VON SOLO voor U!!! ‘Je hoopt zo erg. Maar je kunt zo weinig…’



Stel je de situatie voor. Je dochter belt je van school, dat ze niet in staat is een proefwerk te maken. Ze kan zich niet concentreren. Het gaat zogezegd niet. Vorig jaar is ze ook al blijven zitten. Als gezin ga je met pieken en dalen een periode door, die gekenmerkt wordt incidenten die veel verder reiken dan dit voorbeeld. Maar elke keer is het weer een tegenvaller als er iets niet lukt. Je hoopt zo erg, dat er een keer goede dingen gebeuren. Je hoopt zo erg, dat ze een normale puber wordt.

Op een gegeven moment ga je twijfelen of je er goed aan hebt gedaan om haar in de zorg te doen belanden. Op dat moment grijp je elke mogelijkheid aan. Maar intussen kijk je er anders tegenaan. De versplintering tussen diagnose- en behandelinstellingen.  Wat de één niet van de ander weet of wil weten. Hoe niets aansluit en alles vergaan is van wachtlijsten. Hoe de verantwoordelijkheden op het zieke af erin zijn gedrild bij de medewerkers in de zorg. Stel je voor, dat je op een nacht op de crisisopvang zit en je vraagt of er een drugstest bij je dochter gedaan kan worden. De psychiatrisch verpleegkundige geeft aan, dat zij dat niet mag beslissen. De opgetrommelde psychologen aan tafel zwijgen. Je vraagt de verpleegkundige wie er dan wel mag beslissen. Ze geeft aan dat dat de psycholoog van dienst is. Je kijkt naar de overkant van de tafel en vraagt of dat klopt. Dat wordt beaamd. Je stelt hen de vraag of er een drugstest gedaan kan worden. Zij geven aan, dat je daar wel toestemming voor moet geven. Je vraagt je af, wie er in de kamer niet heeft zitten luisteren. 

Je vraagt je af, of die medicatie niet meer schade heeft aangericht, dan dat het goed gedaan heeft. Je kind is niet meer in staat om zich te concentreren blijkbaar. Ook is er geen uitzicht wanneer er ooit gestopt kan worden met de medicatie, die eigenlijk maar voor een half jaar bedoeld was. En eigenlijk is er weinig veranderd aan het gedrag van het kind, behalve, dat ze door de tijd verworden is tot een patiënt. Een willoos mens, overgeleverd aan wat haar overkomt. Slechts ontwijkende keuzes makend. Zich verdrinkend in TikTok, Snapchat en Netflix. Maar er is geen psychiater, psycholoog of hulpverlener die er ook maar een vraagteken bij stelt of dat goed is. Als je ernaar vraagt hebben ze er zelf geen mening over. Dat is raar. Iedereen heeft toch altijd een mening?

Je kan nooit in het hoofd kijken van een ander. Je weet nooit hoe erg het is. Maar bier en wiet hielpen vroeger voor heel veel. Dat wat in vroeger tijden oogluikend werd toegestaan, wordt nu via alle mediakanalen en de overheid zodanig gedemoniseerd, dat de brave ouders van nu zich er graag naar schikken en hun kinderen ‘beschermen’. Rondhangen met je lotgenoten hielp ook. Je vrienden uit de buurt opzoeken hielp ook. Je vrienden op school. Dat wat allemaal niet kon toen de instituties sloten wegen een pandemie. Toen een generatie losgeweekt is uit het sociale weefsel en omgepoold is. Je hoopt ondertussen gewoon dat je kind desnoods gewoon gaat zuipen en blowen. Dat het de patiëntrol terug mijt in het gezicht van de zorg, de maatschappij en haar ouders. Dat het lacht en huilt, dat het faalt en slaagt. Als het maar wat doet. 

Je hoopt zo erg. Maar je kunt zo weinig.


VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl 

Share This:

Ton Huizer: dichters sterven niet

Metamorfose

Dichters sterven niet
ze veranderen
ze zingen hun lied

in weer en in wind
kruipen als teken
in de huid van een
kind

schrijven in water
spreken met licht
dichters sterven niet

ze kennen hun plicht

Ton Huizer

Share This:

MIRJAM AL neemt afscheid van Merik van der Torren

ik schreef eerder al bij het overlijden van merik dat de woensdag nog een tijd van merik blijft. onze vaste columnist op de woensdag. mirjam AL die een half leven lang met merik – op poëtische wijze optrok zal samen met vera jongejan de woensdag op ‘de pom’ gaan verzorgen – zo af en toe zal merik langskomen en zijn goedkeuring ons toeknikken. zo zal de woensdag zijn. ik zal vanavond met bjorn van rozen op de boot ‘het einde van de wereld’- de boot van catelijne – een eerbetoon brengen aan de dichter van amsterdam, de dichter van de pijp, de dichter van amsterdam zuid, de dichter van eijlders, de dichter van ruigoord, de dichter van zaal 100 – etc etc aan merik de dichter van ons!

Voor Merik

de zon ging onder

de maan lichtte op

sterren twinkelden in het universum

al slapend ging hij op reis

’n koffer met herinneringen

’n lege tas liet hij achter op de laatste halte 

voor het hemelsblauw zich openbaarde

zo helder en doodnormaal

doe de gordijnen open en kijk in de verte

er is geen weg terug

en in zekere zin is dat maar goed ook

wij allen zijn op weg naar de Oase

die misschien ’n fata morgana is

we weten het niet

Merik nu wel

dat hij in vrede zal rusten

Shalom

Mirjam Al

Share This:

Peter Posthumus – nee dat niet…



Even niet aan denken
kan ook later
morgen dan misschien
nee dat niet
dan maar meteen
of straks, ja straks
helemaal niet
kan mij wat schelen
maar niet vergeten
nee dat niet


nou dat was het dan
toch iets gedaan vandaag


Peter Posthumus

Share This:

laat hij haar in het donker staan? alles rook naar eeuwigheid.


je weet het is eens in je leven
en het komt nooit meer

– nooit meer zo –

een bankje aan de rivier
met uitzicht op
het maakte niet uit

alles rook goed
alles naar jou
alles naar eeuwigheid

pomwolff

Share This:

Karin Beumkes: ‘ik ben beslist geen open oase vader…’

Dear Pom,
Het is grijs op Tessel en de lichtjes zijn allemaal aan, Onze kat heeft het goed bekeken en ligt verder vredig. Ons huis een oase en dat voert naar een gedicht.
En hier is het november, zelfs op de kalender zijn contouren te zien van grijstinten en vogels


ees mijn gedicht en geloof in liefde en de dagen van december, net zo waardevol.
Liefs Karin.


Dijk van opzij

Stofplaats op schaapscheerdersgrond
waar een keutel makkelijk maansteen wordt
ik ons voor de grap uit de linkerdroomduim zuig
lam ben van klappen in mijn handen nu
de kudde stuift een losse steen
doet taal verzinnen.

Ik kan je wegkrabben uit alfabedden
hier ook blijven tot wind is aangewakkerd
iets van a naar b verzetten en als ik regen vang
een waterplaats openen.

Vergelijk me daar hoe de dijk mij
nietiger en kleiner maakt
het maakt in leegte niet langer uit
ik ben beslist geen open oase vader
dat weet je zelf ook.

Karin Beumkes


Share This:

deze week geen wedstrijd – pom & bjorn woensdag op het einde van de wereld – 20 uur 30

1

ook al staat de zon in het oosten – een nieuwe dag begint – en hoewel alles hetzelfde lijkt – en hoewel alles lijkt te kloppen – ‘ik voel alleen niet meer hoe het was’- vrij naar bjorn voor rozen – dit moois bewaren we voor ons optreden aanstaande woensdagavond op de boot van Catelijne – 20 uur 30 – als je mooi wil horen kom ook genieten.

2

deze week geen zondagochtendwedstrijd – de kleine van drie uit berlijn komt opa’s amsterdam een weekje mooier maken en hij neemt zijn zusje Liva mee – die amsterdam voor het eerst aandoet met haar drie maanden. opa pom gaat aan de P – de p van pizza, pindakaas en pannenkoek – de P van opa pom een dagje patat wellicht nog wat poffertjes. nou lekker dan! zullen zijn ouders roepen – u begrijpt het – het wordt druk – maar het setje woensdag met bjorn is werkelijk prachtig – beginnen we daar en dan met een eerbetoon aan merik. en zie daar dan het leven zoals het leven is: alsof niet iedereen verliest.

maar we eindigen het setje wel met hoop en met de liefde – met hopen liefde –

je weet het is eens in je leven
en het komt nooit meer

– nooit meer zo –

een bankje aan de rivier
met uitzicht op
het maakte niet uit

alles rook goed
alles naar jou
alles naar eeuwigheid

pw

je weet het is eens in je leven en het komt nooit meer – nooit meer zo – een bankje aan de rivier met uitzicht op – het maakte niet uit – alles rook goed – alles naar jou – alles naar eeuwigheid

Share This:

DITMAR BAKKER vertaalt! sonnet 12 – ‘Sonnets From An Ungrafted Tree’ van Millay

Beste Pom,
Mijn felicitaties met je tweede kleinkind. Ik begreep dat het in Berlijn het levenslicht zag, en er zijn slechtere plekken om dat te doen ter wereld. 

Geluk is een vreemd ding; geluk is gevaarlijk; een zeepbel, heb ik ook weleens horen zeggen. De reeks ‘Sonnets From An Ungrafted Tree’ werd, al experimenterend, door Millay gemaakt, en, tja, grossiert in prachtig leedwezen, denk ik.

De reeks behelst het ziekbed-en-sterven van een man, bezien door de bril van zijn vervreemde wederhelft, die terugkeert naar hem als hij ziek is (ondanks het feit, dat zij niet van hem houdt, wat dat dan ook precies moge zijn—hier verwijs ik graag naar het andere werk van Millay) en hem verzorgt tot het eind. Ik stuur je de oorspronkelijke sonnetten en hun schaduwrijke fluisterstem in het Nederlands toe. Geniet, of niet!
Veel geluk met Liva, en veel geluk voor haar.

Liefs! Ditmar Bakker



XII.

Destijds zachtaardig, of ze een kind met
kwaaltjes voedde—zij beurde op en trok
hem op wanneer, met koorts, hij lag in bed—
en ze zijn handen klemde om de mok,
was ’t lichaamskracht die zij haar gade schonk,
denkend aan mannen—hulpeloze schapen—
totdat hij dan uiteindelijk in zou slapen
maar draaien bleef, terwijl zijn stem nog klonk.
Op zulk momenten floot, als was ’t een vriend,
een trein op ’t spoor, ver weg en onvoorspelbaar,
betoverend: haar geestesoog ontelbaar
steden in een wond’re wereld ziend
ver van waar zij lag—en toch zo dichtbij,
niets scheidde hen, dan iets dat naast haar sliep, en het gordijn.


XII.

Tenderly, in those times, as though she fed
An ailing child — with sturdy propping up
Of its small, feverish body in the bed,
And steadying of its hands about the cup —
She gave her husband of her body’s strength,
Thinking of men, what helpless things they were,
Until he turned and fell asleep at length,
And stealthily stirred the night and spoke to her.
Familiar, at such moments, like a friend,
Whistled far off the long, mysterious train,
And she could see in her mind’s vision plain
The magic World, where cities stood on end …
Remote from where she lay — and yet — between,
Save for something asleep beside her, only the window screen.

Ditmar Bakker vertaalt

Share This:

Ton Huizer: A night at the Poets Club


A night at the Poets Club

Aha…. U bent dus een biet
powet?

Nee… Ik ben een beat poet

Wat is dat, een beat poet?
Engelstalige boer en burger
powezie?

Nee, Google even; Ginsberg
Bukowski, Ferlinghetti

Thuiszorg al geweest?

Ton Huizer

Share This:

VON SOLO en de midlife



Dit relaas gaat niet over jou. Het gaat over iemand anders.

Je moeder heeft altijd goed voor je gezorgd. Op haar manier. Je bent beschermd opgevoed in een klein dorp in de provincie. Door je beperkte lichaamslengte was je op de lagere school een makkelijke prooi voor grotere en driestere jongens, die hun vermogens tot intimidatie moesten uitproberen. Op de middelbare school probeerde je je daaraan te ontworstelen. Je stelt je wat agressiever op en smeedt de nodige bondgenootschappen met grotere jongens. Dat helpt. Je doet wat aan vechtsport, maar blinkt nooit uit. Je mist de discipline om je er echt toe te zetten. Het gaat vooral om het beeld dat je schetst van jezelf, dat je heel wat bent. Alles om maar niet lastig gevallen te worden. Onder de streep heeft het allemaal geen zin. Je voelt je er uiteindelijk alleen maar een acteur bij, wier talenten onopgemerkt blijven en altijd tot het land der fabelen blijven behoren.

Je leest boeken waar Hemingway de held is. Henry Miller de man, die alle vrouwen weet te strikken. En Bukowski de man, die al het bier in de wereld op kan zuipen. Je modelleert je naar die mannen. Probeert het op je eigen manier na te doen. Vecht, flirt en zuipt. Alles marginaal en met wisselend tot weinig succes. Maar je moet wat. Dat gaat zo jaren door. Je maakt jezelf wijs, dat je een hele vent bent. Dat je gelijk hebt. Dat jouw manier van leven is, zoals het bedoeld is. Je overweegt zelfs nog in het leger te gaan, maar dat doe je niet. Door je slechte ogen maak je namelijk geen kans bij een heroïsch onderdeel te komen. Zo mis je de oorlogen in de jaren negentig en de begin twintigste eeuw. Dat wat alles echt had kunnen maken. 

Uiteindelijk ga je zelf kinderen maken. Je doet het zoals je ouders het deden. Als ze klein zijn bescherm je ze zoveel mogelijk. Om ze wat te leren ben je streng. Je wordt boos als je denkt dat dat helpt. Je voelt je waardeloos als ouder. Niet iemand waar men naar op kan kijken. Ook je partner vraagt zich soms af, wat ze ooit in je gezien heeft. Misschien de rimpeling in het oppervlak van de tijd, waar alles anders had kunnen zijn. Je kinderen worden ouder. Zelf word je het ook. Je betekent voor hen niets meer, dan een slechte herinnering aan wat een fijne vader had moeten zijn. Jij en je partner slapen aan elk hun eigen kant van het bed. Je helden en je grote voorbeelden zijn dood, bejaard of van hun voetstuk afgevallen. Er is niets meer om je aan te spiegelen en alles dat daarin houvast bood, is voorbij en gegaan. Je bent nooit de held geworden, die je had willen zijn. 

Als niemand je ooit heeft geloofd, kun je dan eigenlijk wel spreken van een bestaan?


VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl 

Share This: