VON SOLO in de LIDL: ‘Bovenal geeft het aan hoe opportunistisch en ontrouw deze klasse is aan zichzelf. Als Ahold niet levert, staan ze net zo makkelijk weer bij de Duitsers binnen…’ 


Afgelopen zondag was het Pinksteren. Eigenlijk is er niets, waar ik dat aan kon merken. Ik heb geen klokken horen luiden. En de heilige geest moet vooral in het geestrijk vocht aanwezig zijn geweest. Zelfs mijn reguliere supermarkt, de LIDL op de Bergweg, was open. Na mijn ochtendlijke fietstochtje stapte ik de winkel binnen om broodjes te kopen voor het gezinsontbijt. Dat doe ik bijna elke zondag. Wat me meteen opviel was een man die volledig uit de toon viel. Hij was er samen met een kakkerkind. Zelf was hij de stereotiepe succesvol, rijk en blank. Lang met een korte broek en een polo met de kraag omhoog. Ik vroeg me af, wat zo’n kapitaalkrachtig iemand bij deze supermarkt te zoeken had. Bij de kassa zag ik dat ze vier tompoezen hadden gekocht. Ook dat vond ik raar.

Later in de middag ging ik weer naar de winkel. Deze keer om ingrediënten voor de goulashsoep te halen. Bij de groente afdeling kwam ik weer eenzelfde setje tegen als in de ochtend. Ik herkende de man als een VVD-wethouder uit onze stad. Nu weet ik toevallig, dat hij in de buurt van de Bergweg woont, dus dat was niet het vreemde aan de situatie. Maar de bescheidenheid, dat een dergelijke grootheid toch ook gewoon naar ‘mijn’ LIDL gaat, vertederde me. Het leek wel of hij er echt voor de eerste keer was. Traag bewoog hij zich met kind door de winkel. Als op een echt cultureel uitje. Alsof ze door het Rijksmuseum struinden. Ik vulde mijn mandje en was vijf minuten later weer buiten. 

Pas toen ik weer over de Kleiweg fietste, realiseerde ik mezelf, dat ik door mijn positieve, vrije zondag vibe in de maling genomen was. Natuurlijk hadden deze geprivilegieerde mensen van nature nooit naar de LIDL gegaan! De Albert Heijn was gewoon dicht vanwege Pinksteren! Dat zag ik nu ik er voorbijfietste ook. Er stond zelfs een Ralph Lauren hemd met kind in de Urban Arrow beteuterd bij het dichte hek te kijken. Bovenal geeft het aan hoe opportunistisch en ontrouw deze klasse is aan zichzelf. Als Ahold niet levert, staan ze net zo makkelijk weer bij de Duitsers binnen. 

Stiekem denk ik, dat de onderkant van deze klasse aan het einde van de maand ook wel eens naar mijn winkel gaat. Als de centjes bijna op zijn. Want ik zie sporadisch wel eens rijk uitziende succesvrouwen zich door de winkel haasten met een volle boodschappenwagen. Vaak kijken ze dan niemand aan en proberen zich te verbergen, naar het lijkt. Opdat ze maar niet betrapt worden. Het liefst zou ik met een V-tje op zijn revers bij de deur gaan staan. En elk rijk uitziend sujet de toegang weigeren. Ten eerste, omdat ik daar een bizar plezier uit zou scheppen. Maar ten tweede ook om ze te confronteren, met het feit, dat als je gefortuneerd bent, of je zo wil voordoen, je niet de koopjes voor de neus mag wegkapen, van de mensen, die het harder nodig hebben. 

Hoe dan ook, de heilige geest had zich blijkbaar over me uitgestort in de vorm van deze openbaring. Toch nog een teken. Ik hoop dat Pasen en Pinksteren vaker gelijk gaan vallen.


VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl 

Share This:

Merik van der Torren tussen het geroezemoes van de houtduiven



Lente-avond in mijn tuin

Houtduif Felix zat op de schutting en
vroeg stilzwijgend om voer.

Ik strooide dat uit en Felix
vloog naar de rand van de bak en
pikte één voor een de korrels op.

En houtduif Bertje vloog nader en
in de tuin, maar Felix joeg hem weg en
zo ging het een tijdje door.

Steeds probeerde Bertje mee te snoepen en
joeg Felix hem weg.

We zaten erbij en keken ernaar
er klonk muziek en
vredig geroezemoes.


Merik van der Torren

Share This:

Peter Posthumus over tijd: ’tijd is wat niet verder rijkt dan nu…’

tijd is wat niet verder rijkt
dan nu 
terwijl de tijd verstrijkt



Ook al verstrijkt de tijd
het is altijd nu
nooit minuten meer
geen seconde  minder


zelfs geschiedenis,
alles wat er gebeurd is,
die galerij aan doden
die de dienst uit maken
doen dat in het nu


of de toekomst dat vat
dat overloopt aan leugens,
illusies en vermoedens
die pilaar opgebouwd
uit voorzorg en vooruitzien
rijst uit het nu omhoog


tijd is wat niet verder rijkt
dan nu 
terwijl de tijd verstrijkt


Peter Posthumus

Share This:

PETER BERGER – lijden en leven in Leiden: ‘Een slome sliert zomerse meiden trapt traagjes richting Noord, maar draait bij de Zijlpoort plotsklaps links de brug op. Richting centrum. Op naar waar vertier lonkt…’



Het is een ritje voor plezier. De singels rond. Zijlsingel. Herensingel. Maresingel. Enzovoort. Je kan het rondje ook lopen maar dan heet het Singelpark. Dat is hier de afgelopen jaren met veel passie aangelegd. Prima trekpleister voor wandelaars overigens; dat park, maar vandaag gaat mijn voorkeur uit naar de fiets. Het asfalt is er rood. Voor fietsers op de Leidse singels. Maar alleen daar waar het druk is. En dat is het.

Een slome sliert zomerse meiden trapt traagjes richting Noord, maar draait bij de Zijlpoort plotsklaps links de brug op. Richting centrum. Op naar waar vertier lonkt. Daar gebeurt het. Midden op die brug. De sliert zwabbert, knikt en breekt: drie dames op hun gat. Kedang! Trapper tussen spaken? Zoiets. Opzet? Zenuwachtig gegiechel smoort in jammerlijk klagen en luidruchtig gemor. Dan wordt er verbaal flink van leer getrokken. Hoezo luidruchtig? Een zwerm ontaarde spreeuwen is er niks bij. Gekrakeel. Vloekende ziektes. Wapengekletter. Verwensingen. Meisjes toch! Zelfs de goden krijgen het er benauwd van. Met het schaamrood op de kaken. Opzet? Jaloezie? Liefdesdrama! Zoveel is inmiddels duidelijk.

Dan richt de ontredderde kluwen zich plotsklaps op en slingert de sliert onbekommerd de stad in. Smachtend naar avontuur en ledigheid. Moeiteloos maar toch enigszins ontluisterd trap ik me haastig naar een paar straten verderop. Ik snak naar dat eerste frisse biertje. En daarna rondjes rijden met Max. In Monaco.

Peter Berger

Share This:

pomgedichten een weekendje stil -als een eerbetoon aan gerrit van schuppen van SAGE – SA/GE – SASKIA’S lieve woorden voor GERRIT – bij het sluiten van de kist

pomgedichten een weekendje stil -als een eerbetoon aan gerrit van schuppen van SAGE – gerrit en saskia bijzondere mensen – zoals ook te lezen is hieronder – de woorden die saskia aan gerrit meegaf. altijd bijzondere dingen, bijzondere uitingen, bijzondere kunstuitingen in woord en beeld – voor beginnende en voor gearriveerde dichters ook – het was een feest om SAGE mee te mogen maken – door de jaren heen.

SA&GE het was Mooi&Mooi

Schiedam, 23 mei 2023
Lieve Gerrit


We wisten dat het een keer zou gebeuren,
maar dat het al zover was daar hadden we geen van beide rekening mee gehouden.
Oké de laatste maanden was het weer eens afzien, maar we begonnen langzaam weer onze weg te vinden om er mee om te gaan en zagen uit naar de zomer we zouden weer op stap gaan.
Want verdomme wat hebben we een avonturen beleefd.

Nee we maakten geen verre reizen, maar deden Nederland en omstreken.
Avonturen op de vierkante cm
en oh wat hadden we een lol.
Samen konden we de wereld aan.
Onderweg en thuis in het atelier.
Heel serieus aan het werk, maar ook grote onzin bedenken.
Ik bladerde van de week in de vakantieboeken die we maakten,
de ideeën die ontstonden,
de dingen die we zagen,
jou uitvindingen en trucs, die mij nooit lukte
en al jouw grappen waar ik serieus op inging
ze staan er allemaal in.
In woord en beeld ons medium.
We voegden onze kennis en kunde samen en werden SAGE,
ja als taal een groot deel van je werk is dan is zo’n naam een cadeautje.
Hij staat vereeuwigd op mijn schouder.

En nu???
Wat moet ik zonder jou?
Jij had daar zo je ideeën over, maar ik weet het nog zo niet.
Voorlopig zit ik in een doe modus en sta ik nog redelijk op mijn benen
wel vol tegenstrijdige gevoelens.
We zullen zien.
Het is KUT enorm KUT dat je er niet meer bent.
Dat was niet de afspraak,
je zou wakker worden en het zou een van onze verhalen worden;
Hoe ik je op alle mogelijk manieren geprobeerd had wakker te maken en jij maar slapen, slapen, slapen
totdat…

Maar nee, je werd niet wakker,
het huis stroomde vol vreemde mensen, burgerhulpverleners, brandweer, politie, ambulancemensen.
En het duurde en het duurde en het duurde
En jij werd niet wakker.
En hoe ROT ook, het is goed.
Dat had je ook niet gewild en dat begrijp ik lieverd.
Zondagavond een week later heb ik je voor het allerlaatst omarmd,
mijn hoofd als gewoonlijk op je schouder gelegd,
je gekust en tegen je gepraat.
Gisteren met de gordijnen en alle ramen weer open schreef ik deze tekst.

Vandaag sloten we je kist en spreek ik voor al deze mensen,
je had eens moeten weten wat een reacties jij en ik de afgelopen dagen hebben gekregen.
Zelfs Kor schreef een In Memoriam voor de krant.
Dat had je niet gedacht hè.
Zoveel aandacht, zoveel liefde.
Dag lieverd, dag jongetje, dag rotzak
Het was fijn,
het was goed,
het was mooi met jou.

Dag, Kus

Share This:

TON HUIZER: ‘Fijne Von Solo deze week. Rauw randje Bukowski. Sluit ik me graag bij aan. Collegiale groet, Ton

Fijne Von Solo deze week. Rauw randje Bukowski.
Sluit ik me graag bij aan.
 Collegiale groet,
 
Ton


Thuiskomst

Ze wreef de make-up van haar jaren
bevrijdde twee borsten uit een tuigje
en trok een klamme panty over
roodgelakte nagels

hij snurkte als een kameel
ontwaakte uit zijn roes
zwol nog even op in de warmte van
haar armen

speeksel stroomde samen
met de restanten van een lange dag
de nacht werd vloeibaar
lekte langzaam weg naar een diepe
slaap

Ton Huizer

Share This:

VON SOLO: ‘Ik zou soms bijna vergeten, dat mijn leven wordt gekenmerkt door zwarte periodes van leegte. Dat is al zo lang ik me kan heugen. De leegtes worden gevuld met duistere gedachten…’


Begin jaren tweeduizend waren mevrouw Solo en ik ooit op het Schaapscheerdersfeest in Nisse (Zeeland). In die tijd ging je naar dat soort evenementen om te ontdekken of er nog wat te ontdekken viel. Vaak was er wel iets van een vlooienmarkt en er was altijd wat te drinken. Het was zonnig en na een rondje om de kerk hadden we een plekje gevonden aan een tafeltje. We begonnen rustig te drinken. Veel bier later, viel me op hoe er binnen ons blikveld kinderen aan het spelen waren. Een jongetje speelde met een autootje in het zand. De zon gaf het plaatje een gouden gloed. Hij en zijn zusje lachten. Toen brak ik in tranen uit. Mevrouw Solo had geen idee wat er aan de hand was. Tussen mijn snikken door probeerde ik ze uit te leggen, dat ik dat kinderen zo erg gun. Gewoon gelukkig zijn. Heel simpel. Onbezorgd spelen. Het tafereel raakte me zo op dat moment.

Onlangs zat ik in de auto naar België. Op Studio Brussel speelde een nummer. De eerste zin greep me meteen bij de keel. ‘I hurt myself today, to see if I still feel’. Het was de stem van Johnny Cash. Een hele oude breekbare stem. En toch ging er nog een dodelijke dreiging van uit. Ik kreeg er kippenvel van. Het nummer ging verder en ik luisterde. Zwaar ademend moest ik mijn tranen bedwingen. Toen het nummer voorbij was, was de weg er nog steeds en mijn wagen reed nog steeds gestaag in het rechterspoor. Er was iets geraakt in me. Iets wakker gemaakt of geworden. Iets heel ouds. Iets wat nog niets aan actualiteitswaarde had verloren.

Ik zou soms bijna vergeten, dat mijn leven wordt gekenmerkt door zwarte periodes van leegte. Dat is al zo lang ik me kan heugen. De leegtes worden gevuld met duistere gedachten. Vanaf mijn tienertijd leerde Hemingway me dat het leven niet anders was. Bukowski leerde me de leegte aan te vullen met drank. Wat mijn schrijvers me leerden was ook, dat ophouden net zo zinloos was als stoppen. Dat maakte me voor de buitenwereld een vreemd, maar bij vlagen acceptabel verschijnsel. Een beetje vreemd, een vleugje cynisme en boze buien, maar verder wel in orde. Niet bijzonder opvallend in de jaren negentig van Nirvana en Metallica. Ik haalde goede cijfers op school, dus daar kon het niet aan liggen.

Intussen weet ik, dat de terugkerende neerslachtigheid een naam heeft. Ik weet ook hoe ik me erdoorheen heb gevochten. Ik weet dat het nooit meer over gaat. Ik weet ook, dat elk goedbedoeld advies, hoe professioneel ook, niet gebaseerd gaat zijn op meer dan een labeltje dat een diagnose aan een uniek complex hangt. Niemand kent mij goed genoeg om te weten. Dus daar pas ik voor. Want vaker gaat het goed. Steeds vaker. Mijn hele leven al. En zelf weet ik wel hoe het uiteindelijk afloopt. Maar dat duw ik rustig voor me uit. Als een kinderwagen met mezelf erin. Zoals ik eigenlijk had moeten zijn. Met een gelukkig leven voor me.

VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl 

Share This:

pom wolff – zoals ook bij boeren aan een tafel niet gesproken wordt…

foto: Ben Kleyn

de galerie

o ja interessant, erg interessant!
en dan in je tasje gaan rommelen
of zeggen interessant
en meteen een ander onderwerp aansnijden
of ja knikken én heel geil naar een ander kijken
interessant ja

of heel traag het woord interessant spellen
en daarna van achteren naar voren om te concluderen
dat je heel goed in staat bent geweest om het woord
interessant
te spellen en niet alleen van voren naar achteren
om het daarna nog een keer te doen
en dan zeggen
dat iemand naar zoveel onzin kan blijven luisteren
en dan niets meer zeggen
zoals ook bij boeren aan een tafel niet gesproken wordt

maar dat laatste wél zeggen na verloop van tijd
zoals ook bij boeren aan een tafel niet gesproken wordt
en er schattig aan toevoegen
en zeggen wat een vreselijk geile man staat er achter jou
en dan weer in je tasje rommelen


pom wolff
 

Share This:

Merik van der Torren droomt te midden van vele vrouwen



De kwade droom

Laten we niet spreken over
laten we dingen zeggen als
leef in het nu
laat los die kwade droom
ontspan

wil je nog wat bij me drinken
wat zou je zeggen als
zoals wandelen aan zee
mooie muziek

zie je die hond met drie poten daar


Merik van der Torren

Share This:

IEN VERRIPS over ‘de uitverkoren gunsteling’ – memoreren we in dit kader toch ook nog even de ‘de verse vulkoek’ van JACOB DE BRUIN

“Gister was ik sacherijnig.
Niet omdat het gedichtendag was en ik zonder gedicht zat.
Ook om veel andere redenen niet, niks Brexit of zo, gewoon een stom ikding.

Vandaag is de laatste dag dat ik naar mijn werk ga en daarom was ik gister knorrig. Nutteloos knorrig.
Na vandaag nog een maandje vakantie van de baas en dan maar niets en meer niets tot het grote niets erop volgt.”


de vulkoek (lees hieronder) blijkt dus toch lulkoek te zijn. in die zin dat onze jacob echt niet alles kan verdragen zoals in het gedicht is beschreven. jacob de bruin een echte dichter die alles aan elkaar liegt als het hem uitkomt. het gedicht VERSE VULKOEK is eindelijk – eindelijk – een echt gedicht geworden. geen autobiografisch schetsje naar kopland. leve de vulkoek van jacob de bruin en lang leve de lulkoek.


Verse vulkoek

Alles kan ik verdragen:
het verkruimelen van spritsen,
gebroken bokkepoten, het kaakje
bij de thee daar kan ik met droge ogen
mijn tanden in zetten, daar ben ik
werkelijk hard in.

Maar vulkoek met het nootje
uit het midden, vers nog
uit het pak net, nee.

Share This: