mooie subtiele poëtische werken bij die lelijk om zich heen grijpende virus. het land toch inmiddels in rep en roer. door de italiaanse toestanden ontstond gisteren alarmfase 1 – de mensen liggen daar in die laars te kreperen. nederland ligt op dezelfde ramkoers. zien we aan de grafieken. de asoos plunderen de winkels, je zou ze in hun gezichten corona-en. hoe dan ook mooie subtiele werken. van Ien Verrips, van Petra Maria en van Ton Huizer. ook Cartouche wist de jury weer voor zich te winnen. ik kies na wikken en wegen voor de tekenen van invoelende vrouwelijkheid in tijden van crisis. goud deze week naar Ien Verrips en naar Petra Maria. dichters dank jullie wel voor het inzenden – voor de troostwoorden in bange tijden – Petra Maria en Ien Verrips van harte gefeliciteerd met het gedeelde goud.
ach corona wat doe je ons aan luiken dicht en de knijpkat weer op het nachtkastje
VRAAG
mij gisteren wat ik mis laat de geschiedenis herhalen tot zij klopt
vertellen we dan elkaar dat toen en toen het leven zo lichtvoetig was
laat mij vandaag weten dat alles opnieuw begint want het is maar een dag een zachte lentedag
petra maria
–> vanaf de vraag een prachtig gedicht waarin we meegenomen door de dichter kunnen dromen weg uit die kolere corona werkelijkheid – ik kan het niet nalaten de derde strofe – die net teveel detoneert aan te passen – ik wil als ik droom in een gedicht blijven dromen en vanuit het gedicht verder en verder ongestoord mijn droom inzeilen – vandaar de volgende versie:
VRAAG
mij gisteren wat ik mis laat de geschiedenis herhalen tot zij klopt
vertellen we dan elkaar dat toen en toen het leven zo lichtvoetig was
laat mij vandaag van de lente weten van een zachte lentedag
Petra Maria
corona
als sara ongelovig lach ik een beetje nerveus ben ik bang voor het ongewisse ik vrees de klank van je innemende naam sociaal gehandicapt drink ik alleen door mijn benauwdheid heen
Ien Verrips
–> hmm Ien houdt het voelen heel persoonlijk maar op een wijze die erg invoelbaar is – een gedeelde onzekerheid troost ergens de lezer, al blijft het allemaal van de onzekerheid. de beklemming en de steeds verder om zich heen grijpende beklemming in enkele woorden gevangen. mooi.
Ton Huizer – oma’s lichaam is nog warm
Frans Terken – ik kies voor thuiswerk en tik met een vingerhoed op de toetsen
Rik van Boeckel – Honderd kinderen dansen door de schone lucht
Magda Haan – opa’s en oma’s worden vermeden
Petra Maria – laat mij vandaag weten dat alles opnieuw begint
Ditmar Bakker met een ‘sonnet du coude’ – crack in de ellepijp
Ien Verrips – bang voor het ongewisse
Cartouche – teruggeworpen op je zelf
wie wint de enige echte virtuele – handelen naar bevind van zaken – o corona we hebben u best ook wel een beetje lief – trofee op pomgedichten? back to de basis
we handelen naar bevind van zaken we laten ons niet meer opjagen
door geen virus door de regen niet niet door de tijd door niemand niet
we hebben geen haast en wat lig je hier toch lekker vurig
pomwolff wie wint de enige echte virtuele – de back to de basis – o corona we hebben u best ook wel een beetje lief – trofee op pomgedichten? een thema om nog alle kanten uit te kunnen in het huidig tijdsgewricht – in tijden van hamsteren, van handen wassen, van virus, van onrust – in tijden wellicht ook van terug naar de basis, van nog effe lekker in bed blijven liggen. het is weer rustig op straat – het jakkeren en het jagen voorbij – geen manifestaties meer, geen voetballers, geen miljoenendansjes, (ja op de beurs) – geen openbaar vervoer, geen files meer – geen vliegtuigen – geen rolkoffertjes – o corona wij hebben u best ook wel een beetje lief. u kent de regels:
de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
Stille lente
Iets of iemand blies de pluisjes op de wind de laatste laatste adem van een verre Dracula
de luchtstroom van een vlinder of een hoestbui van een kind
de kleintjes drommen samen oma’s lichaam is nog warm niets wijst op haar verscheiden
slechts een klein blauw plekje van de griepprik op haar arm
Ton Huizer
–> oma neergelegd in een verstild beeld – de rotterdamse dichter huizer pluist elk gegeven thema uit en verhuist het naar een door hem vormgegeven eigen wereld. oma heeft het niet gehaald, de kinderen en kleinkinderen hebben het ook net niet gehaald. oma net niet gehaald. het is stil en net nog warm in het gedicht. geef de dichter ton huizer een vierkante centimeter ruimte in de taal en je hebt een gedicht met alles erop en eraan – met pluisjes, windvlagen, families, griepprikken, met de dood en met het leven en met een jaargetijde zoals deze vandaag ook in 010 op straat zich manifesteert.
Achter de elleboog
Hoe het zich onderhuids ophoopt van binnen blaast en stormt het als in gure hoogwatertijden taal die dringend naar buiten wil dromt samen voor op de tong
en hoe hier greep op te houden ik kies voor thuiswerk en tik met een vingerhoed op de toetsen boor met de elleboog letters aan wijs woorden met de ogen hun plaats
haal mijn neus op voor opstandigheid als ze op het beeldscherm gaan dansen onverwachte vondst in zelfbedachte zin stiekem door een virus besmet
-> dat zelfs de taal besmet kan raken in dichtershuizen – en dat het aan de dichter is om een en ander maar vooral ook de corona te voorkomen. frans neemt zijn maatregelen. geen besmetting – svp – hier wordt met de vingerhoed getypt! met de elleboog gegroet en met de ogen de letters een plaats gewezen. de corona zet alles bij iedereen en overal op zijn kop – ook in dichtershuizen – moeten we concluderen. als de dichter van huis is dansen de letters op het scherm. zo worden nieuwe spreekwoorden geboren.
Pom, wat mij betreft geen liefde voor het Corona virus. Zelf vandaag geen muziekles gegeven aan kinderen. Uit voorzorg. Rik
Sluwe slag
Honderd kinderen dansen door de schone lucht een slaakt een zieke zucht boven de Afrikaanse woestijndrum
de reiziger leest en leert ritmes om beter dan zichzelf te worden geeft die Slobminister een sluwe slag om de oren
hij ontspringt glimlachend de dans het virus krijgt bij hem geen kans hij geeft geen les aan onbewuste jeugd economie is zijn zoete deugd.
Rik van Boeckel 13 maart 2020
–> rik voorzag meteen al italiaanse toestanden. geen goed woord van zijn kant voor de effecten van het virus. voor twee procent wereldbevolking van de door angela voorspelde 60 procent heeft hij gelijk. als je longen het begeven is er nog weinig lucht over voor de poëzie in al haar verschijningsvormen. en onze bruins trekt de boel zeker niet uit arie slob. hoe dan ook de dichter plaatst het onderwijs – morgen de scholen dicht – de economie en de politiek in een corona ritme – een op de honderd wordt ziek en slaat het leven dood. nieuw goud
het leven is gescheiden in oud en jong
opa’s en oma’s worden vermeden en sterven alleen
Rebellen en Dwarsdenkers weten het beter
hamsterkoorts gedempt door goud belegd wc papier
nieuwe woorden geheven vingers ontstaan in razernij
Magda Haan
–> magda voegt de belangrijkste elementen en de belangrijkste uitwerkingen van de corona bij elkaar in haar gedicht. het verdichten van de werkelijkheid hier in een notendop gedemonstreerd – dood-leven-boekenweekthema-gekte en razernij en hamsterwoede in een paar regels bijeen gebracht.
Dido zag Aeneas gaan, haat in hare ogen, Achilles doodde Hector, onmin in zijn hart. Den broedertwist van Kaïn, Abel, ongelogen, slechts om ‘dat rode daar’ den toorn van Esau wart.
Deed ’t menschdom Eva’s lust op Godes wrok steeds bogen, zoo Davids snarenspel Sauls vete heeft gestart, oh, dat zoo ’n vijandschap hier toch voorbijgaan moge, edoch is ’t wraaklust die mij daag’lijks weder tart.
Och! Want gelijk men wel den homofiel bekijkt (indien den kijker dan afkomstig is uit Urk) zoo is ’t dégoût hetwelk dit schrijven vergelijkt:
nooit zag het Griekenvolk met méér wrok naar den Turk, dan ziedend’ boosheid in mijn moeders ogen prijkt zoo ik reeds in den uchtend aan den crack-pijp lurk.
[D.B.] –> het gedicht in de aankondiging al samengevat: Ditmar Bakker met een ‘sonnet du coude’ – crack in de ellepijp … en lurken maar. de mens in al zijn verschijningsvormen getekend van het paradijs tot in Urk – wat is zo gezien een rondvliegend virusje nou wel eigenlijk? – de sonnettendichter zal het een urkse biet zijn – haat, wrok en vijandigheid waren altijd al aan de orde van de dag – crack overwint alles – zelfs je ouwe moer of oma.
ik vind de tweede en derde strofe de leukste – ik wou dat ik twee hondjes was – er nog in geschreven erg aardig – de wending in de derde strofe ook helemaal ok – dat we weten wat de dichter elke dag moet doorstaan als hij/zij op zichzelf teruggeworpen is. heerlijk hoe een wereldwijd thema hier wordt teruggebracht tot één persoon – tot cartouche – tot de dichter. dat noem ik nou eens echt ‘verdichtung’- daarvoor hebben we de eerste strofe hier niet nodig. de gegevens in de eerste strofe lazen we al in de krant – zijn wel algemeen bekend – de ‘verdichtung’ begint in de tweede strofe en is zonder meer briljant uitgeschreven.
‘Ik ben Kwakkie, dat kleine witte dril Kom uit de ballen, of piemel, zo je wil’ (vrij naar ‘Schnappi, das kleine Krokodil’)
Je ziet het voor je. Op een grootscherm plasma televisie. Opgepompte schouders en borstspieren. Een sixpack en een sexpik. Aan het uiteinde daarvan houdt een slanke vrouw zich vast. Ze neemt op haar knieën een houding aan, waarbij haar ronde billen mooi naar achter steken. Ze trekt haar schouders naar achter, hetgeen haar opgevulde borsten nog groter doet aanzien. Beiden zijn zongebruind en lekker subtiel ingesmeerd met olie. Zij sabbelt wat aan zijn pik. Dat doet ze opzichtig en vol verve. Visueel erg aantrekkelijk allemaal. De man zet haar spel kracht bij door het hoofd vast te pakken en ruw op en neer te duwen. De camera zoomt uit en de man draait de vrouw om en penetreert haar van achteren. De camera zoomt in op het in een uitgaan van de piemel in de grot der genot. Intussen maakt de vrouw onmatig veel kreunend geluid. De man maakt ook geluiden alsof hij gepijnigd wordt. De begeleidende muziek doet vermoeden dat er zich een glorieus schouwspel staat af te spelen. Op dat moment zien we de groot uitgelichte piemel weer in beeld, waar de vrouw met twee handen pompende bewegingen mee maakt, tot de man gromt en zijn zaad op haar gezicht belandt. Daarbij maakt zij kirrende geluiden en complimenteert de man dat hij zo’n lekkere, grote, hete tampeloeres heeft.
Het kan nu zijn dat er op dat moment sperma over je hand loopt en druppels kwak op je buik of shirt liggen. Terwijl je onderuit in de bank ligt met je lul nog in je rechterhand en de afstandsbediening in je linker. De achttien centimeter begint al snel te verschrompelen tot een stuk minder en het sperma koelt snel af tot kamertemperatuur. En daar lig je dan. Je een beetje verdwaasd af te vragen wat er gebeurd is.
Als een man opgewonden raakt en het bloed van zijn hersens naar zijn pik getrokken wordt, dan kan het lijken of ineens het centrum van de wereld verandert in dat stukje zwellichaam onder aan zijn buik. Dat dat ineens groteske proporties aanneemt. Het is geen anatomisch penis meer, het is een knoert, een paal, een kanon, een genotsknots en ga zo maar even door. Daarmee kun je rammen, palen, deep throaten, uitwonen, suf neuken, noem maar op. Ineens is het lege opblaasbootje verandert in een pantserkruiser, die de woeste baren breekt en zijn kanonnen leeg vuurt op de weerloze forten aan wal. Heroïsch, monumentaal, episch bijna. Met als gevolg een kwakkie uit het zakkie. Een vingerhoedje stijfsel. Voorafgegaan door een hoop gedoe. Of misschien niet meer dan vijf minuutjes onhandig gekronkel.
Mannen houden zichzelf graag voor de gek. Daarom geven ze alles wat met ejaculeren en hun piemel te maken heeft een heroïsche, disproportionele benaming en masturberen ze ook zo veel. Mannen maken zichzelf een hoop wijs. Daarom denken ze ook dat dat aanhangsel tussen hun benen een godsgeschenk voor vrouwen is. De machtige maarschalksstaf die veldslagen wint op de slagvelden der intimiteit. Maar welbeschouwd, het kwakkie, waar heb je het over? Leuk voor drie seconden. Dan houdt je nog drieëntwintig uur, negenvijftig minuten en zevenenvijftig seconden over. Diep in zijn hart weet de man ook wel dat het allemaal niet zoveel voorstelt, maar dat aan zichzelf en de wereld toegeven….
VON SOLO DICHTER, PERFORMER, COLUMNIST EN CINEAST www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl En volg VON SOLO ook op Facebook, Twitter en LinkedIn!!!
de redactie van pomgedichten wenst Anne van Walraven met haar debuut EEN BRIEF AAN JOU heel veel succes. Nederland is een prachtig boekwerk rijker. dat wij op pomgedichten punt nl elke dinsdag een briefje ‘aan ons’ mogen publiceren maakt de dinsdag tot een mooie dinsdag.
met woorden probeer ik iets te vangen de zinnen omvangen mijn verlangen maar ik zal nooit de plaats kunnen omschrijven waar mijn gedachtes verblijven zij bevinden zich in de synoniemen van het gemis
Anne van Walraven
Anne van Walraven Instagram: @annexwalraven
Een brief aan jou is een ode aan de liefde. Sterker nog, een ode aan
liefdesverdriet. Iedereen kent het wel. Je bent verliefd. Je bent
gekozen en dat voel je in elk deeltje van je lichaam. Maar wat nou als
de liefde steeds een beetje uit je vingers lijkt te ontsnappen? Anne
van Walraven probeert in woorden te grijpen hoe het voelt als de liefde
en de lust plaatsmaken voor onzekerheid, verwarring en angst. In
openhartige brieven schrijft zij over haar gedachtes en gevoelens die
voor iedereen herkenbaar zullen zijn. In de romantische en
melancholische gedichten zal je even kunnen verdwalen. Tastend in het
donker, maar niet alleen, nooit alleen.
het fenomeen karin beumkes – zij schrijft zo dat alles, de
wereld, de dingen, de mensen, de natuur, de waarheid haar kleur aanneemt
nu op pomgedichten punt nl
je hebt dichters die hard moeten werken en na verloop van tijd hebben ze hun gedicht – loon naar werken, loon na werken zeg maar. op texel is de dichter – de eilanddichter – Roop zo een harde werker. de gedichten die op die manier tot stand zijn gebracht – zijn veelal verzorgd, niets op aan te merken, je ruikt als het ware het zweet van de dichter tussen de lettergrepen door. de dichters van de noeste arbeid verkiezen het denken boven de bezieling – de ratio boven welk gevoel dan ook. je moet er van houden. als je niets anders kunt dan ga je er zelf van houden. een eigenschap hebben de noeste werkers vaak met elkaar gemeen – ze zakken in hun gedichten vaak af naar proza. daar moet je ook van houden. in proza kan de dichter zich makkelijk verschuilen – de ratio kan van stal gehaald – in dit voorbeeld van het eiland. het kan ook anders – ware doortrapte fundamentale existentiële onontkoombare poëzie – in dit voorbeeld ook van het eiland texel – lees onze eigen karin beumkes – zij schrijft zo dat alles, de wereld, de dingen, de mensen, de natuur, de waarheid haar kleur aanneemt – wel aan moet nemen – zij schrijft door alles heen – het is die schoonheid in de poëzie die wij graag elke maandag hier op pomgedichten punt nl presenteren.
In Aphrodite
Ik ruw je aan tot een opaal uit mijn borsten groeien de lianen je voegt je in mijn bekken. Kwijlt. Dit doet zij met ons.
Het is het drinken van absint het is het stervend terras van Van Gogh het is een fragment uit een moment.
Wie daar niet ooit een keer wil wonen is een half mens misschien nog wel minder dan een half mens maar daarom niet minder sympathiek.
Onder dankzegging aan alle dichters die instuurden – ik kan
en mag er vandaag niet omheen – de inzendingen zo erg naar mijn hart – ik beken
ik ben een romanticus maar dan liefst toch in die inktzwarte bitterheid die in
een verleden meer levens kostte dan de corona in de toekomst. het is die
ongebreidelde aanstekelijke en alles en iedereen innemende passie die vandaag
in twee gedichten hoogtij vierde. tweemaal onontkoombaar goud en eenmaal brons.
brons voor paul bezembinder – van harte! – die uit niets iets wist te destilleren dat pijn
kan verzachten. een wonderstukje van taalkunst:
‘Achter de schermen
draagt
zij echter niets. ‒ Niets dat de pijn verzacht.’
en dan komen we bij de gouden werken deze week – Cartouche
en Annagriet Diesman schreven de sterren uit de hemel, de corona aan flarden –
koortsachtige gedichten zonder weerga. mooier kon er vandaag niet
geschreven. het verlangen in de aanhef
de inhoud tot aan de pijn doorvoeld in de conclusie door Cartouche beschreven: ‘ er is geen mij zonder jou’ – GOUD! van
harte!
en alsof ze voor elkaar schreven lezen we van de voortgang – de o zo trage maar onontkoombare
voortgang en invulling – in lust en liefde
gedompeld: ‘ jij hoopt vandaag, en ook ik
ja, wij, op trage, trage liefde, lief.’ Annagriet Diesman – GOUD! van harte!
de nacht woont in jouw lichaam
en jij slentert door de prelude van slapen, maar hoopt nog op mijn aandacht, hoopt op mijn mond die toe, dan open mijn lippen en tanden, mijn tong. hoe langzaam die mond, hoe traag het tasten van mijn handen die strijken, sloom strijken
doelloos, je zomervacht, de nacht wegvagen die in jou huist jij hoopt, vurig, op mijn mond die jou roert als jij streelt mijn tong, mijn tanden en lippen. jij hoopt vandaag, en ook ik ja, wij, op trage, trage liefde, lief.
Annagriet Diesman
–> zojuist de ochtendwandeling amstelpark voltooid – de frisse coronalucht geademd – handen wassen jongens dan komt alles goed – half italie geisoleerd en maar handen wassen. dat is onze bruins. weg ermee – ‘zonder jou geen mij’ schreef hierboven de gewonde vogel – hier majestueus vorm gegeven door Annagriet Diesman. en Annagriet is voor de corana en de duvel niet bang. hier wordt geroerd gestreeld en gebeten, gehoopt en gelikt dat de corona koortsachtig zal stralen. een (ieder) veroverend gedicht, veroverend de woorden, de lust en dan in die heerlijke vertraagde vorm vormgegeven. wie is zij toch die de nacht uit mijn lichaam haalt. mij zo heerlijk deze koorts deze corona brengt – prachtig!
ik heb het vermoeden dat we deze week de creme de la creme van de nederlandse poëzie op pomgedichten mogen begroeten. wat een rijkdom aan taal bij een ronduit dichterlijk thema aangedragen door de liedjeszanger: ‘De dag brengt ouderdom – De nacht brengt vreemde uren…’. hier kan de echte dichter mee uit de voeten, de nacht in, desnoods de dag. een heerlijk romantisch thema. en we verwelkomen deze week romantici bij uitstek – een Ditmar Bakker, een Annagriet Diesman en een Paul Bezembinder, een Elbert Gonggrijp. beginnen we toch met het harde leven. Cartouche gewond geraakt bij een val in zijn eigen huis. “Neus gebroken en mijn nek een soort whiplash opgelopen, maar alles sal reg kom, as ons almal…nietwaar? Dank voor het medeleven en de eerder bijgevoegde powezie kon ik er nog net uitpersen.” – wensen wij van de pom – en ik mag namens alle dichters wel spreken – Cartouche van harte beterschap – we zijn niet van de doktors maar die neus zal regkom! en weet – “gewonde vogels zingen het mooiste lied” – vanmiddag in Grand Café Genieten 020 vertolkt door Bjorn van Rozen en band en mijn persoon – aan jou opgedragen.
Cartouche – ja vooral ‘de afstap’/het afstapje – zorgt voor – zo te zien voor veel ellende – nee grapje. een prachtgedicht – waarin de romantische draaimolen op volle toeren draait – aan is gezet door de dichter – en inderdaad – gewonde vogels zingen het mooiste lied – hier een prachtig lied gezongen door Cartouche: met name het ‘niet te beschrijven stuk tussen de liefde en de leegte’ en de regels die daarna komen – prachtig. Het grote verlangen meteen in de eerste regel een gegeven ( Dat het ooit zo ver zal komen) tot aan de laatste regel werkzaam – de laatste regel een volledige overgave (geen mij zonder jou). van ontwijken geen sprake – professor scherder propageert ontwijken – maar zolang de dichter er vol ingaat lezen we goddank de mooiste poëzie op basis van de diepste pijn opgeschreven.
Cartouche (zwaar gewond) – geen mij zonder jou
Petra Maria – waar jij en ik gedragen worden
Frans Terken – het is ons leven uit de losse hand
Paul Bezembinder – dat zijn muze hem nog iets onthullen wil
Anke Labrie – een levenslang waarom
Erika De Stercke – Onrust wakker jij aan
Ditmar Bakker – geplaagd door nieuwe dromen
Elbert Gonggrijp – Er is altijd wel iets om te verhelderen
Annagriet Diesman – en ook ik ja, wij
Rik van Boeckel – in pijnloze gelatenheid
wie wint de enige echte virtuele – naar Raymond vh Groenewoud – ‘de dag brengt ouderdom/de nacht brengt vreemde uren’ – de mooi doet pijn – trofee op pomgedichten?
‘De dag brengt ouderdom De nacht brengt vreemde uren…’
deze week de trofee van het leven of zoals het leven geleefd moet of kan worden. dat het niet saai is het leven maar tot welke prijs zo dan te leven? een geliefde van Raymond legde het in de docu over zijn persoon zo mooi uit -aan de voorkant de kunst, de pracht en de praal aan de achterkant de puinhopen in de liefde als prijs betaald. daarover graag, zo graag uw gedichten deze week – de keuze is aan de dichter – de voorkant van het leven of de achterkant – beide kanten wellicht? mooi doet soms pijn, vreselijke pijn.
ach u kent de regels: de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd. hoe het ook te zien is
de nacht bracht helder engelen flessen wijn leeg en leegte aan het licht
en doorgelopen ogen op straat een fiets een krantenbezorger
het ochtendblad de eerste zoen in amsterdam en terug weer naar de aardappelen
naar iets grondigs ergens zal er liefde zijn of groeien wellicht
pom wolff
hoezeer ook het leven lijkt te zijn verbonden
zoals hemel en aarde het blad aan de boom jouw ogen aan mijn voeten
ontsnapt ons ook wel hartverscheurend opgelucht
de gedachte aan het niets en het alleen
waar jij en ik gedragen worden als de zon verbleekt
petra maria
‘De dag brengt ouderdom – De nacht brengt vreemde uren…’. hier kan de echte dichter mee uit de voeten… – nou petra maria ook mogen we lezen – zijn ogen verbonden met haar voeten… dit gaat mij net even te ver – te gezocht de verbindingen die de dichter tot stand brengt – natuurlijk in een gedicht mag alles met alles verbonden – maar zoals de receptie esthetica gebiedt: de tekens die de dichter in zijn/haar tekst verwerkt moeten wel nog door de lezer begrepen worden. de mededelingen in het hele gedicht waar het verbindingen betreft staan op gespannen voet met lezerservaringen – en dan begeeft de dichter zich meer en meer op particulier terrein waar de poëzie in wezen niet voor is bedoeld.
Ze roepen maar rond
Dat het restje haar op m’n hoofd het vrije denken ondersneeuwt alsof er in de grijze hersencellen iets van ontsporing valt te ontwaren
– stofwolken boven witte straten die het heldere zicht hinderen ze verminderen niet wat ik aan louche koppen bespeur –
zoals in de droom vannacht de tik die ik gaf op de muil van dat rechtse grachtenspook extremer moet het niet worden
laat me de laatste haren de strohalmen op mijn hoofd hoe het de geest van liefde bewaart ik strijk jou niet tegen de haren in
en dat ze maar luidkeels roepen het is ons leven uit de losse hand de dagen bijschaven naar dit beeld
de roepers – het ‘rechtse grachtenspook’ – demonen in de nacht door frans terken beschreven – ja als baudetje het voor het zeggen krijgt dan gaan de pensioenen eraan zoveel is zeker – want de rare nederland voor de nederlanders de grenzen dicht en potverteren maar – plannetjes van baudet kunnen alleen uit de pensioenpotten gefinancierd totdat de nexit armoede bij een ieder heeft gebracht. de dichter terken waarschuwt met een zekere gelatenheid toch – met zijn laatste krachten zeker ook. deze meer activistische functie van dichters wordt in rechtse kringen altijd gehaat. daarom werden boeken verbrand – de dichters vervolgd. Het kamerscherm
Bij dag is hij een welbespraakte man: met al zijn sprezzatura, zijn parrhesia (dus: ut pictura, ergo, hence, et cetera) is hij het die de dichtkunst duiden kan.
Dan valt de nacht. Hij zwijgt, en wacht, en hoopt dan dat zijn muze hem nog iets onthullen wil. Achter de schermen draagt zij echter niets. ‒ Niets dat de pijn verzacht.
Paul Bezembinder
–> Paul geeft de l’art pour l’art gedachte voorrang boven een aktivistische inzet der woorden – de tegenstelling dag en nacht in enkele toch ook wel gezochte regels vakkundig neergeschreven. en daar is de muze – hoe het niets gedragen wordt en dat het zijn pijn verzacht. ok ik geef mij over. prachtig.
cafe luxembourg
hij is nu wel heel erg vroeg zoekt een plek voorin zodat hij haar aan ziet komen als hij haar tenminste nog herkent
eerst maar thee voor alle zekerheid
de tafel achterin heeft hij tijdig besteld vanavond dan misschien een antwoord op een levenslang waarom
de muziek sluit feilloos aan liefdesliedjes uit hun jeugd
op de melodie tikt hij terwijl hij wacht alvast zachtjes de tijd terug
anke labrie
–> Anke is teruggegaan in de tijd – “(ze draaiden er inderdaad bij binnenkomst Doris Day, Perry Como e.d., wel verrassend).” – terug naar het cafe waar de goede gesprekken werden gevoerd, de liefde zo waarachtig werd gevoeld, waar je ook later niet aan voorbij kan gaan zonder dat het hart sneller begint te kloppen. we lezen de regels graag. de kernregels blijven voor de lezer in het gedicht onbeantwoord zweven: ‘vanavond dan misschien een antwoord op een levenslang waarom’ – op die regels mag het antwoord niet geschreven – zwevende regels de lezers aangereikt om zelf in weg te dromen – een eeuwig misschien aangereikt door de dichter – om het zelf in te vullen.
Passiedruppels
Onrust wakker jij aan in onze uren samen. Het begint met een glas wijn zoet als de rijpste vruchten uit de familie van de nachtschaden.
De avond schuurt mijn geduld uit. Onder mijn huid sluipen jouw giftige woorden. Kaarsen op de kandelaar branden vreemd en dempen het licht in de ogen.
Een mug op dool gooit zich in de strijd van verouderde verwijten en blauwe plekken.
Erika De Stercke –> ai ai auw auw – zo kennen we erika weer – daar paraderen de giftige woorden weer en harder nog – de verouderde verwijten en over de blauwe plekken lezen we. het lijkt wel of Cartouche even bij Erika op bezoek is geweest – niet verder dan het keukentje krijste zij – maar Cartouche luisterde niet en dan krijg je van datum. hahaha – een echte erika de sterke dit gedicht – toch lees ik soms liever over de uren zonder onrust – dat het niet schuurt.
Ha Pom, Aangezien het wel op het thema gesneden lijkt…met liefde, x, D.
*** De Dichter
Des avonds kijkt hij in zijn glazen bol gevuld met oude dromen en kristal, verwarmt de kleinste kloot in het heelal en plengt het dan heus laatste glas weer vol
met afgeprijsde, wrange alcohol waardoor zijn ziel zo zuiver slapen zal, geplaagd door nieuwe dromen: carnaval van drank en plastic zak en tramadol.
Bezwaren, wetten—die zijn géén bedrog: des ochtends, bij de spiegel aanbeland, ziet hij een steeds meer overjarig joch
niet tegen dood of eeuwigheid bestand, en God blijft stil—ontzield, terwijl hij nog een greintje zout als korrel zand ontbrandt.
Ditmar Bakker
–> ‘De dag brengt ouderdom De nacht brengt vreemde uren…’
dat is het thema. hier vooral geestig en zeker ook vloeibaar ingevuld door de dichter: de afgeprijsde alcohol – hahaha – scheutig aan het gedicht toegevoegd – en heel geestig ook geschreven over carnaval – nou ja een door ditmar bakker samengesteld carnaval. de dichter in al zijn gebreken en kwetsbaarheden neergeschreven – ditmar bakker met zijn helicopterview neemt scherp waar. een simon carmiggelt sonnet – die moeten maar eens herlezen worden. van dit hoge nivo ook.
GEVORDERD
Stram gaan straks de uren, steeds vergeetachtiger de mens die enkel het verleden kan bevatten naarmate de jeugd weer mooie woorden spreekt – hoepelen, knikkeren op het plein, weer kind te worden in het prominente ogenblik.
Maar de oude dagen wordt wel herfst, een insluiper tegen beter weten in. Voorbij de tijd gekeken, voorbij elk gelukkig bestaan gaat het geheugen halfstok, komt niemand weer thuis.
Er is altijd wel iets om te verhelderen – dat er van alles speelt maar leeg in het geheugen tot een verregaand verlies van decorum – zonder notie –
Elbert Gonggrijp, Egmond aan den Hoef, zaterdag 7 maart 2020 –>
‘De dag brengt ouderdom’
jawel jawel zo zal het gaan, zo gaat het steeds verder en vaker – over de dementerenden is al heel vaak geschreven – steeds leger de uren – steeds leger de uren van de ouderdom – elbert heeft het thema op deze manier ingevuld – zo kan het gegeven thema inderdaad ook worden gezien. en zo heeft de dichter het hier bijzonder knap verwoord. ik wilde eigenlijk net iets meer van de VREEMDE uren lezen en minder van de LEGE uren maar daar kan elbert niets aan doen. een prachtgedicht. (de woorden ‘stram’ en ‘herfst’. misschien net iets te té) Verbinding van tijd
De tijd gedood met angst voor de nieuwe dagen maanden jaren
de stilte doorbroken met tranen om de voorbije uren jaren eeuwen
de nacht doorgebracht in duisternis tot het licht de late dromen raadt
het universum aangesproken om ouderdom te laten leven
verbinding van tijd te herstellen suggesties zacht weg te wuiven
de gedachten te zuiveren van het onaangename
‘t hart te laten voortbestaan in pijnloze gelatenheid.
Rik van Boeckel 8 maart 2020
de dichter van de verbinding is Rik van Boeckel – hier wordt het universum aangesproken om de ouderdom te laten landen in een onmetelijke grootheid. toekomst en verleden draaien om de nacht heen – het zou een rustpunt moeten zijn maar zie daar daar is het licht alweer – de tijd is niet onder controle te krijgen – rik maakt er poëzie van – dat het stollen mag in gelatenheid – een vergeefse poging – de dichter draait door – de wereld in. de wereld in brokken tijd beschreven.
Een brief aan jou is een ode aan de liefde. Sterker nog, een ode aan liefdesverdriet. Iedereen kent het wel. Je bent verliefd. Je bent gekozen en dat voel je in elk deeltje van je lichaam. Maar wat nou als de liefde steeds een beetje uit je vingers lijkt te ontsnappen? Anne van Walraven probeert in woorden te grijpen hoe het voelt als de liefde en de lust plaatsmaken voor onzekerheid, verwarring en angst. In openhartige brieven schrijft zij over haar gedachtes en gevoelens die voor iedereen herkenbaar zullen zijn. In de romantische en melancholische gedichten zal je even kunnen verdwalen. Tastend in het donker, maar niet alleen, nooit alleen.
Genre: Gedichten Omvang: A5 ISBN: 978-94-640-3033-4 Aantal pagina’s: 112 Prijs: € 17,99 incl. verwerk- en verzendkosten naar Nederland en België
Anne van Walraven (1993) woont in een kleine studio midden in de stad in Haarlem. Toen zij twintig jaar was stapte ze uit een lange relatie en begon zij de zoektocht naar de ware liefde. Anne woonde op verschillende plekken in Nederland. Steeds net te kort om haar wortels in de aarde te planten, leek zij te willen ontsnappen aan alle vastigheid.
‘God schiep de dag en wij sleepten ons erdoorheen.’ (Dimitri Verhulst, ‘De helaasheid der dingen’)
Vanochtend ging de telefoon. Aan de andere kant van de lijn de stem van de man, die namens mijn werkgever is aangesteld mijn hiërarchisch leidinggevende te zijn. Hij belde over een email die ik een half uur daarvoor had verstuurd. Het was me al opgevallen, dat ik de afgelopen dagen wat kort in de kar was geweest en wat scherper in bepaalde kwesties zat dan anders. Waarschijnlijk een bijgevolg van al dat zagende nieuws over een heel griezelig griepje.
Nu weet ik wel, dat het geen zin heeft op een werkvloer mails aan een goegemeente te sturen. Mensen die dat doen, veracht ik en hun mails lees ik ook helemaal niet. Zeker niet als het tien aan elkaar geplakte berichten zijn over hoe alles in een bureaucratie in het honderd loopt en dat er geen enkele betrokkene in de aan- en afzenders zit die zich betrokken genoeg voelt om het probleem op te lossen. En nu was ik zelf zo iemand geworden. Ik had een reply-all verstuurd met toevoeging van nog een ploegje management.
Mijn manager is dan tenminste wel zo iemand, die als hij aangeschreven wordt, het ook ziet als een verzoek om betrokkenheid. En daarom belde hij ook. Ik legde hem uit dat ik iedereen al –tig keer had uitgelegd dat ik het probleem niet ging oplossen en dat ik eenieder al menig maal de weg tot de oplossing had geadviseerd. Maar dat ik eenvoudigweg niet meer accepteerde de geadresseerde te zijn inzake dit probleem. Ik liet mijn emoties de loop en bond weer in. Luisterde en boog mee als bamboe en koos dan weer het offensief in de derde persoon. Het mocht allemaal niet baten. Nog voor hij het uitspraak, tikten mijn vingers al een afspraak in de agenda met de falende verantwoordelijken, mijn manager en ondergetekende. We zouden niet het voortouw nemen, maar de verantwoordelijkheid juist beleggen.
Op de werkvloer liep ik in de middag een slachtoffer van de situatie tegen het lijf. Ik vertelde hem dat ik een mail had verstuurd en nog een vermanend gesprek gehad had met mijn chef over mijn wanhoopspoging beweging in de zaak te brengen. En dat ik dat dom vond van mezelf. Hij keek me met een open en dankbare blik aan en zei dat er nu in ieder geval wat in beweging gebracht was. Op zo’n moment weet je, dat je samen in een schuitje zit en met één peddel probeert de kant te halen, die enkel maar verder weg lijkt te liggen elke keer als je weer kijkt. En toch ga je door. Omdat de mens in basis zo in elkaar zit.
VON SOLO DICHTER, PERFORMER, COLUMNIST EN CINEAST www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl En volg VON SOLO ook op Facebook, Twitter en LinkedIn!!!