PETER BERGER over het N-woord


Het was om de hoek bij de Oude Molstraat. Ergens na middernacht. Drie opgeschoten ogende jongens op een bankje voor een grote etalageruit. Het restaurant daarachter pikkedonker. Ik denk twee Noord-Afrikanen en een West-Afrikaan. Die daar zaten. Rond de achttien jaar. Misschien pas zestien zelfs. Die jongens. Niet Westerse allochtonen. Nederlanders. ¨Hé blanke meneer,¨ riep de laatste, aangevuld met iets wat ik mij niet herinneren kan, of iets dat ik toen niet goed gehoord heb. Komt regelmatig voor. Hoofd in de wolken. Nou loop ik daar wel vaker, bij de Oude Molstraat. ´s Nachts. La Chouffe. Feestje. Gin. Tonic. Ongein. Meer dan eens. Overmoedig en rijp voor domme dingen. Maar deze keer was anders. Fris als een hoentje. Broodnuchter. Liep ik daar.

Die opmerking? Ik vroeg de jongen of dat nog wel kon in deze tijd. Iemand zo aanspreken. ¨Blanke?¨ zei ik. ¨Okee. Mag ik jou dan neger noemen?¨ Zoiets stoms zei ik. Recalcitrant. Respectloos, maar voor mij persoonlijk heeft dat woord geen negatieve connotatie. Neger. Want lagere school. Zestiger jaren. Leermiddelen. Levensgrote afbeeldingen op linnen afgedrukt, netjes opgerold op twee houten stokken. Horizontaal bungelend aan een haak boven het schoolbord. Die stokken. De juf trok dan de strik eraf. Rollen maar. Boem! Onthulling. Neger – Bewoner van Afrika. Stond er. Een prachtkerel. Het meisje ontbrak. Geloof ik. Fantasie? Kan zijn. Levendig. Beelddenken. Misschien schreef de juf die woorden gewoon alleen maar op het bord. Droog als gort. Neutraal en stukken beschaafder dan de bewoordingen die destijds in stripverhalen als Kuifje of Sjors en Sjimmie werden gebezigd. Onze zwarte medemens werd daarin zonder blikken of blozen voor roetmop of nikker uitgemaakt. Dat vond men blijkbaar normaal. Nou vond ik Kuifje sowieso een voorspelbaar betwetertje, en Sjors vooral een onbenullige stoerlap, maar ik begreep destijds weinig van het waarom achter dat soort uit de lucht gegrepen lelijkheden. Schelden om het schelden? Ze hadden toch niks misdaan? Die negermensen. Kinderbrein. Inmiddels weet ik ook wel dat ook het gebruik van het woord neger niet meer van deze tijd is. Wat ik daar ook van moge vinden, dat oordeel is niet aan mij.

De jongen in kwestie barstte desondanks spontaan in luid gehinnik uit. Nadat ik dat gezegd had. Een lachsalvo uit vezels tot aan zijn tenen. Z´n matties zaten er enigszins glazig en gelaten naast. Giechelend op dat bankje. ¨Let u maar niet op hem,¨ zeiden ze, ¨hij is voor het eerst in z´n leven stoned.¨ Het joch ondertussen gierend met het hoofd tussen beide knieën. Knetter. Ik probeerde het gesprek inhoudelijk leven in te blazen door ze te bevragen over hun ervaring met discriminatie. De jongen, z´n gehinnik inmiddels verstomd, herpakte zich en zei dat iedereen dat toch doet. Discrimineren. Vooroordelen heeft. Menselijke aard. Dat zei ie. Ik kan dat alleen maar beamen. Maar we ontkennen collectief. Overtuigd dat wij de goeien zijn en dat dus niet doen. Struisvogels. Als je de ogen open houdt zie je toch gewoon dat het wel zo is. Ga maar eens stappen met een paar mensen van niet Nederlandse komaf. Mensen met een andere huidskleur dan wit. Een club in ofzo. Voor mij zelden een issue geweest. Maar voor veel allochtonen is dat een heel ander verhaal. Geweigerd. Botweg. Meer dan vaak. Verkeerde schoenen. Of een andere lulsmoes. Ze slikken het gelaten. Kunnen niet anders. Want wij zeggen dat wij dat niet doen. Nee, wij witte Nederlanders doen dat niet. Wat een gelul. We doen het keihard wel. En in andere landen doet men het ook. De jongen heeft gelijk. Vooroordelen.

Fokking Gringo! Dat heb ik vaak genoeg gehoord, destijds daar in Mexico. Ik snap het ook nog. Er lopen daar flink wat van die met bling bling opgepoetste opgefokte Amerikanen. Als vliegen op stroop komen ze. Om zich met drugs vol te pompen en vervolgens het leven van de mooiste Latina´s zuur te maken. Alsof het konijntjes zijn. Die dames. Sex, drugs en leeghoofdigheid. Sextoerisme? Discriminatie. Vooroordelen over en weer. Iedereen inbegrepen. Daar waren we het dus snel over eens. Dat discriminatie een uniform verschijnsel is. Het ontkennen ervan is misschien nog wel erger dan. 

Het gesprek nam ondertussen een andere wending. Of ik ook een stukje lustte. Spacecake. Of dat ik daar misschien te oud voor was. Desgevraagd vertelde ik, dat ik dit jaar vijfenzestig hoop te worden. Meer gegiechel en tranen tot gevolg. Met tuiten. Dat paste blijkbaar niet in hun denkraam. ¨Nee, dat kan niet waar zijn.¨ ¨Je bent dus ouder dan mijn opa!¨ ¨Je neemt ons in de maling.¨ Lachsalvo´s tussentijds. Eind veertig ofzo, vijftig misschien, dat wilden ze wel geloven. Ach ja, jeugdige naïviteit. Altijd leuke interactie. Vijftig? Egostrelend. ¨Alsjeblieft. Vertel eens. Zeg ons hoe het vroeger was. Was vroeger echt alles beter?¨ Daar kon ik kort over zijn want vroeger was alles zeker niet beter, integendeel zelfs, maar vaak wel een beetje leuker. Veel beetje. Minder controle. Minder druk. Minder angst. Minder ruis. Vooral dat. Minder ruis. Al die hedendaagse ruis. De wereld in je broekzak. Internet. Een navelstreng vol ruis. Alles zakformaat. Om gek van te worden.

PETER BERGER

Share This:

RIK VAN BOECKEL wint de enige echte virtuele – en om wie of om wat gaat het U echt deze week – trofee op pomgedichten.nl?

met dank aan mariejo die deze week diende als fotomodel temidden van de poppies op de ene foto en op de andere die diep filosofische blik in de verte passend bij het thema wat er zoal in het hoofd van de dichter omgaat deze week. ik houd het simpel RIK VAN BOECKEL schrijft / verhaalt van het mooie vreedzame bos en dat doet ie mooi – woorden die we in deze tijd goed kunnen gebruiken – in tijden van verval en verwording – van oorlog en talkshowgekakel – van harte gefeliciteerd RIK! dank aan de dichters die inzonden. (ben nog benieuwd of die grootscholten reageert haha – maar dat terzijde)


Hallo Pom

Hier is mijn bijdrage aan de enige virtuele.
Jij hebt mij als koerier gezien in de voorstelling Oorlog en Vrede.
Dit gedicht gaat daar over maar ook over de aanpak van decul tuursector door de radicaal rechtse kabinetsformatie. Daar maak ik me ook zorgen over!

Met dichterlijke groet
Rik van Boeckel



Het pacifistische kunstzinnige pad van de koerier

Een koerier voor de vrede
heeft alle reden oorlog te ontslaan
om ons daarvan te bevrijden 
als de goede herder verder te gaan 
op het pacifistische kunstzinnige pad
naar de troostrijke tijd van vrijheid en vrede 

vol liefde verdrijft hij oorlog uit hart en hoofd
schildert op het doek van natuur en cultuur
de boom van het mooie vreedzame bos 
hij kent en leidt de gevarieerde werkelijkheid 
zo zorgzaam met ons lot begaan 

hij verklaart die realiteit van de goede aarde
is de nooit verloren zoon in ‘t huis van kunst en vrede 
tijdens de heldere nacht van lange rust
dagen duren langer gedragen door troost. 

Rik van Boeckel
24 mei 2024

waar het de dichter om gaat – deze week – de opdracht of wat er in de dichter omgaat zo kan het ook geformuleerd – voor Rik is het ‘kunst en vrede’ – kort samengevat. in zekere zin lezen we zijn gedachten de gedachten van een koerier voor de vrede. was de werkelijkheid anders je zou hier bij deze tekst over fictie spreken. nu is er sprake van een oproep, een smeekbede in een Riks zorgen barend politiek landschap.
  • Rik van Boeckel – van het mooie vreedzame bos 
  • Rob Mientjes – Wie wat waar waarom en hoe
  • Luk Paard – ik word gek jij weertjesmaker
  • Erika De Stercke – over een duivel met manieren 
  • Ien Verrips – ze neemt me mee naar wonderland
  • Anke Labrie – zo probeer ik altijd weer

Wie wint de enige echte virtuele – en om wat of om wie gaat het U echt deze week? – trofee op pomgedichten.nl? we zullen moeten kiezen, prioriteiten stellen, hoofdzaken van bijzaken, dat is het leven en dat is zeker wat in deze tijd van de dichter wordt gevraagd. maar mogen we het ook lezen? op pomgedichten wél! de plaats om poëtisch ongenuanceerd uit te halen – uit de wereld te halen wat belangrijk is – wat existentiëel is en of wat niet – de dichters aan het woord! in de zondagochtendwedstrijd – u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 8 uur. stuur in op het u bekende gmail. com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.


kopland en het al

het is weer eens zo een dag
van verwording – van gekakel op tv
‘het gaat er om wie je uiteindelijk geworden bent’
je hoort het ze zeggen in de talkshow zonder schaamte

het gaat er om wie je uiteindelijk geworden bent
ik denk dat de dichter kopland
over deze regel na maanden ploeteren
een gedicht had kunnen schrijven

ik denk aan zijn uitwaaierende stem
en de herhaling
van steeds weer die regel
steeds weer die regel in een ander licht

en als – het al – al ergens omgaat
dan zullen wij ook
op die dag van jou en van mij
want het gaat er om – het gaat er altijd om – om wie je

pom wolff

Goedemiddag Pom,
Ik weet het effen niet meer, mag dat? Dat mag, nee dat moet. Wil ik alles weten? Liever niet. Er moet wat te gissen en vergissen zijn, toch? Het leven wordt anders saai.
Met warme verwarde groet vol chaos, lekker puh …
Rob Mientjes


Wie wat waar waarom en hoe

Hoe waar wie wat waarom
Waar hoe wat waarom wie
Wie wat hoe waar waarom
Wat wie waarom hoe waar
Waarom wat waar wie hoe
Hoe waarom wie waar wat
Wat waar hoe waarom wie
Wie waarom wat waar hoe
Ik vraag het me af …
Wie wat waar waarom en hoe
Gaat dit leven heen …
Waar hoe waarom wat wie
Die Ahnung blas
Vielleicht und hoffentlich
Ins Blaue hinein
Dass was wichtig sein soll
Umsonst …


Rob Mientjes

het is wel duidelijk wat er in het hoofd van de dichter omgaat – je zou er bijna duits van gaan praten haha – een dichter in verwarring – of het mag ja hoor het mag. levensvragen mogen gesteld – de poëzie wordt er wel een tikkeltje persoonlijk door – mientjes lijkt hier besmet door het etwin grootscholten virus – die tracht al jaren lang in de taal iets te vinden waar de taal niet voor gemaakt lijkt. ach ik zeg ook maar wat.
” TOUGH (we are) “by luk paard

‘et beeld in gedachte
achter’n horizon
‘et zwijge opgelegd

dolleman
giet maar regenbuie uit
splijt’n wolk
ik word gek
jij weertjesmaker

mot je nog’n dreun
me vuist’n mokerslag
aan zon languit

vandaag gewoon de zoveelste keer
‘n regenhoos pal op de smoel
de tijd asof’et dood verzwijge

© luk paard

en’n paard-artje

” TOUGH (we are) ” by luk paard

dat’et goddedomme al 8 maand herfst is en zo de winter herfst gebleve en nu de lente nog altijd…herfst verdekkeme…herfst al die tijd asof’et oorlog is met de seizoene…en wie is dan de schuldige de oorlogsman…die weertjesman die regenman de dolleman…”but we are tough” of zo…mot je nog’nd r eun jij weertjesmaker


luk paard lijkt het niet meer te pikken. oorlog in de seizoenen, het weer op hol geslagen – het is dweilen met de kraan open – zoals altijd vloeit en stroomt de taal – vloeien en stromen de woorden zo bij luk paard zo  je huiskamertje in bij het lezen – als de boel hier ook maar niet onderloopt. bij paard leven de woorden op.


doorkijk

je stem klinkt 
veel luider dan de mijne 
hierdoor zet je de wereld 
nog niet stil

wie ben je eigenlijk
een wolf, dagelijks geschoren 
een duivel met manieren 
of een aangedikte rietstengel 

waar zit het fatsoen 
de aanrakingen en lachsalvo’s
vriendschapsbanden 
het liefdesleven

vele vragen 
hoef ik me niet meer te stellen
jij brulaap van jewelste
ik kijk door je heen 


Erika De Stercke

dit is wat erika bezig houdt – zo kennen we erika weer. die ‘aangedikte rietstengel’ werkt heel geestig – de ‘brulaap;  ietsje minder. in huize erika hoef je niet op de psychiaterstoel plaats te nemen voor een analyse – nog voor je goed en wel op een bankje plaatsneemt ben je al ontleed in een gedicht van dichteres. en er komen maar heel weinig mannen door de ballotage. zoveel is zeker.







ze neemt me mee naar wonderland
waar blokken torens stapelen 
schaterlachend instorten
kopjes thee vanuit de lucht geplukt
eindeloos geschonken net zo veel gedeeld
poes rijdt paard maar maakt zich uit de voeten
als zij haar vinger wijst, miauw is au
ze laat me toe in wonderland
daar is geen krant geen nieuws
dat zorgen baart,geen uitslag van een onderzoek
de wereld grenzeloos
zoals een kamer met een kind
dat wezen kan
ze neemt me mee haar oma ben ik
zij Alicia mijn kleinkindje


mei 2024/ IEN VERRIPS

hele sterke regels vind ik:
‘daar is geen krant geen nieuws
dat zorgen baart, geen uitslag van een onderzoek
…’ – hoe je in een paar streken een schilderij van woorden maakt.
 
qua poëzie voor iedereen hadden de laatste twee regels wel weg gemogen – particulier gehouden kunnen worden voor familieverband. de poëzie heeft die niet nodig.

Anke stuurt een gedicht van 2012 in – zo tracht ze te ontkomen aan zichzelf – de boodschap – een mooi gedicht – het eerbetoon was in 2012 al gegeven begrijpen we hier – in die zin dat het gedicht als kaartkado diende op gedichtendag. fijn om het weer eens te lezen – woord en beeld een mooi presentje.
 

Share This:

pom wolff: ‘want het gaat er om – het gaat er altijd om – om wie je…’

foto: Ben Kleyn


kopland en het al

het is weer eens zo een dag
van verwording – van gekakel op tv
‘het gaat er om wie je uiteindelijk geworden bent’
je hoort het ze zeggen in de talkshow zonder schaamte

het gaat er om wie je uiteindelijk geworden bent
ik denk dat de dichter kopland
over deze regel na maanden ploeteren
een gedicht had kunnen schrijven

ik denk aan zijn uitwaaierende stem
en de herhaling
van steeds weer die regel
steeds weer die regel in een ander licht

en als – het al – ergens omgaat
dan zullen wij ook
op die dag van jou en van mij
want het gaat er om – het gaat er altijd om – om wie je

pom wolff

Share This:

VON SOLO terug van AMELAND

Jarenlang heb ik mezelf gezien als een vreselijk figuur. Een slecht mens en een gesel voor mijn omgeving. De ruzies, die ik heb gehad met de mensen die me na aan het hart stonden. De dronken uitbarstingen en het overweldigende schuldgevoel de dag daarna. Hoe streng ik voor de kinderen ben geweest soms. Hoe weinig ik rekening hield met andermans gevoelens. Dat is een schuld, die je jaren achter je aan sleept. Je kan ze zelfs koppelen aan tijden in het verleden en plaatsen delict. De herinnering kan je overvallen, of het allemaal gisteren gebeurd is.

Zo kwam ik twee weken geleden aan op Ameland. Een eiland, waar ik toch een paar mindere herinneringen aan had. Zo hadden we er ooit Nieuwjaar doorgebracht, waarbij ik weer eens goed boos geworden was. Verder hadden we er ooit gelogeerd in het achterhuis bij de lokale dorpsgek, die kinderen naar zijn voortuin lokte met lammetjes. Beide uitstapjes stonden niet op mijn lijst als de fijnste momenten van mijn leven. Daarnaast voel ik me naar mevrouw Solo dan ook altijd schuldig, dat ik het allemaal niet beter gedaan of geregeld had. Maar daar waren we dan weer. Terug op het eiland.

De eerste avond zaten we na een strandwandeling op het gemakje wat te praten. Ik kon het niet nalaten onze eerdere ervaringen op te rakelen. Tot mijn verbazing was het gewicht, dat mevrouw Solo eraan hing, dat van een veertje. Haar herinneringen waren tot mijn verbazing overwegend positief. Uiteraard was er gebeurd, wat er gebeurd was, maar dat was nog geen domper op de diverse vreugdes geweest. Opgelucht haalde ik adem. Ineens besefte ik, dat hoe ik soms dingen onthoud, wel eens een heel andere versie van het leven zou kunnen zijn, dan anderen ervaren. Dan denk ik, dat ik misschien toch wel iemand anders ben. Iemand goed.

VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl

Share This:

Mirjam Al – 10 – de waarheid blijft onbeschrijfelijk, onleesbaar, geruisloos en onzichtbaar

Share This:

Peter Posthumus even terug in Nederland

Hoi pom, van uit Amsterdam dit keer morgen vertrek ik weer terug naar Denemarken, was maar voor   even een paar dagen terug:


Vetter nog en vetter dan
het aller vetste van
zodat het kruipt, loopt
en druipt
tot in je schoenen
langs het hele lijf
over al je rimpels
je plooien, over iedere wang
en beide kinnen
met een schuif erbij
en in één keer dan 
naar binnen
zo vet, zo goor
maar met een vet dieet
een kleinigheid,
iets voor tussendoor

PETER POSTHUMUS

Share This:

PETER BERGER even naar Paradiso: ‘Op het perron samengeperst drong de menigte zich als een uiteengereten worst het voertuig in. Chaos. Gehaktmolen…’



Ze speelden er van die muziek die ik nauwelijks bevatten kan. Die band. Daar in Paradiso. Vol verwondering genieten was het. Achterin gezeten op een wankel krukje. De ogen dromerig. Soms krampachtig geknepen. Oren wijd open. Syncopische ritmes. Scheef als de toren van Pisa, met jazz doorvlochten. Een bassist die keihard de groove pompt. Een gitaar die snerpend tokkelt om even later achteloos met weirde akkoorden te smijten. Soms ontsporende solos. En een toetsenist die met bezopen spel de boel steeds weer aan elkaar weet te weven. Schier onmogelijke samenhang. Het doet mij denken aan de jaren zeventig. Ik snapte er toen al geen bal van, van dat soort muziek, maar nu nog minder. Mijn hoofd wordt er altijd druk door. Door muziek. Reggae uitgezonderd. Moe als een hond zat ik daar, op dat krukje in Paradiso. Eerder vanavond. Onuitgeslapen. Vroeg uit de veren. Vanochtend. Terwijl de laatste noot nog aan het sterven was, nam ik het besluit om terstond af te druipen. Hoogste tijd! Genoeg is genoeg.

Een compleet gekkenhuis was het in de trein. Op de heenweg. De route liep via Schiphol naar Zuid; dan door met de Metro naar de Vijzelgracht. Sardines in blik zo druk. Uitgevallen treinen en iets met werkzaamheden. Zoiets. Reizigers gestrand. Sardines. Zo vol zat die treinwagon. Op Schiphol wist een dikke vent met twee kolossale hutkoffers op wielen en een grote bolle rugzak zich na het fluitsignaal nog net naar binnen te worstelen. Obsessief bezig met z´n karrenvracht, zich er totaal niet bewust van dat ´ie twee nogal onnozel ogende meiden pardoes omver kegelde. Met die rugzak. Ondertussen druk gebarend dat het leven zwaar is. Zwetend als een otter. Die man. Parels op het voorhoofd. Doorweekt onder de oksels. De meiden schuchter. Met mijn lengte heb ik er meestal weinig last van, van persende zwabberende menigtes, maar slaapgebrek deed me de oren suizen, de knieën wobbelen. Even maar.

Zo mogelijk was de Metro op Zuid nog erger. Op de heenweg. Drukte in het kwadraat. Op het perron samengeperst drong de menigte zich als een uiteengereten worst het voertuig in. Chaos. Gehaktmolen. Deed me denken aan Shanghai. Daar is zelfs chaos georganiseerd. Vooraan instappen, achterin naar buiten. Of andersom. Altijd netjes in de rij. Geen gedrang bij de deuren. Alles zonder tegenliggers. Fluïde bijna. Daar is over nagedacht. In China. Geloof me, dan krijg je de vulgraad nog een tikkie hoger. Een flink tikkie zelfs. Veel sneller ook. Crowd control. Het OV in China rijdt altijd op tijd.

Opnieuw vertraging. Terugweg. Een eenzame ziel doolt ergens in duisternis langs het spoor. De machinist moet de boel terstond inspecteren. Protocol. Tussen de wielen kijken denk ik. Twee bloedmooie Marokkaanse meiden, zenuwachtig pratend met dat typische accent, hebben het er zwaar mee. Ze moeten op tijd thuis zijn, zeggen ze, en dit gaat zeker niet helpen. De vertraging. Een opdringerig joch probeert al een poos, drammerig verbaal, een move te maken. Straattaal. Blijft daarmee etterig hun aandacht trekken. Beide dames staren me enigszins benauwd recht in de ogen. Ik weet niet hoe ze dat doen, die meiden, maar hun make up is even smetteloos als intrigerend. Een kunstwerk op zich zijn ze. Die twee. Popperig opgemaakt. 

Desondanks ontdooit hun pokerface zodra ik het joch te kennen geef dat dit niet zijn avond gaat worden. Binnensmonds scheldend druipt ie gelaten af zodra de trein weer in beweging komt, en gaat demonstratief in de eerste klas zitten. De speaker onthult krakend dat er geen drama heeft plaatsgevonden. Tussen de rails. Mooi! Volgende station is Leiden. Bijna thuis! Kwartiertje lopen nog. Frisse lucht. Lekker. ¨Dank u wel meneer, u heeft ons gered,¨ klinkt het giechelend met datzelfde onbenullige accent. Ze dartelen hand in hand achter mij over het perron. Die twee. Ik word er vrolijk van. Dartelende meiden? Kan er geen genoeg van krijgen. Muziek in de oren. Wilders kan de pot op. De Haagse pot. Dat gaat voor vuurwerk zorgen.


PETER BERGER

Share This:

IEN VERRIPS wint de enige echte virtuele – ach ja wat was het mooi om kind te zijn – trofee op pomgedichten.nl

gezellig weer even terug naar vroeger toen het leven eenvoudiger was – zeggen sommigen – anderen spreken over eenvoudiger. dank aan alle dichters die instuurden weer. Ien Verrips gaat terug naar de bron – ons aller bron – moeder. uiteindelijk is niets mooier dan het liggen aan moeders borst en melkcentrale in de veilige beschutting van moeders warmte. eenmaal bij moeders borsten weg begint het leven – nou we weten wat er dan van terecht komt – later – dat zien we om ons heen. Ien weet in alle eenvoud moeder te eren in enkele woorden mooi. GOUD! van harte gefeliciteerd.

Beste Pom,

Proficiat! Ik zag allerlei feestelijkheden langskomen deze week. Beter dan al die uitvaarten. Die dienen zich vanzelf wel weer aan.
Voor dit weekend dus mijn gedicht:


het is niet dat ik je mis of nodig hebben zou
’t is ook niet dat ik terug verlang
naar toen en hoe het was
maar soms zijn er momenten
dat ik je opbellen wil
of dat er iemand bij mij aanbelt
en dat ik dan kan zeggen
hoi mam


IEN VERRIPS

met een soort acda en de munnik regel opent Ien hier haar gedicht van de eenvoud. van de aantrekkelijke eenvoud zou kluk-kluk vroeger zeggen. maar kluk kluk mag je niet meer zeggen, zeggen sommigen aan de linkerkant van het spectrum. ik geloof dat je ook niet meer extreem rechts mag zeggen zeggen anderen weer aan de rechterkant van het spectrum. gelukkig hebben we IEN nog met haar voltrekt eigen poëtische zeggenschap en zeggingskracht – ja gelukkig hebben we de poëzie nog.
  • Ien Verrips -het is niet dat ik je mis of nodig hebben zou
  • Anke Labrie – grote mensen…
  • Rik van Boeckel – poëzie was nog niet geboren
  • Rob Mientjes – We eten cake en bitterkoekjes
  • Frans Terken – Dikke tranen van kinderverdriet
  • Cartouche tipt heintje maar lena en ludwig mogen ook
wie wint de enige echte virtuele – ach ja wat was het mooi om kind te zijn – trofee op pomgedichten.nl?
gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 8 uur. stuur in op het u bekende gmail. com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.

TSJA
 
nou eens kijken of het lukt
een gedicht over oude dingen
normaal schrijf  ik over mensen
over doodgaan en over verlangen
 
de volgorde maakt niet uit
omdat er geen volgorde bestaat bij die dingen

 ze gingen allemaal dood
en er wordt altijd weer tevergeefs verlangd
het zelfde is nog steeds hetzelfde

 pom wolff


 

gekrompen landschap 
van mijn kinderjaren 
vertekend beeld
voor altijd opgeslagen

mijn blik was ruim
de wereld wijd
en grote mensen 
wisten overal de weg

anke labrie

dank voor het delen van de foto van de kleine anke. de witte strik in het haar is haar aangedaan maar de kleine anke heeft de focus op andere zaken. in een soort absolute toegenegenheid lijkt zij de wereld aan haar voetjes te leggen. zoals een schilder een werkelijkheid op het doek. bij deze foto schieten woorden vanzelfsprekend tekort – zelfs die van de dichter labrie. deze foto is op zich zelf al van poëzie gemaakt. het beeld, het meisje, de foto met iets van een absolute eigenheid.

Herinnering aan de kindertijd 

De stille kleuter in mij
vertelt het geboorteverhaal
in een kinderlijke taal 

herinnering aan de kleuterschool 
blijft hangen in de oude geest
bij de Haagse Kamperfoeliestraat

het poppetje zit op mijn schoot
het leeft nog steeds gaat nimmer dood
lacht naar het innerlijk kind

poëzie was nog niet geboren
tot Slauerhoff van zich liet horen
en lezen een wonder werd

de eerste pen daalde neer in de puberteit 
danste verder naar de volwassen realiteit 
nam de kindertijd mee vol aandacht en zin. 

Rik van Boeckel 
27 augustus 1952-17 mei 2024

zo dat had de kleine niet kunnen denken dat de grote zo over hem zou schrijven – liefdevol ook. over hoe alles later een plaats krijgt over hoe alles wordt meegenomen. en hoe.
Dag Pom, 
Ja, mooi om kind te zijn, nog geen sprake van wijn, zoals op je foto; hoewel, we proefden wel van de miswijn vroeger. Bij deze mijn bijdrage.
Weekendgroet, en proost!
Frans


Tranen en wierook


Dikke tranen van kinderverdriet 
als je van moeder niet naar buiten mocht
had je weer wat uitgespookt
wat haar daglicht niet kon verdragen


dan maar in de vroege ochtend 
stiekem naar de kerk geslopen en huilend
je verhaal opgebiecht aan meneer kapelaan


mocht je na een kruis en schietgebed
bij de hoogmis nog het wierookvat zwaaien
hij tilde niet zo zwaar aan de jongenszonde


kon je bij thuiskomst moeder verblijden
met de heerlijke geur van stichtelijk gedrag
de kleine oorlog uitgepraat en samen begraven
tot de volgende zonde weer verzoend


© FT 17.05.2024

het voorgestelde thema brengt frans helemaal terug naar locatie limburg – het katholieke zuiden van kapelaan van odekerke. de kleine frans in de biechtstoel om in de hoogmis met wierook in de weer te zijn – als de wierook is opgetrokken zijn de jeugdjaren voorbij. kan de wedstrijd beginnen – de roda juliana combinatie in kerkrade aan de bal of het mvv-ke in mestrich. zingt de mestrichter staar nog op de achtergrond tot de kelen worden gesmeerd in het vogelstruuske op het vrijthof. zo ongeveer wellicht.
Goedemiddag Pom,
Laat ik het eens dichtbij houden, of toch liever veraf. Ach, het kan beiden. De dubbelheid van kind zijn. Daar waar de liefde begint en bemint.
Fijn weekend.
Groet, Rob Mientjes


Kind in mij is blij
Het gaat trouwen
Aan de rok van mamma

Pappa heeft pech
Die doet niet mee
Bloemen zitten in haar haar

Linten van satijn
Zwieren om mij heen
De lucht die is vol rijst

Glimlach tot achter de oren
Pretogen naar de hemel gericht
Mamma is mijn liefste

We eten cake en bitterkoekjes
Drinken appelsap en ranja
Uit de radio klinkt K3

Heel veel cadeaus
Voetbalschoenen, chocola
En als slot een mooie ring

Mamma is de mooiste
Ze is ze is van mij
Trouwen doe ik dolgraag

Rob Mientjes

een gedicht dat zeker ook op moederdag hoge ogen zou gooien. heel veel herkenbare kinderelementen in de tekst gebracht. je gaat er bijna een liedje zegmaar rustig liedjes van zingen – zij dronk ranja met met een rietje, ze is ze is van mij. o nee dat was sofietje.
Hoi Pom,
Ik laat het woord deze keer aan:
https://www.youtube.com/watch?v=jAcib4tDaBU

en ook onze nachtegaal kon er goed mee uit de voeten, weet er wel raad mee
https://www.youtube.com/watch?v=z-BeyU-p9yk

met nostalgische groet, Cartouche

fijn dat Cartouche zo met het thema meeleeft. hij wel. sommigen zijn spontaan gestorven bij het moeten aanhoren van de lena en de ludwigs en de heintjes – nee – één genoeg van dittem – en dat was de zangeres zonder naam. die wist de smakeloosheid van een tekst tot cult te verheffen. lena en ludwig en heintje ook verdrinken – zo te horen – in het eigen opgeroepen en bezongen leed. zelden klonk valse opgeroepen onoprechtheid schaamtelozer.

Share This:

VON SOLO en de wereld in casu VON SOLO en de mensheid


Er zijn een aantal dingen die ik Poolse mensen moet toegeven. Ze snappen de biercultuur van halve liters zuipen. Daarnaast onderschrijf ik het vooroordeel, dat het meestal vaardige stukadoors zijn. Wat verder in me opkomt zijn slecht onderhouden klussenbussen, onzalig ingerichte Polenhotels met tienen op een kamertje, magere meisjes en jongens zonder nek en zo nu en dan het bericht van dronken misdrijven en uitbuiting in het Westland. Al met al een beetje de jaren tachtig Oostblok stiel. Arbeidsmigranten, die je uiteindelijk ook graag weer ziet vertrekken als de klus af is. Al was het alleen maar, zodat je niet geconfronteerd hoeft te worden met de armoede, die ze uitstralen. 

Noord-Afrikanen en Arabieren hebben weinig groepskenmerken, die me aanspreken. Dat komt vooral, omdat je op foto’s vaak alleen mannen en jongens ziet. Op andere plaatjes zie je dan enkel gesluierde vrouwen. Als je vluchtelingen uit die contreien ziet, zijn het ook steevast mannen en jongens. Meestal als ik een peloton van zulke jongens in trainingspakken zie, steek ik liever de straat even over. Gewoon omdat ik geen zin in gezeik heb. De vooroordelen die ik heb zijn, dat de ouderlijke sturing op de jeugd zoek is, dat ze alles maar op straat smijten en dat ze asociaal hard scheuren in grote blinkende auto’s. Daarbij zuipen ze niet, maar doen ballonnetjes. Mensen die niet drinken, vertrouw ik niet meer, maar minder.

Ik ben ervan overtuigd, dat de meerderheid van de bevolking van etnische Nederlandse origine, dat is ongeveer 75% van de inwoners van Nederland, het met bovenstaande niet eens zal zijn. Omdat het natuurlijk kwetsend, immoreel, discriminerend en politiek niet correct is. 
En nou komt het leuke. Deze mensen geloven tegelijkertijd maar al te graag, dat Oekraïners een soort blonde, Europese edelmensen zijn. Terwijl het natuurlijk gewoon een mengeling van Polen, Russen, Roemenen en Bulgaren is. De reden dat we ze hier niet in grote witte bussen zagen, was vooral omdat Nederland te ver rijden was. De mensen die het niet met me eens zijn, zouden het liefst Oekraïne in de EU hebben en Bulgarije, Roemenië en andere corrupte Oostblokstaten eruit. Maar wat nog leuker is, zijn de hoofdzakelijk linkse mensen die tegen de klippen op de Palestijnen steunen. En vervolgens wel een blokje omlopen voor de Arabische hangjongeren, omdat ze bang zijn, beschimpt te worden om hun tolerante, woke LHBTQ-gedrag. 

Wat er in Gaza gebeurt is niet goed en in Oekraïne evenmin. Maar maak je geen illusies over de volksaard van mensen op basis van wereldlijke sentimenten in de waan van de dag en omdat de situatie wil dat zij het slachtoffer zijn. Dan ben je los van de etnische realiteit. Trap niet in het sprookje, dat de mensen ergens anders, beter zijn. 

VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl

Share This:

Vera Jongejan over steeds weer afscheid in een decor van kamer en bed


  Zorgen

En zo toegewijd als
vrouwen kunnen zijn 
opdat hun man maar overleeft
sommige vriendinnen kruipen 
zelfs onder diens pijndoordesemde huid
nemen het lijden over.

Dwingt nood daarna toch
hem af te staan aan het verzorgingshuis
schrijnt het personeelsgebrek 
het machteloos wachten 
lange reeks van steeds weer afscheid
decor van kamer met bed
op de drempel van de eeuwigheid.


VERA JONGEJAN

Share This: