Klusjesdag? Rien ne va plus! Naast het voormalige schapenkot stond nog de stronk van een boom die zich lang geleden vanuit de wortel tot vijf flinke stammen had ontwikkeld. Ik heb dat vijfkoppige monster al een jaartje of wat geleden omgelegd. Gisteren was eindelijk de stronk aan de beurt. De houten kolos was nog immer snoeihard. Maar het kreng is gone! Hoera kettingzaag. Er was ook nog een ander karweitje op mijn lijstje blijven staan: in de backyard nota bene. Ik vergeet soms bijna dat er zich achter het huis ook nog een flinke lap grond bevindt. Waarop een navelhoog hek stond dat ooit de ganzen en kippen in toom hield. Een geit ook nog geloof ik. Een obstakel was het. Dat hek. Een onkruidklimrek bovendien. Gistermiddag gesloopt. Job done! Genoeg is genoeg. Vandaag alleen de boel binnen kuisen en dan de plaat poetsen. Volgende week haring op het strand. Ook lekker.
prachtige gedichten deze week bij een verfijnd thema: ‘Laat me zijn een beven zonder harnas… ‘- naar de dichtregels van Mandy Mariska Eggerding. dank aan de dichters die hun kwetsbare woorden wilden delen in de wedstrijd die geen wedstrijd is. maar toch delen we deze week goud en zilver uit – aan vera van der horst – goud voor haar vasalisachtige gedicht dat uitstijgt boven al hetgeen geleefd is – moest worden – om het gedicht te kunnen schrijven. en zilver voor peter posthumus – het leven één veenbrand – in zekere zin de droom voorbij en met de voeten in de klei – het leven. zoals het leven ook kan zijn – van harte vera en peter! dank ook aan Mandy Mariska Eggerding – voor haar prachtige ’thema’ gedicht.
nu de verte zo dichtbij de tijd verloren in zichzelf raakt bevreemdt het mij
hoeveel herinneringen zich kunnen verbergen in een vluchtig bestaan alsof ze heel lang sterven
dat voor verwachtingen nauwelijks nog ruimte is en ik daar beter maar de wind mee voed
Vera van der Horst
een terugblik op het leven en ook de verworvenheden die de jaren iemand kunnen brengen beschreven in heerlijke eenvoud maar ook en tegelijkertijd in die vasalis – achtige complexe vervlechting van woorden in met name de begin strofe – hoe kun je algemene waarheden op jezelf leggen in een beminnelijke maar ook zo gracieuze kwetsbaarheid.zo!
tsja pom – bevend in het harnas
Wat is er over van wat ik wilde zonodig moest
pop-ups die af en toe de tijd vertragen taferelen die sneller weer verdwijnen dan dat je kijken kan
en bijtend in de schemer de nagloeiende sintels onaantastbaar, onontkoombaar op het kerkhof van wat niet
en de toekomst die vlucht vooruit tuurlijk, ja vast de toekomst, die veenbrand die er altijd was
Peter Posthumus
een ‘jan arends’ gedicht waarin bijna tot op het bot een teveel aan woorden weggesneden is – bij mij wel binnenkomt – hierboven schreef ik: deze week genieten we een prachtig thema- ‘Laat me zijn een beven zonder harnas… ‘- naar de dichtregels van Mandy Mariska Eggerding – een oproep om vrij te leven – waarin ook de onmogelijkheid om dat te doen op romantische wijze gegeven is – alsof we in de verte de verloren bezongen liefde in een frans chanson horen. hier lezen we bij Peter van die onmogelijkheden en wat er van het leven over is – hoe het leven over vuur lopen is. en altijd al was.
Rik van Boeckel: stil staren we naar de eeuwigheid
Frans Terken:dat jij kan zien dat ik er ben
Anke Labrie: maar wij wisten dat het kan
Ien Verrips: laat me grillig de herfst ingaan
Peter Posthumus: die veenbrand die er altijd was
Vera van der Horst:nu de verte zo dichtbij
Cartouche: weerloos als een hongerend kind
wie wint de enig echte virtuele – ‘Laat me zijn een beven zonder harnas… ‘- naar de dichtregels van Mandy Mariska Eggerding op pomgedichten punt nl?
LAAT ME ZIJN
Laat me zijn breekbaar samenraapsel van huid en bot met wangen om van binnen op te bijten ogen om achter te verdwijnen, een buik om in te huilen en onverwachte plaatsen om in te schuilen van schedel, schouder en het achterste van de tong.
Laat me zijn een beven zonder harnas van wimpers en tanden, lang uitgestrekte binnenwanden vuurgedoopte handen, zenuwbanen waar ieder bericht zich op lijkt te keren tot waar het begon.
Laat me daar wachten op een thuiskomst een herhalende hartslag of andere tekens van leven, als alles weer langer dan verwacht ergens onderweg blijft breken.
ook het allerindividueelste verdient aandacht op de site pomgedichten – uiteindelijk zijn romantici individuen zoals dichters individuen zijn – prachtig samengevat in de drie woorden van Mandy – ‘laat me zijn…’ – een oproep wellicht ook tot vrijheid – van de vrijheid die we graag deze week lezen – u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
ik kan niet ongewapend meer de haven uit waarin ik vluchtte ik kan nog kijken naar de zee
ben jij het die mij kennen wil door wie ik helemaal gekend wil zijn
zou het kunnen dat antwoorden niet uit taal bestaan maar uit tijd en waar je blijft
Laat het vuur van de ziel branden in het harnas van de tijd stemmen weerklinken in ieder hart daar is de plek om lief te zijn om te zingen in diep gevoel
bevend dalen we neer in onszelf onder de muziek van toen stil staren we naar de eeuwigheid onbewust van wat ons wacht geluk dwaalt om iedere hoek.
Rik van Boeckel 15 oktober 2022
deze week genieten we een prachtig thema- ‘Laat me zijn een beven zonder harnas… ‘- naar de dichtregels van Mandy Mariska Eggerding – een oproep om vrij te leven – waarin ook de onmogelijkheid om dat te doen op romantische wijze gegeven is – alsof we in de verte de verloren bezongen liefde in een frans chanson horen. rik van boeckel maakt er het harnas van de tijd van. een terugblik en een vooruitblik richting eeuwigheid. positief als altijd deze rik van boeckel die een toekomst beschrijft met daarin verborgen iets van gelukzaligheid.Met gebroken stem
Hoe het naar binnen slaat als de stem het begeeft ik wil nog een lief woord zeggen maar ontbeer de kracht van spreken
laat me dan leren dat ik nog handen en voeten heb om te gebaren wat ik aan praten mis
ogen die de tijd nemen om meer dan goed te maken wat me aan gesproken taal ontbreekt
dat jij kan zien dat ik er ben waar je ongebroken een thuis vindt tekens van woordeloos samen in tijd die blijft
‘dat jij kan zien dat ik er ben…’ de kernregel in dit gedicht naar ik vermoed – al is alles weggegleden laat mij – laat het – toch zo zijn als in deze regel is beschreven. zoals de stad om een persoon hangt en gehangen is waarin hij leeft werkt bemint en verliest zo is deze dichtregel om de ik-persoon in het gedicht gehangen. vreemd
vroeger genoeg gewaarschuwd me niet kwetsbaar op te stellen hetgeen ik nooit begrepen heb of niet begrijpen wilde
waarom zou je er vanuit gaan dat mensen er alleen op uit zijn om je pijn te doen als je jezelf laat zien
liefde-oplaadbaar in geen enkel woordenboek maar wij wisten dat het kan dwars door kwetsuren heen
anke labrie 15-10-2022
anke maakt een staat van zijn op – dat je iets van het existentiële kunt begrijpen na verloop van tijd wat eerder nog als vreemd werd ervaren. hoe de eenvoud voorzichtig schoorvoetend bijna plaats neemt in een mensenleven. in twee mensenlevens.laat me sprankelen in de lente de zinnen zacht wachten op wat komt laat me rustig rijpen als een aquarel je verrassen
laat me de zomer vieren ongeremd willig mikpunt voor cupido’s peilen tot het scherpe goud verandert in het stompe lood
laat me grillig de herfst ingaan als de zon zich sluiert het licht verduistert schaduw mij omgeeft het zicht ontneemt
laat me stil zijn in de winter scherven opgeraapt en weggegooid geen tijd voor inzicht of bezinning maar voor netflix en voor poëzie
okt 2022 Ien Verrips
een jaargetijden gedicht met bij passende stemmingen – het verlangen hoe heftig ook doorleefd niet heel vaak ingelost zo mogen we lezen – kwetsbare woorden – om stil te zijn in de donkere maanden van het jaar waarin wellicht iets van poëzie je door de winter kan helpen. Laat me in de plooien binnen van je hof waar de zon zich geborgen houdt onvervalste honinggeur de lucht gaten van mijn wezen weet te vinden en vullen
Laat me daar mij jou eigen maken, een dag een nacht pure waanzin ademen druppel voor druppel drinken van je tong je mond je borst
Laat me dan een kleine eeuwigheid – naakt weerloos als een hongerend kind poëet van verheven dingen zijn zonder harnas van oude pijn
Respijt van oog om oog en tand om tand in weerwil van alle wording, venijn en zonde nog deelachtig zijn – een laatste slok voordat de hemel breken zal tot melkweg zonder licht
15-10-2022 / Cartouche
een zoemend gedicht waaraan de aandacht voor de woorden strofe na strofe af te lezen is. mijn voorkeur voor de derde strofe zal duidelijk zijn – waar de dichter helemaal zichzelf is – alles afwerpt – alles loslaat – en in poëtische eenvoud kwetsbaar tot de ultieme poëtische waarheid weet door te dringen.
Laat me dan een kleine eeuwigheid – naakt weerloos als een hongerend kind poëet van verheven dingen zijn zonder harnas van oude pijn
vroeger zeiden ze: bij zo een strofe moet je wenen.
het bericht hieronder is gedateerd 24 december 2019 – vandaag lees ik over het overlijden van Wally Jorna – in het indrukwekkende afscheidsgedicht van Max Lerou – we nemen er maar een wijntje op – op haar mooie leven – haar mooie zijn – lieve Wally proost!
Eigenlijk ken ik Wally niet en toch ken ik Wally. Live zag ik haar twee keer. De eerste keer bij mij thuis in 020 na de bundelpresentatie van mijn “een vrouw schrijft een jongen” – dat was in 2014. de tweede keer vorige week aan de Lange Voorhout, in de Pulchri Studio bij de opening van de expositie van Ingeborg Müller: “Mediterrane herfst”. Op FB opent Wally elke ochtend met een – heb een mooie dag – ochtendwens aan haar vrienden. Wally is FB levenslust voor mij – de ochtendwens: “Mogge!”, in de zomer aan het strand de strandfoto’s (Zuiderstrand) en elke week wel één keer – zomer, winter, herfst, lente maakt niet uit, een beeldverslag van een muziekmanifestatie ergens in den haag of omstreken. zo word je dus leeftijdsloos oud begrijp ik nu ik haar weerzie. doen waar je zin in hebt, begeef je onder de mensen, geniet het leven elke dag – en wees trots op jezelf – zo trots dat je niet zal rusten voordat er 3000 van je eigen selfies in een cultuurhuis worden opgehangen – getuigen van een leeftijdsloos enerverend en gelukkig bestaan. Ik ben trots op hoe ik er uitzie. vertrouwde ze mij toe. haar dochter dichter bij de 60 dan bij de 50. soms heeft leef-tijd geen invloed op een leven. van mijzelf kan ik dat helaas niet zeggen – Wally is het levende bewijs van mijn stelling. “ik heb meer dan 3000 selfies en die moeten maar eens op de muren van Pulchri.” mij restte niet anders dan een bevestigend knikje.
je sprong en danste om mij heen zo vrolijk en blij als altijd ik tilde je op en begroef mijn gezicht vlak achter je warme oor in zachte donshaartjes in je nek ik adem jouw geur voel het gewicht van jouw lijfje
in mijn buik dansen duizend vlinders van geluk ik kan je zien, zo echt, zo levend tegelijk niet meer van deze aarde jij kwam in mijn droom, om mij te troosten mijn spirit dier om zeggen dat liefde altijd blijft en je eeuwig naast mij danst
Als je vanaf de Gordelweg de Bergweg oprijdt, buigt de weg ter hoogte van de Benthuizerstraat listig naar rechts. Feitelijk vormt het een soort vork. Rechtdoor de Benthuizerstraat in en naar rechts wijkend, vervolgt de Bergweg haar koers. Vroeger zat op die hoek de Correct. Nu wordt daar de zoveelste uitmelkkazerne gebouwd voor ‘huurders in het middensegment’. Het rechtdoor rijden met de fiets vanaf de Bergweg de Benthuizerstraat op vereist wat lef, handigheid, geluk en inzicht . Van twee kanten komen auto’s je tegemoet en ze komen ook nog van achter. Er liggen veel tramsporen ook. De enige keuze is na een tijdje nog of je rechtdoor gaat of met de weg mee. En het went, als je de kruising meermaals per week maakt. Je zinnen scherpen en stellen zich er op in.
En gescherpte zinnen merken dingen op, die ze anders niet zouden opmerken. Zoals geuren. Er passeert een vrouw op een fiets. En ik ruik het. Alsof een klein kamertje in mijn geheugen open gaat en er een film begint te spelen. Eerst zoek ik nog naar de betekenis, of de herkenning. En dan ineens weet ik het. Het is de geur van mijn eerste vriendinnetje. Een geur, die ik me kan herinneren van drieëndertig jaar geleden. Het doet denken aan kauwgom, aan synthetische luxe, aan snoep nog vooral het meest. En aan iets dat doet denken aan een begin, een zonsopgang. Alles daar ineens, op de Benthuizerstraat. Terwijl de vrouw op de fiets, die de geur verspreidt, tien meter voor me fietst.
Onwillekeurig stem ik mijn tempo af op dat van de vrouw. Ik blijf in haar slipstream rijden en adem haar geur. Ik wil er blijven. Dat het niet weggaat en dat ik nog even in dat vroeger mag zwelgen als een archeoloog genietend van de ontdekking van een stuk geschiedenis, dat verloren gewaand was. De gedachte, dat zij het ook gewoon zou kunnen zijn, dringt zich op. Maar wat dan te doen? Naast haar gaan fietsen en vragen of zij het is. Ze moet wel denken dat ik gek ben. En wie ben ik dan? Hoe zou ik ruiken? En dan nog? Een gesprek aanknopen? Op basis van wat? Een geur?
Uiteindelijk ben ik haar nog gevolgd tot de Jonker Fransstraat. Onze wegen lagen blijkbaar tot daar hetzelfde. Toen zij de hoek om ging, ben ik de Meent op gefietst. Ze was weer weg. De geur kan ik me nu niet meer herinneren, verder dan ik beschreven heb. Hij is weer uit mijn neus verdwenen. Het is verbazingwekkend, hoe zo’n sleutel werkt. Als ze verdwijnt is er niets meer, dan de droge beschreven, reukloze gedachte. En toch blijven er sporen liggen, ergens in de hersenen. Kwantum deeltjes van ons leven. Slapend en wakker tegelijk.
VON SOLO DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl
als jij nog slaapt de wereld nog onrust mij het bed uitjaagt de wanen van de nacht niet afgeschud nog niet echoos van bizarre dromen die mij vergezellen totdat zij zijn vervangen door de krantenangst van alledag van iedere dag iedere dag
Het braamstruikbos is geveld. De ruïne van het oude schapenhok dat zich eronder verscholen hield geruimd. Vanuit m’n luie stoel kan ik nu door het grote raam à côté de la cuisine de tractor het akkerland zien omploegen. Op het ritme van de tijd. Ik heb zin in mosselen met friet. Maar de super zat zonder dus het gaat sucade worden. Rauw gebakken als een steak. J’aime l’induction. Eerst vijf minuten op standje een. Dan twee minuten op z’n donder op negen. Bleu chaud. Daar kan geen hollandse kogelbiefstuk aan tippen. Met verse frites en mosterdmayo natuurlijk. Moutarde de Dijon zoals het hoort. En épinards en branches à la crème. Maar eerst een warm bad want m’n huid stinkt en plakt als vliegenlijm. Moet minimaal een uurtje weken om het opgedroogde mengsel van zweet, gele modderklei en motregen op te lossen. Agréable et calme.
vanwege de (berlijnse) kleinzoon – ja die jongen moet toch ook wat van amsterdam zien – en de pannenkoeken in boerderij Meerzicht – bosplan AMSTERDAM – kleinzoon declameert AM…STER…DAMNED!! haha – maar de pannenkoeken gingen erin als ooit zijn vader in zijn moeder – hoe dan ook – de uitslag vanwege pannenkoek en niet vanwege stroopwafels iets later dan u gewend bent – prachtige stroopwafelbijdragen van de dichters dank jullie wel – maar de twee smakelijkste werden wat mij betreft geserveerd vanuit GOUDA en VANUIT SCHINNEN – 2x GOUD vandaag voor Anke Labrie en Cartouche van harte!! de zoete commentaren onder de gedichten
Anke Labrie tevens te bewonderen in ARTISTS AAN ZEE VI Kunst10daagse Bergen 2022 Van vrijdag 21 t/m zondag 30 oktober Te zien in expositieruimte Hotel Meyer Jacob Kalffweg 4 1865 AR Bergen aan Zee t/o zee-aquarium Opening Zaterdag 22 oktober om 16.00 uur – maar op deze zondagochtend nog even in:
Gouda
als er iemand jarig was waren ze er de echte de verse lekkerder heb ik ze nooit gegeten
als er niemand jarig was vaak na schooltijd snippers halen bij de stroopwafelbakkers voor een dubbeltje een hele zak en als je mazzel had zat er aan sommige nog wat stroop
snippers geluk
anke labrie (08-10-22)
Anke vat de zoete kinderdroom mooi samen – ‘snippers geluk’- verschil moet er zijn natuurlijk – ik haalde gebroken koekjes bij de Jamin op de admiraal de ruyterweg (bij de krommert) in amsterdam west – een zak vol voor een kwartje, Anke haalde het goedgevulde goudgele wonder in kinderbrokken op in haar Gouda – een dubbeltje ja hoor – je hebt nu eenmaal gelukskinderen – mijn vader sprak over een zondagskind. zolang gaan ze al mee ‘de snippers geluk’ en dat ze ook nog in de poëzie belanden – ach ze verdienen het – en nog steeds. mooi beschreven werkelijkheid van toen en nu.
Onbeschrijflijk
van smeren ben ik niet gediend piepende sloten, droge lippen verdraag ik slagroomwafels en gebak, nee, veel te slap
en zoet – aflikken heb ik allang afgeleerd dode koninginnen, verlopen spaarzegels oude boterhammen, één pot nat
doe mij maar een royale jong belegen met de enig echte rinse van canisius* uit schinnen, jammie jammie, ja
me daarvoor wakker maken samen wandelen naar *schandele daarvan leef je op, eet ik uit je hand
alle dagen carnaval, weet je schat vreemdgaan is een vrije val
die doe je alleen met je eigen meermin zijn, je ware
sirenevrouw – je neemt haar op je tong die proeft en zwijgt
alle talen zo hondstrouw als het gaat
10-10-2022 / Cartouche
*Appel- en perenstroopfabriek in Schinnen Zuid-Limburg
**Carnavalsliedje uit Venlo “As de sterre dao baove straole, en as de maon dao baove Haerunge hingk. En dan örges dao ónger verschaole, de nachtegaal ein leefdesleedje zingk, dan wil ik wandele nao Schandele mit mien maedje”
vrij naar de spinazie geloof ik was het van Kopland met die blaadjes of was het sla – en vrij naar de vulkoek van Jacob de Bruin met een nootje in het midden – hoera we hebben nu drie strofen eerbetoon aan – laten we het ook vrij benoemen – aan de stroopwafel – Je verstaat ze bijna niet die limburgers en zeker niet als ze uit brabant komen – maar vooruit drie geslaagde koplandstrofen daarmee opent Cartouche deze zondagochtend om daarna de geliefde – zoetelief zou vreeswijk zingen – te bezingen in alle zoete toonaarden. overtuigend mooi. en sommige stroopwafels zijn volgens de dichter van likbare zacht zoete vrouwenlippen gemaakt. begrijp ik uit het geheel. cartouche weet er wel raad mee met al dat lekkers.
Anke Labrie: na schooltijd snippers halen in Gouda
Cartouche: met de enig echte rinse van canisius*
Erika de Stercke: hoe zoet kan je zijn, mijn lief
Geraldine bankcaenen: Nee, geen kroket/ ook geen duivensoep
Frans Terken: vol van genot dat dit snoepen geeft..
Rik van Boeckel: wie een stroopwafel gretig eet.. jongens op de Leidse markt hele grote!!
Vera van der Horst en the amazing stroopwafels
wie wint de enige echte virtuele stroopwafeltrofee op pomgedichten punt nl? wellicht helpt zoetigheid tegen depressie, corona of ander lichamelijk leed – wellicht ook niet – is het alleen lekker- of wat plakt er meer dan stroopwafels in dit land – het lekkerste is natuurlijk een knapperige zoete plakkerige warme verse druipende innemende stroopwafel van de albert cuijp of van de markt in uw eigen woon of verblijf of uw sterfplaats. u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
zonder
schrijf nou eens een gedicht zonder dat verlangen zonder het onopgelost zijn van wat je in de verste verte nog toe zou willen dichten
zonder die machteloosheid die absurde poging tot communicatie zonder alles alles te noemen schrijf nou eens zo een gedicht over stroopwafels bijvoorbeeld
pom wolff
zaterdag
de koekendoos goed gevuld op tafel wij in een glunderende nacht
hoe zoet kan je zijn, mijn lief de biscuits verdwijnen één voor één
stroop blijft aan jouw vingers kleven alsof ons samenzijn eeuwig duren mag
Erika De Stercke
tot waar de stroopwafels ons op deze zoete zondagochtend kunnen brengen – de geliefden ergens in gent op een bankje – koffie met wafels als beginnetje – maar al snel staat de stroop in overdrachtelijke zin voor een heel lang en lief samenzijn van geliefden – ‘hoe zoet kan je zijn; roept Erika uit. een mooie zaterdag beschreven voor op de zondagochtend. ik ga daar in gent ook eens een koekje eten!
Toen mijn oma ziek was vroeg ze duivensoep. haar drie zonen hielden duiven . Als ik ziek word en ooit in een hospice moet verblijven en ik mag kiezen wat ik wil eten dan fluister ik stroopwafel. die grote warm en druipend. zonder gene laat laat ik mijn genot vrij. .
Nee, geen kroket
Ook geen duivensoep
Geraldine Bankcaenen
Nee, geen kroket
Ook geen duivensoep
hoe het ook bedoeld is – en of de herhaling bij toeval ontstaan is door de mailknop een paar keer te laten stuiteren – maakt niet uit – we weten wat we moeten weten – vandaag geen kroket – we weten het – en geen duivensap op de Dam. Geraldine heeft haar laatste avondmaal alvast al maar besteld begrijpen we uit haar tekst. geen onaardige gedachte om zoet met stropwafels gewapend aan de grote lange reis te beginnen. je zou er bijna zin aan krijgen. grappig gedichtje mede ook door die vermoedelijke onbedoelde herhaling. (2x ‘laat’ – laat er een weg is mijn advies)
Een stroopwafel bij de thee
Of het van eigen deeg is of van de meesterbakker om de hoek dat valt er goed aan af te proeven zolang het niet aan het gehemelte plakt
of schiet in het verkeerde keelgat dat een lik stroop op de papillen zorgt voor een heerlijke beleving zoete ervaring voor tong en maag
soepele vertering vult de mond vol van genot dat dit snoepen geeft het is nog net niet verboden al ligt de smaakpolitie op de loer
leef je uit en grijp naar een tweede je peuzelt de kruimels van de vloer
de verhandeling is duidelijk – het maakproces beschreven maar in het resultaat zit de poëzie opgesloten – zo lekker zijn ze dat de kruimels van de vloer gepeuzeld worden – ‘peuzelen’ zou frans kunnen insturen als vergeetwoord naar de taalstraat – zo een prachtig woord uit de vorige eeuw waar de stroop van in je mondhoeken blijft plakken. zo ziet deze opa ook zijn kleinzoon nog van alles en nog wat van de grond eten – ‘peuzelen’. en moeders past natuurlijk op dat opa de kleine niet te veel met zoetigheid omarmt. doen we maar vandaag een ijsje of een PAN – NEN -KOEK. mooi gedaan Frans.
Stroop zacht en zoet
Stroop zacht in het kader van de nacht bij dag en dauw val je niet flauw wie een stroopwafel gretig eet niet vergeet de uren af te stropen een grote op de Leidse markt te kopen
stroop zoet in het dwingend zingend bloed aorta neemt het op met zachte drang spijs verterend tot aan de lange darm met de later ingenomen zalm geeft het klacht of stille impuls.
Rik van Boeckel 8 oktober 2022
een waar en waarachtig medisch betoog – haha – allemaal naar de Leidse Markt !! jongens daar heb je hele grote!! en goed luisteren naar ome Rik – dan word je vanzelf gezond groot en ga je bovendien mooie liedjes spelen. en de zalm ja hij zwemt nog voort.
Dank u, stroopwafels wat is er méér poëtisch, moest toch denken aan Oude Maasweg van The Amazing Stroopwafels, vandaar het begin. Liefs
Amazing Stroopwafels
Ik stond op de snelweg met een lege tank de regen gutste op het dak, ik was op weg naar jou met je lievelingssnoep, ik hoopte, dat de stroop ervan nog wat lijmen zou
Ik staarde mistroostig naar mijn navel, zag naast me de allergrootste wafel, nog warm in het cellofaan jij gaat eraan, dacht ik, en pulkte het zoenoffer uit zijn transparante jasje
zodra ik een hap nam van de krokante koek vulde het bronzen warme goed zo zoet mijn mond, dansten mijn smaakpapillen de lambada op mijn tong, dat ik nog zó genieten kon van zo’n klein genot
Ik lachte mijn verdriet voorbij, wist ineens een benzinestation heel nabij
zelfs de wolken waren uitgejankt en al snel reed ik zingend naar huis met een volle tank.
Vera van der Horst
vrolijk gedichtje voor de zondagochtend – van een stille traan tot heerlijk klein genot. het is een beschrijving van een gebeurtenis – iets meer een prozaverhaal en iets minder van de poëzie de woorden. leuk liedje overigens. net als in de tekst iets van verlangen, iets van verdriet en iets van voorbij. goed dat de stroopwafels er nog zijn – moedig voorwaarts het is er toch voor iedereen. zei gerard reve dat niet.
Vandaag regen ik maar niet meteen Ik probeer te schuilen in gedachten en drukte en dadendrang dikke proppen wolken mijn hoofd voller, volst duizelig grijs grauw bijna zwart voor mijn ogen er is geen houden meer aan ik regen dikke druppels kleine riviertjes stromen ik lik zoute verzachting van mijn lippen tot ik overwaai een streepje blauw tekent de gebroken lucht