Poëzie cést moi!
als een franse zonnekoningin eist Ien Verrips vandaag het goud op. wat nou poëzie van wat, van wie? Poëzie cést moi! schrijft ze in een niets en niemand ontziende schaamteloosheid. het is die schaamteloosheid die elke dichter wel in zich draagt – maar je moet er ook voor uit komen durven. niet brummelend van een papiertje onverstaanbare regeltjes het publiek in slingeren. niet met veel uitleg en toebehoren je regels willen slijten. nee! staan voor wat je schreef voor wie je bent en dan BAF! de Poëzie cést moi! deze week heet de poëzie Ien Verrips – dichters dank jullie wel voor insturen – Ien van harte!

Poëzie cést moi
geen moeder die mijn hand vasthoudt
geen blinde om de weg te wijzen
geen geest die zingend fluistert
er is geen kind
dat woorden voor me heeft
of regels waar ik naar zoek
er is niets en niemand
een meisje allerminst
Ien Verrips
–>
ik zou van ‘allerminst’ – het laatste woord – ‘nog het minst’ maken – een beetje meer ‘gonggrijp-jus’ mag hier wel over de woorden gegoten. op zich is het gedicht een opsomming van de eenvoud. en de herhaling is ook wel van de poëzie maar de ware poëzie ligt verscholen in die schaamteloos gepresenteerde titel: Poëzie cést moi!
poëzie mag/moet op zijn/haar tijd schaamteloos zijn. nou voila! voici!
- Petra Maria: ik kan niet nog hoger
- Frans Terken: poëzie is het hoofd in haar schoot
- Rik van Boeckel: basta rasta mahonie tada
- Paul Bezembinder: Ik weet wel dat mijn stiltes pijnlijk zijn, …
- Elbert Gonggrijp: Van zijde lijk je te zijn gemaakt.
- Vera van der Horst: poëzie ben jij mijn zoet
- Ien Verrips: Poëzie cést moi

wie wint de enige echte virtuele is poëzie eigenlijk wel een meisje? trofee op pomgedichten?
poëzie houdt ons hier elke week wel even bezig – op pomgedichten. wat raken de woorden aan om van de poëzie te zijn? dichters weten het of dienen het te weten. hoe dan ook: wat lezen we graag hier deze week een gedicht met iets van poëzie erin? nodigen we de dichters uit om zo een gedicht te sturen. de regels als vanouds: de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 23. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
poëzie is een meisje
poëzie is een meisje
dat uit haar bikini barst
in reepjes snijden
poëzie is verse vis met uitjes
een kuil graven voor een ander
om er zelf in te gaan liggen
met je goudvis
in een kommetje
rondjes draaien
totdat alles boven drijft
pom wolff

ik kan niet nog hoger stijgen
dacht de droom
ze zweefde maar door
op zijn woorden
wakker worden in de wind
de armen verwachtingsvol
gestrekt naar de jaren
hij deed er toch nog
een schepje bovenop
immers
hij droomt zelf ook nog
petra maria
–>
we zijn deze week dus op zoek naar een gedicht ‘met iets van poëzie erin’, hahaha. toch elke week weer blij verwonderd door de prachtige inzendingen bij de breed gegeven thema’s op pomgedichten punt nl. mijn grote dank gaat uit naar de dichters die inzenden en die dan ook nog het commentaar van webmaster kunnen en willen verdragen. jullie zijn de goddelijke helden van de zondag – dank jullie wel. dat gezegd hebbende…
laat petra maria een meisje dromen.
en om de poëzie tegemoet te komen ook nog een droom dromen. en welja ze laat ook nog de jaren dromen. en er wordt ook nog ‘een schepje bovenop’ gedaan – bovenop wat? we vliegen hoger en hoger – lieve petra maria dit is geen poëzie meer dit is… dit is… dit is een zweefmolen en volstrekt ontoegankelijk voor personen met hoogtevrees,

Het is vallen voor de zuster
die je met een teder gebaar
bij de arm neemt en
een spuit in de ader zet
ze injecteert je met liefde
het vaccin dat je beschermt
tegen het kwaad van de engbek
de leugens van anti-vaxxers
getroebleerden die je
op de snijtafel wensen
de messen al slijpend
met een valse tong
poëzie is die zachte hand
de ogen waarin je rondzwemt
en wegzakt tot je grond voelt
het hoofd in haar schoot
© FT 26.09.2020
–>
een eerbetoon aan de zorgzusters in tijden van covid – om weer grond te vinden in een zachte zusterschoot. in tijden van covid en in tijden van door de covid gegenereerde gekkies. frans voorziet ze van een naam die alleen in de poëzie gegeven kan worden: ‘engbekken’ en dat zijn ze – eng de afkorting hier wellicht ook van engel.

Stilte muziek van de droom
een meisje zingt verleiding
melodie moeder van het lied
op ritme van de aorta vader
basta rasta mahonie tada
haar stem een weegschaal van klank
tranen wellen op uit weefsels
stil en stijl en streel en strak
ranke klankentaal speelt met poëzie
in haar ogen zingen zachte pupillen
vertalen muziek van de droom
zeggen nooit verlegen te zijn.
Rik van Boeckel
26 september 2020
–>
hadden we om muziek gevraagd Rik had met zijn basta rasta mahonie tada – ik zeg dada – zonder meer met die ‘poëzie in haar ogen’ hoge ogen gegooid. met ‘stil en stijl en streel en strak’ zingen meisjes inderdaad verleiding. en dat allemaal in de stilte die Rik van Boeckel dit gedicht meegeeft: ‘basta rasta mahonie tada’
ziet u vandaag iemand in 020 door de straten gaan en hoort u ergens achterin de straat iemand heel hard zingen: ‘basta rasta mahonie tada’ dan weet u deze webmaster in die straat – die vier woorden gingen niet meer uit zijn kop zult u verzuchten. het webmaster zijn is een vrolijk bestaan. en ach als ie er gelukkig van wordt….

Ik weet wel dat mijn stiltes pijnlijk zijn,
vandaar dat ik niet ieder stuk nog speel.
Een rust in mijn 4’33” wordt niet zelden
ook de doorgewinterd luisteraar te veel.
Paul Bezembinder
–>
Paul houdt het kort – de componist die minutenlang stilte componeerde hier in woorden en in ere hersteld. en op zich is de tekst een heerlijke adempauze tussen een veelvoud aan gedichten. maar helaas de opdracht was niet een gedicht met heel veel proza erin.

Lavender Love
In deze september waarin de laatste spinnenwebben
worden geweven, de zachte hand van wit licht die niets
heeft prijsgegeven – zoveel liefde kun je blijkbaar zijn –
die geur, die onweerstaanbare herinnering. Schrijven
maakt dit blijven schijnbaar voorgoed.
Ach, je huid, je wezenlijk wezen, je aanwezige aard. Van
zijde lijk je te zijn gemaakt. Je bent er en toch – je bent
mijn veelvoud van willen weten waarom. Je bent mijn
herfst, een langzaam zullen vergeten, een naam die
steeds maar op de lippen ligt, liefste –
Elbert Gonggrijp,
Egmond aan den Hoef,
zaterdag 26 september 2020
–>
de titel volgens mij ook de titel van een liedje – je eerste liefde of je liefde op het eerste gezicht in de bloemetjes zetten was het niet zoiets – eens kijken of en hoe het de romanticus gonggrijp hier afgaat. het gedicht is bij eerste lezing zonder meer mooi ik geef het toe maar het is af en toe toch ook een beetje too much: met ‘je wezenlijk wezen’ en je ‘willen weten waarom’ schiet de dichter romanticus toch net de bocht uit. en ligt marco borsato op de loer. op zich jammer omdat we ook wereldzinnen mogen lezen als: ‘Van zijde lijk je te zijn gemaakt.’ en ‘zoveel liefde kun je blijkbaar zijn –‘ – hoe prachtige poëzie en de afgrond vlak naast elkaar kunnen liggen. hoe ZIJ/DE GROTE GELIEFDE op de hoogste troon kan worden gehesen van en in volmaakte poëzie en even later te smeulen ligt ergens in een diep vooronder naast john ewbank.

Poëzie is
een inktvis
onderwater in de ogen kijken
en jezelf herkennen in zijn blik
een lijstje plaatsen
om iets wat is verloren
en zo toch zijn plaats weer vindt
poëzie ben jij mijn zoet
ongrijpbaar als de zon
waarvan je toch de warmte voelt
Vera van der Horst
–>
ach ja willen we niet allemaal naar thailand inktvis kijken op een druilerige zondagochtend in dit lage land. dat de inktvis met grote ogen vera van der horst aankeek daar kan ik hem geen ongelijk in geven. ze/vera zal maar door je huis zwemmen nou dan kijk je wel even op. vera voldoet wel aan de opdracht – een gedicht met iets van poëzie erin:
poëzie ben jij mijn zoet
ongrijpbaar als de zon…
en dat bij en over een nog niet voor consumptie bereide inktvis is zeker van de poëzie. ‘mijn zoet’ zal wel zacht en warm brabants zijn vermoed ik zomaar – zonnetje erbij en het is weer zomer: badpak aan zwemmen maar!