn vleugel
Mijn vader, die al jaren dood is bracht de mand aan tafel aten we samen kersen “
MVG Geraldine Bankcaenen
mooi eerbetoon – onmogelijk blijft het om met woorden het lot het noodlot de dood om te keren. geraldine haalt met wat pennenstreken de herinnering aan vader de poëzie in. prachtige schets, klein gehouden ook – een fragment – zoals doden altijd nog in fragmenten voortleven.
Hierbij een inzending. Zou je interesse hebben in publicatie van de vertalingen mijnerhands van Snodgrass’ ‘Mamamonologen’? Ze zijn ten dele al gepubliceerd in Pluk, maar niet allemaal–met tekeningen van mijn vader, die (net als ik, hoop ik toch kuch kuch) piekfijn werk heeft geleverd bij de gedichten.
Oh ja, mijn inzending. Ik heb er een YouTube filmpje bijgedaan, ingeval men mee wil schreeuwen over het Frans heen. Vaag mens wel–Régine, reine de la nuit! Jeane Manson heeft het ook mooi vertolkt en daarna heeft ene Larusso het verkracht en versjteerd. Ach, niets is voor altijd, zeggen we dan.
Overigens alle goeds voor jou & je naasten.
D.
*** Ooit ga je weg, de liefde uit de lucht wat mijn hart aan stukken rijt er rest ‘k weet niet hoeveel tijd dan is ’t voorbij
Praat niet van spijt en verlies geen tijd maar ga weg van het verdriet van wie je achterliet
Dan is ’t voorbij elke dag, elk moment doorgebracht op onze stek het geluk dat zo went en je armen om mijn nek kusjes op–om het even welke plek
Dan is ’t voorbij hoe je kijkt met die lach trouw zijn tot toekomstig ooit wat je zei, hoe je zag ‘onze tijd raakt nooit voltooid’ dat is dan echt voorgoed voorbij
Dan is ’t voorbij alles wat je nog weet van het moeilijke refrein de momenten van pijn die onuitgesproken zijn nachten die ons passeerden met kaarslicht, seks en wijn
Dan is ’t voorbij je begint weer bij start door de liefde weer verward droomt van lippen en lijf denkt niet aan mijn arme hart, dat alles dan voorgoed voorbij
Dan is ’t voorbij hoe je wacht, elke nacht op een allerlaatst bericht hoe je -toen onverwacht- telkens weer licht op me ligt het genot steeds besloten in de nacht
Dan is ’t voorbij of ’t gebeurde in april in september of in maart of de regen toen viel of het juist was opgeklaard dat alles dan voorgoed voorbij
Dan is ’t voorbij hoe ’t geluk in ’t gezicht als ’t naar jou wordt opgericht heel de wereld ontwricht en mijn lichaam en mijn zweet hoe ik hemelwaarts kreet toen je alles met mij deed.
Dan is ’t voorbij al van ons en van mij zelfs als je dan huilen moet als je eindelijk vrij het dan met een ander doet is wat er was voorgoed voorbij
Dan is ’t voorbij hoe je kijkt, hoe je lacht trouw tot aan een duister ooit wat je zei, hoe je zag onze tijd raakt nooit voltooid dat is dan echt voorgoed voorbij
Dan is ’t voorbij als een film die alleen maar leugens is want de liefde, mijn lief liefde heeft geen heugenis dan is ’t voorbij
Dan is ’t voorbij al van ons, al van mij zelfs als je dan huilen moet als je eindelijk vrij het dan met een ander doet dan is ’t voorbij als alles wat je zei
Dan is ’t voorbij jij en ik, samen ‘wij’ vol vertier op onze stek hoe je sliep aan mijn zij en je armen om mijn nek elke kus op om ’t even welke plek
Dan is ’t voorbij of ’t gebeurde in april in september of in maart of de regen toen viel of het juist was opgeklaard dat is dan allemaal voorbij. ***[D.B.]
‘Elke generatie beschuldigt de volgende generatie van degeneratie.’ Dat is een soort algemene wijsheid, die aan zou moeten tonen, dat oudere generaties, de vooruitgang, die nieuwere generaties vertegenwoordigen, niet meer begrijpen. De stelling is echter uit de lucht gegrepen. Nooit eerder dan de laatste honderd jaar, hebben we zoveel ‘onderscheidende’ generaties gehad, die alles wat de voorgaande opgebouwd hadden onderschijten. Sinds de tweede wereldoorlog hebben we de opvolgende serie van ‘Boomers’ gevolgd door de Gen-en X-Y-Z en Alpha. Daarvoor was er eigenlijk niet zoveel. Gewoon mensen.
Het grappig is, dat de mensen in deze generaties eigenlijk niet zo veel van elkaar verschillen. Ze zijn fysiek allemaal hetzelfde en mentaal mankeren zo ook allemaal wel wat, dat al naar gelang de geldende mode weer een nieuw naampje krijgt. De enige consistente lijn, die erin zit, is dat de tegenstellingen binnen de generaties steeds groter worden. Eerst had je voornamelijk arm en rijk. Dat verschoof naar vrij en minder vrij. Maar tegenwoordig zie je door de bomen het bos niet meer dankzij het fenomeen inclusie. Toen we ons op een hellend vlak begaven was de uitspraak: ‘Dat moet toch kunnen’. Tegenwoordig is de uitspraak: ‘Het is juridisch geregeld, dat alle excessen geaccepteerd moeten worden’.
De mens accepteert echter bepaalde zaken intrinsiek niet. Maar het lullige is, dat men daar wel toe gedwongen wordt. Hierdoor ontstaat polarisatie. Mijn generatie zal dit nog wel gemakshalve terzijde schuiven of er het zijne van vinden, maar de jongere generaties zijn er volledig in geïndoctrineerd om alles te moeten accepteren. Dit leidt tot grote (onbewuste) verwarring in de hoofden van deze jongelingen.
Dat is raar. Het is juist nu een tijd dat meer dan eens eendracht benodigd is, om alle ‘geopolitieke gevaren’ het hoofd te bieden. En nou komt de aap uit de mouw. Dat is ook de reden dat de huidige en toekomstige generatie helemaal gesissyficeerd is. Dat maakt ze makkelijker af te breken. Gedweeë soldaten maak je namelijk door mensen eerst af te breken en dan opnieuw op te bouwen. En wat is er makkelijker af te breken dan de generatie van tere zieltjes, die de smartphone-en-Netflix-maatschappij heeft voortgebracht. Zeker als je daarbij ook nog beschikt over een gepolariseerde, andere kant van de jeugd, die niets liever wil dan die slappelingen een lesje leren in (ouderwetse) normen, waarden en discipline.
Het komt allemaal samen in een perfect toeval. Je ziet het aan de verkiezingsuitslagen. Waar wij ons zorgen maken om onze dagelijkse beslommeringen, is alles al geregeld om aan de nieuwe grote oorlog te beginnen. Dat vraagt decennia aan voorbereiding, maar dan ontstaat er bijna vanzelf brede consensus. Body positivity or lean and mean? Straight of queer? Guns or butter? Lard or steel? Als één stem zullen we het beamen.
VON SOLO DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl
is ie het echt? komt ie echt zondagmiddag naar de OBA? – informeerde ik vandaag nog maar eens voor de zekerheid bij organisatrice Lucienne Kohler- ‘HIJ IS HET – wordt ingevlogen vanuit Taiwan’ – ok jij bevestigt zijn komst lieve Luciënne – dan gaan we genieten van deze top attractie zondagmiddag – kan weleens druk worden daar in Amsterdam Zuid!
Hoe ouder je bent, hoe meer vroeger. Dat alleen al is een reden om als je nog ouder bent veel overboord te gooien. Eindelijk ruimte. Zo stijg je op als een ballonvaarder wetend dat je een verre reis gaat maken, je leven een sprookje is waar je nog aan zal doorschrijven.
Vroeger ligt nu beneden, wordt zo voortdurend kleiner. Was het er eigenlijk wel, denk je nog later.
ik heb mijn familie op de trein gezet eindelijk voorgoed kan ik mijn geschiedenis vergeten verhalen over vroeger zijn niet meer geen verloren onschuld te betreuren of heimwee naar voorbije jeugd geen plek waar “t allemaal begon geen dreigend testament dat schel van stem mij op mijn plichten wijst
nadat ik ze had uitgezwaaid peinzend aan mijn bureau misschien dacht ik misschien neem ik een hond
was het mijn moeder die ik hoorde lachen
IEN VERRIPS zondag aanstaande te bewonderen in de OBA naast het olympisch stadion te 020
Ik vermoed dat het een walsje moest worden. Daar pal voor de draaimolen. Het kreng stond er al enige uren te jodelen. Bij de Karnemelksbrug. Luttele meters van mijn voordeur. Het roze monster deed zelfs mijn binnenplaats lichtjes galmen. En dat is uitzonderlijk want meestal is het er muisstil. Op de binnenplaats. Zelfs als het buiten markt is. Zaterdag.
Het bruidspaar worstelt er maar mee. Driekwartsmaat. Van een wals komt weinig terecht. De fotografe, ruggelings naar de viskraam gekeerd, gebaart zenuwachtig dat het anders moet. Aanwijzingen. Klik. Klik. Klik. Tevergeefs. Het blijft een scène van een houten klaas en een zwierende bruidsjurk, onnatuurlijk voor een draaimolen geposteerd. Hij in een fijnkorrelig blauw metallic kostuum, en zij in zo’n suikerzoete trouwjapon. Alles erop en eraan. Een hele wijde rok die met van die dramatische roesjes tot aan de straatstenen naar beneden valt. Stevige taille. Sluier. Zijn stoere blik enigszins getergd. Zij met prachtige ogen die verdrinken in gelukzaligheid. Ik denk dat ze gehuild heeft. Jawoord.
Dan gisteren. Op een terrasboot aan de gracht een paar straten verderop. De omgeving compleet opengebroken. Want glasvezel. Rijverkeer gestremd. Mijn blik rustte al een poos enigszins verdwaasd op een metershoge klos met dunne knaloranje kabel. Glasvezel. ¨Je kan staren wat je wil maar de boel hier blijft nog wel even open,¨ zei een schorre meisjesstem. ¨Asbest, daarbeneden in die ouwe grijze dikke kabels,¨ kakelde ze vrolijk, onderwijl naar beneden kijkend. Er volgde een woordenbrij waaruit ik op kon maken dat ze even verderop woont. In een dwarsstraat. Ze kon het dus weten: sanering, dat gaat eindeloos duren. Een kwartiertje later, na een levendige conversatie over het leven en de liefde, vroeg ze zonder blikken of blozen of ik straks met haar mee naar huis ging. WTF? Dat kwam aan als een rechtse directe. Zomaar. Uit het niets.
¨Meisje, je bent veel te jong voor iemand van mijn leeftijd,¨ antwoordde ik compleet overrompeld. Ondersteboven. Gestrekt. Meisje. Noemde ik haar. Het scheen haar niet te deren. Dat ik haar naam niet wist. ¨Nee hoor, mijn beste vriendin heeft ook een vriend van vijftig, en die heeft het enorm naar haar zin. Echte liefde.¨ Bloedserieus. Klonk het. Volgens eigen zeggen pas net de twintig voorbij, vond ze het wel een spannend idee. Een kerel van vijftig. ¨Daar moet je dan wel vijftien jaar bij optellen,¨ corrigeerde ik haar. ¨Bovendien ben je dronken, en begrijp ik weinig van vrouwen, laat staan van meisjes en de liefde.¨ De wereld tolde. Alles vreemd. Ik hoorde alle goden daarboven luidkeels lachen. Maar ze beklemtoonde even later met stugge overtuiging dat ze me heus niet bij de neus nam. ¨Jammer hoor, het is echt geen grap! Maar dan zou je het dus wel doen als ik vijfendertig was?¨ Zoiets zei ze.
Haar oogopslag had iets weg van de bruid, hier op de markt, gelukzalig dansend voor de draaimolen. Even broos, maar dan door drank vertroebeld. Ik denk aan die laatste jeugdig onbezonnen blik. Plots hoor ik mijn schaterlach. Blij dat ik geen dochters heb.
twee dichters hielden zich aan de opdracht vandaag – verzon uw gedicht! – niet dat we streng zijn op het gevraagde thema – maar als er zon wordt gevraagd en we krijgen valkenburg in de regen en overstromingen aan alle kanten – de dichter mientjes bakt ze helemaal bruin: ‘Drollen op de weg/Emmeren dan maar/Met kano naar het werk..’- ja dan moeten we toch echt ingrijpen. we vroegen om een warm en eenvoudig zonnetje – als dat teveel gevraagd is beste mientjes dan blinkt er geen goud aan jouw horizon vandaag – wel voor Anke Labrie en voor Frans Terken. gedichten om je blij bij te voelen. van harte!
Rob Mientjes beter gekeerd dan verdwaald!
Ha die Zon … eh … Pom,
Vooruit hier dan de zon nog even in jouw straatje. Je hebt helemaal gelijk. Recalcitrant als de maan ben ik soms. Hier dan nog een kleine loftuiting over de straat. Het past erin.
Zon schijnt door de bomen Streelt de takkken langs de gracht Die schaduws werpen in het water Langs kleine bootjes
Guitig de glimlach op gezichten Handen trekken kleine golven In de grachten langs de straten Zon en schaduw strelend
Harten springen open Zon in en boven Amsterdam De stad toch mijner dromen In goud glitterend in vuur en vlam
De klinkers in de straten Blinken, dampen smelten Wat bikkelhard is wordt weer zacht Zelfs mijn hart maakt lieve sprongetjes
Oh, oh, lief en zonnig Amsterdam Stad mijner dromen Nooit ga ik meer vertrekken Zolang zon schijnt en de maan straalt
Rob Mientjes
al weer
het weer is goed de mensen deugen niet zei de oude man die deze dag alweer een regenbui trotseerde tegen die zeikerds om hem heen
plotseling verscheen de zon de straat veranderde in goud de natte plassen spiegelden het zonlicht en het blad aan de nog jonge bomen strooide parels in het rond
anke labrie (08-06-2024)
zo willen we het graag zien dit weekend – parels en goud en een goed humeur – geen gezeur! het thema helemaal ingekleurd met zonlicht. laat de zomer maar komen. de opdracht was – leg in de woorden iets van optimisme en warmte: verzon uw gedicht!helemaal gelukt!van harte – Anke – goud voor jou vandaag en zonnestralen.
Het spel
Ver van de afgrond lacht het leven we spelen het spel alsof het elke dag hoogzomer is een stralende hemel waaronder we gedijen
plukken de vruchten van vreugde en plezier geen tranen om droef in te verdrinken waar we ook kijken alles schittert en glanst
dansen we opgetogen door de straten even geen dood en verderf achter een voordeur of verderop om de hoek
vandaag heerlijk het leven vieren langs de randen scheren en uitzinnig klinken de zon proeven in een geheven glas
de opdracht was leg in de woorden iets van optimisme en warmte: verzon uw gedicht! geef het de kleur van de zon! frans houdt zich aan de opdracht en laat de zon door de woorden schijnen. zilver van harte! (het gedicht mag met een woord minder vind ik – het woord vreugde is buiten dubbelop ook net te gedateerd – maakt het gedicht 10 jaar ouder. nouja voor het gevoel.)
Frans Terken – opgetogen door de straten
Rik van Boeckel – in de straten met de mooie ramen
Rob Mientjes – de straat is moe
Cartouche – van geluk zegt men dat het op straat ligt
DITMAR BAKKER eindelijk terug thuis – voorproefje voor komende vrijdag: Praat niet van spijt / en verlies geen tijd…
Ien Verrips – alsmaar lopen
Erika de Stercke – ik kus je tot we tintelen
Anke Labrie – de straat veranderde in goud
wie wint de enige echte virtuele – dat de straten stralen – trofee op pomgedichten.nl? een meer of min vrije opdracht deze week voor de ochtendwedstrijd op de zondag – de enige wedstrijd die geen wedstrijd is – laat de straten dansen, laat de woorden dansen – schrijf over leven, rand en afgrond alsof uw leven ervan afhangt – verzon uw gedicht – geef het de kleur van de zon. u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 8 uur. stuur in op het u bekende gmail. com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
dat de straten stralen gegrepen door de zanger, de toneelspeler, de dichter de een dood, de ander gek zij verzonnen de verhalen
van de rand en de afgrond van het leven bloot en de straat
waar zij liggen daar lig ik ook ach laat de woorden dansen ik zoen ze en beleef ze – dans dans dans
pom wolff
De straten van de zingende zon
Zonneschijn haalt weg ‘t venijn dat stille straten nat houdt
stralen galopperen naar droogte van paraplu naar parasol
de dichter danst op zijn stralende woorden naast de straatsnaar akkoorden
de gitarist houdt de wereld levend langs de afgrond van slechte dagen
goed goed goed zingt zijn liefje met de stem van de sopraan
laat ons gaan laat ons staan onder de warme golvende baan
zon laat de maan elke ochtend gaan verjaagt wolken met spoed
het warme lied zingt langs kleurrijke deuren in de straten met de mooie ramen.
Rik van Boeckel 7 juni 2024
het is me eerlijk gezegd net TE vrolijk de woorden – de zonneschijn doet onwaarschijnlijke dingen – en stralen die galopperen is me ook net te uitbundig – de laatste drie strofen kunnen op zich zelf staan en zijn mooi genoeg – een lied mag van mij langs deuren zingen – dat dan weer wel.
Dag Pom,Heb het er even helemaal mee gehad, met die straten. Ze zitten me in de weg op diverse manieren. Lees en huiver. Edoch … fijn weekend! Groet, Rob
Straatarmoede
Straten stralen? Borstelen, ho maar Vegen, echt niet Gemeente geeft niet thuis Gras groeit er overheen
Straten stromen! Putten uitgeput Drollen op de weg Emmeren dan maar Met kano naar het werk
Straten staken! Door werkzaamheden op de weg Barriceren zelfs de stoep Camera’s veroorzaken Flitzkrieg Waar is mijn luchtpistool?
De straat is moe Betreurt eenrichtingsverkeer Stoot zich aan drempels Komt zichzelf tegen Loopt hartstikke dood
Rob Mientjes
de opdracht was – leg in de woorden iets van optimisme en warmte: verzon uw gedicht! geef het de kleur van de zon! rob houdt zich niet echt aan de opdracht – sterker nog het is een en al valkenburg bij mientjes vandaag. we spoelen weg waar we bij staan.
Stralen
van geluk zegt men dat het op straat ligt, niet rond maar gehoekt je toelacht
alle mogelijke gaten en kieren ben ik nagegaan overslaan was geen vraag
struikelstenen gelezen putdeksels gelicht – zoveel open deuren niet te dichten
overvolle pleinen afgemeten terrassen zoekensmoe zette ik me
deed mijn ogen dicht en zie ik zag – hoeveel glas en hoe thermogeen je was
en nog steeds mijn weke delen dag en nacht te doorstralen en – dansen weet
08-06-2024 / Cartouche
een barre tocht meer kan ik niet van maken – ook cartouche haalt niet het zonnetje in huis of naar het terrasje waar hij dodelijk vermoeid de edele delen tot rust hoopt te brengen – nou ja zoiets. ik weet het niet maar ook in dit gedicht schijnt de zon niet van harte door de woorden.
Oh ja, mijn inzending. Ik heb er een YouTube filmpje bijgedaan, ingeval men mee wil schreeuwen over het Frans heen. Vaag mens wel–Régine, reine de la nuit! Jeane Manson heeft het ook mooi vertolkt en daarna heeft ene Larusso het verkracht en versjteerd. Ach, niets is voor altijd, zeggen we dan.
Overigens alle goeds voor jou & je naasten.
D.
*** Ooit ga je weg, de liefde uit de lucht wat mijn hart aan stukken rijt er rest ‘k weet niet hoeveel tijd dan is ’t voorbij
Praat niet van spijt en verlies geen tijd maar ga weg van het verdriet van wie je achterliet
Dan is ’t voorbij elke dag, elk moment doorgebracht op onze stek het geluk dat zo went en je armen om mijn nek kusjes op–om het even welke plek
(…)
Ditmar Bakker
o dat gaat vrijdag genieten worden met DITMAR aan het roer.
ik zag haar lopen in de straten alsmaar lopen alsof ze op reizend was of net boodschappen had gedaan wie weet een afspraak met haar zuster nu maar misschien was zij onderweg naar de wasserij met haar grote aldi-tas lopend door de straten alsof ze blijven lopen moest
daar waar niemand raar keek waar niemand haar vermeed pas daar in het nachtverblijf was zij op haar gemak daar kwam zij tot rust totdat zij weer de straat op moet
juni 2024 Ien Verrips
ook ons ientje laat de zon niet schijnen. we waren toe aan positieve dingen maar ien stuurt iemand met straatvrees gewoon naar de aldi – in ieder geval de zo gevreesde straat op – en van hot naar her – gewoon onmenselijk – boodschappen, de wasserij, op familiebezoek – overal moet dat mensje heen van onze Ien – het gehele stratenplan af en door – is ze ook nog verbaasd dat de derde persoon in haar gedicht totaal overstuur door de straten gaat.
op de straat ligt een leven bij elkaar gewaaid een gescheurde vakantiekaart flarden van kranten de helft van een schoenpaar vervallen treintickets
met grove borstels nemen mannen deze hoop mee naar vergeetputten van afval de stroken blinken zelfs bij taaie regenvlagen het begin van een dag
we duwen de tijd omver halen nog net onze bus en in het zweet van verwijten vallen mijn kwade zinnen stil het spijt krijgt de overhand ik kus je tot we tintelen
Erika De Stercke
het hing er even om – en hoewel het stevig regent weet dichter de straat toch aangenaam in te kleuren – weet ze het ochtendhumeur om te toveren tot een tintelend gezoen – nou dat heb je alleen maar in gedichten.