De ene hand verkrampt om mijn pols zijn hoofd boort dieper in mijn armholte om alsnog het geluid te dempen hij ligt ontroostbaar en klein in mijn armen
bommen, bommen, klinkt het gesmoord zijn zó onmenselijk hard zo’n geluid zou niet mogen bestaan in de stem mijn vader, een jongetje van elf jaar
bijeengedreven dieren onder de donkere keldertrap het stinkt naar angstzweet wijd open ogen, fluisterend bidden wordt luider geluid van bommenwerpers steeds dichterbij maar hij is niet bang, hij is boos hij wil op het dak van de tuinschuur klimmen schreeuwen, vechten, terugschieten
dit gebroken kind ligt in nu mijn armen hij heeft een luchtbuks in zijn andere hand rood doorlopen ogen kijken mij aan nu vecht ik terug als ze komen
mijn vader en ik we wachten samen, naast de tuinschuur het diepe brommen van bommenwerpers slaat kraters in stilte vandaag, de herdenking van ‘de Slag om Arnhem’ 17 september 1944
parachutisten zweven vredig als bloempluisjes naar beneden in het hoofd van mijn vader vallen nog steeds bommen ik zie zijn arm strekken, schieten voor vrede ik sta erbij en kijk ernaar en zie dat oorlog alleen oorlog baren kan
Wanneer ik binnen sta valt het nog niet zo op. Het lamplicht houdt de schemering buiten. Eenmaal de voordeur door, de morgen in, ontkom ik er niet meer aan. De hemel is bewolkt. Er waait een wind, die aankondigt, dat het weer om zal slaan. Ik fiets de straat uit onder een onmiskenbare dreiging. Het voelt bijna dierlijk. Het onheil dat onafwendbaar nadert. De eerste druppels vallen op mijn gezicht. Ik wil het niet, maar moet denken over het aantrekken van een regenbroek. Het is koud en het waait hard. Fiets ik nog even door, met het risico dat het losbarst en ik de halve dag met een koude, natte broek rondloop, of stap ik af en trek hem aan? De overweging duurt in werkelijkheid dertig seconden. Het lijkt veel langer. Dan stap ik af en trek mijn regenbroek aan. Ik stap terug op en fiets geagiteerd door. Intussen is het gestopt met miezeren. Ik kom op mijn bestemming aan en baal ervan, dat ik toch weer mijn regenbroek heb aangetrokken, terwijl dat niet nodig was.
Op zulke momenten weet ik dat de enige reden, dat de regen niet doorgezet is, is dat ik mijn regenbroek aangetrokken heb. Want als ik dat niet gedaan had, dan was het losgegaan en was ik zeiknat geregend. Dat is een wetmatigheid. Zoals er wel meer zijn in het leven. Het is de overweging iets schijnbaar overbodigs te doen voor in het onwaarschijnlijke geval, dat er toch iets voorvalt, dat je dan achteraf had kunnen weten. Als een soort verknipte voorzienigheid. Je tegen wil en dank wapenen tegen het onwaarschijnlijke. Dat zich openbaart in een kleine kastijding. Dat ik uitgelachen word, omdat ik doe wat er van me gevraagd wordt, terwijl ik er geen zin in heb, maar ook gestraft zou worden als ik het niet zou doen. Het is geen situatie waar je voor kiest in terecht te komen. Factoren waar ik geen invloed op heb, veroorzaken haar. Daarin erken ik het bestaan van God. Een almachtig wezen, dat plezier schept in het voorleggen van schijnbaar onbeduidende, onoplosbare dilemma’s. God, die plezier schept in mijn futiele worsteling als mens.
Een speelgoedversie van zichzelf. Terwijl hij droomt van de tijd, dat hij zijn tranen nog niet als regen over de wereld hoefde uit te storten, ten gevolge van wat hij geschapen had. Een herinnering aan de onschuld van ooit. Maar de appel van het raadsel zonder antwoord was te verleidelijk. Ook voor hem.
Je stralen verwarmen me Breken In het glas Op tafel
Ik neem nog een slok En blijf drinken Tot je weer verschijnt Vanaf het moment dat je verdween, heb ik dorst
Ik drink bier Drink wijn Drink whiskey En water met paracetamol Maar jij komt niet terug Nog niet
De dorst wel En ik drink En blijf drinken In de morgen aan de keukentafel Na twee scotch met ijs is de depressie verdwenen Verlaat ik me op logica Neem nog een borrel Nullen en enen En weet hoe het zit
Jij bent ontstaan uit sterk water Staat nu ergens in een weckpot Ik kijk rond me Maar durf niet naar de kelder Waar de jampotten staan Beter er nog één achterover te slaan
Het daalt Ineens voel ik het anders Het is duidelijk waarom ik drink Dat is omdat je dan weer terug komt Je kan elk moment de kamer binnenstappen Of ik de kamer uit En dan zul je daar zijn
Maar ik kom de kamer niet uit Ook jij verschijnt nog niet Nog één dan en nog één in het verschiet Tot de morgen
Wanneer je verschijnt na de nacht Lig ik allang met mijn kop op het hout Me dromend afvragend Waar het fout gelopen was De keel in Of de gootsteen
Je stralen verwarmen me Breken In het glas Op tafel
VON SOLO
dat het in de kunst toch zo vaak van het zelfde is – dat eeuwige verlangen – regels van trio bier – als het glas is gesneuveld… zingt de zanger – de dichter schrijft: je stralen verwarmen… breken in het glas. aan de woorden van VON nog maar eens die prachtclip van trio bier toegevoegd – na een zo prachtig avondje in de roode bioscoop waarin de vier van het trio tot diep in alle vezels gevoelde en door het publiek euforisch meegezongen romantische werk ten gehore bracht. wat zijn ze goed die jongens. een in en in droeve sax, een heerlijke basgitaar, de accordeon ontbreekt niet en jan eilander voor de woorden uit – springend op zijn 63ste. soms helemaal hazes dan weer helemaal de zware zwarte romantische maar de gehele ruimte beheersende innemende klanken van Trio Bier.
Beste Pom, De dichteres en schrijfster Hiltje Hettema is vorige week woensdag op 87-jarige leeftijd overleden. In januari van dit jaar, toen ze net gehoord had dat ze ongeneeslijk ziek was, schreef ik deze tekst voor haar. Bij deze nogmaals, groet, Merik.
Voor Hiltje
Uit de verte kenden we elkaar ergens van. Er klonk een trompet en een roffel.
Je maan betoverde je, dacht ik. Dus zwierf je in je tentje langs stad en land tot in Polen.
Af en toe een liefdesbrief aan een viooltje, schreef je, aan een zwaan, een hond, en aan iemand die ik als je zoon herkende.
Waar blijf je ? Je danst je volksdans, je muziek, je gedichten.
Januari-september 2022
VRIESKOU
Dan blaas ik bloemen van de ruit De warme damp, mijn adem, maakt dat ik weer verder kijken kan. De nieuwe Ooster, rondom sloot Waar doden rusten De andere kant. Hoe lang houd ik herinneringen in mijn hand Als ook de lijnen van je gaan vervagen.
het klotst, het spat de roes dat is het leven succes de stemming die blijft stijgen voor de ridders van het late uur rond de steeds gevulde graal zolderkamers zijn kastelen een fietsenstalling een paleis een and’re barkruk weer een mijlpaal adamsappels rollen over de randen van het hemelrijk gesprekken zo goed als ingedaald gezeik het houdt niet op het laat niet af en dan nog eentje dan en dan en dan de nacht de straat de wekker en het bed met tegenzin weer tegen de verveling in
Tja. Daar sta je dan met je kar met vol lekkers. Ook na drie pinpogingen: Refusé. Het apparaat stokt. De caissière met even blauwe ogen als d’r mondkapje maakt een wanhopig handgebaar. Probleme d’internet. Haar lichtblauwgelakte nagels met zilveren sterretjes zoeven als een vlindermes onder d’r kin langs. Mort subite. Dat zegt genoeg. Pas de connection. Nakka. Nada. Zero. Nulle. Zegt ze. Onverrichterzake keer ik terug naar het huis. Helaas. Pindakaas. Geen avocado met krab en mosterdmayo straks, maar pâtes aux épinards à la crème. Spinazie ligt in de vriezer. Pasta in de keukenla. Vanavond Netflixen wordt het evenmin want ook hier geen verbinding. De foutmelding is glashelder: Un problème sur votre ligne ADSL ou Fibre a été identifié. Des travaux sur notre réseau sont peut-être en cours, merci de patienter quelques heures. Paar uurtjes? Dat ken ik. Duurde een paar dagen geleden tot na middernacht. Ik ga voor fikkie stoken in de haard en vlammen staren. Plus excitant qu’une série ennuyeuse.
Dag Pom op deze gure zondag mijn tweede herfstgedicht
gevoelstemperatuur
nu herfstbuien uit noordwest zomerdroogte wegvagen ebt ook de lange zomer zelf weg uit het geheugen, daagt de winter dra valt de eerste sneeuw denk je
in de verte zwelt geruis aan tot geraas, dreigend doorzichtig watergordijn in een oogwenk doorweekt je een ijskoude hoosbui – wel een koffer, geen paraplu
hier begint voorzichtig al verval, verdriet, verwezen de geest keert zich naar binnen het lijf wil niet meer naar buiten je boek biedt soelaas elf graden, voelt als zes
wellicht niet helemaal de keuze voor goud die de gemiddelde lezer zou hebben verwacht – maar ik kies deze ronde toch voor de verrassing – het overweldigende blauw van Conny bracht de dichters in hoge – de hoogste sferen en liet dichters afdalen tot in de laagste leegtes – dank aan alle dichters voor de gedichten – dank ook aan conny lahnstein voor de bron van de inspiratie. goud deze week voor Geraldine en haar woorden – haar vogels – conny’s vogels – doen we meteen maar 2x goud – de ode van frans voor alle geordende snippers die Conny in haar kunstwerk wist/weet om te toveren tot een adembenemend geheel. winnaars van harte.
Herinnering komt naar boven Het blauw van het water Het allerinnigste blauw We konden geen woorden vinden
Maar nu weet ik: Het zijn de vogels Het zijn de vogels Onze woorden dat zijn de vogels.
Geraldine Bankcaenen
in al zijn eenvoud – de herinnering, de verwondering weer – de herhaling – de verrassende laatste regel maakt het geheel toch wel weer bijzonder. geen woorden vinden en dan deze toch ontdekken – mooi
Goedemorgen Pom, Op de valreep nog, bij het prachtige werk van Conny. Herfstige groet, Frans
Voor C.
Hoe het licht doorschijnend is dit schitterend blauw dat om je heen hangt snipper voor snipper opgebouwd
over je silhouet heen getekend bouwt het dat er staat wat nauwelijks te zien is
enkel met het scherpzinnige oog van de verbeelding als dat van de vogels
hoe zij opvliegen en ruimte innemen de ruimte die jij schildert om ons adembenemend in te verliezen
de afsluiting van deze zondagochtend wedstrijd maar bovenaan geplaatst – een waar eerbetoon voor het werk van Conny door Frans Terken beschreven – mooi om te zien en met het gevoel van de dichter als adembenemend benoemd en gewaardeerd.
Frans Terken met een ode aan Conny
Rik van Boeckel – het blauw witte zicht
Jorge Bolle – In jouw blauw
Geraldine Bankcaenen – Het allerinnigste blauw
Hans F. Marijnissen – De branding leest de woorden
Cartouche – mijn liefste blauw is niet gewoon blauw
Vera van der Horst – Het hemels blauw
Anke Labrie – daar schreven we jouw naam in water
Ien Verrips – ik pluk repen uit de hemel
wie wint de enige echte virtuele ceruleumblauw trofee op pomgedichten punt nl ? – naar een werk van papierkunstenares Conny Lahnstein paperArt werk ‘Cerulean’ maakt deel uit van de serie ‘Nader belicht’ Conny schrijft: Het werk heb ik gemaakt nav het gedicht ‘Ceruleum’ van Elbert Gonggrijp en staat in de kunst- en gedichtenbundel ‘Nader belicht’. .
graag uw dichtersinspiratie bij dit prachtschilderij – de papierkunst en het blauw van Conny – zullen het de vogels zijn, zal het het blauw zijn, de beweging, de golven, het overweldigende, de elementen of wat de dichter bij dit werk ervaart: het allerindividueelste. u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
in en in
in vergezichten schilder je zo dat niets verloren gaat van wat er nog niet is
in een in en in blauw in een ver vliegend licht nadert eenvoud wat het is
en dat de vloed gaat liggen na verloop van tijd
pom wolff
Blauw witte zicht
Blauw schijnt het licht op onbekommerde vogels
het blauw witte zicht zoekt ver reikende tijd
voorbij de zacht vliegende horizon ebt de kleur van hemel en zee weg
tot in de universele schildering van licht levende getijden.
Rik van Boeckel 17 september 2022
een inspiratie in woorden door Rik van Boeckel op het zachte en lichte werk van Conny – een bijna teder gedicht – met onbekommerde vogels. en een selektie van de elementen die Rik altijd zal aanroepen en hier in het bijzonder bij het blauwe werk: de tijd, de getijden en het universum.
In jouw blauw
in jouw blauw ben ik krakend opgestaan landschappen trekken weids aan je voorbij zoals de zwaluw scheert langs de luchtlijn van een omgevallen dag met je mee reizen is een groter geschenk dan een schilderachtige dag
waarin de zachte penseel met schroom en schoorvoetend jouw reis beschrijft en meeneemt naar een luchtige dag
jorge, 17 september 2022
met jou meereizen – is vermoed ik de belangrijkste regel in dit gedicht en dan in het gedroomde blauw van degene die de dichter aanroept in de beginregels van zijn gedicht. en dat echt te verkiezen is boven een interpretatie van de werkelijkheid.
In een gesprek
Een volmaakte staking, een volkomen onderbreking van alle overbodige gebaren.
Het gesprek gaat door. Buiten op straat vordert de file als vanouds.
Ik wend mijn aandacht als de loop van een geweer naar mezelf, druk af, en glimlach.
Ik geloof niet dat iemand iets merkt, mij mist. De branding leest de woorden en wist.
Hans F. Marijnissen
de laatste twee strofen komen wel aan – het is of de dichter ergens onder een blauw wolkendek van Conny zich zelf onder de loep neemt. en min of meer in een eenzaam zijn opgaat in het getoonde schilderij.
Blauwdruk van leven
mijn liefste – blauw is niet gewoon blauw zoals een stemming golven kan van hemels naar baby, waterig naar aards licht naar donker, van korenbloem tot indigo zwevend van koninklijk naar feeling blue van pruisisch hard naar warm kobalt
maar het totaalste onvervalste is wat in jou gelegen onmetelijke diepzee met schuimwit erop en zwaluwblauw als adelaar erboven al dat strekking aan je woorden geeft
talen dat is echt ons ding, zoals jij met schaarvaste hand wegknipt en ik het wit met inkt aanvlieg tot onvoorstelbaar vergezicht
wij – papieren tijgers, gieren – die de leegte bij de strot grijpen en vermalen tot enigst ceruleum
17-09-2022 / Cartouche
een opsomming in de eerste strofe waar geen normaal mens meer overheen komt daar stijgt Cartouche met gemak boven uit om ‘het totaalste onvervalste wat in jou gelegen ( is)’ nog eens even boven alles en iedereen uit te lichten – totdat de kunstenaar of het nou met de pen is of met de schaar was – leegte schept. het was weer eens een hele tour om met dichters woorden mee te vliegen. bij Cartouche moet je altijd even als lezer uitblazen als je een gedicht van hem hebt gelezen.
Het hemels blauw, dat alle zintuigen overstijgt waar alle goden huizen
het dak van eeuwige zekerheid is gisteren neergestort in grote brokken ligt het op de grauwe grond
alles wat vleugels heeft kan vluchten naar de leegte waar eerst het blauw nog enige waardigheid aan gaf.
Vera van der Horst
ook hier de vlucht – zeg maar de val – naar de leegte beschreven – het is alsof vera het gedicht van Cartouche hierboven heeft gelezen of andersom – blijkbaar roept Conny’s papierkunst opvliegende en allesoverstijgende en hier gevallen dichters op die uiteindelijk in iets van totale leegte landen – een gevaarlijke vrouw die Conny.
de plek
daar waar de zee de kust verlaat de sterke stroom zich schuilhoudt onder een kabbelend watervlak daar stonden we vandaag bijeen
daar waar de zon het zilver stort op golven die wel huiswaarts keren daar strooiden we de bloemen uit rond een krans van zwart gesteente
daar waar de lucht de klippen raakt wit schuim op kale rotsen ketst die echo’s dragen van een vlinderslag daar schreven we jouw naam in water
anke labrie Ha Pom, Mooi werk van Conny, woest en tegelijkertijd spiritueel (mijn interpretatie).
een plaats een plek om niet meer te vergeten – met water licht en lucht de golven en de stroming – het leven dat voorbij ging weer opgenomen in een eb en vloed beweging – de beschrijving van het afscheid
ik pluk repen uit de hemel strooi sneeuw van de bergen bedek daarmee ons modderig bestaan in de zwaluwen lezen wij ons toekomstig geluk met knippen en plakken bij elkaar gebracht tot eenheid gecreëerd.
Ien Verrips sept 2022
de laatste inzending vandaag van Ien. haar vereenzelviging met het werk van Conny. mooie gedachte: hoe we door knippen en plakken geluk kunnen cre-eren.
Inktzwart de schaduw gebroken ogen met angst vervuilde straten gevecht om gevulde maag vreet meedogenloos in het uitgemergeld lijf
het kind op haar schoot ligt met spin dunne ledematen weerloos wachtend op manna uit de hemel hier vullen alleen bommen holle ogen
Jemen gebroken land
leven
Inshallah
Seraphina Hassels.
In Jemen zijn meer dan 2,3 miljoen kinderen acuut ondervoed. Hongersnood wordt als als oorlogswapen ingezet, door bijvoorbeeld waterinstallaties te bombarderen en havens te blokkeren waardoor voedselhulp het land niet binnenkomt. De VS, het Verenigd Koninkrijk, Spanje, Canada en Turkije verscheepten in 2015 en 2016 wapens ter waarde van bijna 5,9 miljard dollar naar Saudi-Arabië. Waaronder, bommen, raketten, drones Deze staten tekenden het internationaal Wapenhandelsverdrag. Dat heeft tot doel om het ‘menselijk lijden te beperken’. Volgens het verdrag is het verboden om wapens te verschepen als er een groot risico bestaat dat ze gebruikt worden voor ernstige schendingen van internationaal recht. Bron: Amnesty International, savethechildren.nl
Dit wordt het moeilijkste bericht dat ik ga schrijven op Facebook ever. Ik doe het op deze manier zodat ik heel veel mensen kan bereiken. Het pand van de Schouw is volkomen gaar. De muren scheuren, het bovenste gedeelte beweegt als het hard waait. Jullie weten van het eeuwige water in de kelder, ik ga dadelijk weer een nieuwe dompelpomp kopen. Kortom, het pand is na 150 jaar op. Ron, de eigenaar van het pand, ziet geen andere mogelijkheid, dan het te slopen en weer op te bouwen. Dat gaat minstens een jaar duren. Ik had de keuze om na dat jaar weer te gaan starten en heb na vele slapeloze nachten besloten dat niet te doen. Het verkoopcontract heb ik vorige week getekend. De Schouw zoals hij nu is, is mijn Schouw. Ik heb er miljoenen voetstappen liggen. En er komt ook een moment dat je afscheid moet nemen. Natuurlijk weet ik dit al langer, maar ik moest het eerst zelf verwerken om de energie te vinden het jullie te vertellen. Want ik weet dat dit voor heel veel mensen een hele grote teleurstelling is. Velen zien het, net als ik, als hun tweede huis. Daar is mijn geliefde Aanschouw en Poetsclub en alle vaste gasten, ik ken jullie al jaren. De Schouw zoals het nu is, gaat niet meer terug komen. Het gaat groter en anders worden. Toevallig is de Schouw vandaag ook jarig, 82 jaar, een respectabele leeftijd. Ik zag er verschrikkelijk tegenop om jullie dit te vertellen, maar eens moet het toch. We hebben nog 4 maanden mensen. In die tijd gaan we nog alles doen. We maken er een feest van. De eerste week van januari gaat de afscheidsweek worden. Maar eerst gaan we nog genieten. Alle vragen ga ik graag beantwoorden, woensdag ben ik er weer.
Liefs Tineke.
Von Solo in actie in Café DE SCHOUW – foto: Theo Huijgens
Ze keek me schalks aan en zei: ‘Dites moi!’
Ik zie: ‘Je vous dis: deux grandes pressions, s’il vous plaît!’
En toen ging het mis. In steenkolenfrans probeerde ik haar uit te leggen dat ik pilsner wilde. Uit haar snelle plattelandsfrans kon ik opmaken dat ze Tongerlo Blond hadden, Super 8 witbier en een ander onduidelijk blond bier dat Sochaux heette. Voor de zekerheid bestelde ik maar een Super 8, gezien ik dat fijn bier vind. Maar toch had ik liever een halve liter pint frisse pils gehad. Dat smaakt boven de dertig graden altijd het best. Na een tijdje op terras te hebben gezeten zag ik toch een enkeling pils drinken. Nader onderzoek leerde me, dat Sochaux dus blijkbaar de lokale pils was. Ik besloot als volgende een Sochaux te bestellen. Toen het barmeisje echter een pint Sochaux probeerde te tappen, begon de tap te schuimen als een dolle. Het leek er op, dat het vat net leeg was. Om het niet te moeilijk te maken, veranderde ik mijn bestelling in een Super 8. Morgen zou ik het gewoon weer proberen.
De volgende dag bracht ik op en af in de rivier door of voor de tent. De kinderen en mevrouw Solo deden niet veel, want het weer leende zich er niet voor. De hond deed helemaal niets. Na de siësta kreeg ik zin in de koude pint, die ik mezelf een dag eerder beloofd had. De voorstelling van een grote, koele kroes pils. Hoe na het tappen het glas zou beslaan. En dan die eerste slok. Die is altijd het lekkerst. Ik stapte de stube-achtige bar binnen en hetzelfde ritueel als de avond ervoor begon. Deze keer wist ik waar ik op uit was. Het vat moest vers zijn, dus er kon niets mis gaan, dacht ik. Het meisje begon te tappen en exact hetzelfde als de avond ervoor gebeurde. Een halve liter schuim. Wanhopig probeerde ze er toch een fatsoenlijke pint van te maken, wat visueel leek te lukken. Toen ik na twee minuten het glas in handen had, zeeg ik neer op een kunststof terrasstoel, voor de grote slok. Ik zette het glas aan de lippen en liet een forse sloot naar binnen lopen. Wat volgde was een desillusie. Het bier was niet ijskoud. Wel koel, maar niet zo, dat de dauw van je glas loopt. Zo heb ik gedurende de twee weken op de camping nog diverse malen geprobeerd een perfect getapte, koele halve liter te scoren. Dat is en twee keer gelukt. De andere keren eindigden in milde teleurstelling.
Bij thuiskomst in Nederland, had ik nog twee halve liter blikken Veltins ijskoud staan. Ik pakte mijn vertrouwde Stiegl-pul uit de kast en schonk hem vol. Zag het glas beslaan en nam een ferme teug. Precies goed. Zo leer je de waarde van de zekerheid van een goed getapt glas bier. Die zekerheid dat het zal zijn, zoals het moet zijn, op het moment dat de noodzaak daar is. Dat je dan even niet de behoefte hebt aan verrassingen of wilde interpretaties van iets, dat simpel precies goed genoeg is. Eenvoud, geen compromissen. Waarvan je weet, dat je ervan op aan kan. Zo’n zekerheid, die je pas echt op waarde kan schatten als ze er ineens niet meer is. Uniek en onvervangbaar.
Een beetje zoals De Schouw.
VON SOLO DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl