Peter Posthumus: met leugens in goud en diamant

Misschien was het geen wijsheid
geeneens geen kennis

waren het leugens
geschreven in goud en diamant
in een ritme, in een maat
die voor misdaad staat

maar zelfs het hardste mineraal
verandert weer in stof
dat zonder glans of schijn
zelfs zonder schaduw wegzweeft

zoals woorden
die zonder zinsverband
hun betekenis verloren


Peter Posthumus

Share This:

Ien Verrips helemaal klaar met de groeiende metropool



nooit klaar
deze groeiende metropool
waar bekend terrein
zich transformeert
gedijt en doormuteert
zoals een stad dat doet  
aanhoudend daarmee verdergaat
zich oprekt, uitstrekt
en aan de rand
het land zich eigen maakt

Ien Verrips

Share This:

Karin Beumkes: Wij onderscheiden ons – de zeugen verwachten jongen – de koning bedient de reuzenbarbecue…

De zeugen verwachten weer
jongen in april,

Aloha dichter
Vanaf een heerlijk lenteachtig eiland mijn bijdrage voor de maandag.
Slaap zacht, lees mooi, liefs
Karin



Berichten uit de tand des tijds


Seniorenflats en varkenssteden
wij onderscheiden ons
in onze gebieden leven we goedkoop
iedereen kiest kiloknaller.

Terwijl wij krioelen
in warme zomermaanden
liggen de schappen vol
met pepernoten.

Stiltegebieden en erwtensoep
wij onderscheiden ons in fratsen.

De zeugen verwachten weer
jongen in april,

In juni bedient de koning
de reuzenbarbecue.

Karin Beumkes


Timbuk3 – National holiday https://youtu.be/KZAw7wAeKoE

Share This:

Frans Terken en Vera van der Horst winnen de enige echte virtuele ‘te veel gedacht te lang gewacht’ trofee op pomgedichten punt nl

twee gedichten te mooi om waar te zijn, deze week, te waar om nog mooi te kunnen zijn. met waarachtige pijn zoals alleen dichters deze kunnen beschrijven. Frans Terken goud! en Vera van der Horst goud! van harte. de andere dichters wil ik ook voor de breekbare woorden bedanken. maar lees Frans, lees Vera – zo droef zo mooi, zo mooi droef:


Op een briefje

Dat je hele dagen niets voelt
en het dan daarna weer te laat is
om wat je wel voelde te delen

zo leeg als je voor de deur staat
niet weet of het bellen of kloppen is
zoals je vroeger deed

je oefent even de glimlach
waarmee je haar schalks zou verleiden
proeft dat het nauwelijks een grijns haalt

dat het vergeefs is voor je eraan begint
het terughalen van de wind in haar haren
stormachtig schrijven waar je in onder ging

en blijft het onuitgesproken
als de naam naast de brievenbus
aan wie je op papier al je liefde schonk

© FT 16.04.2021


–>
het ‘weggegooide geluk’ zo mooi bezongen door jack poels in het zachte moedertaal limburgs van oa de dichter frans terken met daarbij de verklaring ‘Te veel gedacht te lang gewacht’ als thema – is gefundenes fressen voor elke dichter natuurlijk. in dit geval gesungenes fressen. het eerlijke onontkoombare dat een leven invreet een leven lang blijft doorvreten – ergens moeten we van die voortdurende knagende pijn kunnen lezen – anders is er geen eremetaal deze week.
nou van die pijn lezen bij frans. de leegheid, de gelatenheid, de zware gang naar een voordeur, het naambordje en alles wat in het leven  voorbijging zonder enig wezenlijk resultaat. ten onder gaan als je aan die wapperende haren dacht/denkt. (mooi beeld) – te lang gewacht te veel gedacht – én te vaak beschreven in die zin dat het niet anders kon. in zinnen die niet anders konden.
 


Je kwam in drieën en ging alleen

Daar waar ik je het eerste zag
zo onbevangen als je stond, je ogen
straalden, uit je hoofd vol blonde krullen,
daar sloeg mijn hart al tomeloos
en bang

daarna de eeuwen aan de lijn
hoe je mijn oren streelde
als je met zachte stem
mijn jurk beschreef
die ik toen droeg

en dat je in de taxi sprong
ineens liep je in mijn kamer rond
je tekende jezelf in het schilderij
dat voor me op de ezel stond
je was te mooi voor mij
Ik brak

Nu denk ik vaak nog
aan de vijvers in je ogen lief
toen je ging en droom
met regelmaat dat
ik in witte nachtjapon
mezelf in jouw dromen vlieg.

Vera van der Horst –


op de valreep ingestuurd – ik had Frans Terken al voor het goud – maar om dit gedicht kan ik niet heen – die bangheid in de eerste strofe prachtig, de eeuwen in de tweede, hoe hij zichzelf tekende in veraas schilderij – ze brak! prachtig – de vijvers in zijn ogen en hoe ze daar aan denkt. ja vera mag blijven – ik zeg deze week 2x goud ook voor vera.
  • Frans Terken: zo leeg als je voor de deur staat
  • Rik van Boeckel: hij ziet sterren in de golven
  • Paul Bezembinder: in de loop der tijden
  • Petra Maria: morgen zal alles beschreven worden
  • Ditmar Bakker: buiten bloeit een hatelijke lente
  • Cartouche: en ik daar op het terras
  • Erika De Stercke: de avond omarmt
  • Babak Amiri: Dat het op een dinsdag moest
  • Vera van der Horst: je was te mooi voor mij – Ik brak
  • wedstrijd gesloten

wie wint de enige echte virtuele ‘Te veel gedacht te lang gewacht’ trofee op pomgedichten punt nl?

om te huilen zo mooi deze week  – een verwoestend romantisch lied – in de versie van Jack Poels/Rowwen Heze –   maar ook met een nederlandse tekst te genieten – het ooit en toen zo smartelijk weggegooide geluk in venlo, in limburg, in nederland, overal ter wereld. een universeel gegeven. deze week gaan we op de pom het gevoel aan, het gevoel in. u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.

Het was twaalf uur in Venlo
Het werd tijd om naar huis te gaan
Toen iemand zie, hey loop eens mee
Het is hier nog niet gedaan
Ik keek je aan en ik schrok er van
Ik had je jaren niet zien staan
Je was nog mooi, net zo mooi
Als toen in het begin

Op het kerkplein in november
Zag ik je voor de eerste keer
De wind die waaide door je haar
En ik zag het gevaar
Ik zag mijn hand al in jouw hand
En dacht loop door loop door
Onderweg heb ik mijn zelf verteld
Het was niet meer dan een blad dat valt

Maar een blad dat valt en een boek gaat dicht
Maar wat bleek, dat was jouw gezicht
Overdag de zon en ’s nachts de maan
Ik kon je ogen niet weerstaan
Ik dacht meer aan jou dan aan mijzelf
Ik dacht dagen aan een stuk
Wat is dit nou, Mooie Vrouw
Dit is weggegooid geluk

En ’s nachts in bed, slaap ik net
Kom jij op bezoek bij mij
Mijn bed is koud, mijn kamer kaal
En ik droom haar daar staan
En je bent zacht als dons als vacht
En ik draai mij om je heen
En in je armen word ik warm
En droom mijn mooiste zin

Te veel gedacht te lang gewacht
Ik ging door op halve kracht
Er bleef niets meer over van dit schip
Het dreef langzaam tot een stip
Tot een puntje aan de horizon
Op een oceaan zo groot
Ik heb alles overboord gegooid
En de haven die kwam nooit

Het was ’s morgens vroeg in Venlo
Hoog tijd om naar huis te gaan
Je keek mij aan en ik keek jou aan
Van kijk ons hier nu staan
Ik greep je hand en ik lachte want
Je gezicht en jouw naam
En hoe je keek je haar weg streek
Toen de zon aan de hemel kwam

in het venloos door: Jack Poels – oorsprong: Patrick Kavanagh liefdesgedicht ‘On Raglan Road’
foto: Ben Kleyn


nee
 
ik ben je nog niet vergeten
nee zeker niet
het verhaal is van de eenvoud mooi
 
je was met je vriendin
je noemde je naam
en ik wist niet wat er met mij gebeurde
 
die avond was geen avond
die avond was er voor altijd
 
 
pom wolff
 


Glinsterend hartenlied

Het glinsterend water is geen droom
een werkelijk beeld van stralen geïnjecteerd in gracht en stroom

zonnegolven schijnen in pupillen
van lonkende ogen onder de wenkbrauw van deze lentedag opgeslagen

hij ziet sterren in de golven
zij hoopt dat hij haar ziet
nu hij staart voorbij de dauw van dagen

ze wacht zo lang geen blik te veel
hij kijkt omhoog ziet wolken stil
zij gaat voorbij gesloten deuren

haar schaduw blijft een droom
de hoek om valt haar standbeeld
in duizend duigen bij het huis

hij zingt het glinsterend hartenlied
wringt zich in kromme bochten
dansend langs haar verloren schaduw.

Rik van Boeckel
16 april 2021


–>
het is me te ingewikkeld beschreven  dit gevoel tussen twee mensen – het gedicht met net teveel mooie woorden opgekalefaterd – de pijn verdreven verschreven. met glinstering, dauw, sterren en dansen onder zonnegolven. pijn doet pijn. pijn is kaal. pijn is enkelvoudig en direct.



Exponentieel verval

Toen we in de loop der tijden
alchemistische verbindingen
door algebraïsche vervingen,
raakten wij ook als wetmatig
de verbinding met de dingen,
de chemie tussen ons beiden,
ons plekje in de wereld kwijt.

Paul Bezembinder


–>
inderdaad – bij reacties van hogere orde is de halfwaardetijd niet altijd even constant – paul wijst ons op dat gegeven – dat we het thema niet verwarren met scheikunde t 1
/
2
{\displaystyle t_{1/2}} of kernfysica – tijd waarna van een oorspronkelijke hoeveelheid stof nog precies de helft over is. het verval gedegen genoteerd in 6 regels poëzie.
 

ze zeggen dat het lente wordt
met bloesem en al
zal alles wel uitkomen dit jaar

de winter staat nog vers geschreven
tussen de regels
van gedachten aan elkaar

Ik heb altijd liever dat je blijft
er zijn ons zoveel dagen niet gegeven

morgen
morgen zal alles beschreven worden
waar zo op wordt gewacht


petra maria


–>
we lezen wel bij petra maria van de pijn – maar deze pijn snijdt niet genoeg. deze pijn is nog te mooi gehouden. pijn is pijn. en gaat door alles heen. en de dichter heeft de opdracht pijn ook als pijn te laten voelen aan zijn of haar lezer. als het pijn is dan is het ook pijn. dan ook geen bloemetjes of zachte winters. nee dan winters waar alles van je afvriest tot de dood erop volgt zodat je niets meer voelen kunt. het ijs onder je voeten vandaan glijdt.

Het Liefdesverdriet

De schemering valt in en rode rozen
verwelken naast het veel te leeg matras
waar ik zo graag gedichten voor je las
als onderbreking van het minnekozen;
gedachtenis aan het genadeloze
versterven van wat ons gegeven was:
ook liefde teerde in tot een karkas
van wrede en voortschrijdende necrose.

Doorwaakte nacht tot ’s ochtends vroeg, dan staat er
nog steeds die vaas vol dood; een efficiënte
herinnering aan wat je opwacht, later.
Memorie van gelukkige momenten
verdampt, heel langzaam, met het bloemenwater,
wijl buiten bloeit een hatelijke lente.

***[D.B.]


–>
‘die interende liefde in een hatelijke lente’ – prachtig beschreven maar wel erg direct. een directheid die er mag zijn in proza zeg ik – maar in de poëzie te weinig afstand biedt aan de lezer. het is net te leids dit prachtige gedicht net  te weinig limburgs. het gedicht zweeft ergens qua sjeu tussen frans terken en paul bezembinder – tussen het gevoel en de ratio. met prachtige vondsten – dat dan weer wel: een te leeg matras. ja daarvoor ga je niet naar de ikea. ‘een vaas vol dood’ nee die koop je niet bij de ikea die koop je bij de dichter Ditmar Bakker – ik schrijf zijn naam maar weer eens in hoofdletters. het hoofd dat net teveel wilde deze week. schoonheid en pijn verbind je niet met een surplus aan schoonheid.

Mijn Gran Reserva

Zo’n goddelijke dag, het hoofd vol
voorjaarszon, het kerkplein dat volstroomde
voor de hoogmis – jij –  die even inhield, opkeek
en ik daar op het terras wachtend op mijn portie
stoofvlees met een kelkje – Lowlander White,*nee
liever nog een Rioja gran reserva encarnado – jij
ja hoe ik je wilde – indrinken, de vraagtekens
in je ogen tot uitroeptekens uitleggen en hoe
 
de wijzers de tijd tikten en 8 sloegen
ze te lezen, de vinger in het haar, de mond
die opwaarts- een hooglied van verlangen –
hoe het mij, brekebeen, verstijfde, verlamde
en opsloot in een cirkelgang van blijven
zitten, denken, wegen, een leven lang
een draai gaf, mijn nachten brak
in stukken weggegooid geluk
 
waar ik nu begot
mijn hand voor om zou draaien
 
(* Lowlander white, een soort Amsterdamse variant van een Wieckse witte )


16-04-2021
Cartouche


–>
veel bijlagen deze week bij Cartouche. de bijsluiters met zuurvlees en ossenwit – biertje erbij meneer? voor je het weet zit je op een verboden terras met die Vromen – je tegoed te doen aan limburgse gerechten. je verstaat ze niet. cartouche eet altijd met zijn  mond vol woorden- zo ook zijn gedichten – met zijn woorden vol. maar in alles lezen we wel de pijn van de gebroken nachten – zelfs ‘het weggegooid geluk’ ligt er in brokken – gebroken bij. ik zou wel die prachtige vondst van poels tussen aanhalingstekens plaatsen Gérard. en die laatste twee regels svp schrappen. pijn doet pijn – echte pijn is een leven lang pijn. jij maakt met die laatste twee regels er een pijntje van. bij elkaar een lekker terrasgedicht.
 
 
[Zie mij hier helemaal stuk mijn dagen zitten slijten
vol zuurvlees en ossenwit met mezelf in mijn maag]

nu

onze wereld 
in twee verdelen 
lichten aan en uit   
 
nadenken verzwakt 
de avond omarmt 
wat we willen 

de spiegel 
kent geen eeuwigheid 
enkel een beslagen rand 

Erika De Stercke 


–>
tsja ik wil het graag geloven erika. maar het gedicht getuigt volgens mij meer van genot dan van pijn. ik gun Erika van alles het beste – en waar de handen vol van zijn het hart ook natuurlijk.
 

Ik kan niet dansen en dinsdag is  
een goede dag om dood te gaan   

Het voicemail-lampje knippert in vierkwartsmaat  
Nooit in zevenachste, nooit in negen 
 
Ik kan niet dansen en de nachten verwachten onregelmatig 
de regelmatige danspasjes die ik niet heb  
 
Dat ik je naam vergeten ben 
Dat ik je niet ten dans gevraagd heb  
Dat het op een dinsdag moest  
 
Ik zet een spiegel voor jouw spiegel om  
de eindeloze afstand tussen ons te weerspiegelen  

Babak Amiri


–>
ik begrijp de onmacht hier beschreven door de dichter – dat wel – de pogingen om nog tot iets te komen. maar de regels die bij mij binnen komen zijn niet die van de worsteling maar die van de eenvoud:
 
Dat ik je naam vergeten ben 
Dat ik je niet ten dans gevraagd heb  
Dat het op een dinsdag moest  

 
hierna mag het gedicht voor mij beginnen, de worstelingen voorbij. met pijn graag dichter met die onontkoombare pijn waarbij je maag je maag omdraait en omdraait. zoals alleen dichters dat kunnen beschrijven.
 

Share This:

MAX LEROU: ‘Lief jouw bericht. En dat het een dag plus een maand te laat binnenkwam geeft mij reden een extra glas te schenken….’


Lief jouw bericht. En dat het een dag plus een maand te laat binnenkwam geeft mij reden een extra glas te schenken. Er kan nooit teveel gevierd!
Kus voor Annemarie ook
xx
 

 

Verzonden: maandag 12 april 2021 08:47
Onderwerp: Re: dag des heren
 
ik geloof een dagje te laat max – hoe dan ook – het jaar weer voor ons – om het leven te vieren en het vieren te beleven. voor jou en jouw liefde 365 mooie dagen, XXX
 
From: max lerou
Sent: Sunday, March 21, 2021 2:30 AM
To: pomgedichten@gmail.com
Subject: dag des heren
 
                                       
 
de magere school

buuf heeft een keuken vol
wortelen broccoli kolen
bonen in vele kleuren
kikkererwten en paddenstoelen
(helaas niet hallucinogeen)
en veel vergeten groenten
deze vrouw heeft ijzer in haar geheugen
man zaliger zijn leven lang gekotterd
het hangen aan de touwen de vissies
met dagelijks een smakelijk gepeuzel
nog was er geen manlief overboord
tot hij werd gedotterd
 
zo leuk de vissenvormpjes van de action
de blender ook daarin verdwijnt
met messiaans vermorzelen de vezel
uit een ver verleden – met een beetje bloem
stampt ze een vormpje vol en volgt een twee drie
in godsnaam keurslijf en al nog één keer
ziedend zwemmen in een zuigende zee
 
ml
 

Share This:

Suzanne Krijger schoon

Schoon


Ik hing de was uit
Zoals elke dag
Ik had nooit gedacht dat dat hetgeen zou zijn dat dagelijks gelijk zou staan aan het bestaan
Ik zie mijn dochters het ook doen
Wanneer ze snel naar huis gaan omdat de was klaar is wil ik ze langer houden maar
Soms is de middag klaar
Ik weet dat het niet alleen om aan waslijnen hangen gaat
Maar soms zou ik meer woorden willen vinden om mijn dochters te sturen in de droogte van het leven

Suzanne Krijger

Share This:

onze vogelaar MIRJAM AL bericht: ‘een gevecht, een avontuur en krachtmeting, liefde en strijd, liefkozen en slaan…’


Dagboekaantekening

Kijk de vogel daar zitten tussen de bloesemende Japanse kers.
Hij luistert aandachtig mee, net als ik.
Strawinsky’s concert voor twee piano’s gespeeld door de gebroeders Jusse.
Onvoorstelbaar, hoe ze dat doen en spelen.
Het is een gevecht, een avontuur en krachtmeting,
liefde en strijd, liefkozen en slaan;
jij wilt zo en ik zo, daar is geen middenweg tussen die twee.
En de vogel blijft luisteren, zijn vogelhart zingt mee
en dat is in de meeste gevallen
het beste wat er kan gebeuren.
 
April 2021, Mirjam Al

Share This:

Keats op zijn Bakkers: Ha Pom – het werd weer eens tijd voor een vertaling, dit keer heb ik maar wat makkelijks genomen. En nu ga ik paracetamol halen want die is inmiddels op.



ODE OP EEN GRIEKSE VAAS

Gij maagdelijke bruid van zwijgzaamheid,
gij pleegkind van de stilte en trage stonden,
kroniek van ’t woud, der bloemen faam bepleit
zoeter dan onze rijmsels dat ooit konden!
Welk mythe bladdert van uw vormen af,
van goden, stervelingen, of van beide,
uit Tempi; een Arcadische vallei?
Welk mansfiguren en afkerig meiden?
Welk twist ontkomen? Welke jacht in draf?
Welk schel gefluit? Welk heerlijk razernij?

Zang klinkt zoet, onbemerkte melodie
is zoeter, dus, zacht instrument, speel door;
niet voor de luister, maar liever esprit:
bespeel elk ijdel geest zonder gehoor.
Jong schoon onder het loof, voor immer leent
die boom zijn blad, gelijk resteert uw zang.
brutale minnaar, zo uw doel dichtbij,
nooit kust u haar. Dat u dit niet beweent:
al grijpt u naast ’t geluk, zij straalt altijd,
u mint voor eeuwig, schoon blijft zij zo lang!

Blijmoedig elke tak! Nooit verlaat u
het lover, of wenst Lente u vaarwel;
En blij de muzikant ook, die als nu
voor altijd fluiten kan zijn jeugdig spel;
Blijmoedig liefde! Liefde, blij, blij, blij!
Voor altijd vastgezet en warm genot,
voor altijd ademend, voor altijd jong,
waar al het menselijk gevoel gedijt,
verheft het hart tot schrijnen en leidt tot
een koortsig voorhoofd, uitgedroogde tong.

Wie zijn zij, komend naar dit offer toe?
Naar welk groen blok, oh duister acoliet,
leidt gij die hemelwaarts balkende koe
met ’n flank van goud waarop men bloemen ziet?
En welk gehucht bij zee, of naast ’n rivier,
of uitgehouwen in een berg, tot vrede,
werd dees vroom ochtend door dit volk ontvlucht?
Nu zullen, klein gehucht, uw pleinen hier
steeds stilblijven, geen ziel vertelt de reden
van uwer eenzaamheid, keert ooit terug.

Attica in vorm! Schoon zetsel met fijn
gemarmerd mannen, maagden ingezet,
waar boomtressen, vertrapte grassen zijn,
dolmakend is uw stille silhouet,
net als de eeuwigheid: kil herdersdicht!
Maakt ouderdom een lichting mensen rot,
gij blijft hun weldoener: wijl in hun schoot
rust ander leed, eender uw troostrijk bod:
“Schoonheid is waar, in waarheid schoonheid ligt,
da’s al men weet, en men op aarde noodt.”

—-

ODE ON A GRECIAN URN
Thou still unravish’d bride of quietness,
Thou foster-child of silence and slow time,
Sylvan historian, who canst thus express
A flowery tale more sweetly than our rhyme:
What leaf-fring’d legend haunts about thy shape
Of deities or mortals, or of both,
In Tempe or the dales of Arcady?
What men or gods are these? What maidens loth?
What mad pursuit? What struggle to escape?
What pipes and timbrels? What wild ecstasy?

Heard melodies are sweet, but those unheard
Are sweeter; therefore, ye soft pipes, play on;
Not to the sensual ear, but, more endear’d,
Pipe to the spirit ditties of no tone:
Fair youth, beneath the trees, thou canst not leave
Thy song, nor ever can those trees be bare;
Bold Lover, never, never canst thou kiss,
Though winning near the goal yet, do not grieve;
She cannot fade, though thou hast not thy bliss,
For ever wilt thou love, and she be fair!

Ah, happy, happy boughs! that cannot shed
Your leaves, nor ever bid the Spring adieu;
And, happy melodist, unwearied,
For ever piping songs for ever new;
More happy love! more happy, happy love!
For ever warm and still to be enjoy’d,
For ever panting, and for ever young;
All breathing human passion far above,
That leaves a heart high-sorrowful and cloy’d,
A burning forehead, and a parching tongue.

Who are these coming to the sacrifice?
To what green altar, O mysterious priest,
Lead’st thou that heifer lowing at the skies,
And all her silken flanks with garlands drest?
What little town by river or sea shore,
Or mountain-built with peaceful citadel,
Is emptied of this folk, this pious morn?
And, little town, thy streets for evermore
Will silent be; and not a soul to tell
Why thou art desolate, can e’er return.

O Attic shape! Fair attitude! with brede
Of marble men and maidens overwrought,
With forest branches and the trodden weed;
Thou, silent form, dost tease us out of thought
As doth eternity: Cold Pastoral!
When old age shall this generation waste,
Thou shalt remain, in midst of other woe
Than ours, a friend to man, to whom thou say’st,
“Beauty is truth, truth beauty,—that is all
Ye know on earth, and all ye need to know.”
***[John Keats.]

Share This:

Ien Verrips op de dinsdag: over wat? over JARGON



Jargon
 
als een woord of een begrip
de  lading dekt
goed scrabble punten scoort
en lekker bekt
dat toch
zo’n prachtig woord
ten onder gaat
aan slijtage door teveel gebruik en
niet meer verder komt door overwicht
belast met duiding aan betekenis
 tot de magie verdwijnt

Ien Verrips

Share This:

De nieuwe Beumkes is gezet! ‘Je was twaalf en uit een oranje bol mocht je een paar ogen snijden de neus verminken…’

Je was twaalf en uit een oranje bol
mocht je een paar ogen snijden
de neus verminken

Dear Pom
Vorige week in onze rubriek had ik het over het hogere hallelujah van mezelf. Vandaag gaat het om mijn lagere hallelujah. Het voortdurende gereis van een ouwe rotbrommer achter de jongens aan. Welk peilloze energie, als ik daar nu aan terugdenk rollen de tranen van het lachen over mijn gezicht. Veel plezier met:



Sint Maarten


Je was twaalf en uit een oranje bol
mocht je een paar ogen snijden
de neus verminken
en van de mond
maakte je een afgrijselijke lach
achter drie tanden giechelde een theelichtje.


Je was twaalf en verdwaalde
(het kleine lampje in de bol ook ook)
poink poink trommelden je laarzen
het trottoir was bezaaid met versnaperingen
vele wikkels voelden zich zonder lijf en rilden


Je was twaalf, je verloor je sigaretten
je was net ongesteld geworden
één borst was zo groot als een pompoen
er groeiden haren tussen je benen
je zou er morgen iets onmiddellijks mee doen

je was twaalf.



Muziek: Willy Deville –  Angel eyes https://youtu.be/dS_gDuSbGnY


Liefs

Karin

Share This: