Amper zes graden is het hierbinnen als je wakker wordt. Met buiten een lucht blauwer dan indigo. Meteen fikkie stoken dus. Voor het broodnodige haardhout heb ik het sinds kort met een Koreaanse want tot mijn grote verdriet heeft haar Zweedse voorgangster mij na jaren trouwe dienst onbedoeld in de kou laten zitten. Après un service complet nota bene! Bij een officiële dealer. Haar motortje ronkt sindsdien even moeizaam als krachteloos. Ik hoop haar ooit nog te kunnen reanimeren maar ik vrees dat dat een tijdrovend klusje wordt. Voor nu vertrouw ik dus maar op haar vervangster. En die Koreaanse weet van wanten hoor! Ze is wat zwaarder, met wat meer lengte en haar ketting is hongeriger dan vers geslepen diamant. Een paar flinke boomstammen, keurig in mootjes gechopped, liggen inmiddels opgestapeld in het houthok. Eerlijk is eerlijk: dat was mijn blonde schone zo snel niet gelukt. Vooral een kwestie van meer vermogen. Maar ook een kwestie van Aziatische pit. Stille kracht. En dat heeft ze: Hyundai Min-Ji is haar naam. J’aime ma tronçonneuse.
aanvankelijk dacht ik de ongebreidelde spontaniteit van onze LUK PAARD met goud te omhangen – zo sprankelend vind je de woorden niet vaak – om carel helder in het parool van zaterdag vrij te citeren die op zijn beurt gerard reve weer citeert: ‘je leest Luk Paard niet voor je verdriet’ – totdat vera van der horst haar epos instuurde – het goud van Luk gleed vera om haar hals – hebben we altijd nog zilver voor Luk. goud voor vera. wat is er mooi aan dan zult u vragen – aan watte? aan het gedicht van Vera – 2 levens getroffen in 5 strofen – en de relativering gelijk ook aan de lezer meegegeven – ‘het leven doet maar wat’- en zo is het ook ‘het leven doet maar wat’ – maar in dat wat zit hier zoveel leven dat we er een gouden kroontje boven op zetten. van harte Vera van harte Luk! alle dichters die inzonden natuurlijk ook van harte bedankt.
bij mij bloeien al zo n 40 jaar vergeetmenietjes in de tuin een jonge man strooide daar de zaadjes voor hij met lege handen ging
ik weet nog hoe het was die eerste keer dat ik hem zag gaf ik hem een hand vol tranen hij maakte daar lenteregen van
Ik telde de uren, hij telde de jaren het leven doet maar wat als je er geen richting aan kan geven
toch elke lente, kom je weer met oude handen pluk je delicaat het onkruid uit tussen het weelderige blauw nu met door de nachtwind witgewaaide haren
en onze oude jonge ogen peilen dan hoever het is hoe dichtbij ook want zelfs de meest lichtgevende sterren verpulveren en verdwijnen in het heelal
Vera van der Horst
als ik goed tel blijft het gedicht – dit heldenepos – wel binnen de 20 regels regel – een prachtig en troostrijk gedicht met geen woord te weinig of geen woord teveel. schreef ze elke week maar zo – maar dat kan natuurlijk niet – hoe een persoonlijk verhaal waarin de schoonheid van het breekbare – om luk paard te citeren – boven alles en iedereen uitgetild wordt door dichter – en hoe zij tegelijkertijd voor elke lezer een hoge graad van toegankelijkheid creëert – de inhoud van het gedicht dreunt in je lijf, leden, hart én in het heelal na.
de schoonheid van de breekbaarheid…dit gezegde is al’n gedicht…wat verder geschreve wordt is nie ter zake…’et breekbare kan schoon zijn..’n leve dat breekt kan schoon zijn…dat zo’et leve ook kwetsbaar is zelfs as de liefde breekt door dood…:“
‘n glas voor jou dat’k van je hou nog steeds altijd’et heffe ‘n volgende glas
tot’et laatste voor jou hoog geheve hier ik op de stoep
jij in de goot nooit meer’n glas en ik altijd nog dat’k van je hou
hoevele keertjes nog met altijd die stoep in gedachte aan jou
onze luk die met zijn overrompelende heerlijke en eerlijke spontane teksten altijd mij als lezer voor zich inneemt. de taal lijkt in hem op te ‘borrelen’ zeker zoals hier wanneer het glas geheven wordt en dan heeft ie ook altijd pen en papier bij de hand om die taal vast te leggen – maar zijn taal laat zich niet vast leggen – de woorden springen en dansen en rokken en rollen van het papier waar je bij staat – je hart tegemoet.
Luk Paard: dat’k van je hou
Rik van Boeckel: het ritme van kwetsbare dagen
Frans Terken: hoe breekbaar dan toch
Seraphina Hassels: je papierdunne huid vervaagt
Vera van der Horst: 40 jaar vergeetmenietjes
Ien Verrips: de tijd sluipt als een zachte kat
Jako Fennek: de onherroepelijke waarheid
Anke Labrie: zij was altijd een echte kerstfeestmoeder
nog even die af en toe zo jonge stem ach kijk nou moet hij huilen
ze duwen je een podium op ze kammen je haar zoals ze straks ook je haar zullen kammen
pom wolff
jij zingt alsof
het waaien is begonnen en ik wil je niet niet alles ontnemen er rest ons nog altijd een later als
misschien niet wat we droomden onder het zolderraam met de zachte regen
maar weet je dan niet dat alles mij liever draagt en lichter is met jou
petra maria
wie wint de enige echte virtuele – ontwaar de schoonheid in de kwetsbaarheid – trofee op pomgedichten?
het afscheid van de zanger – wellicht van een dichter – de ouderdom die niet veel meer aan het leven laat – we maken het mee – we komen er zelf voor te staan – maar iets blijft altijd aanwezig – de schoonheid van de kwetsbaarheid – bij rob de nijs hoorde ik heel af en toe die jonge stem weer. mooi. petra maria die vroeger regelmatig instuurde schreef ook over de schoonheid in de door haar beschreven kwetsbaarheid: ‘maar weet je dan niet dat alles mij liever draagt en lichter is met jou’wellicht draagt u nog iets poëtisch bij aan de schoonheid die we in de kwetsbaarheid mogen ervaren. dan lezen we het graag – geen makkelijk thema – u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
Het naderend inzicht
Over de dood niet te spreken reizend langs de jaren met een teken van licht
het naderend zicht en inzicht van het lied zoekt de zanger dromend in harmonie hij breekt duizend lansen voor een wereldromance
op het podium van het leven is veel gegeven zijn zinnen spiegelen zich aan het ritme van kwetsbare dagen.
Rik van Boeckel 17 december 2022
rik brengt in de naderende duisternis van de dood die hij nog even links laat liggen toch het licht. de laatste dagen en jaren in het teken van een en de hoop op een wereldromance – dat lijkt een beeld dat rik ons lezers wil meegeven als troost bij de laatste levensjaren als het liederlijk inzicht in daalt.
Spiegelglad
Dat het vallen en weer opstaan is in het eerste ochtendgloren bij een hemelse lucht
zoveel dat er dan schoongewassen in tegenlicht te zien valt je kijkt je ogen uit
hoe breekbaar dan toch als je ernaar grijpen wil alsof je al scherven in je handen houdt
je raapt ze van de koude grond pakt ze vast als ijsbloemen geplakt op een spiegelruit
waarom weet ik niet maar ik heb iets tegen het woord ochtendgloren. dat is denk ik persoonlijk. het gedicht begint voor mij bij de vierde strofe – dat mag van mij de beginstrofe zijn:
je raapt ze van de koude grond pakt ze vast als ijsbloemen geplakt op een spiegelruit
dan zou ik meteen rechtop zitten in mijn stoel en denken wie? wat ? waar? en hopen dat de dichter het antwoord op de vragen langzaam voor mij invult – dat de dichter deze koude woorden langzaam laat ontdooien in een warme dichterlijke troostrijke omhelzing.
Licht
Heel stilletjes vertrok jij stap voor stap om ons te laten wennen dat jij bent gaan wonen in een land waar lang vergetenen zijn en niet zijn
Stemmen zonder naam die zeggen te zijn wie jij niet ziet zij die je aankijken vervloeien vader, broer, minnaar wie raakt jou aan
Behendige handen ontkleden jij zit naakt en wordt gewassen waar begint en eindigt jouw lichaam wanneer wordt ’t het hunne de grens van je papierdunne huid vervaagt
De kus op je wang voelt intiem als van een geliefde een blauw geaderde hand streelt je tast naar herkenning in een vervreemd gezicht
Het fluistert: Mijn engel de stem die weet wat jij moet zien een laatste winterroos, zwermende vogels verwonderd veeg je tranen weg de nacht valt en jij wordt licht
Ⓒ Seraphina Hassels.
ik zeg een epos in dichterlijke woorden samengevat – een zeer persoonlijk eerbetoon – van de oude mensen en de dingen die niet onopgemerkt voorbij gaan – maar de 20 regels regel (tenzij noodzaak) die wij voor ‘de wedstrijd’ hanteren is overschreden. buiten mededinging kortom.
voor rob, lionel, martijn, cristiano en al die anderen die we gaan vergeten
alles wat je bent is alles wat je doet geen offer te groot voor slechts dat ene doel de beste zijn de grootste mooiste allerhoogste jouw naam een erenaam nooit vergeten
de tijd sluipt als een zachte kat verstoort en slaat haar klauwen uit nog even wordt jouw naam genoemd om langzaam weg te zakken in vergetelheid
Ien Verrips dec 2022‘
‘de tijd sluipt als een zachte kat…’ die dichtregel doet het wel – zeer zeker. nemen we die voetballers op de dichterlijke koop toe – ik blijf aan die geciteerde regel hangen – bij de inhoud van de andere regels denk ik: het zal wel.
onbekend
de onherroepelijke waarheid van het ouder, het zwakker worden zo wreed maar ook zo mooi weer zo ontroerend mooi
op een dag stap je laat uit de trein zet je voeten op een verijst perron je kent je leeftijd, blijft roerloos staan bevroren als de regen
een onbekende stem vraagt of ze helpen kan
ze steekt haar hand toe, een hand die je meer doet dan alle handen die je streelden
jako fennek
‘de onherroepelijke waarheid’ – onherroepelijkheid krijgt in de poëzie zo beschreven een ultiem en definitief karakter. ‘nooit komt iets terug’ riep de webmaster deze week nog uit op de boot van catelijne. je hebt waarheden als een koe – en waarheden als in de poëzie. alleen de waarheden in de poëzie bevatten meer waarheid dan alle waarheden in een koe verzameld. jako verkleint de waarheid tot één uitgestoken hand van een naar wij hier vermoeden een bijzonder mooie voor hem vreemde vrouw. hoe je grote zaken klein krijgt.
kerstkind
het laatste kerstcadeau voor moeder aarzelend gekocht een kleine kerstboom zonder lichtjes die zij niet meer verdragen kon
wat weerschijn van het zwakke licht boven haar bed in de zilveren ballen
zij was altijd een echte kerstfeestmoeder ik nu meer kerstkind dan ik dacht
anke labrie
zoals het kan gaan bij een naderend afscheid – de tradities opgegeten door de tijd of vervangen door andere of door soortgelijke met andere mensen weer – het breekbare van het gevraagde thema goed getroffen.
Sinds twee en half jaar hebben we een hondje. Hij heet Orval. Het is een uit de kluiten gewassen teckel. Het was een wens van mevrouw Solo, die ze al vijfentwintig jaar koesterde. Orval is een ongehoorzaam hondje en staat niet goed onder appèl. Als je hem roept, hoort hij je misschien wel, maar luistert niet. Hij heeft zo zijn eigen wil en volgt die, net als zijn neus. Verder is hij erg lief en schattig. Ook met onbekenden en kinderen is hij erg makkelijk. Hij is niet veeleisend en meestal wekt hij de indruk vrolijk dan wel tevreden te zijn.
Vorig jaar rond deze tijd was mevrouw Solo ons hondje aan het uitlaten. Het was vroeg. Die ochtend had Orval een beetje de kolder in zijn koppie. Hij was lekker aan het ravotten met zijn hondenmaatjes, toen er een fietser voorbij kwam. Wat er in zijn kleine kersenpit gebeurde weten we nog steeds niet, maar hij nam de benen en rende blaffend achter de fietser aan. Mevrouw Solo probeerde hem nog te roepen, maar hij was de bocht al om richting de Straatweg. Mevrouw Solo probeerde als een haas achter Orval aan te rennen, maar de vier korte beentjes bleken een stuk kwieker dan de benen van mevrouw Solo. Orval stoof de Straatweg op, achter intussen elke willekeurige scooter en fietser aan, in het donker van het drukke ochtendspits verkeer. Mevrouw Solo stond doodsangsten uit. Ze zag het al gebeuren, dat haar geliefde viervoeter geschept zou worden door eenderwelk gemotoriseerd vervoer. Het gelukte Orval het Muizengaatje, zoals de tunnel naar het Oude Noorden heet, te bereiken en daar kon een, door mevrouw Solo’s hulpgeroep, gealarmeerde fietser hem staande te houden nadat hij tussendoor de auto’s ook nog eens de Straatweg was overgestoken. Mevrouw Solo nam Orval met tranen in de ogen in de armen en was de rest van de dag van slag. Orval mankeerde niets, maar mag sinds dien niet meer los lopen.
Vaak zit ik naar Orval te kijken. De natuur heeft er mee bijgedragen de schoonheid van de schepping zichtbaar te maken. Het is een mooi hondje. Ik zie hem dan liggen op zijn kleedje bij het raam. Als ik de schuifdeur open doe, sprint hij blaffend de tuin in, op zoek naar de kat, die er op dat moment helemaal niet is. Ook zie ik hem wel eens achter zijn staart aan rennen. Dat denk ik tenminste. Het kan ook gewoon iets zijn, dat ik niet zie. Als ik hem uitlaat, observeer ik vaak zijn gedrag. Hoe hij snuffelt, de patronen, die hij loopt, hoe hij reageert op andere honden. Hij heeft ook een heel mooi gebit. Een forse set tanden voor een betrekkelijk kleine hond. En hij laat zich graag aaien, terwijl hij dan zo nu en dan schalks en zacht in mijn hand bijt.
Orval heeft zijn plaats in ons gezin. Maar toch zijn we geen echte roedel. Hij kan niet samen jagen met ons. Niet proberen te paren, of vechten om voedsel. Hij is wel volwaardig lid van ons gezin, maar hij blijft een hondje in een mensenwereld. We hebben hem weggehaald bij zijn moeder en zijn broers en zusjes en hebben ons zelf als zijn familie gepresenteerd. We voeden hem en zorgen voor hem, zoals wij mensen denken dat dat goed is. En soms zie ik hem kijken en dan ineens wordt ik moedeloos. Dit is misschien niet ‘zoals het bedoeld is’. Maar dan zie ik naast me mijn zoon op zijn slimme apparaat kijken en dan kan ik meteen hetzelfde denken. In het werk zie ik hele cohorten mensen zichzelf serieus nemen terwijl ze in bullshit banen aanrommelen en wegkwijnen achter schermen of als ze er echt in geloven, beloond worden met Tesla’s en dergelijke. Media en politiek oefenen zich, in steeds verder gaande perverse banaliteiten, terwijl Jan met de pet in de kou zit. Hoe ver staan we af, van dat waar we ‘voor bedoeld zijn’ geweest? Een stomme vraag natuurlijk, waar geen zinnig antwoord op te geven is. Hooguit, zijn we een excuus voor wat de natuur met ons bedoeld had. Poppenkast is de norm voor beschaving geworden. Ik denk dat Orval het daar ook wel mee eens zal zijn. Daarin snappen we elkaar. Ieder zijn leiband.
VON SOLO DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl
Hoi Pom, Toen ik ongeveer 16 was ontmoette ik haar…, een jeugdherinnering, groet, Merik
Souvenir
Hoe heet ze ? We zaten in een botsautootje op de kermis in de stad Irun, in Spaans Baskenland.
Hoe heet ze ? Ik geloof dat we zoenden. Ze had bruine ogen.
Ze gaf me een leren armband met knopen voor ze opging in het feestgedruis en ik keerde naar huis, naar school, droeg haar met me mee, de leren armband.
bericht van Peter: Hoi Pom Dit bericht typ ik vanuit een ziekenhuis in Thisted waar ik gisteren heen gebracht ben na een ongeluk met de fiets. Ik dacht vanavond thuis te zijn maar ze willen me hier vannacht vasthouden, ze willen zeker weten dat ik geen heupfractuur heb, ik heb nogal wat pijn en ben nogsteeds niet in staat op mijn rechterbeen te staan. Ik had een aardig – gedicht – al – zeg – ik – zelf klaarliggen maar het lukt me niet het op te sturen. Sorry, peter
wensen wij van hier PETER alle goeds en snelle reparatie – en doen we twee van zijn prachtige gedichten uit ons archief:
Ik groeide op in het ijle licht van lege straten met verderop braakliggend land
dat alles nu is in beton gegoten gevat. in doelgerichte dwangmatigheid vergruisd, in doorgeschoten logica
soms gruwel ik er nog eens rond over het astfalt tussen het afgepast hermetische geweld van de in steen gestolde tijd tussen de bastions aan onontkoombaarheid
dan weet ik weer hoe ik hier ben verdwenen hoe ik ben zoek geraakt
vanmiddag een set gemaakt voor het gezamenlijk optreden van Bjorn van Rozen en pom (laat ik me eens in de derde persoon beschrijven) – aan het einde van de wereld – de boot van Catelijne – aanstaande woensdag – vanaf half negen in de avond – het wordt zo mooi dat ik bijna moet huilen – zo erg mooi – zo onbeschrijflijk mooi daar aan het einde van de wereld – dit zo zeldzame optreden. bjorn in 020 en ik wil ook zo vreselijk mijn best doen om het mooi te maken – hij ook. en… het wordt mooi. je was erbij of je was er niet bij – dat is later wel als verschil te benoemen.
Het is weer zo’n nacht dat de sterren met vuur spelen. Naar de song van Led Zeppelin. No steelpan. Nada Cassiopeia. It’s all brand new. Verticale stippelstrepen die je omhoog trekken naar het grote niks. Oneindig veel vierkanten en nog meer hoefijzers. Infinite numbers of spacetime candy. Eerder nog vanavond stond de halve maan te balanceren op de horizon. Like a perfect statue: half a circle of bright white light. Uit het niets geklieft door de ax van Odin of een van z’n broers. Ik ga nog maar eens op het nieuwe stenen bankje zitten. Satelieten tellen. Ook zoiets.
nu we eindelijk verlost zijn – bevrijd zijn van die rare van gaal en zijn sekte aan goedgelovigen – ach het is maar net hoe je er tegen aan kijkt – je kunt het ook over louis en zijn jongens hebben natuurlijk – nu de koude je in je smoel slaat – wat een lekker schaatsweertje zegt een ander weer – hoe dan ook – we zijn allemaal toe aan warme chocolademelk, aan grandmarnier én aan een warmte gedicht – een goed functionerende warmte installatie hier op de pom. uw bijdrage wordt dit weekend zeer op prijs gesteld – nu eens geen wedstrijd! in dit weer onder deze pomstandigheden – had ik al gezegd dat we zondagmiddag gaan genieten hier in 020 van Merik en zijn dichters – ja dat had ik al gezegd – regels als vanouds – niet te lang het gedicht de woorden tenzij noodzaak! we gaan uw warmte tegemoet en u zo graag lezen XXX. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst.
minder
geen gas steeds minder stroom
we moeten weer aan kruiken kaarsen hete thee borstrok lange onderbroeken en als hij schijnt een poosje in de zon
maar weet lief mens als alles naar de knoppen is ben jij er nog jouw warmte die mijn lijf doorstroomt als ik mijn armen om je heen sla
jako fennek
Jako vat het thema beminnelijk samen – warmte vind je bij je geliefde hoe bar de omstandigheden of op deze site de pomstandigheden ook zijn. dank aan alle dichters voor de warmtewoorden – scheelt toch wat Ien aan afdrachten aan de energiemaatschappijen – geniet van voetbal met je geliefde lezen bij Anke. Rik adoreert de universele zonnewarmte. Frans adviseert de pom(p). Rob troost ons met een universele waarheid: “alles gaat voorbij”. dichter Cartouche weet dat ook enige wrijving best wat warmte oplevert. volgende week weer een wedstrijd op ‘uw pom’- site. deze week slechts warmte – dichterlijke warmte en warme woorden van dank onder de gedichten.
alleen met woorden kan de dichter stoken het hart verwarmen het bloed doen koken maar ach wat haalt het uit ’t is niets dan hitte op papier geen dichter lukt het met zijn poëzie het gat te dichten dat ontstaan is in uw knip
dec 2022 – Ien Verrips
Ien houdt het zakelijk deze week – dichters bestaan – ze stoken en ze koken – (je bloed) haha – ja daar zijn dichters voor – zo is het ook – maar voor de aanvulling van de pensioengelden of je (gebrek aan ) vermogen kun je ze beter niet inhuren – het is armoede troef meneer! dichters! lijkt Ien ons mee te geven. ook bij het hartenjagen?.
Mannen en voetbal
Natuurlijk weet ik wel wat buitenspel is, twee minuten uitleg waren echt genoeg. Inzicht in een corner kost nog minder tijd, een vrije trap is werkelijk kinderspel en een strafschop is een fluitje van een cent.
Natuurlijk kijk ik met hem mee voor de tv. ‘Was het weer een schwalbe deze keer?’ Hier op onze bank maken wij dit samen uit, de scheidsrechter kan ons nog meer vertellen. Wij zitten er met onze neus toch bovenop.
Natuurlijk word ik ook een voetbalkenner: ‘Dat is een echte macho, neemt te veel risico. Deze mist de penalty, kijk maar naar zijn ogen, hij is bang’. En ik stijg in achting bij mijn man, als de keeper deze bal inderdaad kan stoppen.
Natuurlijk volg ik Derksen en z’n team op zeven, van der Gijp zijn onderarmen mooi in beeld. Plaagstoten en veel zelfspot, ‘t is een verademing. Voetbal is maar een spel, mits je de regels kent leuk om te volgen met een glaasje witte wijn.
Anke Labrie (destijds geschreven n.a.v. wereldkampioenschap 2010)
met Anke is het goed wijn drinken – zeker bij een WK voetbal – veel wedstrijden veel flessen wijn – leren en lezen we bij Anke. voetbal is een vermakelijk simpel spel – al denken mannen daar vaak anders over – en van gaal in het bijzonder – die haalt zonder blikken of blozen het totale mensbeeld tevoorschijn uit zijn voetbalkoffer – anke weet beter: in goed gezelschap is het altijd genieten of de bal nu in is of uit – de fles ontkurkt drinken maar.
Ware warme kleuren
Ware warme kleuren dansen in het schilderij wuiven ons gemeenschapszin toe
de lucht blijft blauw tot de overkant van het doek uiterlijk straalt de zon geeft warmte aan ‘t hart
de zon hangt hoog en licht haar stralen zingen over vrijheid op het ritme van de zachte wind
de zonaanbidder heft zijn armen naar de warme vrije hemel een bleke vlam aangewakkerd door de warmte van lichamen is op weg hemels vuur te worden.
Rik van Boeckel 10 december 2022
een eerlijke heerlijke rik van boeckel – de warmte uit alle lichamen en hemellichamen beschreven voor de lezers in deze barre kille oorlogstijd en wintertijden.
Goedemorgen Pom, maar even de kou verdrijven idd, bij deze. Warme groet weer, Frans
Behaaglijk
Pompen gaan we de temperatuur opblazen tot aangename hoogten
vanaf de voeten moet het optrekken door been en merg dat er gloed onder en op de huid
en ik kan voelen hoeveel vuur je uitstraalt jij die warmte afgeeft aan ons
ook frans bezorgt de lezer warmte – niet uit de grond – maar uit de grond van het hart beschreven warmte bij het liefdesvuur dat we maar snel moeten aanwakkeren – lijkt de goede raad van de dichter
Rob Mientjes
Meteen popt een beeld op van Fred van Eldijk. Waarom? Geen idee? Daarom juist. Omdat het geen wedstrijd is. Teksten varen wel. ‘Aus Sehnsucht backt man das Brot seines Lebens’ (1995)
In shock zonder slagroom
Kachel weer aan Het nest vertrouwd Zwijgzaam onder deken Glurend naar berk en eik Gloeiende kooltjes Hoofd dwarrelt Vol met sneeuw Grote marinier Wankelt over zee In shock Zonder slagroom En Kerst moet nog komen Supermarktflipperspel Onrustig weer Winkelkarmalaise Haast in kleren Welke? Rustig blijven zitten Alles gaat voorbij Bijna alles
Rob Mientjes
Rob beschrijft een kunstwerk of is geinspireerd door een kunstwerk – het levert in ieder geval een opsomming op met enige warmte elementen – een ietwat onrustig geheel maar toegeschreven naar de twee laatste prachtige troostrijke regels
foto: Ben Kleyn
laten we terug gaan naar waar alles ons was
waar alles rook naar wat er was
en wij niet wisten waarom niets meer wisten
de oneindigheid proefden waarin we ooit
het wordt al licht buiten de merels
hoe mooi het klinkt de volstrekte stilte om ze heen
pom wolff
Van 20 naar 21
Éen regel Pablo* zoveel meer warmte dan een hele riedel wolf (pff pff) wiens woordallergie en regelnichterij – hoe triest zo’n koud gekrompen hart
(* Neruda : Veinte-20-poemas de amor y una-1- canción desesperada: ‘deze nacht kan ik….’ nee, dat is niet aan jou besteed, want hier bij mij is het warm en zacht en stil)
10-12-2022 / Cartouche
Cartouche is nog met vorige week bezig – de kritiek hier betrof het woordgebruik van dichter in zijn gedicht – het woord ‘gerijpt’ zien we liever niet opduiken in een gedicht. mogen we dat zeggen -nee dat mogen we niet zeggen van Cartouche. zijn wraak zal niet zoet zijn. ach laten we het volgt samenvatten in dit weer – alle wrijving genereert ook warmte. cartouche mag blijven.