Karin Beumkes danst en danst en danst: ‘We dansen benen uit het stof…’

Dear Pom
Dit is een gedicht uit de nieuwe elfencyclus.
Karin


Dans jezelf vrij


We dansen tegen de droogte
We dansen sterren uit de zon
We dansen benen uit het stof
We dansen in witte meidoornkransen
We dansen voor de ogen van de maan.

Toen we niet dansten was het leven een station
Toen we niet dansten huilden kinderen voor vrede
Toen we niet dansten braken de ijskappen sneller af

Toen we niet dansten zag ik jou voor een engel aan
Toen we tenslotte dansten trokken we de liefde aan.


Karin Beumkes


Muziek: Abba – Dancing queen https://youtu.be/xFrGuyw1V8s

Share This:

De enige echte virtuele zondagochtendwedstrijd in de herhaling: we schrijven 2014 met (dode en levende) dichters van toen en nu – juryvoorzitter Erwin Vogelezang met een ware spoedcursus poËzie voor de liefhebber

deze week geen zondagochtendwedstrijd – maar we herhalen – op vrijdag 2012 – zaterdag 2014 en zondagavond drie terugblikken – de wedstrijd die al meer dan een decennium land dichtersland in het weekend domineert – de enige echte virtuele – dichtersnamen van toen en nu – en zie hier die immer zo vrouwvriendelijke ROOP – bestaat ie eigenlijk nog – naar ik vermoed van niet – won toen in 2014 nog wel eens wat.

laatste leugen

op het asfalt nog wat laatste woorden
tot de liefde van haar leven
om te zeggen dat zij nooit meer
heeft gezocht omdat ze had gevonden

hij kijkt naar de gaten in haar borst
op zijn horloge er wacht eeuwigheid
natuurlijk houdt hij ook van haar
voor altijd zegt hij snel zij is
bijna dood dan kan dat wel


roop


pom:
ook een klassieker. Deze van roop. Af en rond en gaaf. Zoals mensen zijn. Voor vrouwen het ene, de mannen ala kluuns meesterwerkje. Een samenvatting van er komt een vrouw bij de dok, hier op de zondagochtend aan u gepresenteerd dames. Yvonne koenderman kijk toch uit met je liefdespoezie – paarlen voor de zwijnen kind. En op tessel al helemaal.
Je moet wel een schurk zijn om dit te kunnen schrijven. 9.5


erwin: Leestekenvrij done right, zeker in de eerste strofe, waar de zinnen keurig in hapklare brokken worden verdeeld door strategische inzet van de ‘enter’ toets. En waar de vierde regel zelfs aan kracht wint omdát de dichter de logische komma tussen ‘gezocht’ en ‘omdat’ weglaat. Daar is over nagedacht. In de tweede strofe zag ik liever wél leestekens, al was het maar omdat een goed gedicht – en dat is dit – het niet van verwarrende trucjes hoeft te hebben. Met wat minimale aanpassingen zou er dan zoiets ontstaan:


hij kijkt naar de gaten in haar borst;

op zijn horloge wacht eeuwigheid.

natuurlijk houdt hij ook van haar,

voor altijd, zegt hij snel – zij is

bijna dood, dan kan dat wel.


En vraag ik me oprecht af waarom hier niet voor is gekozen. Briljante slotregels, mede vanwege het welhaast lullige rijm. Op het lint kan uiteraard alleen maar de leugen zelf staan. Zo hoort dat. Cijfer: 8.5




 : THEMA IS DOOD – zondagochtendwedstrijd op pomgedichten – ROOP wint de enig echte virtuele van de dood kan niemand winnen trofee op pomgedichten – ERWIN VOGELEZANG juryvoorzitter geeft niets kado. Helena de Clercq zilver, Martin M Aart de Jong brons
Gepost op 2014/3/16 13:40:00 (813 keer gelezen)

http://www.erwinv.net/
Ha Pom, Je bent vroeg op! Eh..ik zit niet heel royaal in mijn tijd, maar voor de dood moet ik als (ex?) eenzame uitvaart dichter een uitzondering maken. Dat doe ik dus ook. Kan er alleen niet al teveel werk van maken, dus kort & bondig wordt dan het devies. Net als het leven zelf dus. Als dat geen bezwaar is, slijp ik de zeis. Erwin

http:/www.pomgedichten.nl/modules/news/article.php?stor
https://www.pomgedichten.nl/modules/news/article.php?storyi
ik ben hier om u gerust te stellen:
uw voeten vonden feilloos een weg.
uw hond vond het fijn u te volgen.
u heeft volbracht.

Erwin Vogelezang







We zullen de traditie niet breken en een oppeppend woord van de jury voorzitter laten vooraf gaan aan de grillige en de met een goed slagersmes geslepen commentaren. Juryvoorzitter is deze week richting roots: ‘Maestro, Ik heb morgen een optreden in het altijd mooie Beesel (Limburg). Dus ik moet vroeg uit de veren. De dichters moeten het dus een weekje zonder mijn deskundigheid en mededogen stellen.’
de gezelligheid uit huis, zit uw webmaster natuurlijk wel met al die graftakken in het altijd zo mooie buitenveldert. De dood is een aansprekend thema. Voor vele dichters, moet ook geconstateerd. Van roop tot joop, van amber tot en met helena – we zullen hier manmoedig de dood in de ogen zien. Een prachtig boeket zo bij elkaar op deze vrolijke lente ochtend in maart. We laten ons de krenten niet uit de poezie snoepen door die beselaren. Met zoveel mooie dood om ons heen hebben we limburg niet nodig om in de rouwstemming te geraken. We wensen de juryvoorzitter veel löss en zegen. Joop komen bedanken we voor de prozaische opwekker, de teaser bij ons thema deze week. joop zag er al velen gaan en blijft bewogen.








JOOP KOMEN troost Rosita
RIK VAN BOECKEL van de dood kan niemand winnen
FRANS TERKEN waar doe je het allemaal voor
MARC TIEFENTHAL laat het opklaren
MAX LEROU met de dood op weg
JOOP KOMEN over dood mos
JAN ANTON GILLES voor straks
YVONNE KOENDERMAN voor als het stil wordt
HELENA DE CLERCQ in het sandelhout
ROOP en de laatste leugen
AMBER HELENA REISIG over wat blijft
MIKE PLATENKAMP over wie nu aan de beurt is
MARTIN M AART DE JONG met tekst en uitleg
JAKO FENNEK mooie woorden
ROBIN VEEN zonder filter
RONALD M OFFERMAN tijd zat

WEDSTRIJD GESLOTEN – juryvoorzitter vogelezang maakt er toch werk van. een ware spoedcursus poëzie voor de liefhebber. my dear. lees de kritiek bij frans terken bijvoorbeeld. hier leert u meer dan in 100 jaar dichten. huiver maar sidder niet. dank jullie wel voor al het moois. hoe de zeis ook zwiept en welke teksten ook op het lint.


dat u het alvast weet – THEMA IS DOOD!
– deadline zondag 1100 uur. en graag nog vóór uw crematie. het is zoals rik van boeckel schreef – van de dood kan niemand winnen – wie wint de enige echte van de dood kan niemand winnen trofee met uw juryvoorzitter erwin vogelezang en het hondstrouwe jurylid pom wolff – zij geven een tien of ietsje minder voor uw dood. of gladiolen. gedichten niet te lang. commentaar als altijd verzekerd bij de uni-fee.







Oosterbosch, woensdag 12 maart 2014

Herman,

Het is vandaag precies twee jaar geleden dat je mij en Harald verliet.
Soms lijkt het me of deze twee jaren langer duurden dan onze zeven
huwelijksjaren, maar juist op deze dag wil ik niet klagen.
In mijn laatste brief van verleden week schreef ik je dat Harald een week
voor zijn zesde verjaardag waterpokken kreeg, dus die verjaardag hebben we
niet kunnen vieren zoals we hadden gewild.
Inmiddels is hij weer opgeknapt en gaan we volgende week alsnog het dagje
naar Artis dat eigenlijk voor zijn verjaardag was gepland.
Herman, jouw plotselinge vertrek doet me nog steeds veel pijn.
Dikwijls vraag ik me af waar ik schuldig ben en of ik het had kunnen
voorkomen.
Ja, jij had je werk en ik had mijn werk.
Soms spraken we elkaar dagenlang niet. Dan was jij in het buitenland of ik
was voor de zaak een paar dagen naar een of ander symposium.
Toch waren de dagen die we beiden thuis konden doorbrengen altijd weer een
feest.
Samen Harald naar bed brengen, waarbij we om beurten hem een verhaaltje
vertelden en daarna heerlijk relaxed urenlang met elkaar praten, een glas
drinken en naar muziek luisteren.
Juist die dagen mis ik Herman.
De stille, eenzame avonden als ik Harald naar bed heb gebracht.
Ja, ik luister nog steeds naar de muziek die we beiden zo mooi vonden en ik
drink nog steeds een glaasje, maar de muziek klinkt anders en de wijn
smaakt anders.
Wat ik ’s avonds hoor, proef en ruik is de eenzaamheid.
Zie dit niet als een klaagzang van mij, maar als een ontboezeming.
Maar die twee jaar duurden lang Herman, veel te lang.
Ik ben nu eenendertig en heb nog een leven voor me.
Verleden week sprak Karel me aan op kantoor en hij zinspeelde erop of ik
misschien zin had om een avond met hem uit eten te gaan.
‘Ik ben een vrije jongen en jij bent een vrije meid, dus wat staat ons in
de weg’, zei hij.
Ik weigerde het aanbod maar ik twijfel of ik daar goed aan heb gedaan.
Natuurlijk besef ik dat jij niet bij mij zult terugkomen Herman, maar iets
in mij zegt me dat ik geen verbintenis met een ander moet aangaan.
Toch twijfel ik de laatste tijd of ik daar wel goed aan doe, maar voorlopig
laat ik het maar zoals het is.
Tenslotte eist Harald ook een groot gedeelte van mijn tijd op, maar het
zijn die vervloekte avonden die mij zo deprimeren.
Sorry Herman, deze brief is, net als de vorige, weer uitgedraaid op een
klaagzang.
Ik beloof je dat de volgende brief wat vrolijker zal zijn.
Desondanks moet ik deze brief evengoed eindigen met een onaangename
mededeling.
De bloemen die ik eergisteren bij je heb gelegd waren gisteren verdwenen.
De mentaliteit van de mensen gaat zienderogen naar een dieptepunt.
Morgen leg ik nieuwe bloemen bij je neer.

Liefs,
Rosita.


Joop Komen






Beste Pom
Ik zie dat Hongerlief Tilburg heeft overleefd, ik hoop dat ik Dichter bij de Bar in Delft dit weekend overleef en dat ik nog meemaak dat ik win of niet in deze virtuele wedstrijd. Maar wat maakt het uit, van de dood kan niemand winnen. Zolang ik leef, zal ik echter dichten. Om voort te leven als ik dood ben? Misschien. Daar gaan de anderen over en schreef Sartre niet: de hel dat zijn de anderen. Maar als ik dicht en musiceer, voel ik de hemel en maakt het niet uit wat de anderen denken. Wat de anderen denken is dan virtueel. Zie ik je nog aan de bar in Delft.
Groeten, Rik



Slotakkoord

Ik ben het verleden
dat geen toekomst meer heeft
een ondernemer die begrafenissen leeft
over geschiedenis heerst

wie zijn er allen langs geweest
om het loodje op een steen te leggen
nu onontkoombaar aarde en as
eeuwige stilte aanroepen

wie verder gaat denkt eraan
wie de dans ontspringt leeft ermee
wie de slaap niet vat gaat ’n keer

en ik, ik schrijf een gedenkteken
op de ik die losgelaten wordt
zodat mijn naam voortleeft
in de rust van wat men eeuwigheid noemt
een laatste woord en slotakkoord.

Rik van Boeckel
15 maart 2014


pom: van de dood kan niemand winnen schreef rik in zijn inleiding. Een waarheid als een graftak. Gedicht met uitvaartgeluiden, een laatste inspanning en dan sterven de klanken van rik weg de grote leegte in. Dat beeld wordt hier wel opgeroepen. Een slotakkoord als lekkere binnenkomer. Voor al uw begrafenissen en crematies rik van boeckel – een vrolijk uiteinde met tromgeroffel. Garantie tot aan de drempel van uw eigen eeuwigheid. Zolang u leeft zal rik dichten. 7


erwin: Leest primambachtelijk weg, maar het blijft beperkt tot aarzelend schrapen aan de kist. De eerste strofe suggereert dat we in de huid van een begrafenisondernemer kruipen, maar helaas. Strofe 2 verzandt in platitudes en mist wat poëzie tot poëzie maakt. zoals een originele invalshoek. Want: steen, aarde, as en eeuwige stilte: als je 500 willekeurige voorbijgangers vraagt welke woorden ze met dood associëren, zullen deze minimaal 331 keer worden genoemd. Ik geloof niet dat ik daar een dichter voor nodig heb. De rest van het gedicht houdt dit niveau – goed leesbaar, maar niet opzienbarend – vast. Nergens een beeld dat zich als een zombie een weg naar mijn ingewanden vreet of een moment waar ik me als lezer over kan verbazen. Ik vermoed dat een heleboel mensen het mooi zullen vinden, want het is nogal middle of the road. Mij spreekt het helaas (?) niet bijzonder aan. Tekst op het lint: “zijn naam leeft voort, maar hoe hij heette, dat zijn we vergeette.”
5.5








Dag Pom,
Een vast gegeven, dit thema, dat weer van alles losmaakt. En of het allemaal zin heeft, denk je wel eens.
Mijn bijdrage, de titel is een citaat van L.P. Boon, uit De Kapellekensbaan, blz. 231.
Geen plagiaat, meer een verwijzing.
En nu naar Delft, Dichter bij de Bar, voor zingeving ahw.





‘Zij leven een beetje en daarna sterven zij een beetje’.


Het is wat het telkens weer is
de dingen doen met moed en
wanhoop en er dan zo voor staan
dat het hoofd in de handen verzaakt

dat je je afvraagt waarom
zou je het allemaal doen als je beetje
bij beetje mag leven om dan voetje voor
voetje verder te gaan in sterven

je voedt een bovenkamer tot
de raderen vastroesten tandwielen harsen
de zandkorrels ertussen tot een klont

niet meer woedt het onweer van verbazing
sloop waar je het hoofd op neerlegt
en wacht op de slag van de klok


Frans Terken 15032014




pom: ivan wolfers niet echt bang voor zijn dood, lezen we in de ZINN herinner ik, in een interview met rick de leeuw, mensen sterven zoals ze geleefd hebben – leefden ze laf dan sterven ze ook laf, en moedig dan moedig. Zoiets is troostrijk. Frans Terken schetst het leven op het vlaamse platteland. Alles draait door de modder totdat het raderwerk hapert en niet verder gaat. Een instrumentele opvatting van de dood. Mogen we lezen. De tijd tikt door. En alles klont. 7


erwin: Zij leven een beetje
Prachtige titel natuurlijk. Daarvoor alvast een bonuszeisje, want beter goed gejat dan slecht verzonnen en de dood is de grootste dief van allemaal, dus het past nog keurig in het thema ook. Het lankmoedig fatalistische toontje bevalt me. Bovendien is er veel werk van enjambementen gemaakt. Misschien een beetje te veel zelfs, want hier en daar (strofe 3 en 4) vind ik dat de alsikhetleukafbreeklijkthetveelbetekenisvoller grens wordt gepasseerd. Strofe 2 speelt aardig met de titel, hoewel het met wat kleine aanpassingen nog beter wordt. Zo zou ik ‘gaan’ liever vermijden. Een voorzetje:



dat je je afvraagt waarom

zou je het allemaal doen als je beetje

bij beetje mag leven om dan voetje voor

voetje te sterven



Maar; geen halszaak. Ik heb meer moeite met de over elkaar heen buitelende beelden in strofe 3. Vastroesten en harsen? Zandkorrels harsen? Tot een klont? Een roestig harsende zandklont? Als losse beelden kan het, maar in deze combinatie komt het gezocht en warrig over. Ik zie het niet.

In strofe 4 breekt de weigering om leestekens te gebruiken de dichter op. Analoog aan de alsikhetleukafbreeklijkthetveelbetekenisvoller grens komt hier namelijk de zonderleestekenslijkthetveelbetekenisvoller grens in zicht. Waarom moet ik als lezer moeite doen om te begrijpen dat verbazing/sloop geen doorlopende zin is? Cheap tricks, zeker als het wél in een keer doorlezen van de zin geen extra betekenislaag toevoegt. Een gedicht in wording, wat mij betreft. Mag ik? Als jurylid heb ik carte blanche, dus:



niet woedt het onweer van verbazing.

sloop, waar je hoofd op legt,

klok, die wacht op slag.



Kijk, net even wat spannender.



Op het lint: “En morgen weer aan het werk”
6.5







Vrij en blij

Ik stond op van de schrijftafel,
het thema viel
dood.

Er zijn er die nog dromen
van hoogblote ruggen en langslanke handen
om hun kist een duw in hun dode rug te geven.

In al hun verwarring
krijgen ze
dit op hun dode rijtje.

Waar ze eenvoudig
ter aarde of ter lucht besteld
niets meer hoeven uit te maken.

Het klaart al op.



marc tiefenthal



pom: we krijgen of nemen teveel op ons bordje lijkt de tief ons mee te geven. De dood als een bevrijding uit het dagelijks gedoe. De lucht klaart lekker op van de crematiedampen. De ontbinding nabij? Maak u geen zorgen – er valt veel van u af. 7.5


erwin: Vrij en blij
Heel aardig, vind ik. Met een bonuszeis voor het achteloze slotzinnetje. Ik irriteer me vanaf de tweede keer lezen aan het hoge Attila de Hun gehalte van strofe 2 en 3 en zou minimaal één ‘hun’ aborteren. Strofen 2 (zelfs mét dubbele ‘hun’) en 4 bevallen me prima. De eerste strofe is standalone leuk, maar (ik zal het vast niet snappen) lijkt uit een ander gedicht afkomstig. En strofe 3 voegt wat mij betreft aan geen enkel gedicht iets toe. Het beste vind ik de overgang van de ‘mooie’ beelden naar de dood in strofe 2. Dat is goed gedaan en zag ik niet aankomen. Met wat zondagsgefröbel neig ik naar:



Er zijn er die nog dromen

van hoogblote ruggen en langslanke handen

om de kist een duw in doderug te geven.



Waar ze eenvoudig

ter aarde of ter lucht besteld

niets meer uit hoeven te maken.



Het klaart al op.



Tekst op het lint: “Hij kon het dus toch met minder woorden af.”
7.5








Goeiemorgen Pom…ik sta nu bij Ticketmaster in de wachtrij; kennelijk
wil iedereen nog eenmaal de Rolling Stones zien voordat ze omvallen.
Ondertussen stuur ik je alvast wat woorden bij het thema van dit weekeinde.
Groet de buffels, maxx




geen pik zo hard als het leven

stervende artiesten met het trieste
gelaat van een verstoten minnaar
hij heeft ze al zo vaak gezien

koud en bloedeloos het hoofd onder protest
verlaten denken ze nog er onderuit te komen
tot de dood zijn stem verheft

eens gegeven blijft gegeven
we doen hier niet aan bijna dood

tevreden kijkt hij uit over de akker die hij
al zo lang bewerkt en negeert de opstandigen
met hun al stomptandige monden

fris en monter gaat de dood dan weer op weg
vrienden maken voor het leven

ml



pom:
‘we doen hier niet aan bijna dood’ een regel uit de klassieker van max lerou die louter en alleen uit klassieke regels bestaat. Van de dood zal niemand winnen – daar zorgt de immer nog vitale max lerou wel voor. Met deze wetenschap is het prettig leven. Ook uw vijanden gaan eraan. 9


erwin: Leestekenloos dichten; het lijkt de nieuwe standaard, maar ik krijg er geen warmkloppende plasser van en vind het eigenlijk zelden iets toevoegen. In de meeste gevallen maakt het de boel minder goed leesbaar en komt het nogal interessanterig over. In dit gedicht voegt het gebrek aan leestekens – verrassing! – niets toe, behalve dan wat leesongemak, vooral bij S2,l1/l2 (‘het hoofd onder protest verlaten denken ze nog’). Bescheiden leesongemak, dat wel, dus de schade valt mee, maar de vraag blijft of er een bewuste keuze aan ten grondslag ligt.

Allez, genoeg gezeurd. Ik vind het een aardig gedicht, maar niet meer dan dat. En waarschijnlijk meer geschikt om te horen dan om te lezen. Als leesgedicht mist het wat mij betreft namelijk diepgang en/of dat raadselachtige element dat herlezingslust opwekt. Een what you read is what you get gedicht. En diepgang? You can’t always get what you want. Met deze titel en openingsstrofe had ik wel wat meer rock & roll verwacht. Waarom de dode artiesten niet in een chain gang op de dodenakkers laten werken of zo? Het blijft uiteindelijk wat braafjes. Meer Saskia & Serge dan Glimmer Twins. Meer gewilde bravoure dan wezenlijke bite. Het prima scharnierzinnetje – we doen hier niet aan bijna dood – lijkt aan een gedicht van mijn gewaardeerd medejurylid ontsnapt. Maar dat terzijde. Op het lint: “Like a rolling kiezel”
Cijfer: 6








Beste Pom, omdat ik zeker van wil zijn dat deze inzending voor mijn
crematie wordt verzonden, stuur ik hem maar zo vroeg mogelijk in.




dood mos

het rook er altijd muf
in oma’s huis
naar pepermunt, riool
en mottenballen
zevenenveertig elf
op ’t pluche tafelkleed
een open krant
voor pindadoppen

op het petroleumstel
pannetje soep
of sudderlappen

en paarse steentjes
in de tuin
met
mos.


joop komen


pom: ergens ligt er toch wel wat onheil spellends in oma’s tuin op ons te wachten. De sfeer van oma dichtbij gehaald. En toch heb ik weinig met deze opsomming. De spanning had wat meer uitgeschreven gekund. Het gedicht zakt een beetje als dood mos in elkaar. Maar ja joop had al met het beginverhaal het beste van zich zelf gegeven. Nu we allemaal wat ouder worden en beginnen te begrijpen dat joop komen uit gendringen ons allemaal zal overleven moeten we toch ook rekening houden met de overdrachtelijkheid van zijn woorden. De tuin van joop vol paarse steentjes. Bij elke dood meer kleur in zijn tuin. Mos komt en mos gaat. De paarse steentjes blijven. In de tuin van joop valt nog veel te beleven. 6


erwin: Dood mos
Opsommingen; ik hou er wel van. Zoals in Aguas de Marco van Stan Getz bijvoorbeeld (The wood of the wind / A cliff, a fall / A scratch, a lump / It is nothing at all). Maar dan moet de opsomming de lezer wel op sleeptouw nemen, ergens naartoe leiden, iets suggereren, meer worden dan de som der delen. De vraag is of dit gedicht dat effect bewerkstelligt. Het antwoord is wat mij betreft helaas ‘nee’, want het slotbeeld slaagt er niet in de voorafgaande opsomming voldoende lading mee te geven. Met de aantekening dat ik de significantie van de *paarse* steentjes niet meekrijg. Misschien zit daar dan de clou? Daarnaast vind ik pepermunt per definitie niet muf ruiken. Ik denk dat ik daar niet helemaal alleen in sta, want ik heb Menthos nog nooit aangeprezen gezien als ‘gegarandeerd muffe adem in een klein en handzaam tabletje’. Op het lint: “Zal mos missen”. Cijfer: 5.








Als ik er niet meer ben

Als ik dood ben
plant dan een bosje Gaura’s in je tuin
als het dan op een luwe zomeravond schemert
zou je een wolkje witte vlinders kunnen zien
 
Je zou je ook voor kunnen voorstellen
dat het mijn gedachten zijn
mijn gedichten
die steeds in beweging waren
 
zoekend naar de essentie van schoonheid en bestaan.


Jan Anton Gilles


pom: een beetje over de dood heen regeren is het wel anton. De opdracht aan een geliefde. Wel integer hier gegeven. Met mooie woorden voorzien. Een wolkje witte vlinders zal ze zien, een scheutje melk in de koffie – een ligstoel – in gedachten. De poezie. Het is zo als de dichter schreef: ‘sterven doe je niet alleen – doodgaan doe je in een ander’. 6.5


erwin: Zoeter dan stevia. Sentimenteler dan een zigeunertraan in slow motion. En daarmee – mea maxima culpa – niet aan mij besteed. Desalniettemin neem ik aan dat de dichter niet bewust het stotteren tot poëzie tracht te promoveren in de eerste regel van de tweede strofe (voor/voor kunnen stellen). Ruimhartig schrijf ik dit stottermomentje toe aan het opwellen van grootse emoties. Uiteraard weer geen leestekens, behalve een eenzame punt aan het slot. Moet het geheel dan worden geconsumeerd als één doorlopende zin? Maar wat doet die hoofdletter aan het begin van de tweede strofe daar dan? Raadsels, raadsels. Volgens mij is het inmiddels revolutionairderder om wél leestekens te gebruiken. Eh…ver buiten mijn referentiekader, dus lastig te beoordelen. Wel een bonuszeis voor het übersupercute ‘een wolkje vlinders’ – wat mij betreft graag zonder ‘witte’, want dat kan ik er zelf nog wel bij verzinnen en als ik er een kleurrijke wolk van wil maken, moet me dat ook vrij staan, toch? Op het lint: het volledige gedicht, uiteraard! Cijfer: 4.5





Als het ooit stil wordt
weet dat ik van je hou.
Als de laatste regel lijkt geschreven
weet dat het verhaal nooit eindigt.
Als wat er was in lucht lijkt op te gaan,
weet dat die lucht je altijd zal omarmen
en dat je me zult ademen
zoals ik jou adem.


Yvonne Koenderman



pom: een mooi liefdesliedje. Ach waarom zullen we ook niet bij leven al de dood meegeven en neerleggen in een bedje van luchtige liefde. De kracht van de eenvoud. Ik zou het gedicht nog een keer herschrijven – nog eenvoudiger maken. Zit een beetje teveel ‘als’ in. Een gevoel moet ook bewerkt. Poezie is ook schaven en zweten – uit dit gevoel kan een gedicht gemaakt dat we tot in lengte van jaren in rouwadvertenties zouden kunnen gaan lezen. aan het werk luie sloerie zou de oude heer aachenende roepen. alleen in poezie is het goed sterven. 6


erwin: Zonder titel
Call me a cynic, maar met wat fantasie hebben de slotregels iets bedreigends. Gaat je geliefde dood – toch al een bummer momentje – blijk je plotseling veroordeeld te zijn die altijd in te blijven ademen. En, nu wordt het echt griezelig, andersom! De levenden ademen de doden in. De doden de levenden uit. Zoiets? Snif, snif, ik ruik een nieuwe religie. Lief bedoeld gedicht dat een bescheiden bonuszeis verdient voor de omarmende lucht, maar verder te weinig toevoegt aan het bestaande canon doodspoëzie. Op het lint: “Gewoon door blijven ademen”. Cijfer: 4









Testament

doe niet flauw wanneer ik dood ben
vlijmscherp afgesneden van mijn lieve lijf

zoek het strand en bouw een mooie stapel sandelhout
draag mij naakt de haren wuivend in de ochtendbries

leg mij neer. mijn hoofd nog even opgeheven
hoger dan mijn dunne schouders. kruis

mijn armen over wat mijn volle borsten waren
laat de dauw het holle bekken van mijn

hongerbuik beminnen. wacht geduldig want de zee
komt altijd weer. breng de vlam en laat mij gaan

zoals ik ben geweest: van vuur en water. gooi misschien
-wat lief van jou- nog een bloem na voor de clownvis


helena de clercq


pom: zo kan het ook. De opdracht. Onze helena heeft goed gekeken en de aftakeling in kaart gebracht om er vervolgens poezie in aan te brengen. Heuvels en dalen. Vooral dalen. ‘breng de vlam en laat mij gaan..’ – moedig voorwaarts de dood in. Sterven zoals ze blijkbaar heeft geleefd. De woorden van ivan wolfers hier in poezie geetaleerd. En een liefdevolle laatste strofe – nog een beetje teer verlangen is wat ons rest:
‘gooi misschien
wat lief van jou, nog een bloem na voor de clownvis’
wie zo een gedicht schrijft weet natuurlijk wel dat dit het gedicht zal zijn dat bij de eigen uitvaart plechtigheid voorgelezen wordt. Helena wil als clownvis onze herinnering in. 8


erwin: Testament
Leestekens; heerlijk! Al was het maar omdat de slimme enjambementen, zoals bij ‘kruis/mijn armen’ meteen een heel stuk beter uit de verf komen. Een gedicht als een met liefde geconstrueerde brandstapel; teder, precies, breekbaar en voldoende krachtig om het vermoeide lijf te dragen. Hier en daar wat al te ronkend en/of opzichtig geconstrueerd (vooral bij ‘draag mij naakt de haren wuivend in de ochtendbries’ heb ik de neiging om de dodemansmaat op mijn knieën mee te meppen en wordt het me iets té bewust dichterlijk), maar daar staan meer dan genoeg yep-momenten tegenover. Zoals het al aangehaalde enjambement. Zoals het stiekem rijmende ‘volle/holle’. En zoals het beeld van de dauw die het holle bekken van de hongerbuik bemint. Mooi! Het ‘wat lief van jou’ valt wat taal betreft een beetje uit de toon en ‘breng de vlam en laat mij gaan’ vind ik wat obligaat, maar een gedicht waarin bloemen naar een clownvis worden geworpen, verdient per definitie twee bonuszeisjes. Op het lint: “Zij was maar een clownvis. En nu is zij dood.”. Cijfer: 8.5






laatste leugen

op het asfalt nog wat laatste woorden
tot de liefde van haar leven
om te zeggen dat zij nooit meer
heeft gezocht omdat ze had gevonden

hij kijkt naar de gaten in haar borst
op zijn horloge er wacht eeuwigheid
natuurlijk houdt hij ook van haar
voor altijd zegt hij snel zij is
bijna dood dan kan dat wel


roop


pom:
ook een klassieker. Deze van roop. Af en rond en gaaf. Zoals mensen zijn. Voor vrouwen het ene, de mannen ala kluuns meesterwerkje. Een samenvatting van er komt een vrouw bij de dok, hier op de zondagochtend aan u gepresenteerd dames. Yvonne koenderman kijk toch uit met je liefdespoezie – paarlen voor de zwijnen kind. En op tessel al helemaal.
Je moet wel een schurk zijn om dit te kunnen schrijven. 9.5


erwin: Leestekenvrij done right, zeker in de eerste strofe, waar de zinnen keurig in hapklare brokken worden verdeeld door strategische inzet van de ‘enter’ toets. En waar de vierde regel zelfs aan kracht wint omdát de dichter de logische komma tussen ‘gezocht’ en ‘omdat’ weglaat. Daar is over nagedacht. In de tweede strofe zag ik liever wél leestekens, al was het maar omdat een goed gedicht – en dat is dit – het niet van verwarrende trucjes hoeft te hebben. Met wat minimale aanpassingen zou er dan zoiets ontstaan:


hij kijkt naar de gaten in haar borst;

op zijn horloge wacht eeuwigheid.

natuurlijk houdt hij ook van haar,

voor altijd, zegt hij snel – zij is

bijna dood, dan kan dat wel.


En vraag ik me oprecht af waarom hier niet voor is gekozen. Briljante slotregels, mede vanwege het welhaast lullige rijm. Op het lint kan uiteraard alleen maar de leugen zelf staan. Zo hoort dat. Cijfer: 8.5










in iedere dag


in de ogen van de oudere zien we de jongere
in het leven van de een groeit de ander
nestelt zich langzaam in, klauwt zich
uit de plooien van de buik – in het sterven
van de ouder neemt het kind rollen aan

mijn vader nam mij zodat ik voor hem
kon zorgen, ik nam mijzelf voor het
voortleven van mijn moeder
in iedere dag zit niet minder dan dat:

men neemt de positie van het sterven
weer aan, de huid groeit om het lichaam
de nagels trekken in tot klauwen
de dood daalt in, zeggen ze, de dood
trekt en scheurt – de mensen staan

het lichaam ligt – de oudere het eeuwige
de jongere de veroordeling
in de huls van huid staat een mens op
de zoon, de dochter, de overgeblevene



Amber-Helena Reisig
www.amberhelenareisig.nl


pom: nogal lichamelijk allemaal. Laten we zeggen – dit gaat tenminste ergens over. Over wat er meegenomen wordt. En dat het leven overgaat ook. Poezie vanuit de binnenkant op het leven gelegd.

mijn vader nam mij zodat ik voor hem
kon zorgen, ik nam mijzelf voor het
voortleven van mijn moeder
in iedere dag zit niet minder dan dat:

de sleutelregels van het gedicht naar ik vermoed. Wel overtuigend deze amber helena reisig. Er kruipt en schuurt van alles van binnen naar buiten. Een gedicht met haken en ogen. Ambers ogen.
Los van de tekst ken ik dit gedicht in de performance. Die is genadeloos raak. 8


erwin: Een gedicht dat me bepaald niet naar binnen stofzuigert. Strofe 1 doet me eerder denken aan een gestaltpsychologie-symposium (een norse David Lynch als spreker van dienst) dan aan poëzie. Waarbij ik de laatste twee regels bijna pijnlijk lelijk vind. “In het sterven / van de ouder neemt het kind rollen aan”? Ik begrijp er hoegenaamd niets van. Hoe werkt dat dan precies? De ouder sterft en daar*in* neemt het kind rollen (zoals?) aan? En dat proces vindt dan tijdens het sterven plaats? Een jakkie-bah binnenkomer van jewelste, die strofe. Of ‘mijn vader nam mij’ al dan niet letterlijk dient te worden genomen, wil ik niet weten. En hoe nagels die *intrekken* klauwen worden? Ik heb vermoedelijk de verkeerde horrorfilms gezien, maar wat mij betreft is het toch een stuk logischer wanneer nagels uitgroeien tot klauwen dan andersom. Poëtische vrijheid be damned.

Wat me vooral opvalt, is het gewicht van de taal. De talige massa is zo groot, dat ik bijna verwacht dat het gedicht halverwege in een zwart gat verandert. Ja, er staan wat aardige, lossere zinsneden in, zoals het laconieke ‘de mensen staan/het lichaam ligt’ (leuke observatie) en ‘in iedere dag zit niet minder dan dat’. Maar ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat er beduidend meer betekenis wordt gesuggereerd dan het gedicht uiteindelijk waarmaakt. Onder andere door het overdadige gebruik van Grote Woorden als ‘klauwen’, ‘oudere, ‘eeuwige’, ‘veroordeling’ et cetera. Het is nogal plechtstatig en waarschijnlijk geschreven om schuimbekkend voor te dragen. Als tweederangs ontvanger – een lezer – kan ik er niet zo veel mee. Misschien dat ik te shallow ben om het allemaal te begrijpen. Ik blijf namelijk – ondanks alle grote woorden – achter met een verrassend leeg gevoel. Op het lint: “in een huls van huid”. Cijfer: 4

PS. Er stond een linkje onder het gedicht en als ik dat volg, kom ik uit bij (in ieder geval) één gedicht dat wat mij betreft stukken beter begint, namelijk met de strofe ‘mijn moeder gebruikt haar vaders wandelstok / eerder dan dat hij dat deed / ik hoor ’s nachts haar sloffen op de gang / vragen of het toilet nog dichter kan’.








gelispeld in een rijstpapieren oortje

het leven:
u heeft met volle teugen genoten
de herinneringen ingekleurd
uw wijze levensvisie gedeeld
u kunt tevreden zijn, wat een prachtige
kinderen en kleinkinderen
verzamelen zich rond uw bed

de verpleging:
zo, zijn ze weer weg
wat een drukte he, al die familie
een droge broek, gemalen voer
tv aan of uit, kunt u bij de bel
voor als u alleen bent, straks
mevrouw, mevrouw, oehoe

de dood:
Ik wil jou niet, je bent te oud
jij hangt daar best tussen de slangen
ik wil een kind, een vader, een moeder
waar op gerekend wordt, en jij
waar niemand nog een
verwachting van koestert dan
te sterven

bent nog lang niet aan de beurt


mp


pom: je bent te oud – ik wil jou niet – de dood aan het woord. vergeef het me maar ik moet toch lachen. Ondanks het droevige beeld. aanklacht tegen de zorg die door de politiek aan de heidenen wordt overgeleverd. Mooie titel – heldere scenes. ‘kunt u bij de bel’ – nederland anno 2014 – stem pvda-vvd. Tussen de slangen hang je goed. 7


erwin: Een aardig uitgangspunt: wie wil sterven, mag niet. En ondertussen raken we de jongeren (deze week weer twee hier) kwijt. Om over Philip Seymour Hoffman nog te zwijgen. Het gedicht vind ik wat al te eenvoudig en clichématig. De oudere heeft ‘met volle teugen genoten’, ‘een wijze levensvisie gedeeld’ et cetera. It’s all tell. En dus blijft poëzie per definitie een no show. Je leeft als lezer ook voor geen meter mee, want de hoofdpersoon blijft van bordkarton. Of rijstpapier, zo je wilt. Wat rest is een werkbaar basisidee en een paar aanzetjes tot beelden/aardige afbrekingen in de slotstrofe. Op het lint: “Verwachting ingelost” Cijfer: 5





Hoi Pom,
De wekelijkse wedstrijd was vroeger een wat onregelmatig gebeuren. Zo langzamerhand is het een wekelijkse orgie van dringende dichters die allemaal hun gouden naamplaatje op de kwaliteitssite van de Noordelijke Nederlanden willen zien schitteren. Ik ben een beetje metaalmoe. Nieuwe wegen aan het bewandelen om mezelf op te laden tot het schrijven van gedichten. Om daar vervolgens de wereld mee te bestoken, zoals we vroeger met pijlen schoten uit plastic buizen en heilig geloofden in onze oorlogen met vijandelijke vrienden. Op een gegeven moment is het spel uit. Wanneer precies weet ik niet meer. Vermoedelijk was ik dertien. Mijn interesses gingen uit naar andere zaken. Er kwamen heuveltjes op de meisjes. Of die heuveltjes begonnen je steeds meer op te vallen. Je kwam er de dag wel mee door. Met die bewonderenswaardige heuveltjes.
Zoals ik ook de dag wel door kwam met het verzinnen van een gedicht voor de wedstrijd op je site. Maar op een gegeven moment wil je weer iets anders. Dan lonken de heuveltjes in de verte. Snap je Pom. Maar ik probeer het nog een keer. Omdat jij het bent.




Tekst & Uitleg.


Vroeger dacht ik dat het iets buitengewoons was.
Dat het de werkelijkheid oversteeg, net als neuken
eigenlijk. Dan zouden de wolken zich ontvouwen.
Zou je vijf dimensies diep het leven zien en vrouwen;


je zou ze begrijpen zonder taal. Het stond als een paal
in je broekzak boven water. Later zou het je worden
uitgelegd. Je zou de zinnen van het leven lezen. Tot
je erachter kwam dat de jongen naast je kanker had.


Het meisje voor je borsten. Met geen van beiden
wilde je ruilen. Maar om beiden zou je wel kunnen
huilen. Twee tranen uit je blinde oog. Tweeduizend


uit je ziende. Maar je begreep er niets van. Wie
verdiende hier iets aan? Die langzame dood. Die
smachtende heuvels. Je wilde het helemaal bevatten.


Martin M Aart de Jong.


pom: Een heel gedicht en dan ook nog een midlife column. Waar heb ik het allemaal aan verdiend. We sterven wat af. Elke mens zijn eigen crisis. De diepte in om anders weer boven te komen. Elke 10 jaar even op de plaats rust. stilstaan bij de zinloosheid der dingen. En wie onderin verzandt die heeft het gehad. Het is niet anders. Dan is het beter maar te sterven. Het wachten is op de nieuwe martin aart de jong. In het gedicht een terugblik uit het vooronder. Zuurstof lonkt aan de oppervlakte. Daar is het goed ademen. Wie zich zelf overleeft kan er weer tegenaan. De komende tien jaar. We gaan het beleven. Mag ik alvast een handtekening? Martin. Dan hoef ik straks niet in de rij te staan. 8


erwin: Puike eerste strofe. Bij ‘paal / in je broekzak’ moet ik even een puberboertje wegslikken, maar de slotzin van die strofe maakt dat goed. Ik zou bij de overgang van S2 naar S3 kiezen voor


je erachter kwam dat de jongen naast je kanker had,


het meisje voor je borsten.


En vind het dan een erg natuurlijke – eenvoudig zonder plat te worden – verbintenis tussen seks en dood. Mooi ambivalent. Lekker achteloos opgeschreven. Een flinke bonuszeis dus voor dit zinnetje van de dag. Dit gedicht is een potentiële winnaar, maar redt het (voor mij althans) net niet. Vanwege het ruilen/huilen (kukelt over het randje) en omdat ik de indruk heb dat het slot nog nét wat beter/spannender/veelzeggender kan. Misschien met ‘omvatten’ of iets in die geest. Het slaat nu zeker niet dood, maar mist de oomph die het verdere gedicht wel kenmerkt. Op het lint: “And I will remember the place that is now / That has ended before the beginning” Cijfer: 8







mooie woorden

ze lag daar zo, de dood in haar
zijn plaats heroverd
we hadden alles al besproken, al lang
tevoren, van hoe en waar, aan wie
een kaart, muziek, het liefst geen bloemen
wie wat zeggen zou
de steen, vooral geen poespas
eenvoud is het mooiste
ik schrijf iets voor je
in mooie woorden, op rijm, als ‘t moet


jako fennek


pom: ‘van hoe en waar en wie wat zeggen zou’ – mooie regels ja. Ik mis een beetje roops venijn dat ook jako niet vreemd is. Wel integer dit.
Nu is het een beetje veel van het zelfde. Aangenaam om te lezen, beeld is duidelijk. sympathiek ook. Maar ik mis de duivel. 6.5


erwin: Ze worden korter, zo naar het einde toe. Niet erg, want 6+ uur gedichten van (on)zinnig commentaar voorzien, is een virtuele marathon. Hier kan ik met de beste wil van de wereld niet meer over zeggen dan dat het een klein, schattig gedichtje is voor een geliefde. Vervang alleen ‘ze’ en ‘haar’ (verderop consequent ‘je, dus waarschijnlijk is dit een restje van een eerdere versie) door ‘je’ in regel 1 en klaar. Voor die, al dan niet hypothetische, geliefde lijkt het me een mooi dingetje. Als gedicht is het me wat al te eenvoudig. Op het lint: “Dit rijmt.” Cijfer: 4.5









LONG

Je ademt zwammen uit.
Het weer zit in je ogen.
Steeds dichter staan de wanden om je bed.
Ga nu maar liggen, ma.
De schroeven heb ik klaargelegd.

Zal ik vast bloemen voor je kopen?
Neem ik meteen een pakje Camel voor je mee.

Wat zeg je ,mam?
Ja, zonder filter.


Robin Veen


pom:
nou hier is de duivel in hoogst eigen persoon aanwezig – dat moet gezegd. De zoon die de schroeven al klaar heeft liggen. Zo lees je het niet vaak. Poezie en cabaret in een. Ja ik houd hier van – ik kan er niets aan doen. Mijn zondag is goed. De poezie is zeker niet vergeten in de eerste strofe. Nivo Roop zonder meer. 9.5


erwin: De eerste strofe bevalt me wel. Met een bonuszeis voor het onheilspellende karakter. De muren komen hier letterlijk op de patiënt af. Als gepatenteerd humorloos man, kan ik echter niet zo gek veel met wat er op die strofe volgt. Te nudge nudge, wink wink voor mij. En omdat dit vervolg bijna 40 procent van het gedicht beslaat, houdt het dan dus snel op. Op het lint: “Ik rook straks gewoon verder”. Cijfer: 6






Tijd zat (2)

Er is nog tijd zat
De dood bestaat niet
Om me heen zie ik ze gaan
Maar in mij woekert het leven
Zoals nooit tevoren

De tijd speelt geen rol
Vandaag morgen gisteren
Toen of nu
We drinken wat en
Leven verder

Sommige dingen duren lang
Sommige kort
Sommige dingen
Blijven zoals ze zijn
Leeftijd is slechts een getal

Maar het gevoel
Dat is voor eeuwig


Ronald M.Offerman
Amsterdam 16-03-2014


pom:
ben er niet kapot van ron. Teveel woorden voor het zelfde. De onvervalste echtheid wordt hier niet gehaald. Hier wordt beschreven wat eigenlijk moet worden gedicht. 5

erwin: Ik hoopte op een smakelijke uitsmijter, maar deze eieren willen niet eens breken. Lijdt aan hetzelfde euvel als een van de gedichten hierboven: it’s all tell. In dit geval een opsomming van tegelwijsheden, met als treurig Delfts blauw dieptepunt ‘leeftijd is slechts een getal’. Op het lint: “Wijsheid naar keuze”. Cijfer: 3

Share This:

De enige echte virtuele zondagochtendwedstrijd in de herhaling – we schrijven 2012 – met dichtersnamen van toen en nu

deze week geen zondagochtendwedstrijd – maar we herhalen – op vrijdag – zaterdag en zondagavond drie terugblikken – de wedstrijd die al meer dan een decennium land dichtersland in het weekend domineert – de enige echte virtuele – dichtersnamen van toen en nu – en zie hier die immer zo handtastelijke martin aart – bestaat ie eigenlijk nog – naar ik vermoed van niet – won toen in 2012 nog wel eens wat.

assepoester

ik sloeg een wak in meisjes ogen
wilde leven met de dag met jou
gebogen 28 graden zonnewarmte
met jouw verschijning om mij heen

ik wilde nooit meer ongelukkig zijn
en vanaf morgen de jaren terug
slaan als een blad uit oude boeken
waarin ik eeuwen opgeschreven had

passeerde generaties zwom door
zeëen kwam je tegen op een blad.
ik sloeg een hoofdstuk af verdween

in kantlijnen om weg te dromen in
de nacht van grote woorden zag ik
hoe een koningin tot spiegels sprak.



Martin Aart de Jon
g


Gedichten : MARTIN AART DE JONG wint de enige echte virtuele waar ga jij nou weer in op? trofee op pomgedichten – JOSSE KOK zilver en CAROLA brons
Gepost door Pom Wolff op 2012/2/19 8:30:00 (897 keer gelezen)
wedstrijd is gesloten. prachtige inzendingen. een lust voor het oog lijf en leden.ben er in op gegaan. dank jullie wel. mooi. mijn waardering in schrift en punten hierbij. de results of the amsterdam jury sturen we om 11.00 uur richting utrecht waar juryvoorzitter Peter Le Nobel zijn 100 punten over de gedichten uitspreidt.


Carola gaat op in liefgedoe- pom 15 peter 11
VON SOLO in kraaltjes- pom 4 peter 10
Tiefenthal in alle ernst- pom 2 peter 4
Gino van Weenen helemaal in marianne- pom 5 peter 4
Frans Terken in haar ogen- pom 5 peter 3
Erwin Troost in haar cocoshuid- pom 5 peter 3
Max Lerou ook al in die thieme?- pom 7 peter 3
Josse Kok in de deining- pom 12 peter 18
Martin Aart de Jong in assepoester- pom 12 peter 19
Jako Fennek in kift- pom 2 peter 2
René Brandhoff in broek in waterland- pom 5 peter 5
Lisan Lauvenberg in wat jong en mooi is- pom 8 peter 3
Anne Borsboom in een nieuw te vormen lijf- pom 2 peter 5
Ploos in rook en hekel en liefde- pom 8 peter 3
Alja Spaan in een filmisch gebeuren- pom 8 peter 7





sneeuwhappen begint een beetje afgezaagd te worden. een eind maken aan je eigen leven op je verjaardag hebben we ook wel gehad. misschien iets esoterisch? opgaan in…. ja waar je allemaal niet in op kunt gaan. wie wint de enige echte virtuele waar ga jij nou weer in op? trofee op pomgedichten. Het mag geestelijk, het mag lichamelijk, net zoals het u uitkomt. Noem het overgave, noem het zoals u het wil. Maar u moet wel op – gaan. Ik bedoel geen slappe kost graag. Insturen tot zondagochtend 11.00 uur. Jury voorzitter is peter le nobel. PETER LE NOBEL. de grote man achter nationale boekenblog. We verdelen ieder 100 punten over de ingestuurde gedichten en rond 12.00 uur weten we wie helemaal opging. Juryrapport verzekerd. oja wie het lukt in mevrouw thieme op te gaan krijgt van mij wel een extra punt hoor, maar dat terzijde.


het is een plaats
die open is
waar niemand komt
en wij

van explosie
flinterdun
de flarden nog
blauwe lippen


pw







Lust

je liefgedoe
verlaat m’n hart
oerdriftig
naar mijn dijen

ongeremd
in mij
wil ik je
hard en lijf

in glijig
lief bedrijven



©Carola

pom: ja een perfect gedicht. Een klassieker. Je voelt haar gaan. Pregnanter, eenvoudiger kan de lust niet beschreven. In volledige overgave. Niet alleen de ik-persoon gaat hier op ook de lezer. Hoofd hart en buik. Je blijft het lezen. Eindeloos.


peter: Lustig. 11 punten






Schemer poëzie


Poëzie klinkt

Maar er rammelen
Kraaltjes
Achter in mijn oor

Woorden zweven
Door de lucht
Maar er rammelt iets
En ik voel het in mijn nek

Twee ivoren spiesen
Leiden me af
Ze zijn zo mooi
Ze glimmen
Scherp
Mooi rood
Doorzichtig

Kralengordijn
Sluier

Ik wist het wel
Want ik luisterde
Niet
Naar de poëzie
Maar naar de kraaltjes

En het kloppen
Van de aders
In die nek
Nabij de oren

Poëzie
Hoefde ik allang
Niet meer te horen
Er vloeide
Veel meer dan woorden



VON SOLO
POEZIE, VOORDRACHT EN PROZA
www.youtube.com/vonsolo010


pom:
die ‘aders’ doen het wel. Uit het leven gegrepen, poezie is mooi maar je moet er wel wat bij te drinken hebben, vrij naar reve. Een echte von solo. Zelfs in dichters schuilt een man soms en nu ook al als ze glimmende kraaltjes draagt.
Wel een geil gedicht. Hoe de werkelijkheid de poezie inhaalt. Dichten het is behelpen. Waar stond ze eigenlijk von solo met der kraaltjes? En dat die aders ‘nabij de oren’ waren. Ja dat zou ik wel het hoogtepunt willen noemen hier.

peter: Originele keuze: als tegenhanger van ‘in iets opgaan’ wordt gekozen voor afleiding. Leuk beeld met de kraaltjes. 10 punten






In alle ernst

Neem jij je vrouw ernstig?
Ik neem haar ernstig, op haar vraag.
Schat, neem me!

Daar ga ik op in, zie en hoe!
In alle ernst en voel
hoe ernstig ze me opneemt.

Niet in een deuk van het lachen liggen wij
maar in een knoop van verrukking.



marc tiefenthal
dichter essayist / poète essayiste
Temse
blogs: Tieftalen (nl) Profonde lalangue (fr)


pom:
ik zie er proza in tief. Een lichtvoetig spel rond de ernst. Over die knoop van verrukking ben ik nog niet uitgedacht. Ik zou zeggen laat de ratio maar, luister naar het gerammel van haar kralen, laat het ‘liefgedoe’ zonder denken indalen.

peter: ‘Knoop van verrukking’ mooie uitsmijter. Aanloop in eerste strofe net wat te weinig spannend. 4







Aan Marianne

Als je zo over de schapen
praat dan lig ik daar wakker van.

Niet met de ogen open maar
in dromenland, met jouw rode
lokken op het kussen.

Hangend aan je lippen verlies ik
mijzelf bij elke blaat, blaf of Tjielp.

Er zit passie in je woorden.
De eindeloze droom dieren te redden.


Gino van Weenen



pom:
een eerbetoon aan marianne. Een extra punt, dat is zeker. Die schapen zijn werkelijk briljant. Daar kan ik nou de hele zondag blij van zijn. Verder heb ik niets met de natuur en haar voorvechters. Maar als ze zo worden neergezet dan kan ik er inderdaad niet om heen. En dat dan ook nog ‘passie’ noemen. Mogelijk onbedoeld – maar was dit cabaret – ik had het entreekaartje al gekocht.

peter: Goed, ingegaan op de uitnodiging van Pom. 1 punt al binnen. Grappig gedicht, maar eenmaal gelezen weet je ook alles. 4







Haar ogen


Laat vandaag de toorn
van de stralen het lichaam slaan

in een waaier van draden
haar ogen die stoom blazen
die stroom van boven
benevelt het stekelige vel

eenrichtingsverkeer dat van
onderop weerstand wekt
het lid tevergeefs
in de lucht geslagen

ik beef het vocht van het vel
leg me in haar ogen te drogen


Frans Terken 18022012



pom:
‘persoonlijk zwijmel ik weg bij terken’ schreef jolies heij zonet. Die waardering heeft frans al binnen. Kan ik daar nog over heen. Moet ik dat wel willen? Ik begrijp het wel – die laatste twee prachtige regels legt jolies op haarzelf – en ja dan ben je verkocht. Het was een beetje laat vannacht – ik kan niet alles volgen nu in de vroege ochtend. Stoom en stroom beetje veel in het begin, ik laat het over mij gaan. frans mag het – om zo bij die mooie laatste regels uit te komen.


peter: Tsja, eenmaal gelezen weet je niet alles, dus wat heb ik dan te klagen? Grote, onalledaagse woorden als ‘toorn’ drijft je weg van dat ‘opgaan in…’ 3






Mijn beste Florence,

soms als ik aan je denk, met je kleren aan
dan krijg ik een stijve harde paal in mijn broek.
Ik weet niet wat de gedachte en mijn lichaam
beweegt om bij het denken aan jouw tengere lijf
opgewonden te raken en er verder niets mee doe.

Dan zou ik je willen masseren, dat jij onder ligt
en ik jouw nek, hals, schouders en de rug zachtjes
beweeg onder mijn handen, alsof je voor het eerst
wordt aangeraakt. Langzaam en zacht tot onderlijf.
En bij de aanblik van jouw billen voel ik mijn harde
erectie groter worden. Je draait je om, we lachen.

Ik beweeg je cocoshuid en streel jouw geoliede
borsten van boven naar beneden en ga zo naar
je navel en keer weder naar borst en huid. Jouw
wapperharen, naast je en onder de ontblote hals.
Je kraaltjes in oogkarkassen stralen, jouw mond
glundert, mijn handen nemen de onderbuik en
gaan naar beneden, mijn gezicht wendt zich tot
jouw gezicht. Jij voelt mijn hand en dan tussen
jouw lippen ontbloot ik mijn tong en zo weet jij.


Erwin Troost


pom:
we moeten hier veel lezen om bij die ontblote tong en haar cocoshuid uit te komen. Prozaïsch gebeuren. De schrijver die geen detail wil missen. Dat is ze waard natuurlijk. Aan haar denken is al een ‘stijve harde paal’. Nou zo op een zondagochtend leest dit wel lekker weg eigenlijk. Erwin troost doet vandaag niet aan subtiel. Als er een is in nederland die dat mag is het erwin.

Zo weet zij. prachtig slot.

peter: Dit is een verhaal, geen gedicht. Kan zo wel verfilmd worden. 3







kutwijf met je koeienogen

zo’n negerjochie achter
een uitgemergelde koe
door de dunne stront

dat kind tenminste nog
een dikke buik nee

dat kan je van die koe
inderdaad niet zeggen


ml


pom:
we staan weer in de wereld, tussen de koeien beter gezegd, met beide benen. Of hier marianne is bedoeld ik weet het niet. Een derde wereld plaatje. Max bewogen in het wereldleed. Wel direct en raak.

peter: Goed, dit is niet zwijmelend in iets opgaan. Je krijgt het op je bolle ogen. Ook woedende engagement kan je van dat ‘opgaan in’ wegdrijven. 3







Deining


Ik laat me gidsen door fluwelen
velden en satijnen wouden.
Zo vertrouwd als zomerregen
druipt de liefde door mijn huid.

In jouw blik zie ik de flikkering
van elke jonge morgen. Wat er
tussen ons ontstaat, lag ooit
verborgen als een oorlogsbuit
in kraters van jouw adem, in
de gleuven van mijn weefsel.

Tot jij zei, en gaf. Ik wankelde.
Nu zijn wij van de zee.


Josse Kok


pom:
ja bij eerste lezing al dacht ik dit is wel van de poezie die van mij vandaag mag winnen. In een soort poëtische overgave deze josse waar ik van houd. Misschien net iets teveel satijnerig aangezet in het begin maar ja je wil als dichter ook wel eens mooi. Een prachtig gedicht. Dat jolies hier niet bij zwijmelt. Onbegrijpelijk. Baarmoederzee denk ik bij dit gedicht.

peter: Hier staat alles op zijn plaats. Ook onalledaagse woorden zoals ‘fluwelen velden’ en ‘ satijnen wouden’, maar zo wordt de juiste sfeer opgeroepen. Metaforen, ritme en gebeurtenis deinen alle in de juiste ritme mee. 18






assepoester

ik sloeg een wak in meisjes ogen
wilde leven met de dag met jou
gebogen 28 graden zonnewarmte
met jouw verschijning om mij heen

ik wilde nooit meer ongelukkig zijn
en vanaf morgen de jaren terug
slaan als een blad uit oude boeken
waarin ik eeuwen opgeschreven had

passeerde generaties zwom door
zeëen kwam je tegen op een blad.
ik sloeg een hoofdstuk af verdween

in kantlijnen om weg te dromen in
de nacht van grote woorden zag ik
hoe een koningin tot spiegels sprak.


Martin Aart de Jong


pom:
ja ook hier weer ben ik reddeloos en redeloos verloren. Altijd die de jong weer. Waarom heb ik nou niet zo een boek voor me liggen. Sprak hij vol jaloezie voor zich uit. Mooie beelden, oorspronkelijk. Het boek is nog lang niet uit. Kan een leven mee, levens mee. Zoals het altijd gaat en de mensheid in stand houdt. Goed dat er dichters zijn, een martin aart de jong is, die het ook nog even voor ons opschrijft. Dat we weten dat we doorgeven, doorgegeven zijn. En dat het pad er een van de liefde is dat we begaan en vereeuwigen.


peter: Eerder had ik hem al geroemd om de rijkdom van zijn taal en het koortsachtig tempo, dat zich hier aanpast aan het langzamer ritme van verwondering. Zie ook de eerste regel: ‘Ik sloeg een wak in meisjesogen’ en de afsluiter: ‘hoe een koningin tot spiegels sprak’. Er gebeurt meer dan ‘opgaan in’. 19





niet zeer koosjer

hoe hij me uit zijn testikels stuwt
ik me verlies in wedlopen
maar winnend bij haar binnentreed
tot osmose en groei kom

nu veel later
houd ik me schuil in woorden
buiten staan vijf ooien en een ram
hij gaat op in geneuk
ik in mijn kift
zoek een meldpuntnummer
wegens islamitisch wangedrag


jako fennek


pom:
ja een gedicht dat moet schuren en vanuit dat gezichtspunt zijn de woorden wel goed gekozen. Of het thema ‘opgaan in’ gehaald is? Woede is dat ook natuurlijk.


peter: Tsja, net iets te veel maatschappelijke gebeurtenissen en omstreden woorden in een beker gedaan, beetje roeren, en klaar. 2





Zwemmen met droog haar

zo’n natte blik naar boven
vanuit gesteven startpositie
doen alsof het allemaal kan
te beginnen in Nederland

je noemt het beestje bij zijn naam
houdt toch de lippen stijf opeen
hier valt niet tegen te stemmen

een droge dag brak aan
in Broek in Waterland


René Brandhoff



pom:
ik zal wel wat missen. Ik mis zo vaak wat. Die laatste regels klinken klassiek. Het begin van een roman kan niet mooier. Een tijdsbeeld.

een droge dag brak aan
in Broek in Waterland

ik heb genoeg aan deze regels.


peter: ‘Zo’n natte blik naar boven / vanuit gesteven startpositie’ is een mooie, zwoele opening. Afsluiter ‘Broek in Waterland’ geeft een mooie beschrijving van lullige, Hollandse polderpassie. 5





Verdwijnen

we wijzigen elke dag
onze richting ons gevoel
om maar niet te verdwijnen in
leegte, een bedoezelde oude

man vol herfstvlekken
beetje druil aan zijn mond
pratend alsof alles smaakt
naar goor papier, zo’n man

we wijzigen elke dag
onze oordelen, ons verlangen
om maar in jonge natte
huid onze ondergang te voeden.

©lisan lauvenberg
18 februari 2011


pom:ja ik zal het niet tegen spreken. De tweede strofe is een poëtisch hoogtepunt. Daarom heen de boodschap zorgvuldig geformuleerd. Lisan de vrouw die vanmiddag de wisseltrofee de jantje van leiden in cafe eijlders zal uitreiken aan max lerou. Max is weliswaar nog geen:

een bedoezelde oude
man vol herfstvlekken
beetje druil aan zijn mond
pratend alsof alles smaakt
naar goor papier, zo’n man

nee, hier zal wel weer de webmaster bedoeld zijn van deze kwaliteitssite. Nouja het is een met liefde geschreven gedicht – dan kun je veel hebben.


peter: De tweede strofe roept een mooi beeld op, maar in de eerste en laatste strofe wordt teveel uitgelegd. Zo ga ik er niet in op. 3






Waar ga jij in op?


nooit zou ik
zou ik
dan zou ik
opgaan in
in een nieuw
te vormen lijf
een nieuw
te vormen hoofd
met nieuw te vormen
benen waarvan er
slechts een
goed genoeg moest zijn
om zijn ego
nog hoger te schoppen
zo hoog
dat hij wist
dat dat been
niet zomaar een been was

Anne Borsboom


pom:
bij anne weet ik nooit of het een persoonlijke boodschap is, een gedicht, of een contemplatie in de nacht. De aarzeling in het begin mooi weer gegeven. En ja ze gaat om, even om – om hem met haar ratio te killen.

peter: Leuk, de vorm duidt op bewondering, maar dan met een been op de grond. 5





Stil

als het stil geworden is
en ik een peuk gedraaid heb en die opsteek en denk en
lees wat schrijvers schreven
en ik niet meer kijk wat ik schrijf maar blind typ

als ik niets meer wil corrigeren
en mijn leesbril richt op horizonten
zodat ik niet meer zie wat om me is
nog een shaggie draai en opsteek
uit alles wat ik als blinde
aan de hand van honderden hongerige honden las
ik me geen moment meer
laat verleiden op enig scherm te kijken en denk
ik vind het in de verste verten
en bedenk dat ik foutjes later recht kan zetten of niet
zodat ik altijd naar beneden en vooral
voorbij het toetsenbord kan blijven kijken en dat
terwijl Muis blind om Brahms komt
en ik haar negeer
even maar want aan Guten Abend kun je geen weerstand bieden
en we daar dus samen toch maar weer naar luisteren
en zij haar goeie oor richt en ik mijn blik niet
wij beiden onze blikken niet
en ik alleen maar fluister
dat het misschien eindelijk stil geworden is
als ik wil gaan slapen

gaan apologeten verder voor in niet geweten
hoeders -god beware- van de moraal
allemaal
Simonis weet
waarom hij Jacob zou hebben moeten heten


Ploos


pom:
voor mij is de regel: ’terwijl Muis blind om Brahms komt’ – de parlando prachtig vervolmaakt. Ja ik houd van dit soort gedichten. Simonis is me dan net te veel eer. Die moeten gewoon opgesloten onder de bruggen in amsterdam en middeleeuws behandeld. Laat god en zijn criminelen er toch buiten ploos. De woede niet waard. Verder is de tekst adembenemend.

peter: Net iets teveel schrijversromantiek, bedacht ik met een shaggie. 3






nergens dan hier

Dan daar te zijn, voor hem knielend en beide
Handen in zijn liezen en beginnend bij de bovenste
Knoop en dan langzaam alsof

Nadenkend de overige twee terwijl hij, met moeite
Zijn evenwicht bewarend, mij filmt, witte vrouw
Half opgericht

Mij begroetend en dan mijn linkerhand door het
Vrije vlees en mijn rechter zachtjes duwend, de
Mond dan

Zodat de handen zijn billen vinden, mijn hoofd
Schuil onder het overhemd en in zijn vacht, dan
Mezelf en hem vastschroevend met

Open lippen, mijn benen keurig bij elkaar, mijn
Enige beweging het hoofd en dan hij langzaam
Achterovervallend

(heeft hij dat gefilmd?) zodat ik ook en dan mijn
Handen onder zijn hoofd heel lange armen makend
En dan langs zijn

Rug trekkend terug naar daar waar het begon, tussen
Zijn benen grommend, steeds meer ruimte makend
Tussen links en

Rechts en al die tijd dat witte lijf voor hem, hem
Optillend met mijn tong, behoedzaam meer makend
En dan een hand onder zijn

Gewicht, mezelf dan langzaam naar boven laten
Glijden en hem berijden daarbij alle zwaarte
Verplaatsend naar het lichtmakend hart



Alja Spaan, uit de in januari verschenen bundel
“de hand de beweging laten maken”
zie ook – http://vimeo.com/35327837

red: ja hoor die bundel moeten we hebben! alja hierbij een gesigneerd exemplaar besteld! ik houd niet zo van fillum, maar dit is fillum in een ander licht.



pom:
een lichtmakend hart. Dat is dit gedicht. Een gestyleerde erwin troost ook. Tot een in detail uitgewerkt filmscript. Alja & erwin moeter samen nog maar eens een schrijven. Dan vermoed ik ontploffingsgevaar. Daar tegen zal de taal niet meer bestand zijn. Ja een uitnodigend gedicht. Die film wil ik wel zien. De nieuwe bundel van alja spaan lezen. Beeldend is zo een lullig woord bij zoveel lichtmakend hart.

peter: Een vierde vrijscène, dichterlijker, maar nog erg verhalend. Lust vond ik van de drie de beste: meest poëtisch, en laat wat te raden over. Zo verdeel ik de punten. Dus deze 7

Share This:

Ditmar Bakker steekt Yvonne Koenderman een hart onder de riem: ‘Lieve Yvonne’

Ditmar Bakker doet de vrijdag een keertje en doet in Al Zijn Medemenselijkheid lief naar onze vrijdagcolumniste Yvonne Koenderman – foto: Patricia Nauta

Besten (maar in het bijzonder: ‘Lieve Yvonne’), 

De onvolprezen Clément Marot schreef in de zestiende eeuw een gedicht voor zijn zieke nichtje, als opsteker; verlangende dat zij snel op zou kunnen staan en—enfin, u kunt het hieronder lezen en het is zonder meer onderhoudender dan mijn gekwebbel over dode dichters en Hofstadters die er boeken over schreven. 

Toch ben ik zo vrij geweest óók een vertaling te maken en draag deze graag op aan Yvonne, hopend dat zij genezing vindt en—enfin, hieronder valt één en ander dus te lezen, waarbij ik nog vrijer ben geweest door de naam van de oorspronkelijke auteur te vervangen door ‘ieder’. Dit leek me voor deze post wel gepast en correct. 

Daarnaast, waarde Yvonne, is het origineel tweemaal op muziek gezet. Eénmaal door Jean Françaix en volkomen onvindbaar (en getuige ander werk wellicht ook niet zo genietbaar meer), éénmaal door ene Mathias Charton (1980), die zo vriendelijk is geweest een voorbeeld van het werk gezongen op YouTube® te plaatsen. Het valt te volgen via deze, tot dusver 431 maal bekeken, link: https://www.youtube.com/watch?v=GlhMe6RpYcc

(tussen haken merk ik even op dat Famke Louise’s “Op Me Monnie” inmiddels 13 miljoen weergaven op YouTube® heeft gegenereerd. Jezus weende.)

Enfin(!), horden mensen zullen na deze post ongetwijfeld de YouTube®-pagina van de begaafde componist overspoelen wat er ongetwijfelder toe leidt dat l’artist het fluks verwijdert, dus sla je slag. Hup mensen, klik & win. Het ganse gedicht komt voorbij: er komen enige herhalingen in voor, maar als u dat zelf niet doorhad wil ik eigenlijk niet eens hebben dat u op internet mag, laat staan dat u mijn poëzie leest. 

Word beter, Yvonne. 

-x-

D.

***
A UNE DAMOYSELLE MALADE
Ma migonne,
Je vous donne
Le bon jour;
Le séjour
C’est prison.
Guérison
Recouvrez,
Puis ouvrez
Votre porte
Et qu’on sorte
Vitement,
Car Clément
Le vous mande.
Va, friande
De ta bouche,
Qui se couche
En danger
Pour manger
Confitures;
Si tu dures
Trop malade,
Couleur fade
Tu prendras,
Et perdras
L’embonpoint.
Dieu te doint
Santé bonne,
Ma mignonne.
***[C.M.]

AAN EEN ZIEKE JONGEDAME
Lieve schat
die ik bad
goedendag,
dit gelag
vormt uw cel.
Dat u snel
op kunt staan
en zult gaan,
onverlet,
uit dat bed,
onversaagd
(ieder vraagt
dit aan u).
Eet u nu
met die mond
(thans verstomd,
in gevaar!)
etenswaar,
suikerzoet!
Blijf je goed
en lang ziek,
raakt mimiek
bloedeloos,
wien verkoos
krachtig lot—
Geve God
heil op ’t pad,
lieve schat.

***[D.B.]

Voor de virtuoso’s onder u: hier is de bladmuziek. You’re welcome.

https://mathias-charton.canoprof.fr/eleve/Ressources%20Classe%20Chantante/Charton,%20Mathias%20-%20Ma%20mignonne_prof/res/Ma_mignonne_-_Partition_compleLte.pdf 

Share This:

Vera van der Horst in drie realistische schilderijtjes: ‘de haren spelen tikkertje op haar rug…’

‘ik zie hier 3 realistische schilderijtjes bij’


Uitgevlogen

ze poetst haar tanden, schudt het
ongenoegen uit haar haar,
draagt rode high heels onder haar
armen als ze de onverschilligheid
verlaat.

De  tenen raken nauwelijks
de kinderkopjes waarover ze vlucht,
het satijnen rokje glanst vrolijk
roze onder onschuldig wit kant,
de haren spelen tikkertje op haar rug.

Ze komt weer terug,  een angstig later,
naakt is zo veel anoniemer
dan aangekleed.


Vera van der Horst

Share This:

Merik van der Torren weidt uit over het seksleven bij mens en dier



Zo

( Voor Betty 7 )


Sommige mensen doen het
“ op zijn hondjes.”
 
Net als jij, Betty.
 
Al kan je er niets over zeggen en
hoe je de heren besnuffelt,
 
of alles erop en eraan.



Merik van der Torren

Share This:

de dinsdag met IEN VERRIPS … een klein verlangen


verlangend naar de lente
naar koeien in de wei
herinnering aan vroeger
de klok
het houten trapje
de boerderij

Ien Verrips

Share This:

Peter Posthumus – ‘nooit en nergens nooit echt thuis…’

nooit en nergens
nooit echt thuis

Hoi Pom, Wat een mooi gedicht van Vera afgelopen zondag.
En dan nu het gedicht:



Toen het verjaardag was
ik op dat muurtje zat
met m’n bagage in het gras

geen vrienden, geen familie
nooit en nergens
nooit echt thuis

een wonder 
waar ik ben geweest
wat ik heb gezien
toen het reed en
toen het rolde
toen het mocht en
toen het kon

nog altijd leef ik
in die verwachting
dattet gaat beginnen
zoals het ooit begon


Peter Posthumus

Share This:

KARIN BEUMKES: ‘We beginnen deze maandag in verstilling…’

Lieve Pom
We beginnen deze maandag in verstilling. Gerniet van dit gedicht.
Liefs
Karin






Sprookje


Ik verf jou mijn vroegervrouw
op ons boerenerf met het rood wit blauw
van een lichte dag met de vlag in top
ik zet de roos in knop op je lentejurk
dan doop ik de kwast in groen
en laat je bloeien
waar de vislijn hangt
staat jouw schaduw
die er niet meer is
maar die ik maken kan
van een natte bloem
en wat materiaal
naast mijn elfenpop
en de lineaal.


Karin Beumkes
Muziek: Tom Waits – Martha https://youtu.be/y9Mse62NFl4

Share This:

Vera van der Horst wint de enige echte virtuele IS DIT NU WIE WIJ ZIJN? trofee op pomgedichten punt nl – (vrij naar glennis graces geen traan)

Vera wint deze week de trofee met een gedichtje waarin zij de natuurwetten van de liefde en de teloorgang beschrijft. een soort prachtig tegenlicht waarin wordt opgelost. de eenvoud van de dichter in een bijzonder gedicht. van harte vera!

Lakens liegen niet, die zwijgen

Nooit heb ik je bekeken
zoals vandaag in het tegenlicht
waar de wolk weer water wordt
en de hemel weer de lucht
die we ademen, ik adem
Ik ademde je in
en nu weer uit

Vera van der Horst
Hartje uit Brabant

–>
wel nog even de witte was doen hoor – na verloop van tijd stinkt iedereen het bed uit – ook hij. mooi natuurgeweld daar in het brabantse – mooie vergelijking ook in dat tegenlicht – zoals de hemel op aarde weer water wordt – ze kan het echt hoor onze vera dichten – en hij wordt vakkundig tot lucht gemaakt! zeg maar opgelucht. mooi mooi mooi! of die laatste twee vinkenoogregels wel moeten? ‘ik adem’ is op zich een prachtig einde. we leven nog.

Petra Maria: nu pas weet ik het alles

Rik van Boeckel: wij verstillen in de nacht

Ien Verrips: een bloementuin zo zie ik mij

Erika De Stercke: de waan van het onmogelijke ligt op tafel

Vera van der Horst: ik adem ik ademde

Lisan Lauvenberg: Jouw woorden vielen als ijskristallen in mijn rustige dag

Anke Labrie: uiteindelijk bleek ze op mij te lijken

Cartouche: tonen van ooit wie weet – en nooit meer

Babak: de geur van de onbekende kruiden en het nieuwe gewas

Max Lerou: hier zit ik dan

Ditmar Bakker: Ik weet het onbegrensde weten

wie wint de enige echte virtuele IS DIT NU WIE WIJ ZIJN? trofee op pomgedichten punt nl? (vrij naar glennis graces geen traan)

waar we staan, waar we zijn, wie we zijn, levensvragen zo heerlijk over de top bezongen door onze lieve glennis – nou de dichters nog! graag de antwoorden maar wel as het effe kan ook helemaal maar dan ook helemaal over de top – dichterlijke top antwoorden graag voor het kille koude eerste vorstweekend – dat we er van genieten: u kent de regels: de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.


misschien alleen de dag

ik dacht ik schrijf je
zoals ik het ooit was op jou

ik denk er dingen bij die je liever niet opschrijft
die ik ook niet kon vermoeden

misschien moet ik alleen de dag benoemen
wij dronken thee in de winter
én de dikke jassen die weet ik nog


pom wolff
DE ZEE ZEE

jij bent het blauw
in een wereld van
zwart wit
een grijs verleden

je ziet mijn pijn
in de golven
je tenen krullen
in het gele zand

alles overspoelt
het leven
onze gedachten
raken als het zout

de wonden
van doelloos dragen
nederig als een zon
in novemberluchten

nu pas ik jou beleef
weet ik waarom
weet ik het alles
het zijn

petra maria



zo een plaatje opgezet, glennis op de achtergrond, de cv op 10 tegen de buitenvorst en de binnenvorst van het afscheid – wat zingt ze mooi. in die steeds maar verder haar eigen leed overstijgende trap – ‘het ravijn in’ zou rutte spontaan zeggen als ie het antwoord niet uit het hoofd had geleerd. ‘in al je dromen ben je alleen’ zingt glennis geldt ook rutte. is dit wie we zijn? de vraag we gaan op zoek naar de pijn – pijn in de woorden – pijn verwoord door de dichters in hun alleen-zijn. de hopeloze poging nog achteraf en iets van verklaren. petra maria & het weten – zo lezen we in de laatste mooie strofe. opmerkelijke titel ook – die herhaling – heel veel zee dus. verder lezen we in de intro strofen over pijn, wonden en het zout – poëzie benoemt liever niet – in die het leed overstijgende laatste strofe slaat de poëzie genadeloos toe.
alles is inderdaad heel veel zee.
Levenswandel

Bergen kijken uit op de mensheid
wij verstillen in de nacht

jij bent de oceaan van dromen
ik ben uit de zee voortgekomen

aan land volgen wij de dag
spelen snaren van het levenslied

jij trekt de wandelsokken aan
ik volg mijn eigen jaren de tijd voorbij

nu zijn we hier met luide trom geland
kijken met gemak tegen de bergen op.


Rik van Boeckel
28 november 2020



een spel van water en land met bergen. ‘ik volg mijn eigen jaren’ – mooi gezegd. een wereldregel – zo waar en zo poëtisch. rik aan de wandel, ik mis een beetje de pijn van het thema die hem natuurlijk voor zover wij Rik kennen in zekere zin altijd vreemd is. rik wandelt door het leven wie hem wenst te vergezellen is meer dan welkom – dat weten we ook. maar de ultieme pijn van teloorgang en verlies wandelt hij het leven uit. dan de trom maar wat harder bespeeld.

een bloementuin zo zie ik mij

ik beeld mij in een tuin te zijn een hof wellicht
ik zou me altijd lente wensen
zachte beloften era zonder grenzen
het spel zo zoet het leven zonder plicht
 
maar voor een tuin het mooiste seizoen
de zomer als het fleurt en geurt
zo is de volwassenheid op zijn beurt
de beste tijd waarin we ’t meeste doen
 
dan bijna ongemerkt dient de herfst zich aan
de schoonheid van ’t verval
kwetsbaarheid loert overal
de laatste halte voor wij moeten gaan

Ien Verrips


–>
bijna een persoonlijke invulling van de brede omtrekken door Rik hierboven gegeven. Ien wandelt van seizoen naar seizoen. de winter in. het koudgestookte crematorium in overdrachtelijke zin. we “moeten” helemaal niet gaan Ien – wel een mooie laatste regel hoor – die we heel graag anderen gunnen. thierry moet gaan, trump moet gaan
 – dichters moeten niks en zeker niet gaan. dichters blijven. voor de pijn, voor de dichter zelf, voor het afscheid,  voor het leven, voor pomgedichten punt nl. voor de lezer, voor de mensheid en voor de seizoenen én voor die prachtige herfstkleuren.
 
 

dit is   


naar onthaasting verlang ik  
nu de werklast in mijn hoofd zit 
en de stresscirkel deuken krijgt


chaos bind ik samen, zet ramen 
open en laat lenteprikkels binnen
al is het bar koud   


een droom richt zich naar buiten 
en ontdooit opgevouwen keuzes 
in een waterval van kansen 


de waan van het onmogelijke ligt 
op tafel, ik puzzel met een lach  
tegen de muur mijn rugzak 


Erika De Stercke   


–>
‘de waan van het onmogelijke’ – o heerlijke waan – ja daarin is het goed leven voor een dichter, leg dat kreng nou maar snel op de tafel voor je. en dat doet Erika ook. dit is zoals het is.  de entree strofen erg beschrijvend maar de conclusie neergelegd in een meesterlijke regel:
 
de waan van het onmogelijke ligt 
op tafel,

 
ik koop die tafel! krijg ik nog wat blackfriday korting?


Winterslag

Jouw woorden vielen als ijskristallen in mijn rustige dag en breekt onze vriendschap al voor het voorjaar af.  
Of brak het al op winterkou in je stem, toen je sprak


Bevriezen die woorden ook alle goede, alle vrolijke beelden
uit een jarenlange gekoesterde gezelligheid zijn
met niet anders dan groene dagen, grappen en tere verzinsels.


Ik weet wel dat ik veel ben en kleurig kan 
ik weet wel dat ik herstel op eigen kracht
Ik weet wel dat ik sterk en zachtmoedig ben 


Ik weet niet waarom jij alleen nog winter wilt zijn  
Koud en zonder hart, harde woorden dacht
en me niet loslaat, maar tot diep in mijn ziel verstart. 


©Lisan Lauvenberg
28 november 2020


–>
een persoonlijk relaas en inderdaad lekker over de top – ‘koud en zonder hart’ – dat is behoorlijk koud in dit weer – dat ie niet omvalt! hij is al afgevallen dat zal het zijn. ik vind het beeld met ijskristal het mooist. daarna komt hier de invulling en de persoonlijke verwerking. hoe verstard ook hij of zij is nog binnen. stuur hem/haar toch even harteloos de koude in lisan. we leven met je mee.

die ouwe koperen kroonluchter
waarmee je stralend thuiskwam
gevonden in zo’n winkeltje  
hangt hier nog steeds
 
inmiddels wel gerepareerd
 
al stond jouw naam nog op de deur
naast die van mij
het was ineens ons huis niet meer
 
ik ben gaan zoeken wie er woonde
die vrouw kende ik niet
zelf wist ze niet meer wie ze was
 
uiteindelijk bleek ze op mij te lijken


anke labrie


–>
‘inmiddels wel gerepareerd’ anke is een meester in tussenzinnetjes die werelden in zich herbergen. een soort verdichting die heel vaak een glimlach oproept bij de lezer – in ieder geval bij deze lezer.
 
of hier een afscheid wordt beschreven en/of  iets van alzheimer – we weten het niet.

Resoneren
 
Nu wij zo lang elkaar het licht
in de ogen zagen, de weg die we samen
de avond die stilaan slinkt en dreigt
hier grijnzend voor mij staat, het
zicht tot kinderkop vervaagt
 
vind ik de tijd
van in- en uitschrijven gekomen
van baard wringen en borst wrijven
asgrauw als laatste vertoon
 
van honger niet te stillen, kruimels
van mij eenmaal nog voorgoed
te laten gaan, de reis te wagen
in een boot van staal
 
die de waarheid onweerlegbaar
maken zal en laten varen kan
op de ronde tonen van ooit
wie weet – en nooit meer
 
meer dan twee
handenvol as en een paar
liter water die jou dragen, niet
naar zee, maar resomeren
met mij mee
 
28112020 / Cartouche


–>
 cartouche stuurde twee versies in -dit moet de goeie zijn zonder herhalingen. de eerste versie leek op een provocatie tegen de twintig regels regel – deze past beter. de nieuwe vorm van oplossen meteen maar de dichtkunst ingewerkt moet onze cartouche gedacht hebben. met een n of een m zoekt wolluf zelf maar uit.
 
van mij mag het sterkste gedeelte van het gedicht ook uitgelicht en op zich zelf staan – voor zover hier nog gestaan wordt – ze zeggen genoeg voor zover hier nog gesproken wordt:
 
 
in een boot van staal
 
die de waarheid onweerlegbaar
maken zal en laten varen kan
op de ronde tonen van ooit
wie weet – en nooit meer
 
meer dan twee
handenvol as en een paar
liter water die jou dragen, niet
naar zee, maar met mij mee
 
28112020 / Cartouche

De ontheemde  
 
 
Op een ochtend die niet bestemd was om een ochtend te zijn 
schrok hij bestemmingloos wakker van een melodie op een saz 
 
De bergen zouden nooit meer in het noorden zijn  
De geur van de onbekende kruiden en het nieuwe gewas 
 
Hij droomde dat hij gelovig was geworden 
Dat hij zijn zegeningen aan het tellen was 
 
‘Oh, godzijdank’ riep hij hijgend zacht ‘gelukkig ben ik  
nog steeds atheïst. Fijn dat het maar een nachtmerrie was’ 


Babak Amiri


–>
de laatste strofe hoeft in wezen niet – er wordt gedroomd in de derde. de eerste drie strofen zijn van de poëzie met die heerlijke kruiden, met die bergen in het noorden. de ontheemde is in de poëzie ontheemd genoeg. de vierde strofe is van de anekdote – laat de ontheemde maar niet aan het woord. we lijden toch wel met hem mee.
 

hier zit ik dan

over het land een buizerd
een konijn is het haasje

het is de wereld worst en
deze observatie overbodig

zie je wel de wereld
verdwijnt alweer

ml


–>
het leven in een notedop. de wereld ook. de dichter lerou is al meer dan 60 jaar niet het haasje. dat maakt dat de woorden bij dit opgeroepen beeld geestig op mij inwerken. ik bedoel – pas maar op –  vooral als deze dichter schrijft: ‘hier zit ik dan.’
http://www.ditmarbakt.nl/Sonnetten/232

De Ipse Rerum

Ik zie de zee oneindig in zijn golven
de rotsen breken tot het fijnste zand.

Ik weet het onbegrensde weten van ’t
mensdom onder natuurwetten bedolven.

Ik hoor steeds vergezellend huilen wolven
ter groter wassing tot dier bolste rand.

Ik ken het eeuwigdurende verband
van zaaien, kiemen, rijpen, werpen, kolven.

Ik vat in de omvademing van vissen
dat mensen Iets als water ook omspant.

Ik snap dat dit omstralend licht God is; een
omgording door Zijn bovenmaans verstand.

Ik voel mij huls, en ledig, nu ik missen
moet jouw zachte, mij omstrengelende hand.


-x-
Ditmar Bakker 

als een vis in het water van sonnettenland met her en der een wolfje op de achtergrond een inderdaad geheel en al over de top gedicht met een ontroerende en de ik-persoon roerende slotstrofe. het is ook altijd dezelfde eigen hand die straks weer schrijven moet.

Share This: