Deze week was niet gemakkelijk. Mijn 20-jarige poes moest ik in de armen van een engel geven, Vroeger dronk ik zoiets weg. Nu zit ik met een braaf colaatje op de bank. Vroeger was ik een van hun, tegenwoordig vind ik het lastig en vervelend om dronken mensen te zien. Ze zwalken maar wat. Ze zwalken me net iets te veel. Ik schreef dit gedicht, oordeel zelf.
Liefs Karin
Lor
Eén pilsje kan je nog hebben, Twee ook nog wel. Daarna begint je geroezemoes hinderlijk te worden. Na vier pilsjes wordt je regelrecht vals.
Jij zingt, maar ik voel me een spijker, een kaarsrechte ijzeren spijker die jouw dronken gedaante doorboort.
Na zeven pilsjes besta je enkel uit een woord en ik ga verder elders kijken.
Waar zijn ze? Die onbezonnen zondagen dat je na een after, ergens onbesuisd met je kop nog in de wolken, in een onbekend bed belandde om er diezelfde avond nog met een houten hoofd vol goede moed weer uit te kruipen?
Ongeremd op zoek naar nieuwe avonturen. Dat je de barman nog even op de valreep een laatste cognac laat inschenken om deze vervolgens ergens onderweg naar vergetelheid onaangeroerd te laten staan. Dat de chauffeur van je Uber naast je in slaap stort en jij onverhoeds naar het tollende stuurwiel moet grijpen om niet pardoes in de greppel te belanden.
Niets meer van dat alles lijkt er nog te zijn sinds we ons met z´n allen verkrampt door het leven sleuren; vermurwt op zoek naar een uitgang. Is alles straks slechts nog een kwestie van overleven in een hopeloze dystopie die zelfs door god himself vergeten is? Als in een globale psychose waarin de thought police haar inwoners de les leest en je dwingt blauw of rood te kiezen. Het galmt door m´n kop. Liberté? Egalité? Fraternité? Het zijn nog slechts drie losse woorden; loze frasen, als begrip beroofd van de samenhang die ze ooit betekenis gaf. Ik ben erin verdwaald. In het wit van de tricolore. In de baard van sinterklaas. De kerstman zo u wilt.
Ik geloof niet meer. Geloof ik. Waar is die dag dat god nog gewoon een DJ was?
Kwart over 9 en er hangt een rust in huize Koenderman. Uit de boxen speelt smooth jazz, manlief werkt rustig boven thuis, zoonlief leeft het studentenleven op zijn kamer en heeft beloofd vandaag de lege pakken drinken en pizzadozen weg te gooien en de bezem er flink doorheen te halen, maar slaapt nu nog uit, want zijn studiegenoten sprak hij nog om 4 uur vannacht. Als het om game design en development gaat heb je als ouders altijd het idee dat er tot diep in de nacht gegamed wordt terwijl het antwoord dan is nee hoor we werken hard aan een deadline. Aan het gelach te horen leveren die deadlines altijd veel plezier op.
De jongste dochter is vroeg uit de veren, speelt met de katten en maakt nog even de opmerking dat we een vriend vanmiddag komt en dat hij mee blijft eten. “Je weet dat hij niet gevaccineerd is mam, niet omdat hij niet wil, maar van de artsen niet mag, maar hij heeft wel een herstelbewijs”. Het maakt me niet uit, iedereen is welkom zolang hij leeft met verstand, maar vooral niet vergeet te leven. De wereld lijkt naar met alle tweestrijd. Vrienden verdwijnen van het smoelenboek, omdat ze het corona gezeik en geruzie zat worden. Mensen waar je het nooit van verwacht had worden actieve wappies die de ene theorie na de andere rondstrooien en je waarschuwen voor het gevaar en de derde wereldoorlog die aan de gang is maar wat je niet ziet door je oogkleppen.
Ook die wappie blijft welkom zolang het onderwerp in huis niet over corona gaat. Poltiek in de breedste zin van het woord is wel bespreekbaar, maar vooral niet te lang, want dat is ook oeverloos gezemel waar we niet uitkomen. Twijfel…Joz Knoop had het er gisteren nog over in een gezellig telefoongesprek…het overheerst met een doel. Binnenkort gaan we dat samen nog eens bespreken op het politiebureau van Heilige Boontjes. Een ding daar twijfel ik niet aan…een heilig boontje ben ik dus niet. De grootste waarheid en misschien ook wel mijn grootste geluk.
Geachte heer Wolff, Vorige week stond ik in Brussel een gedicht voor te dragen, dat ik een jaar eerder geschreven had, alvorens ik naar Brussel ging. Het was enkel tijdlozer geworden. Hoogachtend, Von XX
Bezette stad Bezette staat Het maakt niet uit waar je nog gaat Alle landen doen maar wat
Macht heeft geen handen meer Kapitaal heeft geen naam De dreiging is evenwel de heraut Van het nieuwe gareel
Ons verstand laat ons zelden in de steek Maar het verstand, van het onverstand, ziet geen verschil Europa is geïnfecteerd Je kunt het niet bevechten Je kunt hopen en wegkruipen
Alles van la Coruña tot Kiruna Is een rode zone Iedereen is ziek of verdacht Veroordeeld of in de beklaagdenbank Op de zwarte lijst
Of in de witte corridors van de sterfhuizen Met wetten en verordeningen en consensus Dat de overwinning enkel komt, middels een onwankelbaar geloof Dit is groter dan jij en ik Groter dan ons allen
II
Als sluipende atheïst Veins ik te schuilen Zoek een onderduikadres Een dubbele wand Een losse vloerplank Reis op valse papieren
Naar ergens Waar het niet beter mag zijn Onderwijl
Is het verzet, zonder opstand Is het verzet, zonder revolutie Verzet, zonder oogmerk Résistance pour la résistance Voor resistentie En immuniteit Voor onschendbaarheid (Als mens)
Niet als verdachte Als zieke, als ziekte Als gevolg van de fluister die wegsterft
Er was eens Een vleermuis
III
Waar de waarheid is, weet ik niet Discussiëren over cijfers heeft geen zin als je niet kunt rekenen Spreek me geen Chinees, als je weet dat ik het niet versta
Je Kunt je afvragen, wat noodzakelijk is Je Kunt je afvragen, wat oorzakelijk is
Beiden wonen we in een bezette stad De wegen die ons verbinden ne sont pas des chémins de la liberté Maakt waar Dan nog wat uit
Plaats is dan gelijk Nergens veiliger Dan waar we toch al zijn Een bezette stad Een bezette staat Een bezeten toestand Een verdeling, door de hand Van een onbekende nieuwe god
IV
Streep het allemaal tegen elkaar weg En houdt een holle passage over Stilte, tussendoor de ruis Ruimte, tussen de schotten Steegjes, vergeten Zolders, en onder stof Jaren geleden, en achter luikjes verborgen
Geschuurd en overgeverfd, tot in den treure Kan niet verbergen
Voorts in de nacht Wordt het zicht beter Als je voldoende wortelen eet En luistert naar het knagen
Epiloog
Als het zo ver komt Klopt een hand op de deur Welke zal het zijn? Spiedend tussendoor de blinden zien Strekt tot aanbeveling, alvorens open te doen
Omdat ik er wel ben, of niet En jij er wel bent, misschien
Maar ooit Ooit is het dan zeker in eender welke bezette stad Samen in dezelfde bezatte staat
Dat als daad Van verzet Vasthoudendheid En vertrouwen
Dear Pom Deze week gaan we december in. Het is de maand van het licht, het is de maand van kou en ga iets vieren met liefde. Altijd.
Liefs Karin
December
In december verliest iedereen zijn losse streken Zelfs de flodderbontjes zijn van de koude kant En elke kaars sterft. Denk je. Het is onwaar Het jaar neemt afscheid over tien slagen van seconden is deze wereld allang onderweg.