Merik van der Torren over smetten op het koninklijk huis – vanavond ook op het einde van de wereld

Merik van der Torren vandaag/vanavond live te genieten op de boot van Cateleijne – het einde van de wereld – en zie daar nog een kanon van pomgedichten punt nl treedt vanavond op – op dezelfde boot – zie hier waar u vanavond het ij zult zien:
Poetry Musica
eten inschrijven va 18:00 tot 19:15
wo. 14 sept. 20:30 vrij entree
een heel bijzondere avond
met een aantal van de fijnste dichters en troubadours
op de mooiste locatie van Amsterdam
t Einde van de Wereld

Presentatie: Catelijne Beijst Lohoff
Geluid: Niels Nelis Digitalis
info http://www.eindevandewereld.nl
Einde van de Wereld
Javakade 61 (de boot t.o nr 4) 1019SZ Amsterdam
bereikbaar met tramlijn 7 en bus 48 en 65



Oranje

“Die wegwerker van je met dat oranje shirt,
leg me eens uit waarom hij werkt in het oranje.
Zo komen er moddervlekken op,
smetten op het Koninklijk Huis,
een klap in het gezicht van Willem-Alexander.
Waarom trekt hij het niet uit, dat oranje ?”
zeurde het mannetje tegen
de baas van het bouwbedrijf
in de kroeg om de hoek.
“Dames en heren, laatste ronde !”
riep de barman.

Merik van der Torren

Share This:

de herfstgedichten van Antony Oomen 1



Dag Pom
Ik ben begonnen met een reeks herfstgedichten. Hier het eerste


Oude Wester

Het geluid van vroege regen
Hier zet je je ramen voor open
Vliegtuigen die laag over de stad gaan
En luidkeels rondvliegende meeuwen

Maar tussen vluchten door steeds
Regen die beneden op het plein plenst
Druppels op de raamdorpels, plok, plok

Dit is wat vandaag houvast biedt: regen
Krijsende vliegtuigen en meeuwen
Twee paar ogen en oren en een pen
De klok, en klokken van de Westertoren


Antony Oomen
8.IX/2022
Amsterdam

Antony Oomen

Share This:

een juweeltje van Ien Verrips: ‘mooi als de maan..’


geschokt door zoveel schoonheid
viel het stil bij haar verschijnen
alleen de huizen trilden zachtjes
in de hitte van het ogenblik

mooi als de maan
bewoog zij alsof
zij alleen was op de wereld
alsof de wereld
er alleen voor haar was

nu nog praten wij over haar
als de exotische prinses

en over de smaak van de vis
die wij die dag aten


sept. 2022 – Ien Verrips

Share This:

Tour de France met Peter Berger: ‘Sans autoroutes. La vallée de la Meuse vandaag. Een prachtrit is het. Topamusement. Het uitzicht deed me vijf uur lang naar adem happen…’


Helaas. De lifter, een kruising tussen dat gladgestreken joch van Volt en Johnny Depp, gaat niet mijn richting uit. Hij bedankt me voor het stoppen en wenst me vriendelijk een fijne dag. Jammer! Had ik even kunnen oefenen. Woordjes. Hebdomadaire. Echelle. Dat soort dingen. Tja. Maar toch altijd leuk: een uitstapje. Midweektrip. Tour de France. Sans autoroutes. La vallée de la Meuse vandaag. Een prachtrit is het. Topamusement. Het uitzicht deed me vijf uur lang naar adem happen.

Woelige wateren. Rotsen. Haarspeldbochten. Ridderkastelen. Jeanne D´Arc. Ik rij door haar geboortedorp. Klein meisje. Groot hart. Nog groter zwaard. Had graag eens een croissantje met haar gehapt. Dat hier altijd flink geknokt is zie je overal. Begraafplaatsen. Slag om Verdun. Duitsers liggen onder zwarte kruizen. Geallieerden bij de witte. Een kwestie van detail. Het is best druk nu trouwens maar een uurtje eerder was het stil op straat. Complètement abandonné. Zombie Apocalypse. En ja hoor, geloof het of niet. Oeufs frais: Libre service. Stond er op het uithangbord. Jawel!

Ook hier: een heuse eierautomaat. Hier? Was ooit een complete verrassing. Die dingen in een achterbuurt van Shanghai. Tientallen stonden er. Eierautomaten. Met zo´n luikje als bij de Febo. Slim. Eitje uit de muur. De cette façon, ils ne peuvent pas casser. Maar hier? Okee, het was er maar eentje. Maar toch. Ben blij verrast. Vooruitgang is blijkbaar niet te stoppen. Het is roerig rijden soms. Geen smartphone. Geen TomTom. Geen kaart zelfs om op te spieken. Maar moeilijk is het nou ook weer niet. Gewoon de weg volgen. De nummers heb ik vooraf genoteerd.

Probleem is de dorpen. Autres Directions. Toutes Directions. Goed opletten. Niet mijn ding want het is altijd feest in mijn hoofd. Gelukkig schijnt de zon. Dat helpt. Une question d’orientation. En als je toch fout zit wacht er altijd wel weer een nieuwe verrassing. Gewoon. Om de hoek.


Peter Berger

Share This:

4X GOUD – Cartouche, Grootscholten, Labrie en van Boeckel winnen wint de enige echte virtuele – NIET ZONDER JOU – trofee op pomgedichten punt nl – een regel uit het prachtlied  ‘storm in een glas‘ van Trio Bier.

4X GOUD – Cartouche, Grootscholten, Labrie en van Boeckel winnen de enige echte virtuele – NIET ZONDER JOU – trofee op pomgedichten punt nl – naar een regel uit het prachtlied  ‘storm in een glas‘ van Trio Bier.

wedstrijd gesloten -het klassement is al gemaakt – ver voor de eindstreep is bereikt van half 11 – eren wij van hier 4 niet meer te overtreffen gedichten – 4X goud! dichters dankjewel voor insturen – de gouden dichters vandaag van harte! – goud voor Cartouche – met een waardig eerbetoon voor de dame met de paarse handjes – de lady van een nu door haar heengaan aangetast united kingdom – haar eenzaamheid onnavolgbaar vastgelegd. goud voor Etwin Grootscholten die met zijn gedicht natuurwetten aan de kant schuift – dit is nog nooit vertoond in de poëzie: een poëtisch maar tevens wiskundig bewijs dat er naast het niets wel degelijk nog iets van liefde bestaat –  overblijft. Goud ook voor Anke Labrie voor poëzie waarin herinneringen opleven in het leven van alledag. en goud voor Rik van Boeckel die zo subtiel de liefde wist te plaatsen in de boven ons mensen gestelde ruimte. dank ook aan de mannen van Trio Bier voor die prachtige en ingehouden gezongen inspiratie “niet zonder jou’- ik ga ze binnenkort zien in de roode bioscoop. natuurlijk in de hoop dat dit nummer daar gezongen zal worden.

Majesteit

ik zou – ik heb ik u mogen kussen – u
gehandschoend zwart en wit, nooit open
en bloot, dichterbij komen was er niet bij
hoe hield u van dat spel, uw eigen stem
die minzaamheid, humor, ironie
gracieuze ongenaakbaarheid

ontwaarde ik – ik zag u naar de ogen
twee verloren zielen in een vissenkom*
jaar in jaar uit lopend over dezelfde
oude bodem – en wat we vonden
niets dan eendere eilandvrees, ik
wou dat u hier was,“my love”

nu bent u dood, bijna begraven
mijn voeten op uw aarde, de uwe op
mijn grond, twee zielen op boogafstand
aaneengeknoopt in edelijk hoog verband
ga in vrede heen en voort, moge u tot slot
de zinnen vinden die we lang ontbeerden

de koningin is dood, leve de koning, u en ik
queen and page for old times’ sake
die als geen ander weten hoe alleen
zijn is , hoe zeer wij ons missen
zoals adam pantokrators hand
zonder de uwe red ik het niet

geen dag, geen nacht
mijn lieve, Lillibet, dat ik te bedde ga
zonder dat jouw hand mijn lippen raakt


09-09-2022 / GV
*songtekstregel van de Doors uit “I miss you”

een zeer persoonlijk thema deze week – en ik leg geen beperkingen op – dit type gedichten kent nu eenmaal de noodzaak van alle geschreven regels – geen beperking – de noodzaak van over alle toppen heen schreeuwen als het moet – de zanger doet het prachtig ingetogen en  bijna verstild – vertraagd mooi zijn ‘niet zonder jou’.
ja hij kan het wel Cartouche – als geen ander – de eenzaamheid en de triestheid van de grootste nu ter aarde met de dichter gedeeld – je moet maar durven – maar zo groot is het fenomeen – alleen zijn –  nu eenmaal – het gaat ons allemaal aan  – niet zonder jou – het thema betekent nu eenmaal in elk mensenleven nooit meer zonder jou. de zanger zingt zijn levenslied de dichter schrijft regels van tristesse. we krijgen met wie ons echt lief is en lief was nu eenmaal levenslang. na twee keer lezen ga ik voor dit gedicht op mijn knie-en.
onze woorden

voelen wat mist
en daar zijn geen woorden voor nodig 

nul woorden 
geen

het niks
ons niks dus

maar het is wel van ons

wie zijn ons


Etwin Grootscholten 

laten we het voorgetoverde het minimalisme van grootscholten noemen. ik houd er wel van om de taal uit te kleden tot op het bot – en hier heel functioneel tot op het bot van de verloren gegane relatie – er is niets maar dan ook niets over van wat ‘van ons’ was maar wat van ons was is van ons. verleden en heden vloeien in elkaar over. natuurwetten gaan aan de kant: niets is toch iets – en dat iets is niets. buiten het niets bestaan de geliefden van toen. we lezen hier  tevens een puur wiskundig bewijs dat dat nul ook 1 is. een wonder der natuur dit gedicht. ik zou wel een fotootje van haar (vermoed ik) willen zien.
i.m. mijn grote kleine zus  

samen één bed vanaf de start
totdat we ouder werden 
nog steeds dezelfde kamer

Willeke aan de ene muur 
Bob Dylan aan de andere

de hechtste band 
die ik ooit heb gehad 
had ik met jou 

‘jij was de oudste, maar ik was de wijste’
werd mij al snel als kind geleerd 

of dat laatste klopt
vraag ik me eigenlijk af 
want zonder jou 
was ik niet geworden wie ik ben 
niet zonder jou 

anke labrie 
10-09-2022

een eenvoudige beschrijving zonder kunstgrepen met de tekening van het overleden en zo dierbare zusje. geen minimalisme, geen dichterlijke hoogstandjes, een beschrijving slechts van hoe het was (een selectie uit het leven) – maar het gedicht is van een in een bedrieglijke eenvoud  uitgesneden werkelijkheid. in een selectie van een beperkt aantal simpele regels twee levens indrukwekkend getekend.
De leidende hoop

De leidende hoop is gedoopt
met wijwater van de zondvloed
zonder jou is er leegte van sterren

het badend universum waakt
zingt ons toe met genegenheid
verlegen kijken wij naar de stilte hoog

de maan fluistert ons lieve zinnen in
tot zonsopgang dromen laat dansen
op het ritme van de gevoelige snaar.

Rik van Boeckel
10 september 2022

in 9 simpele regels (wel met vervreemdende woorden: leidende hoop, badend universum) besprenkeld met ‘WIJwater van de zondvloed’ (goede vondst, nee briljant) beschrijft de dichter de immense locatie waarin en waaronder de mensheid huist – de geliefden huizen – zonder jou onder alle leegte van die sterren maar met de geliefde verlegen en met lieve zinnen. een echte rik van boeckel maar zo subtiel gehouden – dat ik mijn hoed in grote verlegenheid afneem voor zoveel moois. het wordt moeilijk vandaag met het vaststellen van de eremetalen.
  • Elbert Gonggrijp – je bent er immers al. Ik hoef je niet te zoeken,
  • Cartouche – ik heb ik u mogen kussen
  • Rik van Boeckel – zonder jou is er leegte van sterren
  • Etwin Grootscholten – het is wel van ons
  • Vera van der Horst – iets dat zonder ons niet kan bestaan
  • Erika De Stercke – is het thuiskomen in een kus 
  • Anke Labrie – ik met jou 

wie wint de enige echte virtuele – NIET ZONDER JOU – trofee op pomgedichten punt nl? een regel uit het prachtlied  ‘storm in een glas‘ van Trio Bier.


we gaan het lezen – zonder wie u niet – zonder wie u nooit meer  – de ‘NIET ZONDER JOU’ – trofee op pomgedichten –  het gedicht mag over de top – hoe ingetogen de zanger het lied ook zingt. het thema wordt duidelijk genoeg verwoord door de zanger – niets meer aan toe te voegen alleen de poëzie – u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20/25 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
 

JIJ
 
iemand die zegt:
je was lief voor me, die avond
je hielp me in het weten
hoe het was om naast je te zijn
in zo heel veel
 
in hoe je deed en altijd doet
die kleine gebaren
waarin je me voor laat gaan bij een deur
in hoe je naast me zat en keek
zo mooi – meer dan mooi
 
iemand die zegt:
dat er een liefde in mijn leven was en is
die bijzonderder is dan alle liefdes die ik kende
bijzonderder dan liefdes die ik in boeken lees
om elke keer weer te kunnen kijken zoals die eerste keer
 
iemand die zegt:
dat de stilte in mij waarop ik altijd terug kan vallen
daar waar verder niemand is
waar ik ooit alleen met me zelf sprak
iemand die dan zegt:
 
dáár ben jij en ga je niet
én dieper kan niet
dieper bestaat niet, lief
 
 
pomwolff

 

Mijn gisteren

Jij bent overal. Alsof ik je ooit kwijt kon raken – langzaam ken ik jouw
verleden, moet ik eraan geloven dat liefde oorspronkelijk blijft – die
onvergelijkbare vergelijking hoe jij telkens standhoudt terwijl ik je
niet altijd weet. Hoe ideaal is dan ons geluk. In de armen van
mijn gisteren bepaal ik je –

de tijd aanhangig te maken, de aarzeling tot aanraking tijdig te staken,
want wat let me. Jij bent mij het meest lichamelijke dat mij als eerste
overkwam. We hebben elkaar, dat is een feit. Uit duizenden jou
herkennen, jouw gezicht weer te zien. Wat geeft het dan als
ik denk je niet te kunnen vinden –

je bent er immers al. Ik hoef je niet te zoeken,
je bent hier waar je staat, waar je gaat – overal
waarin ik je zeker weet –

Elbert Gonggrijp,
Egmond aan den hoef,
woensdag 31 augustus 2022

je bent er immers al.’ de cruciale regel in dit gedicht – bijna op het lijf van de geliefde geschreven maar dan in het hoofd en met de pen van de verliefde. dichter neemt ons ademloos mee in zijn verwondering en overgave. ja dat is misschien wel het beste woord – een gedicht met overgave zoals de ware liefde ook overgave is. zeer persoonlijke overgave gedeeld met de lezer.


Niet zonder jou

Ik ben de zee waarop ik verdwaal en het bos waarin ik me verstop in holen, waar ik elk hazepad ken en dan zie ik een vogel en noem hem jij en jij maakt me blij

Ik loop in de nevel struikel al mijn benen
zie geen hand voor de ogen maar een hand in mn leven die mn hart vasthoudt zodat hij niet kan breken die hand ben jij

Ik zing van de herfst in hartje zomer
vlieg de herfst voorbij en dan maak je van de winter lente, je gooit alles onderste boven
want jij bent jij

En het is zo makkelijk dat het niet lijkt te kunnen dat hoog hoger is en diep dieper
met jou en je stiltes, liefdes en dromen
hoe meer liefde kan er in mij————–‐———————-



ineens was de liefde klaar voor mij
ik zag het niet komen en nu ben ik eraan
en het komt ook zo makkelijk
dat het niet mogelijk lijkt

als ik je niet voor me zie
weet ik dat je achter me staat
want je bent er altijd

Het is niets  kortstondigs
als bliksem of storm maar iets
dat zonder ons niet kan bestaan
geef dat maar een naam lief.


Vera van der Horst

‘want je bent er altijd’ lijkt me de cruciale regel hier. het thema in een paar woorden beschreven. de inleidende schermutselingen heeft de dichter nodig om het tweede meer poëtiche en toch beschouwende deel van dit monsterlijk lang gedicht in te leiden. (maar dan spreek ik alleen van de lengte) – er is veel aan woorden op af te dingen – maar ik beheers me – dichter maakt duidelijk overmand te zijn door de eenvoud van de liefde en zoekt nog naar de juiste woorden om die eenvoud met de lezer te delen. vraagt zelfs de geliefde om het allemaal een naam te geven. ‘niet zonder jou’ is het antwoord hier lijkt me.



thuiskomen 

door windvlagen heb ik gezweefd
regenbuien zonder me vragen te stellen 
genegeerd, in te kleine kamers geslapen
het ongedierte verdragen en naar insecten 
gemept alsof mijn leven in cirkels draaide

me door modder geworsteld, lege magen 
verzameld, naar zeep en water verlangd
en naar een bed waar veren geen gif 
afgeven maar de slaap opwekken 
zonder constant naar de tijd te gapen 

nu ik in je armen lig, de geuren kan plaatsen 
bij het gezamenlijke zweten zijn mijn vragen 
grotendeels verdwenen, de mist min of meer 
opgelost, is het thuiskomen in een kus 
en zoveel meer zonder afspraken vastgelegd  

de angsthaas is opgestoofd, gedachten van 
zwaarte door spaarlampen beroofd, beelden 
vervagen en ja, ik heb geen enkele reden om 
te klagen, spring van ’s morgens tot ’s avonds 
rond, ben bekaf, zelfs bij het ontwaken   

wij, voor jaren, waarom niet, blijven samen 


Erika De Stercke

 ‘nu ik in je armen lig,…’ is hier de cruciale regel neem ik aan – alles kan ik verdragen als jij bij me bent – de lezer krijgt een opsomming van vreselijkheden die dichter beschrijft als de geliefde niet de ware is of lijkt – maar dan – dan is het grote moment daar – de ware zoen wordt gegeven en alles aan pijn en ellende smelt als sneeuw voor de zon in een onmachtige winter – er is lente er is lammetjesliefde er wordt gedarteld en gesprongen. de wens ook – lezen we – de liefde voor altijd te laten zijn – in een samenzijn. ach het is er en was er voor ons allemaal toch. mooi zo. dit opgewekte lentegevoel.  tussen ‘ongedierte,  modder en gif’. de lezer moet er allemaal ook door heen. dat dan weer wel. bij elkaar wel het leven beschreven zoals het leven is of kan zijn in een de lezer toch ook omarmend gedicht.







Share This:

Abraham Von Solo over dwanggedachten op het franse platteland


Het was rond de twintig graden. Kwart over acht in de ochtend. De koperen ploert liet zijn kopje al boven de bomen zien. Binnen een uur zou de temperatuur oplopen tot vijfentwintig graden en een uur daarna de dertig over gaan. Maar nu was het nog mogelijk op een drafje met mijn trailschoenen over een grindpad langs de rivier te rennen. Slechts een paar dingen zouden deze idylle kunnen verstoren.

In de eerste plek andere mensen. Die zie ik liever niet in de ochtend. Ten tweede een valse, Franse plattelandshond. Maar de waarschijnlijkheid, dat die zou opduiken was niet heel groot en in geval dat, had ik nog altijd een mes bij ter verdediging, nog even afgezien van alle keien die langs het pad lagen. Er was één ding, dat ik vergeten was en waar ik niet op gerekend had. Na een paar kilometer zag ik tien meter voor me iets op het grindpad liggen. Een paar passen verder herkende ik wat het was. Een blauw pakje papieren zakdoekjes van het merk ‘Floralys’. 


Op mijn vakantie drie jaar eerder in de Auvergne ben ik daags na een hardlooprondje nog eens een keer met de auto terug geweest naar een plek, waar ik een PET-fles in de berm had zien liggen. Een dwanggedachte in mij, verplichtte me ertoe deze op te ruimen. Juist omdat het landschap zo mooi was en er geen zwerfafval lag. Op zich niet zo raar als je bij de Roteb werkt, maar alsnog ongemakkelijk. Als je namelijk alles wil oprapen dat je aan zwerfvuil ziet liggen en je daar dan ook nog irrationeel gedwongen toe gaat voelen, dan worden zaken wel erg gecompliceerd. Toen ik het pakje zakdoekjes zag liggen die ochtend, moest ik een keuze maken. Of toegeven aan mijn neurotisch complex, of kiezen me er overheen te zetten. 

Uiteindelijk koos ik ervoor om het pakje te laten liggen. Mijn gedachten sloegen natuurlijk eerst op hol. ‘Zou ik nu niet de hele vakantie enkel aan dat pakje zakdoekjes denken? Zou dit de enige herinnering zijn aan de vakantie die echt blijft hangen. Verlies ik hiermee een stukje van mijn ziel?’  En ga zo nog maar even door. Later die dag zat ik in de schaduw van een boom met een ijskoude Kronenbourg 1664 wat te delibereren met mevrouw en dochter Solo. Het ging over rare gedachten. Ik haalde de zaak met de papieren zakdoekjes aan. Als je dat in gezelschap doet, dan wordt zoiets al gauw grappig en wordt er milde spot mee gedreven. Dat gaf bij mij verlichting en het zware gevoel verdween. Uiteindelijk heb ik de hele vakantie tijdens mijn looprondjes niets ‘opgeruimd’.

Eenmaal thuis vergeet je dat soort voorvallen ook weer. Tot ik op de tweede ochtend dat we thuis waren uit de douche kwam. Bij onze kleerkast lag een pakje papieren zakdoekjes van het merk ‘Floralys’ op de grond. Ik heb het toen speciaal niet opgepakt. Drie dagen heeft het pakje daar elke ochtend gelegen. Na de derde dag was het weg. De rare gedachte besloop me, dat ik misschien wel helemaal niet op vakantie was geweest en alles had gedroomd. Dat het pakje ‘Floralys’ een constante in het algoritme was dat mijn geest vult met data, die me doet geloven dat ik van alles meemaak. Ik schudde mijn hoofd om het hersenspinsel te bezweren. Dat lukte. Natuurlijk was ik wel in Frankrijk geweest en natuurlijk berustte dit op, ongetwijfeld zeer verklaarbaar, toeval. Ik denk wel, dat dit hele voorval met het pakje papieren zakdoekjes verklaart, waarom ik gewoon ouderwetse, katoenen zakdoeken gebruik. Dat lijkt me logisch.


Abraham Von Solo
foto: theo huijgens
 

Share This:

Merik van der Torren:  Ik weet nog wat je zei, dertig jaar geleden……




Hoi Pom,
 Ik weet nog wat je zei, dertig jaar geleden……., groet, Merik


Wat je zegt

Je zei: “Je bent een olifant,
je onthoudt alles,
al gebeurde het lang geleden,
wat ik je zei,
je bent een olifant,
je vergeet het niet. “

“Inderdaad, liefste,
ik ben een olifant
en loop naar nergens,
het witte licht,

wat je zegt. “

Merik van der Torren

Share This:

Peter Posthumus terug van vakantie: ‘Vandaag geen grote dingen – geen zaken van eminent belang…’

Vandaag geen grote dingen
geen zaken van eminent belang


Vandaag geen grote dingen
geen zaken van eminent belang
want hoe groot de werken waren
in onbruik en
op grond van de restanten
ging iedere betekenis verloren

vandaag een dag dus
van laat maar en gaat vanzelf
komt wel goed en even niet
zie wel en hoeft niet zo

van nu af aan en voortaan
alleen nog letargie
luiheid en gemak
de gulden leidraad
bij de ware menselijke maat

Peter Posthumus

Share This:

de week van Roel Weerheijm in 7 gedichten – over toen er nog geen crisis was

ROEL WEERHEIJM

de laatste dag bijdrage van Roel Weerheijm – de stad centraal in zijn gedachten en de mensen in die stad. we hebben een week genoten van de meditaties. Roel dank je wel.

.

Meditaties

De laatste bijdrage van deze week is een drieluik waarin ik de soms erg sombere en zware beelden van de eerdere gedichten een contragewicht wilde geven. De week eindigt fantasierijk en hoopvol.

.

Zondag

1

Een straat met het geluid van spelende kinderen

is een andere straat dan dezelfde straat

met het geluid van claxons en sirenes

Soms loop ik door de stad naar huis

en loopt iemand geruisloos achter me

naar hetzelfde of een ander huis

en dan doe ik alsof het de vorige bewoner is

die zich in het jaartal heeft vergist

en straks verbijsterd zal zijn mij

bij hem thuis aan te treffen

2

Hetzelfde adres in een ander jaar

en het kinderspeelgoed op de grond

is verruild voor lege flessen

de geur van sigaretten voor

de geur van kruiden of mosselen

er kan blues klinken en jaren later

Monteverdi of hangt er geen

landschap meer aan de muur

of de muur staat er zelf niet meer

Waar mensen wonen worden telkens

gedaanten in nieuwe gedaanten veranderd

Het is geen lucht, niet het najagen van wind

wat ze doen, ze maken wind uit lucht

en storm uit wind en zijn schuurpapier

tegen de stenen

3

Ik heb een grote rustige stad in mijn hoofd

vol oude gebouwen en ruime parken

ik dwaal er dagelijks in gedachten rond

Iedereen woont er die ik wil behouden

ROEL WEERHEIJM

.

Meditaties

Het idee van een stad waarin mensen hun verhalen achterlaten, heeft ook een kinderlijke, nieuwe, toekomstgerichte kant. Wie jong is, kan de verhalen nog niet kennen en wie jong is, is vooral bezig met het maken van nieuwe verhalen. In de prozaïsche bijdrage van vandaag heb ik geprobeerd deze kant zo puur mogelijk te beschrijven.

Zaterdag

Trek de vlieger hard omhoog, zegt je vader. Ren met je rug naar de wind.

Je houdt het handvat met beide handen vast. Hakkentrappend maak je vaart.

De vlieger zoekt de wolken op. Je voelt hoe de wind zich verzet in je armen.

Je lag hier naast je vader toen je nog een kleuter was. ‘Zullen we vormen ontdekken in de wolken?’

Je vader wees een boot aan en een wandelende man. Jij zag een schildpad, een olifant, een berg.

De vlieger kruipt omhoog en haakt zich aan de wind. Zonsondergang kleurt de lucht oranje.

Dan zie je ineens je vader niet meer. De schaduw van een boom heeft hem verslonden.

Je vlieger stijgt steeds verder op. De lucht is diep en donker geworden.

Het licht wordt steeds iets vlakker. Geluiden klinken gedempt.

Boven je hoofd verdwijnen de wolken. Je ziet de eerste sterren komen.

Diffuus, onrustig gonzen, een avond in de stad, een luide lach van ver. Een enkele sirene tussen rustgevende ruis van auto’s.

De vlieger klimt. Een helikopter trekt je aandacht.

Je blijft het handvat stevig vasthouden. De helikopter trekt aan de touwen.

En de vlieger stijgt verder op. De laatste wolken zijn verdwenen, hij zweeft tussen de sterren.

De steelpan duikt achter de helikopter op. Daarnaast zie je de poolster.

En de vlieger stijgt steeds verder op. Je ziet je vader nergens, de stad om je heen is verdwenen.

De wind wordt kouder. Het laatste licht verdwijnt.

Je vlieger is niet meer te zien.

.

foto: fred ernst – ROEL WEERHEIJM

Meditaties

Al ruim acht jaar woon ik op de tweeëntwintigste en bovenste verdieping van een woontoren. Bij zeer helder weer is het zicht ruim veertig kilometer, bij zeer mistig weer is de grond niet te zien en woon je in een wolk. Eenmaal bij zonsopgang hing een bijna spiegelgladde mistbank exact op voetenhoogte en was het net alsof ik uit mijn Franse balkon op de wolken kon stappen.

Wie gedichten schrijft en niets met zo’n uitzicht doet, is mijns inziens een waardeloze dichter.

Vrijdag

1

ik sta op een stad

en ik kijk naar

een andere stad aan de horizon

ik denk alleen aan vandaag

huizen en torens verdringen zich

om te kijken naar mij

ze draaien zich comfortabel en

fotogeniek in de nazomerzon

jacobsladders rollen uit

in een pasgewassen ochtend

het waait september

de dag stroomt en kolkt

het mooie van een nieuw gebouw

is de smetteloze lege aanblik

de stenen dragen nog geen woorden

ik denk alleen aan vandaag

en ik kijk

naar een stad aan de horizon

ik ben op twee plekken

tegelijk en vandaag kies ik

alleen aan vandaag te denken

het mooie van een buitenwijk

huizen zijn verlengde hotelkamers

de verhalen zijn niet groot genoeg

en verliezen hun grip in de cyclus van seizoenen

gebouwen staan stil in het gelid

op hun gewicht te wachten

maar de stad

stroomt stiekem

in stilstand

2

Vanaf deze hoogte is een stad als een reptiel

bloedvaten kronkelen als asfaltbanen langs

en door organen van steen beton of glas

gebouwen die van zuurstof worden voorzien

door mensen eerst naar binnen en later op de dag

wit vermoeid en zuurstofarm weer af te voeren

aderkleppen met rode en groene lichten

stremmen en stuwen de bloedsomloop

terwijl het zenuwensysteem van trams gierend

bellend staal op staal door bochten schuurt

oren ogen en reactievermogen slijpt

en onder onze voeten onzichtbaar de afwatering

van afval en consumptie stroomt

Ik loop vaak door de longen van het beest

die rustig vogelmelodieën fluiten

de mensen stromen er trager over de paden

en de slaap hangt er chronisch tussen takken

Alle lichamelijke functies zijn aanwezig

maar nergens woont het karakter van de stad

omdat het karakter alleen

het zichtbare is

ROEL WEERHEIJM

Meditaties

Niet alleen gebeuren en gebeurden er in elke stad onnoemelijke dingen die wij als de huidige stadsbewoners moeten ontdekken en begrijpen om de stad en het verleden te kunnen begrijpen – het is ook omgekeerd: iedereen maakt in zekere zin zijn eigen stad, door zijn eigen blik en zijn eigen ervaringen.

Donderdag

dat je obsessief denkt

dat je tot een feit ter grootte van één atoom wilt komen

een uitgangspunt dat onweerlegbaar zwaar is

omdat dat goed is

dat je obsessief moet denken

dat je obsessief tot een feit ter grootte van één atoom moet komen

dat je een redenering ter grootte van een stad op wilt blazen

om je feit ter grootte van één atoom

omdat dat goed is

je lijf is een slordige kamer vol liefde en hersens

boven de daken en de ondergaande zon

je bloed dat liefde dirigeert

je bloed dat je denkhoofd dirigeert

je denkhoofd dat constateringen ter grootte

van een atoom dirigeert dat onweerlegbaar

waar is

het liefst bouw je een stad van woorden en verhalen

een fundament van één atoom kan een complete toren dragen

een redenering tot in de hemel

en als je loopt langs de grachten

hand in je broekzak en de andere hand

omhoog alsof je een dienblad vasthoudt

daarna de kin van je denkhoofd omklemt

je ogen op de grond gericht waar je je tekst spiekt

in een stad blijft alles wonen wat je zegt

het zoekt een huis in de kieren van de gevels

als bacteriën in de huid van een reptiel

liefde is een slordige kamer vol jouw lijf

je denkhoofdt obsessief dat ook

liefde altijd bij je blijft wonen

alsof je lijf en je leven een stad zijn

bewoond door alle mensen

die je ooit gekend hebt

en dat dat goed is

ROEL WEERHEIJM

Meditaties

Als je alle plekken op de wereld in een spectrum van extreem speels en fantasierijk naar extreem gruwelijk en hels zou ordenen, zou De Efteling ergens aan het speelse, fantasierijke uiteinde staan en Auschwitz aan het gruwelijke, helse uiteinde.

Ik bezocht Auschwitz lang geleden op een woensdag. Alles wat ik die dag zag, registreerde ik, maar het kwam nog niet binnen. Pas toen ik dagen later thuiskwam, begon de film te draaien. Maanden aan een stuk zaten de beelden en ervaringen het de hele dag in mijn hoofd, begon ik me bijna schuldig te voelen over mijn zorgeloze leven. Ik realiseerde me dat Auschwitz eigenlijk Oświęcim heet, maar die naam buiten Polen nooit meer zal dragen. Ik probeerde mijn ideeën in een gedicht uit, ‘Nooit meer Oświęcim’ (naar het kunstwerk van Jan Wolkers), maar ik kwam er niet uit. Nu alsnog, als afsluiting.

Woensdag

1

Elk uitzicht wordt minstens twee keer geschreven:

de eerste keer met hijskranen en steigers

daarna met de verhalen die de mensen erin schrijven

telkens volgens dezelfde cyclus:

een gebouw legt haar slangenhuid af

een onzichtbaar volgeschreven perkament

geeft het aan mensen die er een nieuw verhaal op schrijven

en het daarna met het gebouw laten vergroeien

Bij elke momentopname bepalen de muziek

en de voorafgaande scènes wat wij voelen

levens en verhalen inwisselbaar als hotelkamers

2

Sommige palimpsesten behouden hun slangenhuid

dragen hem als een dode doorzichtige jurk

Onder de grond in Rome vrezen gelovigen steeds voor hun leven

komen ze in het geheim bijeen

(panem et circenses)

biddend tussen de schedels van hun broeders

In een hut in Maiernigg

de kleinste concertzaal ter wereld

wonen nog steeds een aantal Mahlersymfonieën

Het lupuslandschap van Verdun ligt er

morbide vredig bij

alsof de soldaten nog op koffiepauze zijn

Onder een parkeerplaats in Berlijn blijft het

30 april 1945

En uit alles wat groeit op de jachtvelden van Oświęcim

bloeit voor altijd onverbiddelijk

uit voor altijd schuldige grond

een Munch-schreeuw

van eerloze misdaden

ROEL WEERHEIJM

Meditaties

Dinsdag is de meest doordeweekse dag van de week. Juist op dergelijke dagen is het een fijne afleiding om het speelse in de stad te ontdekken. Maar uitzichten blijven schuldig.

Dinsdag

alles van waarde

ligt aan de oppervlakte

ik vorm mijn handen tot kommen

zet ze naast mijn ogen tegen mijn spiegelbeeld

in het raam

de brede weg is een avond geworden

autolampen spelen tikkertje

rechthoeken van schemerlamplicht een flat

door de ramen als op elkaar gestapelde televisies

kijken gespiegelde mensen met gekomde handen

wezenloos terug

de stad is leegte

lacht licht en lucht

alles van waarde

ligt aan de oppervlakte

ik kan schrijven

ik kan een ei koken

ik kan mezelf te pletter gooien

ik kan een sloopwerktuig kopen

alle stenen tegen elkaar stukslaan terwijl ik zeg

ik maak alle dingen nieuw

als ik alle metselvoegen losmaak en de stad steen

voor steen zou slopen en weer op zou bouwen

heb ik volgens Louis Ferron een nieuwe

onschuldige stad gebouwd

uitsluitend

oppervlakte

.

ROEL WEERHEIJM

Meditaties

Al jarenlang schrijf ik gedichten waarin de stad en de stedelijke omgeving een grote rol spelen. Wat me daarin interesseert, is bijvoorbeeld de historische belasting die veel plekken met zich meedragen, maar ook hoe toevallige elementen een ervaring kunnen inkleuren.

De gedichten die ik hier deze week publiceer, zijn in hun vorm een gedachtenexperiment. In een hybride vorm tussen poëzie, proza en essay wil ik een zo divers mogelijke verkenning uitwerken.

Maandag

Wie een uitzicht onthult onthult

een verzameling lenige verhalen

Lijm stenen en cement op een specifieke manier aan elkaar en er ontstaat

een voetbalstadion een parlementsgebouw een gevangenis

een paleis een brug een tempel een concentratiekamp

Hoe het kan dat een gebouw met elke toeristische foto

de schuld van zijn makers steeds dieper vervult

wordt door fervente vertellers en lezers herkauwd

zoals ze voor een schrijver bepalen wat zijn boodschap is

Verhalen blazen hun gewicht in de levenloze stenen

tot het nat als verdampende letters van de daken lekt

zonder lichter te willen worden

Wie een nieuw onschuldig uitzicht onthult

moet eerst de gevangen verhalen lezen

Roel Weerheijm

Share This:

Karin Beumkes: ‘doodsbang kleven wij met chocoladepasta aan elkaar…’

dear Pom

Misschien weet je dat ik sprookjes schrijf, ook in dit gedichtje zit een sprookje, een beetje een eng sprookje.
Genoeg om de mensen wakker te laten worden met het idee, ons kan niets gebeuren maar je voelt het wel.
Liefs, Karin.


Geruchten

Ze houdt van knoflook, zegt ze
het is bijna volle maan, hapert ze
er zwerft een leegzuiger aan onze deur
de honden zijn erg onrustig.

Ik weet het en ik voel het ook,
ik spreek mijn woorden waakzaam uit.
Niemand kan er nog de vinger opleggen
en niemand deelt het samen.

Gisteren heb ik een aantal bijbels gekocht
de Openbaringen zweven als tafels om ons heen
zou het nog goed komen fluistert de dominee.

De leegzuiger aan de deur heeft rare tanden
en een koor van negen krolse katers in zijn stem
ook piept de ijzeren poort vrij ernstig.

We worden des nachts vele malen opgebeld
en het is altijd drie uur in de vroege ochtend.
Dove Willem kwam er gisteren mee van zolder
ik heb het relikwie nog nimmer gezien.

Zij ook niet fluistert ze,
en doodsbang kleven wij met chocoladepasta aan elkaar.


Karin beumkes
Grace Slick  – Dreams https://youtu.be/kZyF8BjDSm8

Share This: