het was een prachtige wedstrijd – wedstrijd tussen aanhalingstekens zoals elke zondag op pomgedichten. een waar genoegen om de werken van de dichters te beoordelen – het maakt de zondagochtend intens. deze week zonden dichters iets van hun kwetsbaarheid in in poëzie weergegeven – dank jullie allemaal wel. de waardering een arbitraire leeservaring. goed dat deze site er is – voor de verjaagden uit de wanhoop – vandaag voor de verjaagden uit de werkelijkheid die dichters net te vaak een wanhoop is. als ik dan toch moet kiezen. kies ik voor het alomvattende van Elbert Gonggrijp, wat een prachtgedicht goud! – de nog na dampende en onontkoombare emotie van Yvonne Koenderman, zilver!! en de 9 regels eenvoud van René Hillenaar, brons – van harte!
DERHALVE Ouder schijnt het dan het alledaagse, ouder dan de tijd. Het valt niet te verbijzonderen, niets voert de boventoon. Het legt een open hand op tafel, biedt stoppels aan op een akker, plengt kille regenbuien voluit. Schuilt in een natte jas. Waar je als herinnering blijft, maar vergeten de vergeelde brieven op een verlaten zolder. Ik bedoel je dit: wij kunnen niet zonder het heimwee naar het geluk, maar nog minder met elkaar. Het blijkt de liefde maar, zo verschimmeld als oud brood, zo rijp als bedorven fruit. Wanneer erover valt te zwijgen deint het zachtjes tegen de kade, klotst het zijn waarschijnlijkheid – Elbert Gonggrijp, Egmond aan den Hoef, vrijdag 28 februari 2020 –> Een verklaring van het fenomeen en meteen ook een prachtige opening van de wedstrijd – derhalve de titel – dat we weten wat we moeten weten. het is het heimwee naar geluk. elbert vat zijn persoonlijke notie van verlangen in de mooiste regels van dit gedicht samen – daar komt hij tot de kern voor wat hem zelf betreft: wij kunnen niet zonder het heimwee naar het geluk, maar nog minder met elkaar. voorafgaand aan deze wereldregels en in de regels volgend daarop vergeet de dichter zijn lezers niet – daar mogen wij lezen hoe dat ‘heimwee naar geluk’ in elkaar steekt: dat het van alle tijden is – dat het niet af te dekken valt – dat het dus ook van alle tijden blijft – het verlangen – te ‘verbijzonderen’ is het niet (de eerste strofe) – en later in de derde strofe dat het van de liefde blijkt. en zoals alles van het water is – en zelfs na verloop van tijd in ons zwijgen dat het van de waarschijnlijkheid in ons klotsend heen en weer zal blijven gaan. verlangen valt niet te dempen,nergens, nooit. derhalve troost de dichter niet derhalve biedt de lezers geen troost – een prachtgedicht derhalve.
Ik koester zoals ik koesteren kon in de palm van schrijf woorden nooit geschreven ook niet over lippen kussen stil bewaard het glas nog halfvol voorzichtig opgeborgen in die lade boven het rif achter rib om kloppend te wachten tot het stil gevonden wordt. Yvonne Koenderman –> net als haar gezicht op de foto boven het gedicht – bijna – de woorden hier van Yvonne. een hartenkreet – de woorden lijken in een ademstoot opgeschreven – een enorme uiting van een hartstochtelijk verlangen zo lees ik dit gedicht. dat de woorden nog dampen. ja soms is poëzie de weerslag van een onbedwingbare emotie en het lijkt dan alsof de woorden die emotie opslurpen en dat de vonken er door het lezen weer van afvliegen – alle klanten op. en dat het klopt. ja dat het klopt en wacht. tot het gevonden wordt. de woorden kolken, de stilte woelt. mooi.
Elbert Gonggrijp – Waar je als herinnering blijft, … Magda Haan – gelukkig hebben we de foto’s nog Frans Terken – het wonder van wijn Ien Verrips – als ik dan toch eens … Rik van Boeckel – mijn verlangen raast langs oevers van liefdesdagen Cartouche – ik kan niet meer dan je beamen René Hillenaar – er valt geen brief op de mat Petra Maria met een wens Anke Labrie – ook niet met zijn ogen dicht Erika De Stercke – in mijn dromen de waarheid Yvonne Koenderman – tot het stil gevonden wordt
wedstrijd gesloten
https://youtu.be/zzWCw0RFPWo
wie wint de enige echte virtuele trofee van verlangen op pomgedichten? is het verlangen zoals kopland ons uitlegt het verlangen zelf of ligt het toch anders? kunnen we niet zonder verlangen? of is het die nog altijd niet opgeloste verstikkende pijn door welke je elke dag weer wordt aangevreten. VERLANGEN! elk jaar komt dit thema hier voorbij. dat we nieuwe inzichten kunnen veroveren – wellicht een nieuw medicijn kan worden geboden tegen dit wereldwijde verspreide virus in woorden – het woord is aan de dichters! u kent de regels: de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
niet over verlangen laat ik nou eens niet over verlangen schrijven niet om er van weg te blijven nee om te schrijven over een plaats in mijn hoofd waar het verlangen niet heerst het verlangen geen plaats kreeg het eeuwige verlangen naar jou én niet over jou omdat ik altijd heb gewild dat je bij mij zou blijven pom wolff
gelukkig hebben we de foto’s nog na jaren lang zuipen verzuipen, depressies, angst, ontkenning, geweld gesprekken, leugens, zorgen, boosheid, verhuizingen, verdriet gelukkig waren we altijd een hecht gezin in jouw laatste wens voor de zelfgekozen dood we stonden naast je, hielden je nog stevig vast toen je gezicht veranderde in die lieve jongen van toen Edit-gedicht n.a.v. het boek ‘Gelukkig hebben we de foto’s nog’ van Marcel Langedijk © Magda Haan –> een teer onderwerp in de wedstrijd gebracht – de vorm is iets van de poëzie – steeds een woordje meer per regel – de inhoud en de terminologie is van het proza. en het mag gezegd van indringend proza – de beschrijving van de hoofdpersoon in directheid geschilderd – zo doen dichters dat niet – prozaïsten wel – de gebeurtenis tot aan de dood toe beschreven – beklemmend – de dood als bevrijding, de herinnering aan het moment supreme keert alle ellende van het leven om en legt de ellende neer in een bedje van kinderlijke onschuld.
Liedje van Verlangen dat is het bloed dat onbekommerd rondgaat en door de aderen stroomt of nee het is de klop van het hart dat het rode bloed almaar rond en rond door het lichaam pompt of nee het is de rode wijn uit de fles hoe het gegoten in het glas dan door mond en slokdarm de maag verwent het wonder van wijn als het verandert in bloed hoe het verlangen voedt © FT 28.02.2020 –> frans maakt er maar een liedje van – je moet een vorm vinden bij dit thema. en frans plaatst het thema buiten de relatie mens-mens. het is de mens en zijn drank die de dichter aan de orde stelt – meer in het bijzonder het verlangen naar de rode wijn die in menig mens schuilgaat, post heeft gevat – zonder welke het leven niet. het gedicht eindigt met de regel – ‘hoe het verlangen voedt’- hoe het verlangen verlangen voedt, hoe de rode wijn verlangen voedt. zet je toch maar weer bram vermeulen op voordat de tweede fles open gaat. verlangen is nu eenmaal niet weg te drinken hoe existentieel hier ook beschreven. het blijft bij je als bloed. en voedt het verlangen.
VIDEO
Beste Pom, Ik hou van verlangen, verlangen is mijn middle name. Lekker verlangen dus. Ben benieuwd naar de andere inzendingen. Gedicht heeft geen titel. Fijn weekend. groeten Ien als jij dan weg moet gaan zal ik je missen naar je verlangen met je te dansen ik zal je bellen mailen appen schrijven zelfs dat ik je mis naar je verlang met je te dansen jij zou dat ook als ik dan toch eens bij je kom breekt het gemis temt even het verlangen al schiet het dansen er bij in zo is het ook als jij bij mij gemis raakt op vervaagt in nostalgie verlangen kijkt alleen terug gedanst wordt er allang niet meer Ien Verrips –> Ien vult het zo mooi door Elbert beschreven ‘heimwee naar geluk’ in – en plaatst het tegenover het missen – de pijn – ze krijgt er niet genoeg van – het verlangen als mooi ding beschreven – zo kan het ook dichters – niet getreurd dichters en mensen om de dichters heen – zie hier het medicijn van IEN – verlangen is het mooiste wat er is. IEN maakt er een dansje om het verlangen heen van. als ze bij de verlangde is schiet het dansen er vaak bij in – dan is het leven aan de orde – als de verlangde uit beeld is kan er naar hartenlust gedanst ook al wordt er niet gedanst – verlangen is de kurk waarop IEN danst.
Matigheid Ze vervult en vervuilt het leven zacht vertraagt hard en bitter liefde verplaatst woede en angst matigheid vervangt verlangen het perfecte patroon omlijst ‘t hart tot vrede uitslaat als een innerlijk vuur het uur dat mijn verlangen raast langs oevers van liefdesdagen is eerder verlaten met een snik. Rik van Boeckel 28 februari 2020 –> het leven en het onontkoombare verlangen door de dichter gelegd in het gebied tussen de woorden. tussen de woorden ‘vervullen en vervuilen’. daar ergens is het verlangen te plaatsen en te vinden – ergens daar woedde de oorlog – daar moet je ook een dichter voor zijn om dat gebied in de taal te vinden. rik is een dichter. hij biedt ons meteen ook een medicijn aan – de matigheid – een medicijn dat maar heel even werkt om vervolgens weer genadeloos het verlangen te laten botvieren in een beschreven innerlijk lichaam. weliswaar is na verloop van tijd de vrede getekend – maar toch – de persoonlijke pijn nog even aangestipt in de laatste regels. de fenomenen ontkenning, de noodzakelijke woede en de berusting met dichterlijke matigheid bestreden.
Bekroning Het bezit van de zaak is het einde ook al sprak je spaans, het is me klaar waar het volkomen nauwen kan de rook die maar trekken blijft in de long na de sprong in het diepe het naaktstrand waar je ligt te hijgen, het op – en af golven zonder einde kom laat ons, vayamos con diós zegt je hand op mijn borst de vinger op mijn lippen om alles sal reg kom, as ons..blijven verlangen, ik stuur je wel een foto zwart op wit zul je zien wat een virus vermag, hoe geweldig rondwaren is waar geen injectie tegen een leven lang ongekroonde koning, ja ik kan niet meer dan je beamen Cartouche 28-02-2020 –> ga met god – met een bovenaardse groet tracht Cartouche het fenomeen te bezweren – het is voor niets – hij zal het verlangen moeten beamen – en zo is het ook – de taal biedt in woeste herinneringen nog even uitstel – maar verlangen is uitgevonden om in het onmogelijke te berusten – en een dichter rust niet voordat hij het verlangen tot bedaren heeft gebracht – leerden we van de dichter frans terken dat het dan toch weer toch weer als bloed door ons lijf zal stromen en opnieuw het verlangen zal voeden – pas als het bloed niet meer stroomt zal het verlangen zijn bedaard. hier doemt het beeld van een spaanse schone hijgend op een naaktstrand op – een betere aanjaagster van het niet te temmen fenomeen is niet snel gevonden. cartouche legt deze aanjagende functie van spaanse schonen en passant nog even vast in dit gedicht – voor ons allemaal. dat hij het niet alleen is die aan verlangen ten gronde gaat.
Ongeveer met het wijken van de nacht strekt de dag zijn stramme licht er zwermt regen door de straat het huis wordt langzaam warm er valt geen brief op de mat ik luister hoe het tocht ongeveer verlangend naar een vrouw met dobbelstenen en eindelijk weer eens winst © René Hillenaar –> hoe betoverend de eenvoud kan zijn – de brievenbus, geen brief wel de vreselijke tocht – elke dag wéér jaar na jaar!!! geen brief zong maarten van roozendaal al en stierf. zo dodelijk kan de eenvoud zijn. het leven is altijd oppassen geblazen voor de dichters. mooi en geraffineerd beschreven in negen regels door rené: prachtige eerste strofe – het begin van de dag – de tocht in de tweede strofe en de lichte maar vergeefse hoop in de derde strofe.
VIDEO
WENS vroeger was alles dichtbij de wereld ommuurt afstand opende een boek met verhalen nu we weten wat veraf dichtbij brengt verlangen ons vastgrijpt bij de schouders in een alles verstikkende golf van pijn om wat niet is open ik de luiken en koester een wens petra maria 28 februari 2020 –> grappig dat ommuurd ook kan net als het gekozen ommuurt – de tegenwoordige tijd. petra maria openbaart ons een medicijn – wens wat je wil dat geeft ruimte, dat geeft lucht. het verlangen als wens geformuleerd biedt zicht op de toekomst en laat voor even het verleden. voorlopig is het nog even onaantastbaar – dat wel. dat ommuurt/ommuurd in de eerste strofe spookt in mijn hoofd. blijft spoken in mijn hoofd. het leidt af van het geboden medicijn hier in dit gedicht. we zijn allemaal tenslotte ommuurd door de wereld. nog wel. zo bezien is de wereld een groot kerkhof van het leven dat zich voordoet door de tijd heen – het verlangen een onderdeel – een klein onderdeel van het leven – pijn zoals pijn kan zijn. gooi de luiken open en zie daar de toekomst ligt voor u. dat is wat petra ons biedt op een mooie zondagochtend.
onvervuld de mond de huid de geur zelfs de zeer ervaren handen worden nooit haar handen ook niet met zijn ogen dicht nee geen nieuwe afspraak meer zijn agenda op het kastje naast het bed blijft gesloten voorin nog steeds die foto anke labrie –> nu maarten van roozendaal hier toch opstaat en zijn liedje zingt – liedje voor de hopelozen – die niet werden verstaan misschien omdat zij andere wegen kozen – hier in het gedicht van anke wordt het leven in een alledaagse situatie geschetst – de agenda op het kastje naast het bed als bewijsstuk – hij is zijn hoop en houvast kwijt zingt maarten – zijn hopeloze strijd – soms gaat een gedicht samen op met een liedje – een liedje met een thema – met de woorden ook. het zal niet zo zijn als de zanger zingt, niet zo als de schilder schildert, niet zo als de dichter dicht. een gedicht over onvervuld.
Vannacht Ik durf het niet te bekennen, hij een man om van te zwijmelen. Elegant intelligent, combinatie van zeldzaam geluk. De omtrekken van fletse dagen verleg ik. Vragen worden ruikers rozen en wat onmogelijk is, blijkt in mijn dromen de waarheid. Geef me jouw lippen zonder te twijfelen al is het maar om naar te kijken. Erika De Stercke –> het verlangen als waarheid in een droom door Erika beschreven. zo kan het ook nog dus. dromen dat het geluk er zal zijn, dat het er toch nog van zal komen. een in bepaalde mate bevrijdende vrolijkheid legt erika ons voor. zo kennen we Erika helemaal niet. mannen moeten gekneveld, gekild en nedergesabeld en aan een touw voortgesleept – dat is de erika die wij kennen. hier haar tedere dromen van verlangen – haar kwetsbare verademing – mooi! ja mooi – hoe hard de werkelijkheid straks weer zal zijn en aankomen.