je sprong en danste om mij heen zo vrolijk en blij als altijd ik tilde je op en begroef mijn gezicht vlak achter je warme oor in zachte donshaartjes in je nek ik adem jouw geur voel het gewicht van jouw lijfje
in mijn buik dansen duizend vlinders van geluk ik kan je zien, zo echt, zo levend tegelijk niet meer van deze aarde jij kwam in mijn droom, om mij te troosten mijn spirit dier om zeggen dat liefde altijd blijft en je eeuwig naast mij danst
Als je vanaf de Gordelweg de Bergweg oprijdt, buigt de weg ter hoogte van de Benthuizerstraat listig naar rechts. Feitelijk vormt het een soort vork. Rechtdoor de Benthuizerstraat in en naar rechts wijkend, vervolgt de Bergweg haar koers. Vroeger zat op die hoek de Correct. Nu wordt daar de zoveelste uitmelkkazerne gebouwd voor ‘huurders in het middensegment’. Het rechtdoor rijden met de fiets vanaf de Bergweg de Benthuizerstraat op vereist wat lef, handigheid, geluk en inzicht . Van twee kanten komen auto’s je tegemoet en ze komen ook nog van achter. Er liggen veel tramsporen ook. De enige keuze is na een tijdje nog of je rechtdoor gaat of met de weg mee. En het went, als je de kruising meermaals per week maakt. Je zinnen scherpen en stellen zich er op in.
En gescherpte zinnen merken dingen op, die ze anders niet zouden opmerken. Zoals geuren. Er passeert een vrouw op een fiets. En ik ruik het. Alsof een klein kamertje in mijn geheugen open gaat en er een film begint te spelen. Eerst zoek ik nog naar de betekenis, of de herkenning. En dan ineens weet ik het. Het is de geur van mijn eerste vriendinnetje. Een geur, die ik me kan herinneren van drieëndertig jaar geleden. Het doet denken aan kauwgom, aan synthetische luxe, aan snoep nog vooral het meest. En aan iets dat doet denken aan een begin, een zonsopgang. Alles daar ineens, op de Benthuizerstraat. Terwijl de vrouw op de fiets, die de geur verspreidt, tien meter voor me fietst.
Onwillekeurig stem ik mijn tempo af op dat van de vrouw. Ik blijf in haar slipstream rijden en adem haar geur. Ik wil er blijven. Dat het niet weggaat en dat ik nog even in dat vroeger mag zwelgen als een archeoloog genietend van de ontdekking van een stuk geschiedenis, dat verloren gewaand was. De gedachte, dat zij het ook gewoon zou kunnen zijn, dringt zich op. Maar wat dan te doen? Naast haar gaan fietsen en vragen of zij het is. Ze moet wel denken dat ik gek ben. En wie ben ik dan? Hoe zou ik ruiken? En dan nog? Een gesprek aanknopen? Op basis van wat? Een geur?
Uiteindelijk ben ik haar nog gevolgd tot de Jonker Fransstraat. Onze wegen lagen blijkbaar tot daar hetzelfde. Toen zij de hoek om ging, ben ik de Meent op gefietst. Ze was weer weg. De geur kan ik me nu niet meer herinneren, verder dan ik beschreven heb. Hij is weer uit mijn neus verdwenen. Het is verbazingwekkend, hoe zo’n sleutel werkt. Als ze verdwijnt is er niets meer, dan de droge beschreven, reukloze gedachte. En toch blijven er sporen liggen, ergens in de hersenen. Kwantum deeltjes van ons leven. Slapend en wakker tegelijk.
VON SOLO DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl
als jij nog slaapt de wereld nog onrust mij het bed uitjaagt de wanen van de nacht niet afgeschud nog niet echoos van bizarre dromen die mij vergezellen totdat zij zijn vervangen door de krantenangst van alledag van iedere dag iedere dag
Het braamstruikbos is geveld. De ruïne van het oude schapenhok dat zich eronder verscholen hield geruimd. Vanuit m’n luie stoel kan ik nu door het grote raam à côté de la cuisine de tractor het akkerland zien omploegen. Op het ritme van de tijd. Ik heb zin in mosselen met friet. Maar de super zat zonder dus het gaat sucade worden. Rauw gebakken als een steak. J’aime l’induction. Eerst vijf minuten op standje een. Dan twee minuten op z’n donder op negen. Bleu chaud. Daar kan geen hollandse kogelbiefstuk aan tippen. Met verse frites en mosterdmayo natuurlijk. Moutarde de Dijon zoals het hoort. En épinards en branches à la crème. Maar eerst een warm bad want m’n huid stinkt en plakt als vliegenlijm. Moet minimaal een uurtje weken om het opgedroogde mengsel van zweet, gele modderklei en motregen op te lossen. Agréable et calme.
vanwege de (berlijnse) kleinzoon – ja die jongen moet toch ook wat van amsterdam zien – en de pannenkoeken in boerderij Meerzicht – bosplan AMSTERDAM – kleinzoon declameert AM…STER…DAMNED!! haha – maar de pannenkoeken gingen erin als ooit zijn vader in zijn moeder – hoe dan ook – de uitslag vanwege pannenkoek en niet vanwege stroopwafels iets later dan u gewend bent – prachtige stroopwafelbijdragen van de dichters dank jullie wel – maar de twee smakelijkste werden wat mij betreft geserveerd vanuit GOUDA en VANUIT SCHINNEN – 2x GOUD vandaag voor Anke Labrie en Cartouche van harte!! de zoete commentaren onder de gedichten
Anke Labrie tevens te bewonderen in ARTISTS AAN ZEE VI Kunst10daagse Bergen 2022 Van vrijdag 21 t/m zondag 30 oktober Te zien in expositieruimte Hotel Meyer Jacob Kalffweg 4 1865 AR Bergen aan Zee t/o zee-aquarium Opening Zaterdag 22 oktober om 16.00 uur – maar op deze zondagochtend nog even in:
Gouda
als er iemand jarig was waren ze er de echte de verse lekkerder heb ik ze nooit gegeten
als er niemand jarig was vaak na schooltijd snippers halen bij de stroopwafelbakkers voor een dubbeltje een hele zak en als je mazzel had zat er aan sommige nog wat stroop
snippers geluk
anke labrie (08-10-22)
Anke vat de zoete kinderdroom mooi samen – ‘snippers geluk’- verschil moet er zijn natuurlijk – ik haalde gebroken koekjes bij de Jamin op de admiraal de ruyterweg (bij de krommert) in amsterdam west – een zak vol voor een kwartje, Anke haalde het goedgevulde goudgele wonder in kinderbrokken op in haar Gouda – een dubbeltje ja hoor – je hebt nu eenmaal gelukskinderen – mijn vader sprak over een zondagskind. zolang gaan ze al mee ‘de snippers geluk’ en dat ze ook nog in de poëzie belanden – ach ze verdienen het – en nog steeds. mooi beschreven werkelijkheid van toen en nu.
Onbeschrijflijk
van smeren ben ik niet gediend piepende sloten, droge lippen verdraag ik slagroomwafels en gebak, nee, veel te slap
en zoet – aflikken heb ik allang afgeleerd dode koninginnen, verlopen spaarzegels oude boterhammen, één pot nat
doe mij maar een royale jong belegen met de enig echte rinse van canisius* uit schinnen, jammie jammie, ja
me daarvoor wakker maken samen wandelen naar *schandele daarvan leef je op, eet ik uit je hand
alle dagen carnaval, weet je schat vreemdgaan is een vrije val
die doe je alleen met je eigen meermin zijn, je ware
sirenevrouw – je neemt haar op je tong die proeft en zwijgt
alle talen zo hondstrouw als het gaat
10-10-2022 / Cartouche
*Appel- en perenstroopfabriek in Schinnen Zuid-Limburg
**Carnavalsliedje uit Venlo “As de sterre dao baove straole, en as de maon dao baove Haerunge hingk. En dan örges dao ónger verschaole, de nachtegaal ein leefdesleedje zingk, dan wil ik wandele nao Schandele mit mien maedje”
vrij naar de spinazie geloof ik was het van Kopland met die blaadjes of was het sla – en vrij naar de vulkoek van Jacob de Bruin met een nootje in het midden – hoera we hebben nu drie strofen eerbetoon aan – laten we het ook vrij benoemen – aan de stroopwafel – Je verstaat ze bijna niet die limburgers en zeker niet als ze uit brabant komen – maar vooruit drie geslaagde koplandstrofen daarmee opent Cartouche deze zondagochtend om daarna de geliefde – zoetelief zou vreeswijk zingen – te bezingen in alle zoete toonaarden. overtuigend mooi. en sommige stroopwafels zijn volgens de dichter van likbare zacht zoete vrouwenlippen gemaakt. begrijp ik uit het geheel. cartouche weet er wel raad mee met al dat lekkers.
Anke Labrie: na schooltijd snippers halen in Gouda
Cartouche: met de enig echte rinse van canisius*
Erika de Stercke: hoe zoet kan je zijn, mijn lief
Geraldine bankcaenen: Nee, geen kroket/ ook geen duivensoep
Frans Terken: vol van genot dat dit snoepen geeft..
Rik van Boeckel: wie een stroopwafel gretig eet.. jongens op de Leidse markt hele grote!!
Vera van der Horst en the amazing stroopwafels
wie wint de enige echte virtuele stroopwafeltrofee op pomgedichten punt nl? wellicht helpt zoetigheid tegen depressie, corona of ander lichamelijk leed – wellicht ook niet – is het alleen lekker- of wat plakt er meer dan stroopwafels in dit land – het lekkerste is natuurlijk een knapperige zoete plakkerige warme verse druipende innemende stroopwafel van de albert cuijp of van de markt in uw eigen woon of verblijf of uw sterfplaats. u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
zonder
schrijf nou eens een gedicht zonder dat verlangen zonder het onopgelost zijn van wat je in de verste verte nog toe zou willen dichten
zonder die machteloosheid die absurde poging tot communicatie zonder alles alles te noemen schrijf nou eens zo een gedicht over stroopwafels bijvoorbeeld
pom wolff
zaterdag
de koekendoos goed gevuld op tafel wij in een glunderende nacht
hoe zoet kan je zijn, mijn lief de biscuits verdwijnen één voor één
stroop blijft aan jouw vingers kleven alsof ons samenzijn eeuwig duren mag
Erika De Stercke
tot waar de stroopwafels ons op deze zoete zondagochtend kunnen brengen – de geliefden ergens in gent op een bankje – koffie met wafels als beginnetje – maar al snel staat de stroop in overdrachtelijke zin voor een heel lang en lief samenzijn van geliefden – ‘hoe zoet kan je zijn; roept Erika uit. een mooie zaterdag beschreven voor op de zondagochtend. ik ga daar in gent ook eens een koekje eten!
Toen mijn oma ziek was vroeg ze duivensoep. haar drie zonen hielden duiven . Als ik ziek word en ooit in een hospice moet verblijven en ik mag kiezen wat ik wil eten dan fluister ik stroopwafel. die grote warm en druipend. zonder gene laat laat ik mijn genot vrij. .
Nee, geen kroket
Ook geen duivensoep
Geraldine Bankcaenen
Nee, geen kroket
Ook geen duivensoep
hoe het ook bedoeld is – en of de herhaling bij toeval ontstaan is door de mailknop een paar keer te laten stuiteren – maakt niet uit – we weten wat we moeten weten – vandaag geen kroket – we weten het – en geen duivensap op de Dam. Geraldine heeft haar laatste avondmaal alvast al maar besteld begrijpen we uit haar tekst. geen onaardige gedachte om zoet met stropwafels gewapend aan de grote lange reis te beginnen. je zou er bijna zin aan krijgen. grappig gedichtje mede ook door die vermoedelijke onbedoelde herhaling. (2x ‘laat’ – laat er een weg is mijn advies)
Een stroopwafel bij de thee
Of het van eigen deeg is of van de meesterbakker om de hoek dat valt er goed aan af te proeven zolang het niet aan het gehemelte plakt
of schiet in het verkeerde keelgat dat een lik stroop op de papillen zorgt voor een heerlijke beleving zoete ervaring voor tong en maag
soepele vertering vult de mond vol van genot dat dit snoepen geeft het is nog net niet verboden al ligt de smaakpolitie op de loer
leef je uit en grijp naar een tweede je peuzelt de kruimels van de vloer
de verhandeling is duidelijk – het maakproces beschreven maar in het resultaat zit de poëzie opgesloten – zo lekker zijn ze dat de kruimels van de vloer gepeuzeld worden – ‘peuzelen’ zou frans kunnen insturen als vergeetwoord naar de taalstraat – zo een prachtig woord uit de vorige eeuw waar de stroop van in je mondhoeken blijft plakken. zo ziet deze opa ook zijn kleinzoon nog van alles en nog wat van de grond eten – ‘peuzelen’. en moeders past natuurlijk op dat opa de kleine niet te veel met zoetigheid omarmt. doen we maar vandaag een ijsje of een PAN – NEN -KOEK. mooi gedaan Frans.
Stroop zacht en zoet
Stroop zacht in het kader van de nacht bij dag en dauw val je niet flauw wie een stroopwafel gretig eet niet vergeet de uren af te stropen een grote op de Leidse markt te kopen
stroop zoet in het dwingend zingend bloed aorta neemt het op met zachte drang spijs verterend tot aan de lange darm met de later ingenomen zalm geeft het klacht of stille impuls.
Rik van Boeckel 8 oktober 2022
een waar en waarachtig medisch betoog – haha – allemaal naar de Leidse Markt !! jongens daar heb je hele grote!! en goed luisteren naar ome Rik – dan word je vanzelf gezond groot en ga je bovendien mooie liedjes spelen. en de zalm ja hij zwemt nog voort.
Dank u, stroopwafels wat is er méér poëtisch, moest toch denken aan Oude Maasweg van The Amazing Stroopwafels, vandaar het begin. Liefs
Amazing Stroopwafels
Ik stond op de snelweg met een lege tank de regen gutste op het dak, ik was op weg naar jou met je lievelingssnoep, ik hoopte, dat de stroop ervan nog wat lijmen zou
Ik staarde mistroostig naar mijn navel, zag naast me de allergrootste wafel, nog warm in het cellofaan jij gaat eraan, dacht ik, en pulkte het zoenoffer uit zijn transparante jasje
zodra ik een hap nam van de krokante koek vulde het bronzen warme goed zo zoet mijn mond, dansten mijn smaakpapillen de lambada op mijn tong, dat ik nog zó genieten kon van zo’n klein genot
Ik lachte mijn verdriet voorbij, wist ineens een benzinestation heel nabij
zelfs de wolken waren uitgejankt en al snel reed ik zingend naar huis met een volle tank.
Vera van der Horst
vrolijk gedichtje voor de zondagochtend – van een stille traan tot heerlijk klein genot. het is een beschrijving van een gebeurtenis – iets meer een prozaverhaal en iets minder van de poëzie de woorden. leuk liedje overigens. net als in de tekst iets van verlangen, iets van verdriet en iets van voorbij. goed dat de stroopwafels er nog zijn – moedig voorwaarts het is er toch voor iedereen. zei gerard reve dat niet.
Vandaag regen ik maar niet meteen Ik probeer te schuilen in gedachten en drukte en dadendrang dikke proppen wolken mijn hoofd voller, volst duizelig grijs grauw bijna zwart voor mijn ogen er is geen houden meer aan ik regen dikke druppels kleine riviertjes stromen ik lik zoute verzachting van mijn lippen tot ik overwaai een streepje blauw tekent de gebroken lucht
Toen ik in de jaren tachtig van de vorige eeuw op de middelbare school zat, was de film ‘Basic Instinct’ een groot succes. Wat vooral besproken werd, was het moment dat Sharon Stone haar benen over elkaar slaat en je naar schijnt een glimp kon opvangen van haar poes. In die tijd kon je dat nog niet eindeloos terugspoelen en nakijken op internet, dus je moest dat dan maar geloven of de film op video bemachtigen en met terug en vooruit spoelen proberen het moment te vangen. Het was een mooie tijd waarin er nerds en geeks waren, die hier ook echt de tijd voor namen. Bij gesprekken hierover kwam dan ook ter sprake, dat in Amerika in de bioscoop, Coca Cola kleine snijbeelden in films liet stoppen van een glas cola, zodat je dan in de pauze snel een flesje cola ging halen. Verborgen boodschappen. Dat klonk in het begin als een soort samenzwering, maar bleek later gewoon echt het geval te zijn. Het werd onderzocht en het werkte. Later met televisie was dat niet meer nodig. Je kon gewoon elk kwartier een reclameblok voor eten en drinken voorbij laten komen en iedereen benutte het moment om naar de koelkast te rennen. Internet heeft dit allemaal nog makkelijker gemaakt. Algoritmes zoeken je voorkeuren uit en presenteren je via alle mogelijkheden te pas en te onpas wat je wil zien, horen of voelen. ‘Surveillance capitalism’ noemen ze dat in turbotaal.
Het voordeel is, dat je nog altijd een keuze hebt om je er aan te onttrekken. Je hoeft geen televisie te kijken. Je hoeft niet naar de bioscoop. Je slimme device hoef je ook niet uit je zak te halen. Op straat kun je wegkijken van de modulerende reclameborden van JCDecaux. Je hoeft het je niet te laten overkomen. Maar het valt niet mee, als je er niet als een kwezel bij wil lopen, afgesloten van de wereld. Nu ben ik echter niet afgesloten van de wereld als ik zonder telefoon door een park loop. De geluiden van de omgeving, de geur van de flora en fauna en de bewegende en stilstaande beelden dringen tot mijn zintuigen door, maar dringen zich niet op. Mijn gevoel doet ermee wat het wil. Zelf veins ik invloed, terwijl ik me eraan overgeef.
Als ik thuiskom zie ik mijn zoon aan tafel zitten met zijn airpods in. Kleine tandborsteltjes, die hem draadloos in verbinding stellen met zijn slimme apparaat. Hij speelt spelletjes mijn zijn vrienden en kijkt soms eindeloos filmpjes. Hoewel ik niet weet of je de twee seconden durende indrukken echt filmpjes kan noemen. Een soort digitaal Skihut vermaak. Informatie Skittles en Pringles. Hij wordt continu gevoed met ingefluisterde informatie impulsen. Voor mij is het onmogelijk de hoeveelheid data die hij binnenkrijgt via zijn ogen en oren te monitoren. Hij merkt niet dat ik de keuken binnengekomen ben. Ik bekijk hem een seconde of tien. De hond komt kwispelend op me af. Ik zeg mijn zoon goedemiddag. Ik zeg het nog een keer, wat luider deze keer en zie mijn zoon opschrikken uit zijn trance. Waarin hij prompt weer terugvalt. Ik aai de hond over z’n koppie en fluister dat hij een gezegend wezentje is. Hij spitst zijn oortjes en kijkt me verwachtingsvol aan. Hij begrijpt het waarschijnlijk niet, maar dat is niet erg. We delen een onbewaakt ogenblik.
VON SOLO DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl
Wanneer het zover is dan is het al te laat dan is het wat niemand wil waar iedereen aan mee doet dat is dan slechte politiek en dat is oorlog aangemeten macht zonder reserves dan is het wij of alles naar de klote dan is ’t wat iedereen al wist: de wereld is in handen van idioten