We zijn beland in een tijd van grote veranderingen. Woke is het nieuwe waakzaam, zitten is het nieuwe roken en wandelen is het nieuwe coachen. Elke kans is een crisis en honger maakt rauwe bonen zoet. Als je een hond of een vrouw maar vaak genoeg slaat, dan gaat het of ze er vanzelf om vragen. Het is de era van de grote sprong voorwaarts en de mars kan niet lang genoeg zijn. Net gelijk de reis naar Mars. Het is een fin de siècle avant la lettre, waarin we leven. De mooiste tijd!
Op de ‘werkvloer’ of wat daar in deze diensten economie voor door gaat, merk je daar concreet weinig van. De computersystemen zijn nog steeds even aftands, onbruikbaar en achterhaald als toen Bill Gates MS DOS lanceerde in de jaren zeventig van de vorige eeuw. Er zijn alleen meer formulieren en regeltjes gekomen, waar niemand op zat te wachten. Alles in organisaties heeft Angelsaksische nomenclatuur verworven, waardoor het snel klinkt, maar verder niet vooruit komt. De afgelopen dertig jaar heb ik vooral mogen aanschouwen hoe de laatste vakmensen uitstierven en hun plaats ingenomen werd door een eeuwig leger van doorschuif stagiaires/trainees/management developees, HR-profiel-passenden, stoelverwarmers of andere talentvolle passanten. Het arbeidslandschap is meer dan ooit een catwalk van modegrillen geworden. Er komt niks nieuws onder de zon, maar het wordt wel steeds gekker. Er wordt vooral meer drukte gemaakt.
En als brave loonslaaf tracht je vooral eerst dekking te zoeken in je vakkennis. Je probeert je uren zo zinvol mogelijk te spenderen en te doen wat bijdraagt aan een betere wereld. Daarin wordt je echter doorlopend gehinderd door noodzakelijke ICT-solutions, PDCA-cycli, Document management systems en een immer groeiende berg Corporate policies en politieke sensitiviteit. Om van de drogreden van privacy wetgeving nog maar te zwijgen. Vergeet ook niet de minimaal vijftig mails, die in je box staan, zo snel je hem opent. Verder zit er een ‘business-controller’, ondersteund door een accountant, de financiële toekomst zodanig te manipuleren, dat ‘meer met minder’ in al zijn vormen nog altijd het adagium van reorganiseren is. Of wacht, dat heet geen reorganiseren meer tegenwoordig. Waarschijnlijk heet dat Lean management. Afgerekend worden KPI’s en datagestuurd werken.
Onder de streep verzuip je in het werk, doordat het je voor een deel onmogelijk gemaakt wordt en het voor de rest gewoon te veel is om nog te behappen. Wie ten onder gaat, wordt vervangen door een ambitieuze, bij voorkeur inclusieve, jongeling, die na een jaar door promoveert en een berg shit achterlaat, waar de volgende dan weer intrapt, net zo lang, tot de stront in het tapijt gelopen is en de echte schoonmakers van de organisatie ze eruit mogen gaan pulken. Ik behoor tot die laatste groep. Wij zijn getraind om op tijd ‘nee’ te zeggen in onze time management cursussen. Wij zijn mindful en worden voorzien van stoelmassages één keer per jaar. Voor ons staat er een wandelcoach klaar, om de burnout in het woud niet te laten uitgroeien tot een bosbrand. Wij zijn de sukkels die blijven, omdat we afmaken waar we aan begonnen zijn en geloven in en betere wereld. Na ons de zondvloed. Voor ons is pompen het nieuwe verzuipen.
VON SOLO DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl
Voor, met en door geld geldt dat geld kan klinken, rollen en verdampen zweven in cyberspace
je geld, je beste vriend waaraan je altijd denken moet hij houdt je onafhankelijk zorgt dat je je zaakjes regelen kan
die ontrouwe vriend altijd meer of minder te weinig, nooit te veel hij is de joker in het kaartenhuis hij is het alibi voor wat je doet met tegenzin of tegen beter weten in.
Klusjesdag? Rien ne va plus! Naast het voormalige schapenkot stond nog de stronk van een boom die zich lang geleden vanuit de wortel tot vijf flinke stammen had ontwikkeld. Ik heb dat vijfkoppige monster al een jaartje of wat geleden omgelegd. Gisteren was eindelijk de stronk aan de beurt. De houten kolos was nog immer snoeihard. Maar het kreng is gone! Hoera kettingzaag. Er was ook nog een ander karweitje op mijn lijstje blijven staan: in de backyard nota bene. Ik vergeet soms bijna dat er zich achter het huis ook nog een flinke lap grond bevindt. Waarop een navelhoog hek stond dat ooit de ganzen en kippen in toom hield. Een geit ook nog geloof ik. Een obstakel was het. Dat hek. Een onkruidklimrek bovendien. Gistermiddag gesloopt. Job done! Genoeg is genoeg. Vandaag alleen de boel binnen kuisen en dan de plaat poetsen. Volgende week haring op het strand. Ook lekker.
prachtige gedichten deze week bij een verfijnd thema: ‘Laat me zijn een beven zonder harnas… ‘- naar de dichtregels van Mandy Mariska Eggerding. dank aan de dichters die hun kwetsbare woorden wilden delen in de wedstrijd die geen wedstrijd is. maar toch delen we deze week goud en zilver uit – aan vera van der horst – goud voor haar vasalisachtige gedicht dat uitstijgt boven al hetgeen geleefd is – moest worden – om het gedicht te kunnen schrijven. en zilver voor peter posthumus – het leven één veenbrand – in zekere zin de droom voorbij en met de voeten in de klei – het leven. zoals het leven ook kan zijn – van harte vera en peter! dank ook aan Mandy Mariska Eggerding – voor haar prachtige ’thema’ gedicht.
nu de verte zo dichtbij de tijd verloren in zichzelf raakt bevreemdt het mij
hoeveel herinneringen zich kunnen verbergen in een vluchtig bestaan alsof ze heel lang sterven
dat voor verwachtingen nauwelijks nog ruimte is en ik daar beter maar de wind mee voed
Vera van der Horst
een terugblik op het leven en ook de verworvenheden die de jaren iemand kunnen brengen beschreven in heerlijke eenvoud maar ook en tegelijkertijd in die vasalis – achtige complexe vervlechting van woorden in met name de begin strofe – hoe kun je algemene waarheden op jezelf leggen in een beminnelijke maar ook zo gracieuze kwetsbaarheid.zo!
tsja pom – bevend in het harnas
Wat is er over van wat ik wilde zonodig moest
pop-ups die af en toe de tijd vertragen taferelen die sneller weer verdwijnen dan dat je kijken kan
en bijtend in de schemer de nagloeiende sintels onaantastbaar, onontkoombaar op het kerkhof van wat niet
en de toekomst die vlucht vooruit tuurlijk, ja vast de toekomst, die veenbrand die er altijd was
Peter Posthumus
een ‘jan arends’ gedicht waarin bijna tot op het bot een teveel aan woorden weggesneden is – bij mij wel binnenkomt – hierboven schreef ik: deze week genieten we een prachtig thema- ‘Laat me zijn een beven zonder harnas… ‘- naar de dichtregels van Mandy Mariska Eggerding – een oproep om vrij te leven – waarin ook de onmogelijkheid om dat te doen op romantische wijze gegeven is – alsof we in de verte de verloren bezongen liefde in een frans chanson horen. hier lezen we bij Peter van die onmogelijkheden en wat er van het leven over is – hoe het leven over vuur lopen is. en altijd al was.
Rik van Boeckel: stil staren we naar de eeuwigheid
Frans Terken:dat jij kan zien dat ik er ben
Anke Labrie: maar wij wisten dat het kan
Ien Verrips: laat me grillig de herfst ingaan
Peter Posthumus: die veenbrand die er altijd was
Vera van der Horst:nu de verte zo dichtbij
Cartouche: weerloos als een hongerend kind
wie wint de enig echte virtuele – ‘Laat me zijn een beven zonder harnas… ‘- naar de dichtregels van Mandy Mariska Eggerding op pomgedichten punt nl?
LAAT ME ZIJN
Laat me zijn breekbaar samenraapsel van huid en bot met wangen om van binnen op te bijten ogen om achter te verdwijnen, een buik om in te huilen en onverwachte plaatsen om in te schuilen van schedel, schouder en het achterste van de tong.
Laat me zijn een beven zonder harnas van wimpers en tanden, lang uitgestrekte binnenwanden vuurgedoopte handen, zenuwbanen waar ieder bericht zich op lijkt te keren tot waar het begon.
Laat me daar wachten op een thuiskomst een herhalende hartslag of andere tekens van leven, als alles weer langer dan verwacht ergens onderweg blijft breken.
ook het allerindividueelste verdient aandacht op de site pomgedichten – uiteindelijk zijn romantici individuen zoals dichters individuen zijn – prachtig samengevat in de drie woorden van Mandy – ‘laat me zijn…’ – een oproep wellicht ook tot vrijheid – van de vrijheid die we graag deze week lezen – u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
ik kan niet ongewapend meer de haven uit waarin ik vluchtte ik kan nog kijken naar de zee
ben jij het die mij kennen wil door wie ik helemaal gekend wil zijn
zou het kunnen dat antwoorden niet uit taal bestaan maar uit tijd en waar je blijft
Laat het vuur van de ziel branden in het harnas van de tijd stemmen weerklinken in ieder hart daar is de plek om lief te zijn om te zingen in diep gevoel
bevend dalen we neer in onszelf onder de muziek van toen stil staren we naar de eeuwigheid onbewust van wat ons wacht geluk dwaalt om iedere hoek.
Rik van Boeckel 15 oktober 2022
deze week genieten we een prachtig thema- ‘Laat me zijn een beven zonder harnas… ‘- naar de dichtregels van Mandy Mariska Eggerding – een oproep om vrij te leven – waarin ook de onmogelijkheid om dat te doen op romantische wijze gegeven is – alsof we in de verte de verloren bezongen liefde in een frans chanson horen. rik van boeckel maakt er het harnas van de tijd van. een terugblik en een vooruitblik richting eeuwigheid. positief als altijd deze rik van boeckel die een toekomst beschrijft met daarin verborgen iets van gelukzaligheid.Met gebroken stem
Hoe het naar binnen slaat als de stem het begeeft ik wil nog een lief woord zeggen maar ontbeer de kracht van spreken
laat me dan leren dat ik nog handen en voeten heb om te gebaren wat ik aan praten mis
ogen die de tijd nemen om meer dan goed te maken wat me aan gesproken taal ontbreekt
dat jij kan zien dat ik er ben waar je ongebroken een thuis vindt tekens van woordeloos samen in tijd die blijft
‘dat jij kan zien dat ik er ben…’ de kernregel in dit gedicht naar ik vermoed – al is alles weggegleden laat mij – laat het – toch zo zijn als in deze regel is beschreven. zoals de stad om een persoon hangt en gehangen is waarin hij leeft werkt bemint en verliest zo is deze dichtregel om de ik-persoon in het gedicht gehangen. vreemd
vroeger genoeg gewaarschuwd me niet kwetsbaar op te stellen hetgeen ik nooit begrepen heb of niet begrijpen wilde
waarom zou je er vanuit gaan dat mensen er alleen op uit zijn om je pijn te doen als je jezelf laat zien
liefde-oplaadbaar in geen enkel woordenboek maar wij wisten dat het kan dwars door kwetsuren heen
anke labrie 15-10-2022
anke maakt een staat van zijn op – dat je iets van het existentiële kunt begrijpen na verloop van tijd wat eerder nog als vreemd werd ervaren. hoe de eenvoud voorzichtig schoorvoetend bijna plaats neemt in een mensenleven. in twee mensenlevens.laat me sprankelen in de lente de zinnen zacht wachten op wat komt laat me rustig rijpen als een aquarel je verrassen
laat me de zomer vieren ongeremd willig mikpunt voor cupido’s peilen tot het scherpe goud verandert in het stompe lood
laat me grillig de herfst ingaan als de zon zich sluiert het licht verduistert schaduw mij omgeeft het zicht ontneemt
laat me stil zijn in de winter scherven opgeraapt en weggegooid geen tijd voor inzicht of bezinning maar voor netflix en voor poëzie
okt 2022 Ien Verrips
een jaargetijden gedicht met bij passende stemmingen – het verlangen hoe heftig ook doorleefd niet heel vaak ingelost zo mogen we lezen – kwetsbare woorden – om stil te zijn in de donkere maanden van het jaar waarin wellicht iets van poëzie je door de winter kan helpen. Laat me in de plooien binnen van je hof waar de zon zich geborgen houdt onvervalste honinggeur de lucht gaten van mijn wezen weet te vinden en vullen
Laat me daar mij jou eigen maken, een dag een nacht pure waanzin ademen druppel voor druppel drinken van je tong je mond je borst
Laat me dan een kleine eeuwigheid – naakt weerloos als een hongerend kind poëet van verheven dingen zijn zonder harnas van oude pijn
Respijt van oog om oog en tand om tand in weerwil van alle wording, venijn en zonde nog deelachtig zijn – een laatste slok voordat de hemel breken zal tot melkweg zonder licht
15-10-2022 / Cartouche
een zoemend gedicht waaraan de aandacht voor de woorden strofe na strofe af te lezen is. mijn voorkeur voor de derde strofe zal duidelijk zijn – waar de dichter helemaal zichzelf is – alles afwerpt – alles loslaat – en in poëtische eenvoud kwetsbaar tot de ultieme poëtische waarheid weet door te dringen.
Laat me dan een kleine eeuwigheid – naakt weerloos als een hongerend kind poëet van verheven dingen zijn zonder harnas van oude pijn
vroeger zeiden ze: bij zo een strofe moet je wenen.
het bericht hieronder is gedateerd 24 december 2019 – vandaag lees ik over het overlijden van Wally Jorna – in het indrukwekkende afscheidsgedicht van Max Lerou – we nemen er maar een wijntje op – op haar mooie leven – haar mooie zijn – lieve Wally proost!
Eigenlijk ken ik Wally niet en toch ken ik Wally. Live zag ik haar twee keer. De eerste keer bij mij thuis in 020 na de bundelpresentatie van mijn “een vrouw schrijft een jongen” – dat was in 2014. de tweede keer vorige week aan de Lange Voorhout, in de Pulchri Studio bij de opening van de expositie van Ingeborg Müller: “Mediterrane herfst”. Op FB opent Wally elke ochtend met een – heb een mooie dag – ochtendwens aan haar vrienden. Wally is FB levenslust voor mij – de ochtendwens: “Mogge!”, in de zomer aan het strand de strandfoto’s (Zuiderstrand) en elke week wel één keer – zomer, winter, herfst, lente maakt niet uit, een beeldverslag van een muziekmanifestatie ergens in den haag of omstreken. zo word je dus leeftijdsloos oud begrijp ik nu ik haar weerzie. doen waar je zin in hebt, begeef je onder de mensen, geniet het leven elke dag – en wees trots op jezelf – zo trots dat je niet zal rusten voordat er 3000 van je eigen selfies in een cultuurhuis worden opgehangen – getuigen van een leeftijdsloos enerverend en gelukkig bestaan. Ik ben trots op hoe ik er uitzie. vertrouwde ze mij toe. haar dochter dichter bij de 60 dan bij de 50. soms heeft leef-tijd geen invloed op een leven. van mijzelf kan ik dat helaas niet zeggen – Wally is het levende bewijs van mijn stelling. “ik heb meer dan 3000 selfies en die moeten maar eens op de muren van Pulchri.” mij restte niet anders dan een bevestigend knikje.
je sprong en danste om mij heen zo vrolijk en blij als altijd ik tilde je op en begroef mijn gezicht vlak achter je warme oor in zachte donshaartjes in je nek ik adem jouw geur voel het gewicht van jouw lijfje
in mijn buik dansen duizend vlinders van geluk ik kan je zien, zo echt, zo levend tegelijk niet meer van deze aarde jij kwam in mijn droom, om mij te troosten mijn spirit dier om zeggen dat liefde altijd blijft en je eeuwig naast mij danst