Geen apen op het dak. Of tijgers in de tuin. Dat soort beesten niet. Maar wel uilen. Hazen. Vossen. Eikelmuizen. Dat soort grut. Plus af en toe de rauwe kreet van een ergens opvliegende fazant en een flinke pootafdruk beneden bij het stroompje dat te miezerig is om beek te mogen heten. De hond van de buurman misschien? Toch een heuse wolf sinds kort? Ja hoor! Dream on. Verder nog sporen van zwijntjes en bambi´s dus voor iedereen wat wils. En dan die rust. Deep down. Ja die is dezelfde. Die rust. Eva rules. Ogen dicht. Ogen toe. Jungle fever. Robot dreams. Liberté. Welkom thuis.
Er is werk aan de winkel. Toujours. Onderaan, op links nabij dat sliertje water, liggen nog een paar dunne stammetjes te wachten op de kettingzaag. Brandhout. Moet kort gezaagd, want wintervoer voor beide kacheltjes. Bar veel is het niet maar toch genoeg voor een tiental kruiwagens boordevol. En achter dat stroompje dat zelden kabbelt ligt al eeuwen een flinke berg takken. Afval. Droog snoeihout van vele jaren noeste arbeid. Tien bij vijf bij twee. Zoiets. Zo flink. Die berg. Temptation. Daar gaat straks de fik in. Eén lucifer. Bovenwinds. Opdat het binnen de perken blijft. J´espère.
Flink zweten was het trouwens. Met zwaarbeladen kruiwagens de nog ongemaaide heuvel op. Na de zoveelste bestorming helemaal uitgeteld. Hongerig ook. Moet vrezen voor pijn in de liezen morgen. Spierpijn! Dat krijg je van luieren op het strand en kuieren door de jungle. Held op slippers. Teenslippers nog wel. Dat fikkie? Werd zowaar een dansend paasvuur zo groot. Jammer voor de kersenboom ernaast. Dat wel. Nu is het tijd voor een mals stuk côte de bœuf geroosterd op de nog immer smeulende asresten. Uiteraard. Grillé au feu. Rood zoals het hoort. Wel zonde van m´n ribfluwelen tuindersbroek, want eenmaal met m´n uit de kluiten gewassen oerfranse biefstukkie boven op het terras aangekomen bleek die stilletjes te smeulen bij de hiel op links. De broek. De zoom al ver voorbij. Een scherp riekend rookpluimpje dat langs de tafelpoot omhoog krulde maakte er gewag van. Gekker wordt het niet vandaag. Brandende broekspijpen. Hongerige wolf. Demain un autre jour. Aux jambes raides.
natuurlijk aan alle dichters die inzonden een dankjewel. allemaal kampioen allemaal goud – maar vandaag na die intens droeve mededeling over GINO gisteren de voorrang gegeven aan het mooie – het zo mooie – hoe een dichter kan genieten van zijn kleinzoon – voetballen met je kleinzoon – de onbezorgdheid die zo wreed ook zomaar verstoord kan – het bos in met opa frans terken scoort een zorgeloos goud –
onder het gedicht van frans het gedicht GINO – van Henk van Zuiden – dat ik zojuist op FB las van zijn hand en dat ik naar ik hoop met zijn goedkeuring hier ook op de pom mag plaatsen – als het niet zo is dan verneem ik dat graag. hoe henk de pijn voor iedereen zo voelbaar weet te maken dat je er stil van wordt. en blijft. vreugde en verdriet zo dicht en gedicht bij elkaar.
Zo ontspannen in het bos, het brengt toch iets aan inspiratie. Bijgevoegd wat er van kwam, kijk maar of je dit inruilt voor J.C. Het heeft iig de toestemming van genoemde kleinzoon 😊
Het bos in
In het bos is elke halfdode den op zijn minst een doelpaal kleinzoon dribbelt met de bal aan zijn linkspoot en legt hem
met een omhaal zo op tafel dat die als op de penaltystip precies tussen de glazen ligt alles staat nog recht als een huis
blijven oefenen zeggen wij ga nog even door en Ajax belt en als het daar onverhoopt niet lukt mag je wellicht toch naar de Arena
steward op de hoofdtribune net als eerder je vader of in het slechtste geval de lege glazen ophalen in een skybox
als ajax niet belt belt opa wel voor een potje voetbal – als we frans zo zien zitten zal de kleinzoon trots de open plekken in het bos benutten om zijn voetbalkunst te etaleren. de dichter in opa geeft hem nog realiteitszinnen mee voor het leven in de slotstrofe. maar laten we het voorlopig maar bij die prachtige eerste vijf regels houden – laten we de droom in poëzie gegoten voorlopig nog maar blijven dromen – trouwens het is ook droom om te kunnen genieten van je kleinzoon –
In het bos is elke halfdode den op zijn minst een doelpaal kleinzoon dribbelt met de bal aan zijn linkspoot en legt hem
met een omhaal zo op tafel
GINO
Wat doet me dat pijn Gino. Je bent een stilstaand plaatje gebleven. Ik hoopte dat in jouw afbeelding beweging kwam, dat je levendig in de lens zou kijken. De foto van jouw step die ik op veel plekken tegenkwam, is het laatst vertrouwde wat je vasthield. Wat een ongeluk dat je de prooi moest zijn van een gruwelijk iemand.
Er werd zonet onder de zon een jong reebokje door een adelaar bij zijn moeder weggegrist. De moeder keek hulpeloos omhoog. Soms lukt het niet, godallemachtig aan toe, om iemand te beschermen. Wat rest is een ondoordringbare berg vol verdriet.
Henk van Zuiden Brissago Porta, 5 juni 2022
Merik van der Torren – Hij zit er in!!
Anke Labrie – ‘Was het weer een schwalbe deze keer?’
Rik van Boeckel – gedegradeerd naar het oeverloos nu
Max Lerou – de keukenkampioen
Frans Terken – hun zullen het zo niet lezen / ga nog even door en Ajax belt
Ien Verrips – over Livia
wie wint de enige echte virtuele op twee sloffen en een oude voetbalschoen – kameraden – worden we allemaal kampioen op pomgedichten punt nl ! uw voetbalgedicht deze week (of laat u iemand het leven uit sloffen?) – wellicht vereert de dichter oude helden wellicht nieuwe helden – het mag hier allemaal. dood of levend aan de bal of niet aan de bal – we gaan zien hoe de dichter het balletje laat rollen. u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
ajax
voor mij is ajax koetjes repen tien voor een gulden en natuurlijk gras
de tram lijn negen middenweg de begraafplaats waar ze liggen nu
de meer met houten hokjes voor de kaartjes
en piet keizer die de bal concreet in een abstract deed vloeien
pom wolff
2-1, de bal is rond
Noodweer hangt over het veld en beukt tegen de palen, en mannen zijn mannen zijn mannen.
Zwoegen in vuil en modder, schoffelen ze onder als de scheids niet kijkt.
Gelukkig heeft nr. 14 hem in het net geprikt, maar over 5 minuten fluit de hondelul af.
En een lepe pass van Pietje en hij vliegt er vandoor, Nr. 14, slalomt om één, twee man, de doelman.
Hij zit er in!!
Wij hebben de beker!!! Wij hebben de beker!!! Wij hebben de beker!!!
Merik van der Torren
met pietje zal ook wel piet keizer bedoeld zijn – de echte voetballiefhebber weet dat niemand maar dan ook niemand beter en artistieker voetbalde dan piet keizer – ooit de linksbuiten van ajax – geen JC, geen messie, geen eusebio, geen pele en ook de hand van maradonna niet – zij vallen in het niet bij de schaarbeweging van piet keizer. na een hersenoperatie na een trap tegen zijn hoofd voetbalde hij nog mooier – er scheerde een schaar over het grasveld maar alleen als piet er zin in had. zo niet dan zag je een man staan links buiten op het veld dromend. merik houdt het korter en schrijft over ‘een lepe pass van Pietje’.
Mannen en voetbal
Natuurlijk weet ik wel wat buitenspel is, twee minuten uitleg waren echt genoeg. Inzicht in een corner kost nog minder tijd, een vrije trap is werkelijk kinderspel en een strafschop is een fluitje van een cent.
Natuurlijk kijk ik met hem mee voor de tv. ‘Was het weer een schwalbe deze keer?’ Hier op onze bank maken wij dit samen uit, de scheidsrechter kan ons nog meer vertellen. Wij zitten er met onze neus toch bovenop.
Natuurlijk word ik ook een voetbalkenner: ‘Dat is een echte macho, neemt te veel risico. Deze mist de penalty, kijk maar naar zijn ogen, hij is bang’. En ik stijg in achting bij mijn man, als de keeper deze bal inderdaad kan stoppen.
Natuurlijk volg ik Derksen en z’n team op zeven, van der Gijp zijn onderarmen mooi in beeld. Plaagstoten en veel zelfspot, ‘t is een verademing. Voetbal is maar een spel, mits je de regels kent leuk om te volgen met een glaasje witte wijn.
Anke Labrie (2010)
dat mannen van voetbal een wetenschap van maken gaat anke te ver. het is maar een spelletje – en een beetje intelligente vrouw heeft minder dan twee minuten nodig om de regels te beheersen. én te doorzien hoe die mannen hun kunsten op het veld zullen etaleren. waar de gemiddelde man een leven over doet is voor een vrouw een fluitje van een cent – dat lijkt de poëtische boodschap hier. stand in de de wedstrijd hier: testosteron tegen een glaasje witte wijn: 0-1.
Aan zet
Mijn Alles Door Oefening niet gepromoveerd door de veerkracht van Rotjeknor Excelsior
ooit de lob gezien van Johan in het voorbije Zuiderpark
de ark van voetballende Hagenezen ligt verstild in het ogenschijnlijk verleden
gedegradeerd naar het oeverloos nu laten de ballen de tijd niet los
koppen de hoofden in en achter het net aan zet is nu Dirk met de deinende kuit.
Rik van Boeckel 4 juni 2022
de stand van zaken van ADO prachtig in poëzie beschreven als ‘gedegradeerd naar het (een) oeverloos nu’ – bij ADO is een en al achter het net vissen – en wordt het kuit of hom vraagt de dichter zich af. de tijd zal het leren.
keukenkampioen
het groen geel niet meer dan een taai ongerief
vuurwerk en middelvingers vliegen richting uitvak
een ijzeren staaf corrigeert het gebit van ome rinus
den haag bakt ze bruin heel holland bakt beter
ml 04 06 2022
ook dichter lerou schildert de teloorgang van ons aller ADO – om je groen en geel aan te ergeren na een ruime voorsprong toch de pottebak in – nou ja de titel keukenkampi – oen ligt straks weer voor het grijpen.de supporters slaan zich wel een weg door de ellende van het door Rik van Boeckele beschreven NU. misschien wordt het morgen beter zong vreeeswijk al.
Logisch -voor J.C.-
Ik schrijf geen gedicht dat logisch is hun zullen het zo niet lezen en ik speel niet op de man maar leg de bal bij jou
ook dat is logisch zonder bal ben je als je hem niet hebt nergens en ik heb nog tijd van leven al tikken de jaren naar het eindsignaal
ook wie rookt gaat eens de pijp uit die voorzet kop je er geheid zelf in en ik heb niet eens de kop gekrijt als je maar het juiste nummer telt
later weet je vast wel waar je was toen je het doodsbericht hoorde ja ik kocht twee broden een doos eieren (nee geen vis) wacht nu op herrijzenis
Frans eert de JC van het voetbal in al zijn taaluitingen. net zo onnavolgbaar als de voetbewegingen van JC.
Ien Verrips – onze ien schrijft in handschrift een waar eerbetoon voor Livia – de vrouw der vrouwen en houdt zich aan de opdracht van de wedstrijd: ‘ wellicht vereert de dichter oude helden wellicht nieuwe helden – het mag hier allemaal. dood of levend aan de bal of niet aan de bal – we gaan zien hoe de dichter het balletje laat rollen.’ voor wie meer over livia ofwel julia augusta wil weten dat kan hier –
Een kort w appje op de vrijdagmorgen. Bijna had ik geschreven succes met de verhuizing en laat je niet kisten. Normaal zou ze zelfs nu gereageerd hebben met …Om de dooie dood niet, maar vandaag, zo vers typte ik toch maar laat je niet gek maken, rustig aan, je ziet me gauw.
Na een gekke hectische week, waarin ik een rendier met rode neus liet ontwaken op facebook vanwege een blokkade op mijn eigen persoontje i.v.m. een foto gemaakt door Alphons Mucha die ik samen met zijn uiteindelijke werk geplaatst had na een bezoekje aan het kunst museum in den Haag. Ik zeurde er blijkbaar achteraf te veel over dus de 24 uurs blokkade werd uiteindelijk omgezet naar 30 dagen. De reden van dat zeuren? Natuurlijk de enorme preutsheid van social media waar de meest verschrikkelijke beelden gezien mogen worden, maar een stukje schaamhaar of een tepel wereldschokkend blijkt te zijn.
Het is geen nieuws. Niet iets om je zo druk over te maken als ik deed, maar het was een heerlijk afreageer medium op het nieuws dat een goede vriendin die anderhalve maand geleden nog niets leek te mankeren uitbehandeld is. De tocht naar het ziekenhuis vanuit het revalidatie centrum waar ze sinds kort was ivm niet meer kunnen lopen en schrijven is nog vol goede hoop, want er wordt een behandelplan voor bestralen van de hersentumor besproken, maar bij aankomst blijkt door groei en uitzaaiingen dat geen optie meer te zijn. Geen behandeling is geen verblijf in een revalidatiecentrum, dus vandaag begint op een zonnige vrijdag de reis naar dat laatste hoofdstuk in een hospice.
Waar ik heel voorzichtig dat berichtje verstuur komt hard terug. ” Ik laat me nog niet kisten Yvon” Brede glimlach op een trieste maar toch weer mooie dag. We starten hem langzaam weer op.
Daar gaat ze de automatische poortjes na de zelfscankassa van de Albert Hein door. Ze beent langs de verzamelplek voor kartonnen dozen. De mondhoeken naar beneden getrokken. Ongetwijfeld haar neutrale blik. Ze draagt een beige, getailleerde regenjas, met daaronder een lichtblauw, eveneens getailleerd bloesje. Het kan niet verbergen, dat de snit nog niet bepaalt hoe het lichaam gevormd is. Haar blonde haar vertoont sluiks peper- en zoutkleurige accenten. Het is niet vettig, het oogt droog. Haar ogen zijn gefocust op een punt in de verte, visionair, terwijl de deur slechts twee meter verderop is. Ze straalt dwingende kracht uit en groots gelijk. Maar als ik ze zie, moet ik denken aan het zand, dat je vaak in plantsoenen ziet en op boomspiegels. Grijs en stoffig. Geen voedingsbodem voor rijke flora en fauna. Ze is een droge doos.
Als ik de supermarkt rondkijk valt het me op, dat het barst van de droge dozen. Dat zijn vrouwen, die heel erg bezig zijn en erg geconcentreerd, met heel belangrijke, snelle dingen. En dan zo weinig tijd hebben, dat ze zich op hun elektrische (bak)fiets met gevaar voor eigen leven naar de duurste yoga les in de buurt haasten om te ontspannen. En als ze dan thuis komen, nog snel even wat mailtjes moeten sturen, want het werk en zo belangrijk weer. Om voorts obligaat Jinek te kijken en daarna met een boek van een Sylvia-Noort-adept onder de wol te kruipen in de VT-wonen slaapkamer, terwijl manlief nog wat berichtjes naar zijn secretaresse stuurt. Ook werk. De volgende dag is het weer dezelfde race tegen de klok. Maar gewichtig. En carrière ook! Sowee!!! Alle vrouwen zouden eens zestig uur in de week moeten werken. Al was het maar als lifecoach.
Deze gedachten klinken ongetwijfeld als een gepoogde imitatio van Johan Derksen, of eender welk femogyn-gestempeld sujet. Maar dat is het niet. Ik heb medelijden met de droge dozen. Ze zijn onderdeel en afspiegeling van wat er met moeder aarde gebeurt. De grond verdroogt en wordt onvruchtbaar, doordat ze uitgeput raakt en misbruikt wordt. Geëxploiteerd. En zo is het met deze vrouwen ook. Ze stampen er met twee voeten in dat ‘ze moeten’. Zonder zich af te vragen, wat ze nou eigenlijk zouden moeten of willen. Gelukkig zijn ze middels hun dispuut, vroegjeugdig verenigingsverband of welke vorm van al dan niet bewuste ‘peer-pressure’ wel voldoende gedresseerd om daar geen vragen bij te stellen en de ongeschreven, evoluerende regels als instinctief te volgen. Ik noem dat misleiding. Zij zullen het succes noemen.
Op de parkeerplaats zie ik haar in een Mini Countryman stappen en bij het uitrijden van het parkeervak bijna de Urban Arrow met één van haar collega’s met drie kinderen aanrijden. Ze lachen beiden ongemakkelijk, met tanden op elkaar, hun ondergebit bloot. Ik denk enkel: ‘Ik zou ze niet doen. Beiden niet.’ Langzaam begint het te regenen. Maar zij blijven droog. Ik rep me snel naar vruchtbaarder gronden.
elke vreugd van korte duur en aan het eind de dood
kon ik toch strelen met mijn zinnen zodat je dansen gaat en zingen van plezier de zon ziet schijnen in het water maar nee mijn woorden wegen zwaar het lukt me niet ze op te lichten ’t gemoed is somber donker is mijn ziel daar elke vreugd van korte duur en aan het eind de dood
Vier zakken. Dacht je. Hoogstens. Je nam er vijf. Voor de zekerheid. Eentje te weinig. Alsnog. Het blijft een raadsel. Waar het blijft. Die zakken. Dat cement. In de muur verdwijnt het. Tussen stenen. Dat weet je inmiddels wel. Het verdwijnt altijd zodra je aan het voegen slaat. Als sneeuw voor de zon verdwijnt het. En toch steeds weer te weinig. Un seul sac. Keer op keer. Reden voor een ritje. Altijd leuk. Heen en weer. Op en neer. Grietje ronkt. Grietje knort. Ik geniet. Ik heb haar gemist. Crazy car.
De kassajuf heeft haar dag niet. Vandaag niet. Ze zaagt een rafelige glimlach en haar ogen lijken te klotsen in een poel van onbestemde tranen. Lippen dansen een tandeloze tango. Het hart gebroken. Snap ik. Douleur. Maar toch. Daarbuiten immers druipt de zon wellustig terwijl het hierbinnen, in de bricolage, onvervalst riekt naar gezaagd pershout en oude mensen. Er is niets. Morgen misschien.
Beter zwoegen in stinkende zon. Nat van zweet. De buitenmuur op zuid is trouwens een complete woning. Flatgebouw. City. Wereldstad. Muizen. Bijen. Hommels. Mezen. Borstjes. Zwaluwen. Mieren. Van alles woont er tussen de spleten en spelonken. De stenen zijn kriskras gestapeld met rauwe klei ertussen. Ooit. Klei zo uit de koude grond getrokken. Hier. Ook de stenen. En dat driehonderd jaar geleden. Okee. Tweehonderdvijftig dan. Ofzo. Mensenhanden. Tijd. Eva. Stof. Het is niet raar dus.
Wind. Regen. Droogte. Vorst. Spleten en spelonken. Steeds weer nieuwe. Gatenkaas. De muur leeft. Gisteren de losse boel uitgehakt en vandaag was dichtsmeerdag. Waar het blijft is me een raadsel. Ieder jaar opnieuw. Vandaag is mooi geweest. Nu eerst de handen in het vet want cement bijt venijnig. Nog steeds. Ongeblust. Olijfolie. Morgenochtend maak ik de klus af. Daarna genadig verder zweten. Gewoon lekker liggen. Pijnloos. In de wildernis. In de zon. Tijdloos. Totdat de avond valt. Tot de oranje maan. Rien ne manque sauf la jungle.